19 Belasting 2026-2031 op het ontbreken van parkeerplaatsen. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 december 2023 houdende goedkeuring van de belasting 2024-2025 op het ontbreken van parkeerplaatsen.

 

In navolging van het decreet basisbereikbaarheid van 26 april 2019, waarin wordt opgenomen dat

ingezet dient te worden op combi- en deelmobiliteit, en rekening houdend met de Visienota van de

vervoerregio Antwerpen waarin wordt vermeld dat een modal split van 50% auto - 50% andere

vervoersmodi dient te worden nagestreefd, wenst de gemeente Brasschaat het gebruik van alternatieve en duurzame vervoersmodi te stimuleren.

 

Brasschaat wil zich eveneens profileren als mobiliteitsduurzame- en fietsgemeente, met een sterke groei van het fietsgebruik. In dit kader wenst de gemeente ook verplichtingen op te leggen inzake het stallen van alle soorten fietsen.

 

In zitting van 25 september 2023 werd de nieuwe gemeentelijke parkeerverordening door de

gemeenteraad goedgekeurd:  op basis van de maatschappelijke noden omtrent beschikbare ruimte, parkeerdruk en mobiliteit, heeft de gemeente besloten om de bestaande parkeernormen te wijzigen en alsook om verplichtingen op te leggen inzake het stallen van alle soorten fietsen.

 

In toepassing van deze nieuwe parkeerverordening moet bij bepaalde vergunningsplichtige werken een minimum aantal parkeerplaatsen aangelegd worden. Parkeerplaatsen omvatten dus zowel

autostaanplaatsen als fietsstalplaatsen.

 

In de mate dit minimumaantal niet gerealiseerd kan worden, dient de houder van de stedenbouwkundige vergunning de reden daarvan te motiveren en een compensatoire vergoeding (belasting) aan de gemeente te betalen na definitieve vaststelling van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen.

 

Dit geldt enkel voor zover de afwijking leidt tot een verhoogde ruimtelijke kwaliteit, waarbij op basis van de goede ruimtelijke ordening zowel de kwaliteit van het project bekeken wordt, als de impact

op de omgeving bv:.

- Het is om technische redenen volgens de vergunningsplichten onmogelijk om de normen na te leven

- De specifieke perceelsconfiguratie laat de inplanting van parkeerplaatsen niet toe of veroorzaakt

onaanvaardbare hinder voor een aanpalend perceel.

- Het is niet wenselijk of mogelijk om een toegang tot het openbaar domein te creëren.(bv. ligging op een druk kruispunt), Het opvangen van parkeerplaatsen voor projecten in de nabije omgeving Een beschrijvende nota kan door een parkeeronderzoek in de buurt en een enquêtering aantonen dat er een marktconforme vraag is naar parkeerplaatsen (kopen).  

 

De financiële toestand van de gemeente maakt de heffing noodzakelijk van alle rendabele belastingen.

Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2026-2031 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.

Het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2013 bepaalde de tarieven van de belasting op het ontbreken van parkeerruimten voor de aanslagjaren 2014-2019.

Het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 bepaalde de tarieven van de belasting op het ontbreken van parkeerruimten voor de aanslagjaren 2020-2023.

Het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2023 bepaalde de tarieven van de belasting op het ontbreken van parkeerruimten voor de aanslagjaren 2024-2025.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

Het gemeenteraadsbesluit van 22 december 2011 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van de parkeerverordening buiten de openbare weg.

Het gemeenteraadsbesluit van 25 september 2023 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van de parkeerverordening buiten de openbare weg.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten voor 2026 worden geraamd op 50.000 euro.

 

BESLUIT:

Met 28 ja-stemmen (Robert Geysen, Adinda Van Gerven, Bruno Heirman, Bart Brughmans, Inez Ven, Carla Pantens, Karina Hans, Joris Van Cauwelaert, Kelly D'Haen, Philip Cools, Jan Jambon, Rudi Pauwels, Karin Beyers, Erwin Callens, Hedwig van Baarle, Ingeborg Hermans, Jef Konings, Goele Fonteyn, Sven Simons, Lynn De Vocht, Matthias Gulickx, Sylvia Lathouwers, Lore Fonteyn, Bryan Verhoeven, Elke De Maeyer, Herman Van Mieghem, Kato Broos en Wouter Covens), 5 onthoudingen (Dimitri Hoegaerts, Luc Van der Schoepen, Linsey De Vooght, An-Sofie Dewinter en Tim Willekens).

