24 Melding voor de exploitatie van een bronbemaling gelegen Hensbergelei 2A. Aktename. - GOEDGEKEURD

Beslissing

Feiten en motivering

Op 27 november 2024 dient  een melding in voor de exploitatie van een bronbemaling gelegen Hensbergelei 2A  te Brasschaat.

Juridisch kader

Het decreet van 25 april 2014 betreffende omgevingsvergunning.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Adviezen

De gemeentelijke omgevingsambtenaar is van mening dat de melding rechtsgeldig is.

De aanvrager tracht het opgepompt water zoveel als mogelijk terug in te brengen in de bodem en dit op het terrein van de eigenaar. Het terug laten infiltreren van het opgepompt water kan door middel van tijdelijke vernatting van bepaalde zones of door het graven van enkele tijdelijke infiltratieputten. Het overschot aan opgepompt grondwater dat niet geïnfiltreerd kan worden, mag geloosd worden in het dichtstbijzijnde afwaterende oppervlaktewater. Bij voorkeur is dit de baangracht Gelet op de beperkte capaciteit van de baangracht, dient er door de aannemer op te worden op toegezien dat deze het debiet kan verwerken. Enkel in het  geval dat de gracht het water niet kan afvoeren, mag er water via de riolering worden afgevoerd.

Het water in Brasschaat is ijzerhoudend. Daarom is een systeem voor het verwijderen van ijzer uit het geloosde water aangewezen.

Gezien de beperkte duurtijd van de bemaling is hergebruik niet aangewezen.

Op het Perceel 185 T5 gelegen Brechtssebaan 34 is verontreiniging aangetroffen in het grondwater bestaande uit zware metalen, minerale olie, PAK,BTEXN en VOCL.

De verhoogde concentraties in het grondwater werden vastgesteld in een peilbuis op ca. 180 m afstand van de  bouwput. Op een afstand van 180 m vanaf de bouwput volgt uit de berekeningen een maximale grondwaterverlaging van 17  cm. Hieruit volgt een verhang δ van 0,0009 m/m. Uitgaande van een bemaling van 60 dagen zal volgens de berekeningen de stof met de snelste verplaatsingssnelheid  (vinylchloride) zich maximaal 2 m in de richting van de werf verplaatsen. Dit houdt dit geen significante versnelling van de natuurlijke verspreiding van de grondwaterverontreiniging in. De impact vanwege de bemaling kan bijgevolg als verwaarloosbaar beschouwd worden.

Tijdens het bodemonderzoek op het adres Bredabaan 1089 werd een beperkte verontreiniging van tetrachlooretheen aangetroffen. De verontreiniging bevond zich op ca. 230 m van de bouwput. Dit is op de rand of buiten de invloedzone van de  bemaling. Er wordt bijgevolg geen impact vanwege de bemaling verwacht.

Tijdens het bodemonderzoek op het adres 1127 te Brasschaat zijn verhoogde waarden aan Arseen aangetroffen. Indien het een lokale verhoging aan arseen betreft, zal deze verontreiniging zich onder impuls van de bemaling niet  verspreiden, gezien arseen een weinig mobiel zwaar metaal betreft en de verontreiniging zich op de rand of zelfs  buiten de invloedszone van de bemaling bevindt.

Verhoogde waarden aan arseen zijn in Vlaanderen vaak te beschouwen als een historische, regionale aanrijking van  natuurlijke oorsprong, vrijgezet uit veenhoudende bodem. Dat de regio hier gekenmerkt wordt door van nature uit  verhoogde concentraties wordt bevestigd blijkt ook uit de achtergrondkaart voor arseen (OVAM, 2013) en uit  analyseresultaten in de overige (bovenvermelde) bodemdossiers in de omgeving van de werf. 

Er wordt geadviseerd de kwaliteit van het lozingswater te monitoren. Indien de lozingsnorm voor arseen (of andere  parameters) wordt overschreden, dient de bemaling stopgezet te worden en de benodigde maatregelen genomen  worden (zoals bv. de aanvraag van een verhoogde lozingsnorm onder rubriek 3.4).

