18 Algemeen politiereglement. Aanpassingen bepalingen nieuwe GAS-wet - GOEDGEKEURD
Beslissing
Feiten en motivering
Op 29 december 2023 werd de wet van 11 december 2023 tot wijziging van de GAS-wet, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad. Deze wet trad in werking op 8 januari 2024. De wijzigingen hebben voornamelijk betrekking op het vereenvoudigen van de werking op het terrein. Daarnaast bevat ze ook enkele nieuwe elementen. De bijgevoegde nota van IGEAN (Wet tot wijziging van de GAS-wet) geeft een overzicht weer van de verschillende wijzigingen en de mogelijke invloed op het politiereglement van de gemeente.
Op het college van 25 maart 2025 werd kennis genomen van de verplichte en facultatieve aanpassingen. Volgende keuzes werden gemaakt:
● verhoging boetebedrag meerderjarige van 350€ naar 500€ en maximale bedrag voor een minderjarige blijft 175€.
● toevoeging van de nieuwe gemengde inbreuk: Art 18 Wet op de openingsuren.
Igean werkte vervolgens een ontwerp uit voor de gevraagde aanpassingen aan het Algemeen Politiereglement Brasschaat.
Juridisch kader
Art.2, 40§1, 135, 285, 286 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Art.119 Nieuwe Gemeentewet
Het Algemeen Politiereglement Brasschaat gecoördineerde versie dd. 18 december 2023
Adviezen
Er wordt positief geadviseerd door de jeugdraad, de dienst integrale veiligheid, IGEAN en de lokale politie Brasschaat.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
BESLUIT eenparig:
Art.2.- Hecht goedkeuring aan de herwerkte versie van het Algemeen Politiereglement als volgt:
Inhoudstafel:
Titel I: Bepalingen onderworpen aan administratieve sanctiesHoofdstuk 15 - STRAFFEN en BEMIDDELING
Afdeling 1 – GAS-bemiddeling
Afdeling 2 - gemeenschapsdienst
Afdeling 3 - tijdelijk plaatsverbod
Afdeling 4 - ouderlijke betrokkenheid...............................................Afdeling 5 - bevel van de burgemeester
Art.3.10. Plaatsen van uitstallingen en hindernissen op de openbare weg
§1. Verklarende woordenlijst:
✓uitstalling: een inrichting op het openbaar domein om koopwaren aan te bieden. De uitstalling omvat zowel de koopwaren als het rek of tafel waarop de koopwaren worden uitgestald.
✓hindernis: een voorwerp, eigendom van een bewoner of ondernemer, dat de eigenaar kenmerkt of voor bekendheid zorgt, of dat dienend is voor het cliënteel en dat voor minstens één maand wordt uitgestald op de openbare weg. De hindernis is geen product of dienst dat bestemd is voor verkoop. Een horecaterras wordt niet beschouwd als eenhindernis. Voor een horeca-terras dient men een omgevingsvergunning of terrasvergunning aan te vragen.
Een talud valt niet onder een hindernis.
§2. Voor het plaatsen van hindernissen op openbaar domein van Brasschaat gelden de volgende bepalingen:
✓als de stoepbreedte minder bedraagt dan 1,50 meter, dan is er geen hindernis mogelijk.
✓in elk geval heeft het voetpad, een vrije en onbedekte doorgang van minstens 1,50 meter breed, gemeten vanaf de grens met de gevel tot aan het fietspad of parkeerstrook.
✓De hindernis mag niet hoger zijn dan 2,20 meter, met uitzondering van vlaggen. Vlaggen moeten steeds tegen de gevel staan en mogen maximum tot aan de raamdorpel van de eerste verdieping reiken.
✓Op de hindernis staat het ondernemingsnummer en de naam van de gebruiker van de innamezone duidelijk vermeld. Zonder deze vermeldingen worden de obstakels beschouwd als verloren voorwerp.
✓De hindernis is niet verankerd aan het openbaar domein en kan op elk moment weggenomen worden.
✓De hindernis staat enkel op de grond of tegen de gevel van het eigen handelspand.
✓Voor hindernissen die worden bevestigd aan de gevel, moet steeds worden nagegaan of een omgevingsvergunning nodig is.
✓De hindernis mag niet werken op of met elektriciteit, gas of water.
