1 Samenstelling van de selectiecommissies. - GOEDGEKEURD
Beslissing
Feiten en motivering
Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad om de samenstelling van de selectiecommissie naar aanleiding van mobiliteit en externe werving naar politiezone Brasschaat te bepalen.
De wetgeving rond rekrutering en selectie stelt dat een selectiecommissie moet voldoen aan volgende voorwaarden:
● elk geslacht moet vertegenwoordigd zijn;
● deze commissie uit maximum 5 leden en steeds een oneven aantal leden dient te bestaan;
● elk lid van de selectiecommissie aantoonbare ervaring moet bezitten;
● de leden minstens de graad moet hebben die overeenstemt met de betrekking waarbij er een gelijkwaardigheid bestaat tussen:
○ de graden van het kader van agenten van politie en de graden van het niveau D;
○ de graden van het basiskader en de graden van het niveau C;
○ de graden van het middenkader en de graden van het niveau B;
○ de graden van het officierenkader, uitgezonderd de graad van hoofdcommissaris van politie, en de graden van het niveau A.
Het punt werd ter kennis gebracht op het college van 12 december 2022.
Juridisch kader
Het KB van 30 maart 2001 betreffende de regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Omzendbrief GPI20 betreffende de aanwezigheid van de representatieve vakorganisaties bij examens en vergelijkende examens;
Het KB van 11 juli 2021 tot wijziging van het MB van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het KB van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten inzake de selectie en de rekrutering van de personeelsleden van de politiediensten;
Het MB van 9 september 2021 tot bepaling van de datum van de inwerkingstreding van het KB van 11 juli 2021 tot wijziging van diverse bepalingen inzake de selectie ende rekrutering van de personeelsleden van de politiediensten en van het MB van 11 juli 2021 tot wijziging van het MB van 28 december 2011 tot uitvoering van sommige bepalingen van het KB van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten inzake de selectie en de rekrutering van de personeelsleden van de politiediensten.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
BESLUIT eenparig:
Art.1.- De gemeenteraad bepaalt de samenstelling van de selectiecommissie als volgt:
○ Voorzitter: korpschef of de door hem aangewezen officier bekleed met de graad die minstens overeenstemt met de te begeven betrekking;
○ Een officier van een korps van de lokale politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de te begeven betrekking;
○ Ten minste één en maximaal 3 officieren of CALog niveau A van het eigen korps, een korps van de lokale politie, van de federale politie of een extern deskundige dewelke ten minste beschikt over relevante beroepservaring of kan aantonen beslagen te zijn in één of meerdere aangelegenheden die verband houden met de te begeven betrekking;
○ Secretaris: aan te wijzen door de korpschef.
○ Voorzitter: korpschef of de door hem aangewezen officier of CALog niveau A
○ Een CALog niveau A van een korps van de lokale politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de te begeven betrekking;
○ Ten minste één en maximaal 3 CALog niveau A of officieren van het eigen korps, een korps van de lokale politie, van de federale politie of een extern deskundige dewelke ten minste beschikt over relevante beroepservaring of kan aantonen beslagen te zijn in één of meerdere aangelegenheden die verband houden met de te begeven betrekking;
○ Secretaris: aan te wijzen door de korpschef.
○ Voorzitter: korpschef of de door hem aangewezen officier of CALog niveau A;
○ Officier van het eigen korps of van een korps van de lokale politie;
○ Een personeelslid van het eigen korps of een korps van de lokale politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de te begeven betrekking;
○ Secretaris: aan te wijzen door de korpschef.
○ Voorzitter: korpschef of de door hem aangewezen officier of CALog niveau A;
○ Een officier of CALog niveau A van het eigen korps of een korps van de lokale politie;
○ Een personeelslid van het eigen korps, een korps van de lokale politie of een extern deskundige dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de te begeven betrekking;
○ Secretaris: aan te wijzen door de korpschef.
○ Voorzitter: korpschef of de door hem aangewezen officier of CALog niveau A;
○ Officier van het eigen korps of van een korps van de lokale politie;
○ Een personeelslid van het eigen korps of een korps van de lokale politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met te begeven betrekking.
○ Secretaris: aan te wijzen door de korpschef.
○ Voorzitter: korpschef of de door hem aangewezen officier of CALog niveau A;
○ Een officier of CALog niveau A van het eigen korps of een korps van de lokale politie;
○ Een personeelslid van het eigen korps, een korps van de lokale politie, van de federale politie of een extern deskundige dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de te begeven betrekking;
○ Secretaris: aan te wijzen door de korpschef.
○ Voorzitter: korpschef of de door hem aangewezen officier, CALog niveau A of niveau B;
○ Een personeelslid van het eigen korps, een korps van de lokale politie of een extern deskundige dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de te begeven betrekking;
○ Een personeelslid van het eigen korps, een korps van de lokale politie of een extern deskundige dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de te begeven betrekking;
○ Secretaris: aan te wijzen door de korpschef.
Art.2.- De samenstelling van de selectiecommissie dient steeds aan onderstaande voorwaarden te voldoen:
● De leden van de selectiecommissie dienen over relevante beroepservaring te beschikken;
● De commissie kan enkel geldig zetelen en beslissen als ze zo samengesteld is dat ieder geslacht vertegenwoordigd is.
2 Wijziging personeelsformatie. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD
Beslissing
Feiten en motivering
In zitting van de gemeenteraad van 31 januari 2022 werd de personeelsformatie van de politiezone Brasschaat vastgesteld als volgt: een operationeel kader van 71+1 personeelsleden waarvan 4 in het officierenkader, 13 in het middenkader, 52+1 in het basiskader en 2 in het kader van agenten van politie. Een administratief en logistiek kader van 21+1 personeelsleden, waarvan 2 in het niveau A, 5 in het niveau B, 11+1 in het niveau C en 2 in het niveau D.
