8 Belasting 2024-2025 op dansgelegenheden. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Naudts – Coppens merkt op dat er veel horecazaken verdwijnen in Brasschaat.

 

Schepen Pantens licht toe dat mensen na corona minder tolerant geworden zijn.  Mensen zijn veel gevoeliger geworden aan overlast.  Horeca-ondernemers ondervinden hier veel hinder van.  Ze vindt zelf dat Dixies zeker moet blijven maar de overlast is daar soms wel groot.  Er is geregeld inzet van politie nodig. 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 20 december 2021 houdende goedkeuring van de belasting 2022-2025 op de permanente en periodieke bals en danspartijen.

 

Bals en dansgelegenheden brengen een geconcentreerde publiekstoeloop met zich mee binnen een kort tijdsbestek en in eenzelfde beperkte ruimte. Hieruit vloeien voor de gemeente extra verplichtingen en kosten voort op het  vlak van veiligheid, openbare orde en onderhoud van het openbaar domein.

 

In opvolging van recente Cassatiearresten dient het reglement voorzien te worden van een uiterste

aangiftedatum. De ambtshalve- en de geschillenprocedure worden ruimer en conform het fiscale

decreet omschreven.

 

De financiële toestand van de gemeente maakt de heffing noodzakelijk van alle rendabele belastingen. Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2024-2025 te wijzigen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen;

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 6.200 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Voor de aanslagjaren 2024 tot en met 2025 wordt ten behoeve van de gemeente een belasting geheven op de dansgelegenheden.

 

Art.2.- De belasting is verschuldigd voor inrichtingen op het grondgebied van de gemeente Brasschaat waar regelmatig, d.w.z. quasi dagelijks of wekelijks, bals of danspartijen worden georganiseerd.

 

Art.3.- Belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de exploitant.

De eigenaar van het onroerend goed waarin de exploitatie is gevestigd is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Art.4.- Tarief en berekening

 

Het basistarief van de belasting bedraagt 0,50 euro per dag en per vierkante meter oppervlakte van de inrichting.

 

De belastingplichtige heeft evenwel de keuze tussen het basistarief ofwel een forfaitair tarief van 6.200 euro op jaarbasis voor inrichtingen waar het ganse jaar door iedere dag of tijdens de weekends wordt gedanst.

 

Deze forfaitaire belasting van 6.200 euro is voor een volledig jaar verschuldigd voor exploitaties die geopend zijn tijdens het eerste kwartaal van het aanslagjaar. Exploitaties die openen vanaf het tweede kwartaal van het aanslagjaar zijn 75 % van de forfaitaire belasting van 6.200 euro verschuldigd. Exploitaties die openen vanaf het derde kwartaal van het aanslagjaar zijn 50 % verschuldigd van de forfaitaire belasting van 6.200 euro en exploitaties die openen in het vierde kwartaal van het aanslagjaar zijn 25 % van de forfaitaire belasting van 6.200 euro verschuldigd.

 

Er wordt geen ontheffing noch vermindering van de forfaitaire belasting verleend wegens ontbinding, sluiting van de exploitatie, of afgelasting van de bals in de loop van het aanslagjaar.

 

Art.5.- Aangifteplicht

§ 1. Elke belastingplichtige moet jaarlijks uiterlijk op 31 december van het aanslagjaar voor elke danspartij een aangifte indienen op een aangifteformulier dat het gemeentebestuur ter beschikking stelt. Het aangifteformulier kan op eenvoudig verzoek bekomen worden of er kan een digitale aangifte via de website www.brasschaat.be, e-loket ingevuld worden.

De correct ingevulde aangifte moet binnen de hiervoor gestelde termijn toekomen bij het

gemeentebestuur.

 

§ 2. De gemeente kan een voorstel van aangifte bezorgen.

Het voorstel van aangifte moet verder worden aangevuld en binnen de gestelde termijn in §1 terug

bezorgd worden.

 

Als er onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet

overeenstemmen met de belastbare toestand van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte binnen de gestelde termijn in § 1 indienen bij het gemeentebestuur, met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen en aanvullingen. Het is de belastingplichtige die moet bewijzen dat het voorstel van aangifte tijdig heeft ingediend. Het aangevulde en/of verbeterde formulier geldt als aangifte.

 

Art.6.- Meldingsplicht

 

De exploitant moet ingeval van stopzetting of overdracht dit onmiddellijk meedelen aan het gemeentebestuur, met in desbetreffend geval de gegevens van de overnemer (ondernemingsnummer, benaming en adresgegevens).

 

Art.7.- Procedure van ambtshalve vaststelling en bijhorende belastingverhoging.

 

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of

onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belastingplichtige ambtshalve worden

opgenomen in het kohier, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het decreet van 30 mei

2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en

gemeentebelastingen.

 

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve belasting, betekent het college van burgemeester en

schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruikte maken

van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, evenals de wijze van bepaling

van deze elementen en het bedrag van de belasting.

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde

werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk bij het

college van burgemeester en schepenen in te dienen.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd als volgt:

• 10% bij een eerste overtreding;

• 40%, 70% en 100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

• 200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding

 

Het bedrag van deze belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting

ingekohierd.

 

Art.8.- Wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art.9.- Bezwaarprocedure

§ 1 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij

het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en

worden gemotiveerd.

 

De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen

vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de

kennisgeving van de aanslag.

 

Het bezwaar kan met de nodige bewijsstukken via één van de volgende kanalen worden ingediend:

- e-mail: debiteuren@brasschaat.be;

- post: College van burgemeester en schepenen, t.a.v. dienst financiën, Verhoevenlei 11, 2930

Brasschaat.

 

§ 2 Het beroepschrift wordt behandeld in overeenstemming met het Decreet van 30 mei 2008, en

latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van

gemeentebelastingen.

 

Art.10.- Procedure

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen gebeurt volgens

de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

Art.11.- Bekendmaking

Onderhavig reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285, 286 en 287 van het

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht

overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Art.12.-

Het gemeenteraadsbesluit van 20 december 2021 houdende goedkeuring van de belasting 2022-2025 op dansgelegenheden wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van onderhavig besluit.