§3.Onverminderd de toepassing van de voorziene straffen, kan de burgemeester de kramen, verkooppunten e.d. die in strijd met deze bepalingen worden opgesteld, ambtshalve laten verwijderen.
§4.De toelating voor het plaatsen van de hindernis kan steeds geschorst worden of er kunnen (tijdelijke) beperkende maatregelen worden opgelegd wanneer dit vereist is in functie van plaatselijke omstandigheden of algemeen belang (zoals wegenwerken, bouwwerken, evenementen, verkeer, veiligheid, leefbaarheid, toezicht, handhaving,...)
§5. Voor het plaatsen van uitstallingen gelden de volgende bepalingen
•Het uitstallen van goederen of diensten voor verkoop door een handelszaak op openbare ruimte is vergunningsplichtig. Enkel de handelaar, die een handelszaak uitbaat, kan de toelating aanvragen, enkel voor de vestigingseenheid waar hij de handel uitbaat.
•Uitstallen mag enkel indien geplaatst tegen de gevel of vastgemaakt aan de gevel van de handelszaak. Op het fietspad, de rijbaan, op parkeerplaatsen, of op enige ander openbaar domein zijn geen uitstallingen toegelaten. Het is verboden producten van de uitstalling aan de luifel te hangen.
•De uitstalling dient verwijderd te zijn van de openbare ruimte als de handelszaak gesloten is of moet zijn.
•De uitstalling moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
✓Er dient steeds een obstakelvrije doorgang van minimum 1,50 meter voorzien te worden voor voetgangers op het voetpad.
✓De maximum diepte van de uitstalling is 1 meter. Bij hoekpercelen is er een beperking in hoogte van 1 meter.
✓De particuliere ingangen en de ingang van de handelszaak moeten worden vrijgehouden.
✓De uitstalling kan enkel staan voor de vestigingseenheid van een handelszaak, die de gebruiker zelf uitbaat. De uitstalling blijft beperkt tot het deel van de openbare ruimte dat ligt voor het gebouw of gebouwgedeelte dat voor de handel gebruikt wordt
✓Een uitstalling moet tegen de gevel staan of aan de gevel vastgemaakt worden van een gebouw of gebouwgedeelte staan, waarop de gebruiker genotsrechten heeft.
✓Voeding moet op een tafel met een minimale hoogte van 70 centimeter liggen, waaronder geen voedingswaren opgestapeld mogen liggen. Deze tafel moet uit niet-poreus materiaal gemaakt zijn, ze moet sluitend en gaaf zijn en altijd proper. Voor uitstallingen met groenten en fruit en andere bederfbare voedingswaren is het gebruik van doordringbare materialen (hout & karton) verboden. Aluminium, andere metalen, pvc en andere soorten plastiek zijn wel toegestaan. Het is verplicht om voor de uitstalling
van voedselwaren voor verkoop de regelgeving van het voedselagentschap na te leven.
✓Het afrekenen van deze producten in uitstalling gebeurt steeds in de handelszaak.
✓De aanvrager van de vergunning is verantwoordelijk voor het netjes houden van de openbare ruimte onder en rondom de uitstalling.
✓De uitstalling mag geen gevaar vormen voor weggebruikers (vb. geen scherpe hoeken, uitstekende pinnen,…)
✓Voorzieningen van openbaar nut zoals onder meer hydranten, verlichtingspalen, moeten altijd vrij zijn en goed bereikbaar blijven. Brandweerslangen moeten steeds aan een hydrant gekoppeld kunnen worden. Hiervoor moet de nodige ruimte beschikbaar zijn. Ook geleide tegels voor blinden en slechtzienden moeten altijd vrij blijven.
✓De constructie van de uitstalling (tafel, rek,..) mag niet aangesloten zijn op gas, water of elektriciteit.
•De producten en/of diensten voldoen aan volgende voorwaarden:
✓Alleen producten, die normaal in de zaak verkocht worden, mogen uitgestald worden.
✓Elk voorwerp dat de openbare orde, rust, gezondheid, of veiligheid in het gedrang kan brengen of overlast kan veroorzaken, is verboden in de uitstalling.
✓Zijn tevens verboden: de producten en diensten of categorieën van producten of diensten, die niet het voorwerp kunnen uitmaken van een ambulante activiteit, zoals bepaald in de wet op de ambulante handel en haar uitvoeringsbesluiten.