Op 14 oktober 2022 werd door de korpschef een voorstel tot wijziging van de personeelsformatie voorgelegd aan de financiële commissie. Dit voorstel omvat een vervanging van het agentenkader door het basiskader; een wijziging van het personeelskader van de dienst logistiek, het korpssecretariaat en de afdeling algemene recherche.
Het vervangen van het agentenkader door het basiskader zorgt voor meer continuïteit en versterking in de uitvoering Bestuursakkoord en Zonaal Veiligheidsplan - actieplan verkeer. Door de ruimere bevoegdheden en de specifieke opleiding wordt hij/zij ruimer inzetbaar binnen de diverse domeinen van de politiewerking en in het bijzonder binnen het domein van verkeer. Het belang van goed opgeleide verkeersmedewerkers wordt in de huidige context alsmaar belangrijker.
De dienst logistiek heeft in de huidige formatie geen diensthoofd. Door de veelheid aan opdrachten en een gebrek aan permanente aansturing en coördinatie lopen heel veel processen vertraging op of voldoen zij niet aan een minimaal kwaliteitsniveau. Een wijziging van het personeelskader van de dienst logistiek van 2 assistenten én 2 arbeiders door 1 consulent (diensthoofd), 1 assistent en 2 arbeiders is dan ook wenselijk.
Het korpssecretariaat is samengesteld uit 1 consulent en 1 assistent die instaan voor de ondersteuning van de korpschef en het managementteam (MT). Een aantal opdrachten kunnen vandaag onvoldoende worden opgenomen binnen het MT of door het korpssecretariaat, onder meer vanwege het uitgebreide takenpakket van elke afdelingsverantwoordelijke maar ook omdat hiervoor de competenties ontbreken. Hierdoor missen bepaalde cruciale dossiers een gedegen opvolging en continuïteit. Om deze taken uit te voeren, is de link en de voeling met de operationele werking van het korps onontbeerlijk. Door het vervangen van 1 assistent door 1 hoofdinspecteur wordt tegemoet gekomen aan bovenstaande bezorgdheden.
Het personeelskader van de algemene recherche bestaat uit 2 hoofdinspecteurs en 5 inspecteurs. Door de verschijning van het KB 11/01/2019 over de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie (OGP) werden alle leden van de recherche verplicht de functionele opleiding te volgen, waarmee ook alle inspecteurs van de recherche deze bevoegdheid kregen. Hiermee is de noodzaak aan twee hoofdinspecteurs algemene recherche komen te vervallen en kan één van beide beter worden omgezet naar een functie van inspecteur recherche. Deze wijziging zorgt ook voor een eenheid van commando en eenduidige aansturing binnen de recherche, cfr. andere afdelingen: elke afdeling heeft een afdelingsverantwoordelijke en elk team (hier: de algemene recherche) staat onder leiding van één (en slechts één) hoofdinspecteur – daar waar dit in de recherche niet het geval was, met rolverwarring tot gevolg.
Op de gemeenteraad van 19 december 2022 werd goedkeuring gegeven aan de politiebegroting 2023 waarin de wijziging van de formatie werd opgenomen. In zitting van het college van 9 januari 2023 werd het voorstel principieel goedgekeurd. Op het basisoverlegcomité (BOC) van 17 januari 2023 werd het voorstel voorgelegd en goedgekeurd.
Juridisch kader
Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid de artikelen 67 e.v.;
Wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
De gemeentewet en het nieuwe gemeentedecreet voor zover van toepassing in zaken van lokale politie;
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de lokale politie;
Koninklijk besluit van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren;
Wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten;
Koninklijk besluit van 10 oktober 2011 houdende het minimaal effectief van het operationeel en het administratief en logistiek personeel van de lokale politie;
Ministeriële omzendbrief PLP 12 van 8 oktober 2001 betreffende de rol van de gouverneurs in het raam van het algemeen specifiek toezicht, voorzien door de wet van 7 december 1998;
Koninklijk besluit van 7 december 2001 tot vaststelling van de formatienormen van de personeelsleden van de lokale politie;
Ministeriële omzendbrief PLP 25 van 8 mei 2002 betreffende de politiehervorming en de personeelsformaties;
Ministeriële omzendbrief CP 2 van 3 november 2004 betreffende het bevorderen van de organisatieontwikkeling van de lokale politie met als finaliteit een gemeenschapsgerichte politiezorg;
Wet van 3 juli 2005 tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten;
Richtlijnen van 1 december 2006 tot het verlichten en vereenvoudigen van sommige administratieve taken van de lokale politie;
Financiële gevolgen
De totale meerkost voor de wijziging van de personeelsformatie wordt geraamd op 80.274 euro op jaarbasis. Dit bedrag wordt voorzien in de meerjarenbegroting.
Voor 2023 wordt dit bedrag geprorateerd voorzien, i.f.v. de vroegst mogelijke aanwervingsdatum, nl. 39. 412 euro.
BESLUIT eenparig:
Art.1.- Hecht goedkeuring aan het voorstel tot vervanging van het agentenkader door het basiskader, daarbij rekening houdend met het uitdovend aanblijven van 1 agent tot uitdiensttreding.
Art.2.- Hecht goedkeuring aan het voorstel tot wijziging van het personeelskader van de dienst logistiek van 2 assistenten + 2 arbeiders door 1 consulent + 1 assistent + 2 arbeiders, daarbij rekening houdend met het uitdovend overtal van 1 assistent tot pensionering.
