27 Melding voor de exploitatie van een bronbemaling gelegen Kortestraat 2. Aktename. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Op 24 maart 2025 dient  een melding in voor de exploitatie van een bronbemaling gelegen Kortestraat 2  te Brasschaat.

 

Juridisch kader

Het decreet van 25 april 2014 betreffende omgevingsvergunning.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Adviezen

De gemeentelijke omgevingsambtenaar is van mening dat de melding rechtsgeldig is.

De aanvrager tracht het opgepompt water zoveel als mogelijk terug in te brengen in de bodem en dit op het terrein van de eigenaar. Het terug laten infiltreren van het opgepompt water kan door middel van tijdelijke vernatting van bepaalde zones of door het graven van enkele tijdelijke infiltratieputten. Deze werkwijze is niet haalbaar gelet op de grootte van het perceel en de infiltratiecapaciteit van de bodem. Enkel het overschot aan opgepompt grondwater dat niet geïnfiltreerd kan worden, mag geloosd worden in het dichtstbijzijnde afwaterende oppervlaktewater. Bij voorkeur is dit de wadi in Het Bunder Gelet op de beperkte capaciteit van de baangracht, dient er door de aannemer op te worden op toegezien dat deze het debiet kan verwerken. Er wordt verwacht dat de wadi’s in Het Bunder niet alle water kunnen afvoeren. Daarom wordt opgelegd dat het water (gedeeltelijk) wordt geloosd in de riolering.

Het water in Brasschaat is ijzerhoudend. Daarom is een systeem voor het verwijderen van ijzer uit het geloosde water aangewezen.

 

Gezien de beperkte duurtijd van de bemaling is hergebruik niet aangewezen.

 

Binnen de invloedstraal van de bronbemaling liggen verschillende verontreinigde en risicogronden:

 

Dossier 98165 op 110 meter van de werf

Gezien het een verontreiniging betreft in het vaste deel van de aarde en er na analyse van de grondwaterstalen geen verhoogde concentraties aan zware metalen werden vastgesteld, is er geen sprake van grondwaterverontreiniging. Er wordt geen impact op of vanwege de bemaling verwacht.

Dossier 100160 op 120 m van de werf

Gezien er geen sprake is van (grondwater)verontreiniging wordt er geen impact op of vanwege de bemaling verwacht.

Dossier 77970 op 190 m van de werf

Er werd een verhoging aan zink vastgesteld in het grondwater. Gezien het immobiele karakter van zink en de afstand tot de werf zal zink zich niet verplaatsen en kan de impact op de bemaling als verwaarloosbaar beschouwd worden.

Dossier 75886 op 270 m van de werf

Uitgaande van een bemaling van 40 dagen zal benzeen, de meest mobiele stof, zich volgens de berekeningen 1 m verplaatsen. Hierbij wordt de perceelsgrens niet overschreden. Dergelijke verplaatsing wordt als niet relevant beschouwd. Er wordt bijgevolg geen impact vanwege de bemaling verwacht.

Dossier 11477 op 270 m van de werf

Gezien de afstand tot de werf, wordt geen belangrijke impact verwacht (zie hoger).

Dossier 7372 op 290 m van de werf

Gezien er geen sprake is van een grondwaterverontreiniging, wordt er geen impact op of vanwege de bemaling verwacht.

Dossier 82453 op 300 m van de werf

Gezien er geen sprake is van een grondwaterverontreiniging, wordt er geen impact op of vanwege de bemaling verwacht.

 

PFAS

De werf is niet gelegen binnen een actuele no regret zone voor PFAS.

De rand van de indicatieve invloedszone van de bemaling raakt aan de 100 m grens rondom een preventief ingestelde no regret zone voor PFAS, gelinkt aan Lage Kaart, Brasschaat (OVAM-dossier 97161).

Preventief ingesteld betekent dat er momenteel nog geen kennis is van effectief verhoogde waarden aan PFAS, maar er wel een risico wordt ingeschat op basis van bv. een incident in het verleden.

We adviseren daarom om het bemalingswater bij opstart te analyseren op PFAS.

 

Binnen de indicatieve invloedstraal van de bemaling zijn  BWK-zones aanwezig:

Een mogelijke invloed die een bemaling op deze elementen kan hebben, is deze ten gevolge  van een tijdelijke grondwaterverlaging. 

Op een afstand van 110 m wordt een maximale grondwaterverlaging van 60 cm verwacht. Er kan  gesteld worden dat deze verlaging verwaarloosbaar is, gezien de grondwatertafel ook van nature  uit over dergelijke intervallen kan fluctueren. De kans dat de bomen schade ondervinden doordat  de wortels (welke zich van nature niet onnodig diep ontwikkelen in de freatische grondwaterlaag)  “droog” komen te zitten en niet meer het (seizoens)normale debiet kunnen oppompen wordt dan  ook klein ingeschat. In de meeste gevallen kunnen bomen een periode van 1,5 maand doorstaan  (voor zover ze voor de rest gezond zijn). In periodes van regenval volstaat het vocht (insijpelend  regenwater in de onverzadigde zone boven de verlaagde grondwaterspiegel) in de grond om  belangrijke impact te voorkomen.

Er wordt geen belangrijke invloed vanwege de bemaling op deze BWK-zones verwacht.

 

Financiële gevolgen

Op deze aanvraag is een retributie van toepassing, zoals bepaald in de beslissing van de gemeenteraad van 27 februari 2023.