✓Verboden zijn ook:
-chemische stoffen, verven, explosieven, rookspuiters, levende dieren, elektrische apparaten, behalve als ze geen gevaar vormen voor de veiligheid,
-audiovisuele toestellen, geluidsinstallaties, behalve bij toegestane evenementen, en mits naleving van de geluidsnormen zoals bepaald in dit politiereglement;
-inrichtingen die voedsel bereiden, voedsel bewaren, voedsel verschaffen inclusief het voedsel zelf (voorbeelden: tapinstallaties, barbequestellen, koelinstallaties, e.a.);
-eten bereiden of dranken schenken is niet toegelaten;
-matrassen, tapijten, stofrollen, bouwmaterialen, schotelantennes;
-dragende vloeren;
-parasols, behalve wanneer er geen zonnetent kan geplaatst worden;
-verwarmings-en verlichtingstoestellen;
-voorwerpen of attributen, die in de toelating uitgesloten worden.
Braadspitten vallen hier niet onder en kunnen mits de nodige veiligheid als uitstalling vergund worden.
•De aanvraag kan enkel online via de website www.brasschaat.be/uitstallingsvergunning
De aanvraag is pas ontvankelijk als het formulier volledig ingevuld is en als volgende documenten toegevoegd zijn:
✓beschrijving van de gewenste uitstalling inclusief afmetingen, bij voorkeur aan de hand van fotomateriaal.
✓materiaalgebruik,
✓technische specificaties voor de uitstalling
✓situatieschets van de gewenste positie van de uitstalling, inclusief alle hindernissen en hun afmetingen in een straal van minimum 4 meter, zoals de aanduiding van voetpad, straatmeubilair en verlichting.
•Binnen een termijn van 15 kalenderdagen vanaf de aanvraag volgt een beslissing omtrent de volledigheid. De aanvraag is onvolledig als de documenten en gegevens, vermeld in dit artikel en in het aanvraagformulier, ontbreken. De aanvraag is onontvankelijk als de ontbrekende documenten niet zijn ingediend binnen een termijn van 15 kalenderdagen na mededeling van de onvolledigheid.
•Binnen een termijn van 60 kalenderdagen na de melding van een ontvankelijke aanvraag neemt de burgemeester een beslissing. In het geval van een goedkeuring bepaalt de burgemeester de maximaal in te nemen uitstallingsoppervlakte en de aard van de uitstalling. Als de uitstalling langs een gewestweg gelegen is, zal de gemeente eerst advies inwinnen bij het Agentschap Wegen en Verkeer.
•Als het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer nodig is, of als het dossier complex is, mag de termijn éénmaal worden verlengd met maximaal 60 kalenderdagen. Als de burgemeester geen beslissing neemt binnen de vastgestelde of verlengde termijn, dan wordt de aanvraag geacht te zijn geweigerd, dit gelet op het algemeen belang, met name de openbare orde en veiligheid van de openbare ruimte.
•De voorwaarden, die opgenomen zijn in de uitstallingsvergunning, moeten worden nageleefd.
•De burgemeester kan steeds bijkomende voorwaarden opleggen en op gemotiveerde wijze afwijkingen toestaan op de voorwaarden die in dit reglement zijn bepaald.
•De uitstallingsvergunning geldt voor onbepaalde duur.
•De uitstallingsvergunning vervalt automatisch bij: stopzetting, overname of wijziging van de handelszaak
•De vergunning moet permanent op een goed zichtbare plaats uithangen en van op de openbare weg leesbaar zijn.
•De uitstallingsvergunning kan steeds geschorst worden of er kunnen (tijdelijke) beperkende maatregelen worden opgelegd wanneer dit vereist is in functie van de plaatselijke omstandigheden of algemeen belang (wegenwerken, bouwwerken, evenementen, verkeer, veiligheid, leefbaarheid, toezicht, handhaving,...)
•De burgemeester kan, om redenen van openbare orde, de uitstalling van bepaalde producten en diensten of categorieën van producten of diensten, of attributen verbieden.
•De uitstallingsvergunning wordt kosteloos verleend door het gemeentebestuur.
•De gemeente is niet aansprakelijk voor eventuele ongevallen die veroorzaakt worden door de uitstalling.