Financiële gevolgen

Op deze aanvraag is een retributie van toepassing, zoals bepaald in de beslissing van de gemeenteraad van 27 februari 2023.

BESLUIT:

Art.1.- Er wordt akte genomen van de melding ingediend door  voor de exploitatie van een bronbemaling gelegen Hensbergelei 2A  te Brasschaat.

Volgende bijzondere milieuvoorwaarden worden opgelegd:

• De aanvrager moet het opgepompte water lozen in: de gracht en op eigen terrein;
• Indien de pomp of de buizen voor de bronbemaling op het openbaar domein worden geplaatst moet hiervoor een toelating inname openbare weg verkregen worden via www.brasschaat.be;
• Alle maatregelen dienen te worden genomen om schade aan naburige eigendommen, beplantingen en bomen door droogte of wateroverlast te voorkomen. De aanvrager moet er op toezien dat er in geen geval waterschade ontstaat naar naburige eigendommen toe;
• Er mag geen water op de openbare weg komen;
• In het algemeen is het belangrijk op de werf om het waterpeil te monitoren en op die manier niet té veel water weg te pompen en de grond te diep droog te maken.
  • De grondwaterstand moet gradueel naar omhoog worden gebracht naarmate de voortgang van de werf. Dit dient echter afgestemd te worden met de stabiliteitsingenieur inzake mogelijks opdrijvingsgevaar. 
• De voorziene septische put(ten) en regenwaterputten moeten uitgevoerd worden gedurende de actieve bemaling.
• Een nauw opgevolgde monitoring van het debiet en grondwaterpeil is een vereiste gedurende de bemaling door:
  • grondwaterpeilen en opgepompte debieten
  • Een correcte opstelling van debietmeter(s)
• Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is conform het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1), van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
  • het merk en serienummer;
  • het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;
• Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling: het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen. Meer informatie over het doorgeven van deze informatie is te vinden op Https://www.dov.vlaanderen.be/richtlijnen-actieve-bemalingen
• Het waardevolle bomenbestand moet onder begeleiding van een boomdeskundige, bevloeid worden indien de uitgraving gebeurt in het groeiseizoen (april – oktober). Ook moet er op eenvoudige vraag van buurpercelen of de gemeentelijke diensten een bevloeiing voorzien worden. Bij het bepalen van de intensiteit en het type bevloeiing dient rekening gehouden te worden met het wortelgestel van iedere boom (diep of ondiep wortelend).
• Het bemalingswater moet eerst belucht wordt in een groot buffervat/container gezien de mogelijks glauconiet-(ijzer)houdende zandlagen. Hierdoor wordt het eventuele aanwezige ijzer geoxideerd, ontzand en wordt de temperatuur van het bemalingswater aangepast aan de omgevingstemperatuur. Vanuit dit buffervat kunnen eventueel ook particulieren of gemeentelijke diensten water aftappen indien gewenst. We vestigen hier bijkomende aandacht op de nodige signalisatie voor herbruik van dit niet-drinkbaar water.
• Bodemverontreinigingen in geen geval vrijkomen als gevolg van de bemaling. Er wordt opgelegd om voor aanvang van de werken en na 1 maand de samenstelling van het grondwater op de onderzoekslocatie te onderzoeken. De voornaamste parameters hierbij zijn het standaard  analysepakket( Minerale olie, BTEX, zware metalen, VOCl), de heffingsparameters (Zwevende stoffen, BZV, CZV, Ntotaal, Ptotaal, zware metalen Hg, AG, Cd, Zn, Cu, Ni, Pb, As en Cr) en PFAS.
• Als de lozingsnorm voor 1 van de parameters wordt overschreden, dient de bemaling stopgezet te worden en de benodigde maatregelen genomen  worden (zoals ondermeer de aanvraag van een verhoogde lozingsnorm onder rubriek 3.4).
• Bij eventuele schade aan het openbaar domein dient dit hersteld te worden in oorspronkelijke toestand;

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM zijn van toepassing. 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van  

VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen 

na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de 

milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

Art.2.- De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.