14 Belasting 2026-2031 op de ontgravingen. - GOEDGEKEURD
Beslissing
Feiten en motivering
Het besluit van de gemeenteraad van 25 november 2019 houdende vaststelling van de belasting 2020-2025 op de ontgraving van het stoffelijke overschot van personen.
Het ontgraven en verplaatsen van stoffelijke resten brengt kosten met zich mee door de inzet van personeel en materieel. Het is billijk hiervoor een specifieke belasting te heffen.
Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2026-2031 te hernieuwen.
Juridisch kader
Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.
Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.
Financiële gevolgen
De ontvangsten voor 2026 worden geraamd op 5.000 euro.
BESLUIT eenparig:
Art.1.- Met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 wordt een belasting geheven op het ontgraven van een stoffelijk overschot of een asurn en op het verplaatsen of uitnemen van een asurn uit een urnenkelder of uit een columbarium.
Art.2.- De belasting wordt vastgesteld op 250 euro voor het ontgraven van een stoffelijk overschot of een asurn en op het verplaatsen of uitnemen van een asurn uit een urnenkelder of uit het columbarium.
Art.3.- De belasting is verschuldigd door de persoon die de ontgraving, uitneming of verplaatsing aanvraagt.
Art.4.- De belasting is niet verschuldigd voor de ontgravingen:
● opgelegd door de rechterlijke overheden;
● van de voor het vaderland gestorven militairen en burgers
● die ambtshalve door de gemeente worden verricht noodzakelijk voor het overbrengen van het oude naar de nieuwe begraafplaats van het stoffelijk overschot van personen in een voor de duur van de begraafplaats in concessie gegeven begravingsperceel.
Art.5.- De belasting is verschuldigd vanaf het moment dat de aanvraag tot ontgraving is ingediend bij de bevoegde dienst. Bij gebrek aan contantbetaling wordt de belasting ingekohierd.
Art.6.- Bezwaarprocedure
§ 1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij
het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en
worden gemotiveerd.
De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen
vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de
kennisgeving van de aanslag.
Het bezwaar kan met de nodige bewijsstukken via één van de volgende kanalen worden ingediend:
- e-mail: debiteuren@brasschaat.be;
- post: College van burgemeester en schepenen, t.a.v. dienst financiën, Verhoevenlei 11, 2930
Brasschaat.
§ 2 Het beroepschrift wordt behandeld in overeenstemming met het Decreet van 30 mei 2008, en
latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van
gemeentebelastingen.
Art.7.- De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.
Art.8.- Bekendmaking
Onderhavig reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285, 286 en 287 van het
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht
overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.