•De overtredingen kunnen, naast de toepassing van art. 15.1 APR aanleiding geven tot schorsing of opheffing van de uitstallingsvergunning.
Hoofdstuk 15 - STRAFFEN en BEMIDDELING
Art.15.1.
§1. Tenzij er reeds een retributiereglement wordt toegepast, worden de overtredingen op de bepalingen van titel I van dit reglement zullen worden gestraft met een administratieve geldboete van maximum 500,00 euro, overeenkomstig artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet en de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Minderjarigen die de volle leeftijd van 16 jaar bereikt hebben op het tijdstip van de feiten, kunnen het voorwerp uitmaken van een administratieve geldboete opgelegd krijgen van maximum 175,00 euro.
§2. De administratieve sanctie is proportioneel in functie van de zwaarte van de feiten die haar verantwoorden en in functie van de eventuele herhaling. Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.
§3. De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen, geeft aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.
Afdeling 1 – GAS-bemiddeling
Art.15.2.
§1. Overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties kan de sanctionerend ambtenaar een aanbod van GAS-bemiddeling lokale bemiddeling voorstellen, zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren.
§2. De GAS-bemiddeling wordt gevoerd door een bemiddelaar die beantwoordt aan de minimale voorwaarden die door de Koning worden bepaald, hierna genoemd de bemiddelaar, of door een gespecialiseerde en door de gemeente erkende bemiddelingsdienst, overeenkomstig de door de Koning bepaalde voorwaarden en nadere regels. De procedure en de nadere regels van deze GAS-bemiddeling zijn als volgt:
● Voor de bemiddeling van start gaat, beschikken de partijen over een verweertijd van twee weken om de feiten te betwisten. Doen zij dit niet, dan worden de partijen door middel van een brief uitgenodigd voor een gesprek. Elke minderjarige heeft hierbij recht op een pro deo advocaat. Deze wordt op de hoogte gesteld van de datum van het gesprek.
● De benadeelde partij (gemeente zelf of een natuurlijk persoon) en de dader worden allebei afzonderlijk uitgenodigd voor een eerste kennismakend gesprek. Wanneer de gemeente benadeelde partij is, kan van deze procedure worden afgeweken. Het is immers niet nodig om telkens een eerste kennismakend gesprek te doen wanneer men reeds op de hoogte is van de werking van de bemiddeling.
● Als beide partijen op het aanbod van de bemiddeling wensen in te gaan dan volgt de eigenlijke bemiddeling. Deze bemiddeling kan rechtstreeks verlopen door effectief met dader en benadeelde samen aan tafel te gaan zitten of onrechtstreeks met de bemiddelaar als tussenpersoon.
● Als beide partijen hierbij tot een overeenkomst komen, wordt een protocolovereenkomst opgesteld. Deze wordt eerst ter goedkeuring naar de advocaat van de jongere gestuurd en moet door alle partijen ondertekend worden. Komen de partijen niet tot een overeenkomst, dan wordt het dossier bij de bemiddelaar afgesloten en terug naar de sanctionerend ambtenaar gestuurd. De partijen beschikken dan wel nog via een standpuntenbrief over de mogelijkheid om hun kant van het verhaal aan de sanctionerend ambtenaar te doen.
§3. Deze bemiddeling is verplicht voor minderjarigen die de volle leeftijd van 16 jaar hebben bereikt op het ogenblik van de feiten en facultatief voor meerderjarigen.
§4. In geval van een geslaagde bemiddelingsprocedure wordt er geen administratieve geldboete meer opgelegd.
Titel III: Bepalingen onderworpen aan een strafsanctie of een administratieve sanctie
Art.18. De overtredingen van volgende artikels van het strafwetboek worden eveneens bestraft met een administratieve geldboete van maximum 500,00 euro, voor zover de misdrijven niet strafrechtelijk vervolgd worden.
§1. artikel 398, 1° Sw: opzettelijke verwondingen of slagen toebrengen.
§2. artikel 521, 3de lid Sw: gehele of gedeeltelijke vernieling of onbruikbaarmaking , met het oogmerk om te schaden van rijtuigen, wagons en motorvoertuigen.
§3. artikel 526 Sw: vernieling of beschadiging van grafstenen, monumenten, standbeelden en voorwerpen tot openbare versiering bestemd.