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een belasting geheven op het ontbreken van autoparkeerplaatsen en fietsstalplaatsen. Ze is van toepassing op het uitvoeren van volgende vergunningsplichtige werken:

 

− het optrekken van nieuwe gebouwen;

− het herbouwen van gebouwen;

− het uitbreiden van gebouwen met meer dan 50 m² bruto-vloeroppervlakte;

− het doorvoeren van vergunningsplichtige functiewijzigingen;

− het vermeerderen van het aantal wooneenheden;

− de regularisatie van één of meer van bovenstaande werken;

− kleinhandelsactiviteiten

 

De normen, de afmetingen en de ligging van parkeerplaatsen werden vastgelegd in de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 september 2023 en latere wijzigingen op het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg.

 

Art.2.- Belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door:

 

1) de houder van een stedenbouwkundige vergunning

 

a) die, op grond van deze vergunning, ontheven wordt van de verplichting of in de onmogelijkheid verkeert één of meer van de in de stedenbouwkundige vergunning voorgeschreven parkeerplaatsen aan te leggen

b) die één of meer van de in de stedenbouwkundige vergunning verplicht aan te leggen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd

 

2) de eigenaar die de noodzakelijk aan te leggen parkeerplaatsen overeenkomstig de stedenbouwkundige vergunning heeft aangelegd maar die alsnog een andere bestemming geeft aan vergunde parkeerplaatsen

 

Art.3.- Belastbaar tijdstip

 

De belasting is verschuldigd, na controle van uitvoering van de vergunning, bij de definitieve vaststelling van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen.

 

Art.4.- Tarief en berekening

 

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld volgens de tarieven, bepaald in de belastingverordening die van kracht was op het ogenblik van de aflevering van de stedenbouwkundige vergunning:

 

        voor de vergunningen, afgeleverd vóór 1 maart 2011, wordt het tarief per ontbrekende of niet behouden parkeerplaats vastgesteld op 2.500,00 euro

        voor de vergunningen, afgeleverd op basis van het gemeenteraadsbesluit van 22 december 2011 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van de parkeerverordening buiten de openbare weg, wordt het tarief vastgesteld op :

        2.500,00 euro indien er 1 parkeerplaats ontbreekt of niet behouden blijft

        3.000,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er twee parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

        3.500,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er drie parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

        4.000,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er vier parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

        5.000,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er vijf of meer parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

        voor de vergunningen, afgeleverd op basis van het gemeenteraadsbesluit van 25 september 2023 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van de parkeerverordening buiten de openbare weg, wordt het tarief vastgesteld op :

        1.014,40 euro per ontbrekende fietsstalplaats of niet behouden fietsstalplaats

        2.536,00 euro indien er 1 autoparkeerplaats ontbreekt of niet behouden blijft

        3.043,30 euro per ontbrekende autoparkeerplaats indien er twee autoparkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

        3.550,40euro per ontbrekende autoparkeerplaats indien er drie autoparkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

        4.057,60 euro per ontbrekende autoparkeerplaats indien er vier autoparkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

        5.072,00 euro per ontbrekende autoparkeerplaats indien er vijf of meer autoparkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

 

Art.5.- Indexering

 

De belastingtarieven met betrekking tot de vergunningen die werden afgeleverd op basis van het gemeenteraadsbesluit van 25 september 2023 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van de parkeerverordening buiten de openbare weg zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de index van november 2025. Ze worden op 1 januari 2027 en nadien jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.De geïndexeerde tarieven worden afgerond tot 1 cijfer na de komma.

 

Art.6.- Wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar

verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art.7.- Bezwaarprocedure

 

§ 1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij

het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en

worden gemotiveerd.

 

De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen

vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de

kennisgeving van de aanslag.

 

Het bezwaar kan met de nodige bewijsstukken via één van de volgende kanalen worden ingediend:

- e-mail: debiteuren@brasschaat.be;

- post: College van burgemeester en schepenen, t.a.v. dienst financiën, Verhoevenlei 11, 2930

Brasschaat.

 

§ 2 Het beroepschrift wordt behandeld in overeenstemming met het Decreet van 30 mei 2008, en

latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van

gemeentebelastingen.

 

Art.8.- Procedure

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen gebeurt volgens

de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

Art.9.- Bekendmaking

Onderhavig reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285, 286 en 287 van het

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.