 

BESLUIT:

 

Art.1.- Er wordt akte genomen van de melding ingediend door  voor de exploitatie van een bronbemaling gelegen Kortestraat 2  te Brasschaat.

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

53.2.2°a)

bronbemaling met maximumdebieten van 10 300 m³/jaar en 354 m³/dag gedurende 40 dagen klasse 3 (Nieuw)

 

10300 m³/jaar

 

Volgende bijzondere milieuvoorwaarden worden opgelegd:

  • De aanvrager moet het opgepompte water lozen in: eigen terrein de gracht regenwater riolering gemengde riolering;
  • Indien de pomp of de buizen voor de bronbemaling op het openbaar domein worden geplaatst moet hiervoor een toelating inname openbare weg verkregen worden via www.brasschaat.be;
  • Alle maatregelen dienen te worden genomen om schade aan naburige eigendommen, beplantingen en bomen door droogte of wateroverlast te voorkomen. De aanvrager moet er op toezien dat er in geen geval waterschade ontstaat naar naburige eigendommen toe;
  • Er mag geen water op de openbare weg komen;
  • In het algemeen is het belangrijk op de werf om het waterpeil te monitoren en op die manier niet té veel water weg te pompen en de grond te diep droog te maken.
    • Een sonde-gestuurde bemaling wordt hier opgelegd. Bij dit systeem zal het pompdebiet zich automatisch aanpassen indien een vooraf ingesteld waterpeil al dan niet wordt overschreden. 
    • De grondwaterstand moet gradueel naar omhoog worden gebracht naarmate de voortgang van de werf. Dit dient echter afgestemd te worden met de stabiliteitsingenieur inzake mogelijks opdrijvingsgevaar. 
  • De voorziene (septische put(ten) en regenwaterputten moeten uitgevoerd worden gedurende de actieve bemaling.
  • Een nauw opgevolgde monitoring van het debiet en grondwaterpeil is een vereiste gedurende de bemaling door:
    • grondwaterpeilen en opgepompte debieten
    • Een correcte opstelling van debietmeter(s)
    • Het plaatsen van één of meerder peilbuizen in en rond de bouwput
  • Een bemalingspomp mag enkel geplaatst worden door een boorbedrijf dat erkend is conform het VLAREL van 19 november 2010 voor de discipline, vermeld in artikel 6, 7°, a), 1), van het voormelde besluit. Uiterlijk de derde werkdag nadat een bemalingspomp is geplaatst, bezorgt het erkende boorbedrijf van elke debietmeter die bedoeld is voor de registratie van het opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debiet, de volgende informatie via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen:
    • het merk en serienummer;
    • het tijdstip van plaatsing en de tellerstand op het moment van de plaatsing;
  • Bij het ontmantelen van de bemalingsinstallatie, bezorgt het erkende boorbedrijf uiterlijk de derde werkdag na de ontmanteling: het tijdstip van de ontmanteling en de tellerstand op het moment van de ontmanteling via een webapplicatie van de Databank Ondergrond Vlaanderen. Meer informatie over het doorgeven van deze informatie is te vinden op Https://www.dov.vlaanderen.be/richtlijnen-actieve-bemalingen
  • Een staalname van het grondwater en van het bemalingswater wordt opgelegd, eenmaal bij opstart en daarna op 3-wekelijkse basis om de kwaliteit van het grondwater/bemalingswater na te gaan.
  • De dichtste bomen moeten onder begeleiding van een boomdeskundige, bevloeid worden indien de uitgraving gebeurt in het groeiseizoen (april – oktober). Ook moet er op eenvoudige vraag van buurpercelen of de gemeentelijke diensten een bevloeiing voorzien worden. Bij het bepalen van de intensiteit en het type bevloeiing dient rekening gehouden te worden met het wortelgestel van iedere boom (diep of ondiep wortelend).
  • Het bemalingswater moet eerst belucht wordt in een groot buffervat/container gezien de mogelijks glauconiet-(ijzer)houdende zandlagen. Hierdoor wordt het eventuele aanwezige ijzer geoxideerd, ontzand en wordt de temperatuur van het bemalingswater aangepast aan de omgevingstemperatuur. Vanuit dit buffervat kunnen eventueel ook particulieren of gemeentelijke diensten water aftappen indien gewenst. We vestigen hier bijkomende aandacht op de nodige signalisatie voor herbruik van dit niet-drinkbaar water.
  • Vermits het aangevraagde debiet meer/minder dan 10 m³ per uur bedraagt dient er wel/geen toestemming van Aquafin bekomen te worden voor het lozen in de van het bemalingswater in de riolering;
  • Er dient geëvalueerd te worden of de kwaliteit van het opgepompte water voldoet aan de Vlarem normen. Bovendien mogen bodemverontreinigingen in geen geval vrijkomen als gevolg van de bemaling.
  • Bij eventuele schade aan het openbaar domein dient dit hersteld te worden in oorspronkelijke toestand;

Extra voorwaarden voor lozing in provinciale beek

  • Indien de bemaling langer duurt dan 1 jaar, wordt de lozingsconstructie als een vaste constructie beschouwd en dient hiervoor een machtiging te worden aangevraagd bij de provincie als bevoegde waterbeheerder (art. 12 wet onbevaarbare waterlopen).
  • Debieten tot 20L/s kunnen in normale omstandigheden geloosd worden zonder problemen te veroorzaken.
  • De start van de bronbemaling moet altijd vooraf gemeld worden aan de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen via diw@provincieantwerpen.be.

 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM zijn van toepassing. 

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van  

VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen 

na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de 

milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

 

Art.2.- De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.