§4. artikel 537 Sw: kwaadwillig omhakken van bomen.
§5. artikel 534 bis: zonder toestemming aanbrengen van graffiti op roerende en onroerende Eigendommen.
§6. artikel 534 ter Sw.: opzettelijk beschadigen van andermans onroerende eigendommen.
§7. artikel 545 Sw.: grachten dempen, hagen afhakken of uitrukken, afsluitingen vernielen en verplaatsing of verwijdering van grenspalen en hoekbomen.
§8. artikel 559,1° Sw.: opzettelijk beschadigen of vernielen van andermans roerende eigendommen.
§9. artikel 561,1° Sw.: zich schuldig maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord.
§10. artikel 563,2° Sw.: opzettelijke beschadigingen van stedelijke of landelijke afsluitingen.
§11. artikel 563,3°: feitelijkheden of lichte gewelddaden
§12. artikel 563bis: zich in de voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen zodat men niet herkenbaar is.
§13. artikel 18 wet openingsuren van 2006:§1. Ieder ontwerp van nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie is onderworpen aan een voorafgaande vergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen.
Titel VII: bijzondere reglementen
Hoofdstuk 1 – REGLEMENT BETREFFENDE MOTORBENDES
Afdeling 6 – administratieve sancties
Art.6.1.
§1. Elke overtreding van dit politiereglement wordt bestraft met:
● een administratieve geldboete tot maximaal 175,00 of 500,00 euro, naargelang het een minderjarige dan wel een meerderjarige overtreder betreft; en/of
● een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de inrichting. en/of
● een tijdelijke of definitieve schorsing van de vergunning; en/of
● een tijdelijke of definitieve opheffing van de vergunning;
§2. Meer bepaald kan het college van burgemeester en schepenen het clubhuis tijdelijk of definitief sluiten:
● indien de exploitatie van een inrichting aanleiding geeft tot openbare ordeverstoring met inbegrip van overlast, wat zal blijken uit een door de politie samengesteld dossier;
● indien geen opgave werd gedaan van gegevens of opgave werd gedaan van onjuiste gegevens in de aanvraag of bij wijzigingen van de gegevens in de aanvraag waardoor de veiligheid in het gedrang kan komen;
● in geval van verschillende en/of herhaalde vaststellingen waaruit blijkt dat niet meer voldaan is aan de voorwaarden vermeld in dit reglement.
● In geval het onderzoek in art.4.§2 ongunstig is.
De sancties opgelegd door het college worden door de politie betekend of met een aangetekende brief ter kennis gebracht aan de overtreder. Het niet naleven van een administratieve sanctie van het college wordt bovendien bestraft met één van de hierboven voorziene administratieve sancties.
§3. In alle gevallen waarbij een administratieve sanctie van schorsing of opheffing van de clubvergunning werd opgelegd kan de burgemeester bijkomende voorwaarden opleggen vooraleer over te gaan tot het verlenen van een clubvergunning.
§4. Onverminderd het voorgaande, kan de politie bij vaststelling van uitbating zonder clubvergunning de inrichting onmiddellijk en ter plaatse sluiten.
Art.6.2.
Het opleggen van administratieve sanctie gebeurt volgens de bepalingen en op grond van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (BS 1 juli 2013).
De procedure voor minderjarigen, GAS-bemiddeling en gemeenschapsdienst zoals bepaald in hoofdstuk 15 straffen en bemiddeling van huidig algemeen politiereglement van Brasschaat.
Hoofdstuk 2 – REGLEMENT VOOR INRICHTINGEN WAARVOOR EEN UITBATINGSVERGUNNING VEREIST IS
Afdeling 7 – administratieve sancties en maatregelen
Administratieve sancties
Art.7.1.
§1. Elke overtreding van dit politiereglement, met uitzondering van de bepalingen vermeld in de artikelen 6.2 wordt bestraft met:
● een administratieve geldboete tot 500,00 EUR of
● een administratieve schorsing of opheffing van een afgeleverde toelating of vergunning of
● een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een instelling.