Art.3.- Hecht goedkeuring aan het voorstel tot wijziging van het personeelskader van de afdeling algemene recherche van 2 hoofdinspecteurs + 5 inspecteurs door 1 hoofdinspecteur + 6 inspecteurs.
Art.4.- Hecht goedkeuring aan het voorstel tot wijziging van het personeelskader van de dienst korpssecretariaat van 1 consulent + 1 assistent door 1 hoofdinspecteur + 1 consulent.
Art.5.- Hecht goedkeuring aan het voorstel om met ingang van 1 februari 2023 de personeelsformatie van politiezone Brasschaat vast te leggen als volgt:
Operationeel kader | FTE |
Officierenkader |
|
Hoofdcommissaris/korpschef (HCP) | 1 |
Commissaris (CP) | 3 |
Middenkader |
|
Hoofdinspecteur (HINP) | 13 |
Basiskader |
|
Inspecteur (INP) | 55+1 hybride |
Hulpkader |
|
Agent (AP) | 0 |
Totaal | 72+1 (afhankelijke van invulling hybride functie) |
Administratief en logistiek kader | FTE |
Niveau A |
|
Adviseur | 2 |
Niveau B |
|
Consulent | 4 |
ICT consulent | 1 |
Maatschappelijk assistent | 1 |
Niveau C |
|
Assistent | 9+1 hybride |
ICT assistent | 1 |
Niveau D |
|
Arbeider | 2 |
Totaal | 20+1 (afhankelijke van invulling hybride functie) |
Algemeen totaal | 93 |
3 Notulen en zittingsverslag van de zitting van de gemeenteraad van 19 december 2022. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD
Zittingsverslag
Raadslid Hermans komt graag even terug op haar vraag omtrent het aantal art. 60 die voorzien werden in de meerjarenplanning. Van 1 persoon heeft ze weet en de andere 15 zouden nog doorgegeven worden. Ze is nog wachtende op het antwoord.
Schepen Hans had het overzicht en was ervan overtuigd dat deze reeds doorgegeven werden aan raadslid Hermans. Ze zal ervoor zorgen dat raadslid Hermans ze ontvangt.
Beslissing
Feiten en motivering
Op 19 december 2022 was er een zitting van de gemeenteraad. De gemeenteraad dient de notulen en het zittingsverslag van die zitting goed te keuren.
Juridisch kader
Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur.
BESLUIT eenparig:
Art.1.- De notulen en het zittingsverslag van de zitting van de gemeenteraad van 19 december 2022 worden goedgekeurd.
4 Secundair onderwijs. Digitaal aanmelden voor de inschrijvingen vanaf het schooljaar 2023-2024. Intergemeentelijke samenwerking met het gemeentebestuur van Schoten. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD
Zittingsverslag
Raadslid Caluwe vraagt of het mogelijk is om in het najaar een evaluatie van dit systeem in te plannen en te bespreken op een commissie?
Schepen Ven vindt dit een goed idee en neemt het mee.
Raadslid Naudts-Coppens feliciteert het college met dit project. Ze vraagt wel met nadruk om zeker ook aandacht te hebben voor mensen die digitaal zwakker zijn. Ze hoopt dat deze mensen voldoende ondersteuning krijgen in de scholen want anders gaan zij helemaal uit de boot vallen volgens haar.
Schepen Ven licht toe dat ze dit in het basisonderwijs ook doen. De mensen die een voorkeurschool hebben, kunnen daar altijd terecht. Er zit geen tijdsdruk op dus volgens haar is er dan geen probleem. Mensen kunnen voor ondersteuning zeker in de scholen terecht. Schepen Ven deed navraag in het basisonderwijs en daar waren destijds heel weinig vragen om hulp.
Voorzitter Versompel licht toe dat er nog een vervanger voor schepen Ven dient aangeduid te worden. Schepen Heirman zal de vervanging op zicht nemen.
Beslissing
Feiten en motivering
Door een wijziging aan de regelgeving zijn scholen van het secundair onderwijs voor de inschrijvingen vanaf het schooljaar 2023-2024 verplicht aan te melden indien het noodzakelijk is leerlingen te weigeren op basis van capaciteit. Dit voor de inschrijvingen voor het 1e jaar A en B.
Voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024 zullen alle secundaire scholen van de gemeente Brasschaat gezamenlijk aanmelden met alle secundaire scholen van de gemeente Schoten. Aangevuld met het Atheneum van de gemeente Schilde, daar de hoofdschool gevestigd is in Schoten.
Met het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 31 oktober 2022 werd de principiële goedkeuring gegeven om voor de aanmeldprocedure voor de inschrijvingen vanaf het schooljaar 2023-2024 in het secundair onderwijs samen te werken met de gemeente Schoten.
Met het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 21 november 2022 werd beslist om voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024 gezamenlijk aan te melden met alle secundaire scholen van de gemeente Brasschaat, alle secundaire scholen van de gemeente Schoten en het Atheneum van de gemeente Schilde omdat de hoofdschool in de gemeente Schoten is gelegen.
Met het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 21 november 2022 werd beslist om voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024 aan te melden via het aanmeldingssysteem van V-ict-or, omdat zij kwaliteit en een goede ondersteuning kunnen garanderen. De overeenkomst werd voor één jaar afgesloten.
Met de gemeente Schoten werd afgesproken dat Brasschaat als titelvoerende gemeente zal optreden mits er reeds een dossier voor het aanmelden in het gemeentelijk secundair onderwijs gekend is bij de commissie inzake leerlingenrechten.
Om de nodige afspraken met de gemeente Schoten in verband met het aanmelden voor het de inschrijvingen in het secundair te regelen is het noodzakelijk de afspraken vast te leggen in een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst.