§2. Meer bepaald kan het college van burgemeester en schepenen de vergunning tijdelijke of definitief schorsen of opheffen, de instelling tijdelijk of definitief sluiten:
● indien de exploitatie van een inrichting aanleiding geeft tot openbare ordeverstoring met inbegrip van overlast, wat zal blijken uit een door de politie samengesteld dossier;
● indien geen opgave werd gedaan van gegevens of opgave werd gedaan van onjuiste gegevens in de aanvraag of bij wijzigingen van de gegevens in de aanvraag waardoor de veiligheid in het gedrang kan komen;
● in geval van verschillende en/of herhaalde vaststellingen waaruit blijkt dat niet meer voldaan is aan de voorwaarden vermeld in dit reglement.
Aan de sancties opgelegd door het college gaat een waarschuwing van de overtreder vooraf.
De sancties opgelegd door het college worden door de politie betekend of met een aangetekende brief ter kennis gebracht aan de overtreder.
Het niet naleven van een administratieve sanctie van het college wordt bovendien bestraft met één van de hierboven voorziene administratieve sancties.
§3. In alle gevallen waarbij een administratieve sanctie van schorsing of opheffing van de vergunning werd opgelegd kan de burgemeester bijkomende voorwaarden opleggen vooraleer over te gaan tot het verlenen van een vergunning.
§4. Onverminderd het voorgaande, kan de politie bij vaststelling van uitbating zonder uitbatingsvergunning de inrichting onmiddellijk en ter plaatse sluiten.
§5. Het opleggen van administratieve sancties gebeurt volgens de bepalingen en op grond van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (B.S. 1 juli 2013).
Administratieve maatregelen
Art.7.2.
§1. Telkens wanneer de openbare orde (met inbegrip van overlast) in gevaar is, kan de burgemeester maatregelen nemen om dit gevaar of het risico erop, te doen ophouden. Indien deze maatregelen niet worden uitgevoerd, kan de burgemeester van ambtswege op kosten en risico van degene die in gebreke gebleven is, tot uitvoering laten overgaan.
§2. Het niet naleven van de maatregelen van de burgemeester wordt bovendien bestraft met de in artikel 7.1 voorziene administratieve sancties.
Hoofdstuk 4 – BIJZONDERE POLITIEVERORDENING “DE DORPSDAG IN BRASSCHAAT
Afdeling 7 – Activiteit op de standplaats
Art.7.
7.0. De exploitatie van de standplaats start ten vroegste om 12.00 uur. Het is uitdrukkelijk verboden om deze vroeger te starten omwille van veiligheidsredenen.
7.1. Op het inschrijvingsformulier dient de deelnemer gedetailleerd te vermelden welke activiteiten tijdens de Dorpsdag op de standplaats plaats zullen vinden.
Als deze activiteit geheel of gedeeltelijk bestaat uit de verkoop van producten en/of het schenken of serveren van dranken of voedsel, moeten deze producten uitdrukkelijk op het inschrijvingsformulier worden vermeld. Het is niet toegestaan andere producten te verkopen of te schenken, hierbij inbegrepen het schenken of serveren van dranken of
voedsel, dan deze door de deelnemer vermeld op het inschrijvingsformulier en als zodanig geaccepteerd door het dorpsdagcomité.
7.2. Elke deelnemer met een exploitatie op het parcours wordt geacht de producten aan te bieden of te promoten die normaal in hun exploitatie op het parcours worden aangeboden.
7.3. Het dorpsdagcomité kan goederen van de Dorpsdag laten verwijderen die niet door de deelnemer op het inschrijvingsformulier vermeld werden en door het dorpsdagcomité aanvaard werden.
7.4. DRANKEN EN VOEDSEL
Deelnemers die dranken of voedsel verkopen, schenken of serveren aan bezoekers van de Dorpsdag, moeten herbruikbare materialen gebruiken conform de geldende wetgeving. Verpakkingen voor éénmalig gebruik zijn niet toegelaten. De deelnemers moeten voldoen aan het reglement ‘herbruikbare bekers en cateringmaterialen Dorpsdag Brasschaat’, dat hen bezorgd wordt bij definitieve inschrijving.
§1. Het is verboden om sterke drank, zoals bepaald in artikel 16 van de wet van 7 januari 1998 betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken, te schenken. Het aanbieden van cocktails, die sterke dranken bevatten, is wel toegelaten, mits voorafgaande toelating van het gemeentebestuur, die bij de inschrijving wordt aangevraagd. Cocktails mogen niet worden geschonken aan minderjarigen.
§2. Het is éénieder, met uitzondering van de standhouders en caféhouders, verboden om op de plaatsen vermeld in artikel 2.3 en in het gemeentepark in het bezit te zijn van voorwerpen die een gevaar kunnen betekenen voor de openbare orde en veiligheid, meer bepaald glazen flessen, glazen, blikjes en soortgelijke recipiënten, behoudens verstrekt door standhouders/deelnemers van de Dorpsdag. De standhouders staan in voor het beheer en recuperatie van de hierboven vermelde voorwerpen.
De politie kan de bovenvermelde voorwerpen in beslag nemen. Deze zullen onmiddellijk worden vernietigd.
§3. Wanneer het dorpsdagcomité vaststelt dat de deelnemer tot overmatig drankgebruik aanzet of de bepalingen van de Besluitwet betreffende de beteugeling van de dronkenschap van 14 november 1939 niet naleeft of onvoldoende maatregelen neemt om de veiligheid en het comfort van de bezoekers en andere deelnemers te garanderen, is het dorpsdagcomité gemachtigd alle noodzakelijke maatregelen nemen en kan de deelnemer onmiddellijk uitgesloten worden van verdere deelname.
7.5. MUZIEK
§1. Tijdens de Dorpsdag is het gebruik van eigen muziekbedeling of eender welke andere geluidsbron verboden tenzij een uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord van het dorpsdagcomité. Dit akkoord wordt enkel aan deelnemers toegekend die een dansdemo of modeshow organiseren. De toelating moet duidelijk zichtbaar aan de stand te worden opgehangen. De wettelijke bepalingen in verband met geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, moeten stipt nageleefd worden. De deelnemer die de toelating gekregen heeft, moet ervoor zorgen dat de omwonenden, bezoekers van de Dorpsdag en andere deelnemers op geen enkele wijze hinder ondervinden van deze muziek of geluidsbron. Indien het dorpsdagcomité hieromtrent klachten ontvangt, kan zij alle noodzakelijke maatregelen nemen, waaronder het opheffen van de toelating en het verwijderen de deelnemer om de hinder te laten stoppen.
§2. Het dorpsdagcomité zal de vergoedingen aan Unisono betalen voor de deelnemers die van het dorpsdagcomité de uitdrukkelijke en schriftelijke toelating hebben gekregen om gebruik te maken van een eigen muziekbedeling. In deze context is de deelnemer verplicht een lijst van de gespeelde nummers aan het dorpsdagcomité te overhandigen, dit om het dorpsdagcomité toe te laten haar verplichtingen ten opzichte van Unisono te kunnen nakomen. Indien deze verplichting niet nageleefd wordt, heeft het dorpsdagcomité de mogelijkheid en het recht eventuele boetes door te rekenen aan de deelnemer.
§3. De toelating van het dorpsdagcomité voor het gebruik van eigen muziekbedeling of eender welke andere geluidsbron is beperkt tot de uren, vermeld in artikel 2.
7.6. Er mag geen politieke propaganda gevoerd worden op het ganse parcours. Deelnemers die dit verbod negeren, kunnen door het dorpsdagcomité met onmiddellijke ingang uitgesloten worden van verdere deelname.
Afdeling 16 - Sancties
Art.16.
Tenzij de overtreding reeds wordt bestraft door hogere wetgeving of geldend politiereglement en onverminderd de bevoegdheden en maatregelen die het dorpsdagcomité mag nemen, wordt elke overtreding van artikels 7.0, 7.4, 7.5, 7.6, 9.1/2/3, 10.1/2/3/5, 11.1/2/3/4/5/6 en 12.1/3/4/5 van het huidig politiereglement overeenkomstig artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet bestraft met:
een administratieve geldboete tot 500,00 euro;
een administratieve schorsing of opheffing van een afgeleverde vergunning of toelating;
een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een instelling.
De burgemeester kan telkens de openbare orde in gevaar is, alle maatregelen nemen om het gevaar te doen ophouden. Indien deze bevelen niet worden uitgevoerd kan de burgemeester ambtshalve, op kosten van diegene die in gebreke is gebleven, tot uitvoering laten overgaan.