Juridisch kader
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het decreet van 6 juli 2001 over de intergemeentelijke samenwerking.
De gecodificeerde decreten van 17 december 2010 over het secundair onderwijs, zoals gewijzigd.
Het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002 betreffende de lokale overlegplatforms inzake gelijke onderwijskansen, zoals gewijzigd.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2012 tot bepaling van het model van inschrijvingsregister en mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving, de provinciale bemiddelingscel voor gemeenten gelegen buiten het werkingsgebied van het lokaal overlegplatform (LOP) en de procedure voor de goedkeuring van de aanmeldingsprocedure door de Vlaamse Regering na een negatief besluit van de Commissie inzake leerlingenrechten, zoals gewijzigd.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 september 2002 betreffende de Commissie inzake leerlingenrechten, zoals gewijzigd.
De ministeriële omzendbrief SO/2022/02 van 28 juni 2012 over het inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het secundair onderwijs, zoals gewijzigd
Financiële gevolgen
Verwacht wordt dat de kostprijs van het gezamenlijk aanmelden 10.000,00 euro zal bedragen. Inclusief personeelskost, publicatiekosten en het afnemen van het aanmeldingssysteem van V-ict-or. Hiervan zal 5.000,00 euro gesubsidieerd worden vanuit het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. De kosten, met uitzondering van personeelskost, die niet kunnen worden gedragen binnen de subsidie die wordt toegekend, zullen gelijkwaardig worden gedragen tussen de gemeenten Brasschaat en Schoten.
Kost 7.500,00 euro, btw inbegrepen (eenmalig)
Budgetsleutel 0800010/614280000. Gebruik aanmeldsoftware
Budget/jaar Exploitatie in 2023
Krediet beschikbaar Ja
Visum financieel directeur Niet van toepassing
BESLUIT eenparig:
Art.1.- Goedkeuring wordt gehecht aan de intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Brasschaat en Schoten in verband aanmelden voor de inschrijvingen het secundair onderwijs vanaf het schooljaar 2023-2024, zoals deze is opgenomen in bijlage.
Art.2.- Inez Ven, schepen van burgerzaken en onderwijs, wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in het beheerscomité van deze intergemeentelijke samenwerking. Bruno Heirman, schepen, wordt aangewezen als vervanger.
5 Turnvereniging Acro2Gym. Investeringstoelage voor aankoop verende gymnastiekvloer. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD
Beslissing
Feiten en motivering
Turnvereniging Acro2Gym wenst een nieuwe verende gymnastiekvloer aan te schaffen.
De totale kostprijs wordt geraamd op 65.340 euro, btw inbegrepen; de club vraagt hiervoor een financiële tussenkomst van de gemeente.
Aangezien de vloer voor meer dan 50 % zal gebruikt worden door andere verenigingen en GIBO Driehoek, wordt voorgesteld het toelagepercentage vast te stellen op 50 %
Juridisch kader
Gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2022 inzake de investeringstoelagen voor sportinfrastructuur 2022-2024
Adviezen
Gunstig advies van de sportraad van 10 oktober 2022
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen zijn:
Kost | 32.670,00 euro |
Budgetsleutel | 0740/66400000 Uitzonderlijke Investeringstoelagen sportinfrastructuur |
Budget/jaar | Investeringsbudget 2023 |
Krediet beschikbaar | Ja |
Visum financieel directeur | 2023/5 |
BESLUIT eenparig:
Art.1.- Er wordt ingestemd met een investeringstoelage aan turnvereniging Acro2Gym voor de aankoop van verende gymnastiekvloer.
Art.2.- De toelage bedraagt 1/2de van de bewezen uitgaven, met een maximum toelage van 32.670,00 euro.
Art.3.- De toelage wordt uitbetaald na de voorlegging van facturen van leveranciers of aannemers voor dit project en mits:
● ofwel betalingsbewijzen worden voorgelegd
● ofwel bewijs wordt geleverd dat de materialen geleverd of de werken uitgevoerd zijn.
6 Retributiereglement voor het uitvoeren van werken voor derden. Wijziging. - GOEDGEKEURD
Zittingsverslag
Raadslid Vanpoucke en zijn fractie keuren dit goed maar hij heeft wel nog een vraag hieromtrent. Hij las dat men vanaf nu automatisch zal indexeren. Hij wil graag weten waarom dit in het verleden niet gebeurde en of men dan veel inkomsten mislopen heeft? Het gaat over een stijging van loonkosten maar deze konden niet doorgerekend worden omdat het reglement niet aangepast werd.
Schepen Heirman licht toe dat deze maatregel ingeroepen wordt door de inflatie. Voor het begin van de legislatuur gaat dit over niet zoveel gaan volgens hem. Hij gaat de exacte berekening niet laten maken omdat dit waarschijnlijk heel veel tijd kost.
Raadslid Vanpoucke geeft mee dat de berekening niet nodig is wanneer de impact beperkt was. Het nu koppelen aan de inflatie lijkt hem een goed idee.
Beslissing
Feiten en motivering
Het besluit van de gemeenteraad van 25 november 2019 houdende goedkeuring van de vaststelling van de uurlonen 2020-2025 gemeentepersoneel en gebruik vrachtwagen voor werken uit te voeren voor rekening van derden.
Om diverse redenen wordt er door het gemeentepersoneel werken voor derden uitgevoerd.
Door de stijgende exploitatiekosten wordt door het college voorgesteld om de retributies te
verhogen en jaarlijks te indexeren. Er wordt vanaf heden ook geen einddatum in het retributiereglement opgenomen en blijft dus van toepassing tot een eventuele wijziging of opheffing.