Hoofdstuk 5 – REGLEMENT BETREFFENDE NACHTWINKELS EN PRIVATE BUREAUS VOOR TELECOMMUNICATIE
Afdeling 8 - Strafbepalingen, administratieve sancties en maatregelen
Administratieve sancties en strafbepalingen
Art 13.1.
§1. Overeenkomstig artikel 18 § 3 van de Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening kan de burgemeester de sluiting bevelen van de nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie die worden uitgebaat in overtreding op onderhavig gemeentelijk reglement.
§2. Bij het overtreden van de in artikel 3.§1 voorziene openingsuren gelden de strafbepalingen zoals voorzien in artikelen 19 tot en met 22 van de wet
van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening.
§3. Elke overtreding van dit politiereglement, met uitzondering van de bepalingen vermeld in de artikelen 6.2 wordt bestraft met:
● een administratieve geldboete tot 500,00 EUR of
● een administratieve schorsing of opheffing van een afgeleverde toelating of vergunning of
● een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een instelling.
§4. Meer bepaald kan het college van burgemeester en schepenen de vergunning tijdelijke of definitief schorsen of opheffen, de instelling tijdelijk of definitief sluiten:
● indien de exploitatie van een inrichting aanleiding geeft tot openbare ordeverstoring met inbegrip van overlast, wat zal blijken uit een door de politie samengesteld dossier;
● indien geen opgave werd gedaan van gegevens of opgave werd gedaan van onjuiste gegevens in de aanvraag of bij wijzigingen van de gegevens in de aanvraag waardoor de veiligheid in het gedrang kan komen;
● in geval van verschillende en/of herhaalde vaststellingen waaruit blijkt dat niet meer voldaan is aan de voorwaarden vermeld in dit reglement.
Aan de sancties opgelegd door het college gaat een waarschuwing van de overtreder vooraf.
De sancties opgelegd door het college worden door de politie betekend of met een aangetekende brief ter kennis gebracht aan de overtreder.
Het niet naleven van een administratieve sanctie van het college wordt bovendien bestraft met één van de hierboven voorziene administratieve sancties.
§5. In alle gevallen waarbij een administratieve sanctie van schorsing of opheffing van de vergunning werd opgelegd kan de burgemeester bijkomende voorwaarden opleggen vooraleer over te gaan tot het verlenen van een vergunning.
§6. Onverminderd het voorgaande, kan de politie bij vaststelling van uitbating zonder
uitbatingsvergunning de inrichting onmiddellijk en ter plaatse sluiten.
§7. Het opleggen van administratieve sancties gebeurt volgens de bepalingen en op grond van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (B.S. 1 juli 2013).
Administratieve maatregelen
Art.13.2
§1. Telkens wanneer de openbare orde (met inbegrip van overlast) in gevaar is, kan de burgemeester maatregelen nemen om dit gevaar of het risico erop, te doen ophouden. Indien deze maatregelen niet worden uitgevoerd, kan de burgemeester van ambtswege op kosten en risico van degene die in gebreke gebleven is, tot uitvoering laten overgaan.
§2. Het niet naleven van de maatregelen van de burgemeester wordt bovendien bestraft met de in artikel 13.1 voorziene administratieve sancties.
Hoofdstuk 7 – MAATREGELEN TOT HET VOORKOMEN EN BESTRIJDEN VAN BRAND IN PUBLIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN
Afdeling 6 - Sancties
Art.A.6.1. Onverminderd de straffen van toepassing door andere wettelijke bepalingen worden de overtredingen tegen bovenstaande reglementering bestraft overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Art.A.6.2.
§1.Alle overtredingen op de bepalingen van dit reglement kunnen bestraft worden met:
✓ Een administratieve geldboete;
✓ De administratieve schorsing of opheffing van de door de gemeente of haar organen
afgegeven toelating of vergunning;
✓ De tijdelijke of definitieve sluiting van de inrichting.
§2.De sanctionerende ambtenaar legt de administratieve geldboete op.
§3.Het college van burgemeester en schepenen beslist over de administratieve schorsing of opheffing van een door de gemeente of haar organen afgeleverde toelating of vergunning en/of over een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.
Art.A.6.3.
De heropening van de inrichting wordt slechts toegestaan als de vereiste aanpassingen of verbouwingen uitgevoerd zijn en er een A of B attest bekomen werd.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.