Het is financieel aangewezen om voormeld besluit met ingang van 1 februari 2023 te wijzigen.
Juridisch kader
Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.
Financiële gevolgen
De opbrengst is afhankelijk van het aantal opdrachten.
BESLUIT eenparig:
Art.1.- Met ingang van 1 februari 2023 en voor een onbepaalde duur wordt een retributie geheven op het uitvoeren van werken voor derden.
Art.2.- Tarieven(te rekenen vanaf ieder begonnen half uur):
● werklieden: 22,50 euro per half uur
● ploegbazen: 25,00 euro per half uur
● administratief medewerker: 25,00 euro per half uur
● specialisten: 28,10 euro per half uur
● diensthoofden: 33,80 euro per half uur
● gebruik vrachtwagen (zonder chauffeur): 22,50 euro per half uur
● gebruik verreiker (zonder chauffeur): 22,50 euro per half uur
Art.3.- De retributies worden jaarlijks geïndexeerd. Deze indexering gebeurt via de gezondheidsindex
van de maand november voorafgaand aan het nieuwe jaar, met afronding tot 1 cijfer na de komma.
Als basis van de bovenstaande tarieven wordt de gezondheidsindex van november 2022 gebruikt.
Art.4.- Het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende goedkeuring van de vaststelling van de uurlonen 2020-2025 voor werken uit te voeren voor derden wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van onderhavig besluit.
7 Algemeen politiereglement. Aanpassing hindernissen. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD
Zittingsverslag
Raadslid Pauwels verwijst graag naar de gemeenteraadszitting van 25 april 2022 m.b.t. het antwoord van schepen Pantens. Er werd toen besproken dat in een volgende oefening de terrassen van de horeca zouden bekeken worden. Na verder onderzoek ging dit toegelicht worden op een commissie. Ondertussen is dit nog niet gebeurd en hij vraagt zich af of dit onderzoek reeds afgerond is en wanneer ze de toelichting mogen verwachten?
Schepen Pantens licht toe dat het onderzoek afgerond is en dat dit komende maandag als beleidspunt besproken zal worden op het college. Vervolgens zal dit toegelicht worden op een commissie.
Beslissing
Feiten en motivering
Het oorspronkelijke artikel 3.10 van het Algemeen Politiereglement voorzag in een verbod op het plaatsen van voorwerpen allerhande op de openbare weg, in het bijzonder op voetpaden. Enkel mits voorafgaande machtiging van de burgemeester kan onder bepaalde voorwaarden daartoe toestemming verkregen worden.
Op 25 april 2022 keurde de gemeenteraad een eerste aanpassing van dit artikel goed, waarbij er een onderscheid werd gemaakt tussen hindernissen en uitstallingen binnen en buiten het kernwinkelgebied.
In de eerste fase werd met name de focus gelegd op het controleren en handhaven op hindernissen en uitstallingen in het kernwinkelgebied.
De afgelopen zes maanden werden de lokale handelaars via verschillende kanalen uitgebreid geïnformeerd over de ingevoerde bepalingen en werd er vooral ingezet op informatieverspreiding, persoonlijke advisering en preventie. Dit gebeurde zowel door het verspreiden van flyers, informatieverstrekking op de gemeentelijke website als door persoonlijk overleg.
Een en ander heeft geresulteerd in het verstrekken van een tiental uitstallingsvergunningen terwijl andere handelaars overgingen tot regularisatie van inrichtingen van het voetpad ter hoogte van hun handelszaak.
Daar waar nodig is er verdere opvolging en elke zes maanden wordt een volledige rondgang ingepland.
Bij dit voorstel tot aangepast reglement is er opnieuw rekening gehouden met een evenwicht tussen de verkeersveiligheid van voetgangers en andere passanten, de noden van de lokale handelaars en het bewaken van een kwalitatief straatbeeld.
Juridisch kader
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 40 en 41,tweede lid, 2°
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikelen 119 en 135§2;
Gelet op de Wet op het Politieambt van 5 augustus 1992, artikel 30
Gelet op de Wet betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties van 24 juni 2013;
Gelet op artikel 3.10 van het Algemeen Politiereglement Brasschaat;
Adviezen
Gezien het gunstig advies van de dienst ruimte en wonen
Gezien het gunstig advies van de lokale politie
Gezien het gunstig advies van de Vlaamse Overheid, afdeling Wegen en Verkeer
Ondernemerstoets
Gezien het gunstig advies van de dienst Ondernemen en Toerisme: tijdens de besprekingen is er rekening gehouden met de noden van de handelaars zoals ruimte voor promotie van hun winkel en voor verkoop van producten. Bij de uitrol van dit aangepaste artikel zal er opnieuw worden gecommuniceerd op een ondernemersvriendelijke manier.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
BESLUIT eenparig:
Art.1.- neemt kennis van de voorgestelde aanpassingen aan artikel 3.10 van het Algemeen Politiereglement.
Art.2.- keurt de aanpassing van artikel 3.10 van het Algemeen Politiereglement goed als volgt:
Art.3.10. Plaatsen van uitstallingen en hindernissen op de openbare weg
§1. Verklarende woordenlijst:
● uitstalling: een inrichting op het openbaar domein om koopwaren aan te bieden. De uitstalling omvat zowel de koopwaren als het rek of tafel waarop de koopwaren worden uitgestald.
● hindernis: een voorwerp, eigendom van een bewoner of ondernemer, dat de eigenaar kenmerkt of voor bekendheid zorgt, of dat dienend is voor het cliënteel en dat voor minstens één maand wordt uitgestald op de openbare weg. De hindernis is geen product of dienst dat bestemd is voor verkoop. Een horecaterras wordt niet beschouwd als een hindernis. Voor een horeca-terras dient men een omgevingsvergunning of terrasvergunning aan te vragen.
Een talud valt niet onder een hindernis.
§2. Voor het plaatsen van hindernissen op openbaar domein van Brasschaat gelden de volgende bepalingen:
● als de stoepbreedte minder bedraagt dan 1,50 meter, dan is er geen hindernis mogelijk.
in elk geval heeft het voetpad, een vrije en onbedekte doorgang van minstens 1,50 meter breed,
gemeten vanaf de grens met de gevel tot aan het fietspad of parkeerstrook.
● De hindernis mag niet hoger zijn dan 2,20 meter, met uitzondering van vlaggen. Vlaggen moeten steeds tegen de gevel staan en mogen maximum tot aan de raamdorpel van de eerste verdieping reiken.
● Op de hindernis staat het ondernemingsnummer en de naam van de gebruiker van de innamezone duidelijk vermeld. Zonder deze vermeldingen worden de obstakels beschouwd als verloren voorwerp.
● De hindernis is niet verankerd aan het openbaar domein en kan op elk moment weggenomen
worden.
● De hindernis staat enkel op de grond of tegen de gevel van het eigen handelspand.
● Voor hindernissen die worden bevestigd aan de gevel, moet steeds worden nagegaan of een
omgevingsvergunning nodig is.
● De hindernis mag niet werken op of met elektriciteit, gas of water.
3.Onverminderd de toepassing van de voorziene straffen, kan de burgemeester de hindernissen die in strijd met deze bepalingen worden opgesteld, ambtshalve laten verwijderen.
4.De toelating voor het plaatsen van de hindernis kan steeds geschorst worden of er kunnen (tijdelijke) beperkende maatregelen worden opgelegd wanneer dit vereist is in functie van de plaatselijke omstandigheden of algemeen belang (zoals wegenwerken, bouwwerken, evenementen, verkeer, veiligheid, leefbaarheid, toezicht, handhaving,...)
§3. Voor het plaatsen van uitstallingen gelden de volgende bepalingen:
• Het uitstallen van goederen of diensten voor verkoop door een handelszaak op openbare ruimte is vergunningsplichtig. Enkel de handelaar, die een handelszaak uitbaat, kan de toelating aanvragen,
enkel voor de vestigingseenheid waar hij de handel uitbaat.
• Uitstallen mag enkel indien geplaatst tegen de gevel of vastgemaakt aan de gevel van de
handelszaak. Op het fietspad, de rijbaan, op parkeerplaatsen of op enig ander openbaar domein zijn
geen uitstallingen toegelaten. Het is verboden producten van de uitstalling aan de luifel te hangen.
• De uitstalling dient verwijderd te zijn van de openbare ruimte als de handelszaak gesloten is of moet zijn.
• De uitstalling moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
● Er dient steeds een obstakelvrije doorgang van minimum 1,50 meter voorzien te worden voor
voetgangers op het voetpad.
● De maximum diepte van de uitstalling is 1 meter. Bij hoekpercelen is er een beperking in hoogte van 1 meter.
● De particuliere ingangen en de ingang van de handelszaak moeten worden vrijgehouden.
● De uitstalling kan enkel staan voor de vestigingseenheid van een handelszaak, die de gebruiker zelf uitbaat. De uitstalling blijft beperkt tot het deel van de openbare ruimte dat ligt voor het gebouw of gebouwgedeelte dat voor de handel gebruikt wordt.
● Een uitstalling moet tegen de gevel staan of aan de gevel vastgemaakt worden van een gebouw of gebouwgedeelte staan, waarop de gebruiker genotsrechten heeft.
● Voeding moet op een tafel met een minimale hoogte van 70 centimeter liggen, waaronder geen voedingswaren opgestapeld mogen liggen. Deze tafel moet uit niet-poreus materiaal gemaakt zijn, ze moet sluitend en gaaf zijn en altijd proper. Voor uitstallingen met groenten en fruit en andere bederfbare voedingswaren is het gebruik van doordringbare materialen (hout & karton) verboden. Aluminium, andere metalen, pvc en andere soorten plastiek zijn wel toegestaan. Het is verplicht om voor de uitstalling van voedselwaren voor verkoop de regelgeving van het voedselagentschap na te leven.
● Het afrekenen van deze producten in uitstalling gebeurt steeds in de handelszaak.
● De aanvrager van de vergunning is verantwoordelijk voor het netjes houden van de openbare ruimte onder en rondom de uitstalling.
● De uitstalling mag geen gevaar vormen voor weggebruikers (vb. geen scherpe hoeken, uitstekende pinnen,…)
● Voorzieningen van openbaar nut zoals onder meer hydranten, verlichtingspalen, moeten altijd vrij zijn en goed bereikbaar blijven. Brandweerslangen moeten steeds aan een hydrant gekoppeld kunnen worden. Hiervoor moet de nodige ruimte beschikbaar zijn. Ook geleide tegels voor blinden en slechtzienden moeten altijd vrij blijven.
● De constructie van de uitstalling (tafel, rek,..) mag niet aangesloten zijn op elektriciteit, water of gas.
• De producten en/of diensten voldoen aan volgende voorwaarden:
● Alleen producten, die normaal in de zaak verkocht worden, mogen uitgestald worden.
● Elk voorwerp dat de openbare orde, rust, gezondheid, of veiligheid in het gedrang kan brengen of overlast kan veroorzaken, is verboden in de uitstalling.
● Zijn tevens verboden: de producten en diensten of categorieën van producten of diensten, die niet het voorwerp kunnen uitmaken van een ambulante activiteit, zoals bepaald in de wet op de ambulante handel en haar uitvoeringsbesluiten.
● Verboden zijn ook:
-chemische stoffen, verven explosieven, rookspuiters, levende dieren, elektrische apparaten,
behalve als ze geen gevaar vormen voor de veiligheid,
-audiovisuele toestellen, geluidsinstallaties, behalve bij toegestane evenementen, en mits naleving
van de geluidsnormen zoals bepaald in dit politiereglement;
-inrichtingen die voedsel bereiden, voedsel bewaren, voedsel verschaffen inclusief het voedsel zelf
(voorbeelden: tapinstallaties, barbequestellen, koelinstallaties, e.a.);
-eten bereiden of dranken schenken is niet toegelaten;
-matrassen, tapijten, stofrollen, bouwmaterialen, schotelantennes;
-dragende vloeren;
-parasols, behalve wanneer er geen zonnetent kan geplaatst worden;
-verwarmings-en verlichtingstoestellen;
-voorwerpen of attributen, die in de toelating uitgesloten worden.
Braadspitten vallen hier niet onder en kunnen mits de nodige veiligheid als uitstalling vergund worden.
• De aanvraag kan enkel online via de website www.brasschaat.be/uitstallingsvergunning
De aanvraag is pas ontvankelijk als het formulier volledig ingevuld is en als volgende documenten
toegevoegd zijn:
● beschrijving van de gewenste uitstalling inclusief afmetingen, bij voorkeur aan de hand van
fotomateriaal.
● materiaalgebruik,
● technische specificaties voor de uitstalling
● situatieschets van de gewenste positie van de uitstalling, inclusief alle hindernissen en hun
afmetingen in een straal van minimum 4 meter, zoals de aanduiding van voetpad,
straatmeubilair en verlichting.
• Binnen een termijn van 15 kalenderdagen vanaf de aanvraag volgt een beslissing omtrent de
volledigheid. De aanvraag is onvolledig als de documenten en gegevens, vermeld in dit artikel en
in het aanvraagformulier, ontbreken. De aanvraag is onontvankelijk als de ontbrekende
documenten niet zijn ingediend binnen een termijn van 15 kalenderdagen na mededeling van de
onvolledigheid.
• Binnen een termijn van 60 kalenderdagen na de melding van een ontvankelijke aanvraag
neemt de burgemeester een beslissing. In het geval van een goedkeuring bepaalt de burgemeester
de maximaal in te nemen uitstallingsoppervlakte en de aard van de uitstalling. Als de uitstalling langs een gewestweg gelegen is, zal de gemeente eerst advies inwinnen bij het Agentschap Wegen en Verkeer.
• Als het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer nodig is, of als het dossier complex is, mag de termijn éénmaal worden verlengd met maximaal 60 kalenderdagen.
Als de burgemeester geen beslissing neemt binnen de vastgestelde of verlengde termijn, dan wordt
de aanvraag geacht te zijn geweigerd, dit gelet op het algemeen belang, met name de openbare orde en veiligheid van de openbare ruimte.
• De voorwaarden, die opgenomen zijn in de uitstallingsvergunning, moeten worden nageleefd.
• De burgemeester kan steeds bijkomende voorwaarden opleggen en op gemotiveerde wijze
afwijkingen toestaan op de voorwaarden die in dit reglement zijn bepaald.
• De uitstallingsvergunning geldt voor onbepaalde duur.
• De uitstallingsvergunning vervalt automatisch bij: stopzetting, overname of wijziging van de
handelszaak
• De vergunning moet permanent op een goed zichtbare plaats uithangen en van op de openbare weg leesbaar zijn.
• De uitstallingsvergunning kan steeds geschorst worden of er kunnen (tijdelijke) beperkende
maatregelen worden opgelegd wanneer dit vereist is in functie van de plaatselijke omstandigheden of algemeen belang (wegenwerken, bouwwerken, evenementen, verkeer, veiligheid, leefbaarheid,
toezicht, handhaving,...)
• De burgemeester kan, om redenen van openbare orde, de uitstalling van bepaalde producten en
diensten of categorieën van producten of diensten, of attributen verbieden.
• De uitstallingsvergunning wordt kosteloos verleend door het gemeentebestuur.
• De gemeente is niet aansprakelijk voor eventuele ongevallen die veroorzaakt worden door de
uitstalling.
• De overtredingen kunnen, naast de toepassing van art. 15.1 APR aanleiding geven tot schorsing of
intrekking van de uitstallingsvergunning.
8 Antwoord Agentschap Binnenlands Bestuur op klacht 1095. Invoeren 'zone-30' - uitblijven invoering. Kennisneming. - KENNISGENOMEN
Zittingsverslag
Raadslid Geysen doet volgende tussenkomst :
“In februari 2020 sluiten 140 landen zich aan bij de” Stockholm verklaring” de slotverklaring van de wereldwijde interministeriële conferentie inzake verkeersveiligheid en bevestigt onder meer dat 30 km/uur de standaardlimiet hoort te zijn op plekken waar kwetsbare weggebruikers en gemotoriseerd verkeer worden gemengd.
De verklaring is een lijst van 18 verkeersmaatregelen om op een duurzame manier het aantal verkeersdoden te halveren tegen 2030. Punt nummer 11 op die lijst is om de maximumsnelheid te verlagen naar 30 km/u op alle punten waar auto’s regelmatig zwakke weggebruikers kruisen én om die snelheid ook daadwerkelijk te controleren.
Op 08 december 2021 biedt Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare werken Lydia Peeters een nieuw afwegingskader voor het bepalen van snelheidsregimes in de bebouwde kom. Deze aanbevelingen pasten in de uitvoering van het nieuwe Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen 2021-2025 dat de actieve weggebruiker centraal plaatst. Het aandeel actieve weggebruikers stijgt immers onder de verkeersslachtoffers.
Dit afwegingskader is het resultaat van een samenwerking tussen het departement Mobiliteit en Openbare Werken en het Agentschap Wegen & Verkeer op basis van input van het VIAS, het Netwerk Duurzame mobiliteit, het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw, de Vlaamse Vereniging van Steden & Gemeenten en De Lijn. De Vlaamse overheid stemde het document ook af met mobiliteitsexperten van de Task Force Verkeersveiligheid, een aantal lokale besturen en fietsersbond. Er wordt vertrokken vanuit de functie van de weg. Een weg kan namelijk een verkeersfunctie, een verblijfsfunctie of een combinatie van beiden vervullen.
Voor wegen die voornamelijk een verblijfsfunctie vervullen, stelt het afwegingskader een snelheidsregime van 30 km/u voor. Hier kan het gemotoriseerd verkeer, gezien de lage toegelaten snelheid, op een veilige manier gemengd worden met de actieve weggebruiker.
Voor wegen die voornamelijk een verkeersfunctie vervullen, stelt het afwegingskader een snelheidsregime van 50 km/u voor. In deze situatie zijn voldoende veilige infrastructurele voorzieningen voor de actieve weggebruikers noodzakelijk (bv. verhoogd aanliggende fietspaden).
Met dit afwegingskader willen ze ook steden en gemeenten een kader aanreiken dat hen helpt om te bepalen waar een zone 30 gewenst en haalbaar is, om ze dan vervolgens als dusdanig in te richten. Een helder snelheidsbeleid met een geloofwaardig snelheidsregime blijft belangrijk om een voldoende groot draagvlak te creëren. Uiteraard is ook handhaving belangrijk. Een sterke en efficiënte handhavingsketen is een basisvoorwaarde voor een kwalitatief handhavingsbeleid. Goed overleg en dergelijke afstemming met de verschillende partners is hierbij cruciaal.
Vragen CD&V:
Werkt men in Brasschaat met dit afwegingskader en richtlijn Stockholm verklaring?
Zo ja, is dit afgetoetst en voldoet de vraag van de inwoners (+ 2000 petities) Vriesdonk hieraan?
Zo neen, waarom wordt hogergenoemd instrument niet gebruikt?”
Schepen Fonteyn licht toe dat het afwegingskader van Lydia Peeters haar zeker bekend is. Dit gaat over 30km/u binnen de bebouwde kom. Het stuk Vriesdonk waar het hier over gaat is buiten de bebouwde kom dus dat valt hier volledig uit.
Schepen Fonteyn licht toe dat hun visie bekend is. Ze hebben daar in de buurt ook steeds duidelijk gecommuniceerd. Er wordt gewerkt aan een mobiliteitsplan en aan de wijkplannen mobiliteit. Ook wijk Vriesdonk zal hier aan bod komen. In de wijk Vriesdonk werden er nu al reeds kleinere maatregelen genomen en deze werden ook toegelicht op de commissie. Er waren ook nog de maplix-enquête en de telramen. Op basis van deze gegevens zal men nu met zoveel mogelijk mensen samen zitten. Ze nodigt iedereen uit op 16 februari 2023 op de algemene kick-off van de mobiliteitsworkshops. Men zal hier een algemene toelichting geven en daarna in maart volgen dan de wijkworkshops te starten in de wijk Vriesdonk. Tegen juni zouden dan alle wijken aan de beurt zijn geweest. De workshops in kleinere groepjes zullen vanaf september van start gaan. Op deze manier zal men in de loop van 2023-2024 voor elke wijk een mobiliteitsplan hebben. De problematieken zullen tijdens de workshops besproken worden. Een zone 30 kan niet voor 1 straat ingevoerd worden, dit moet voor een hele wijk bekeken worden. Men moet zeker ook rekening houden met belangrijke verbindingswegen en ontsluitingen van wijken. Schepen Fonteyn is voorstander om dit in een algemene visie te bespreken waar iedereen bij aanwezig is. Hierdoor zal men tot een gedragen plan komen waar men tot een consensus komt. Het afwegingskader is hier dus niet van toepassing.
Schepen Fonteyn is niet tegen de invoering van zone 30 maar dit kan hier niet in zijn geheel ingevoerd worden omdat dit geen zone binnen een bebouwde kom is. Dit kan echter wel straat per straat bekeken worden.
Waarnemend burgemeester Cools verwijst graag naar wijk Kaart waar het afwegingskader werd toegepast. Dit was binnen de bebouwde kom. De workshops die daar plaats vonden, zullen nu ook in de andere wijken georganiseerd worden.
Raadslid Geysen vraagt zich af of er een antwoord geformuleerd werd aan de mensen die deze vraag hebben gesteld?
Schepen Fonteyn licht toe dat er regelmatig met deze mensen werd samen gezeten. Een aantal maatregelen werden ondertussen ingevoerd. Er werden bijvoorbeeld snelheidsremmers ingevoerd op basis van tellingen die er reeds waren. Derest zal meegenomen worden in de mobiliteitsworkshops. Dit werd herhaaldelijk gecommuniceerd via mail alsook in persoonlijke gesprekken.
Raadslid Geysen bedankt schepen Fonteyn voor haar antwoord.
Raadslid Naudts-Coppens vult nog aan dat snelheid een rol speelt, maar ook de zichtbaarheid. Ze verwijst hierbij naar de zichtbaarheid op de Frilinglei tussen het gemeentehuis en het rondpunt. Het is daar heel donker en daardoor heel gevaarlijk.
Schepen Fonteyn licht toe dat de lichten op de Oudstrijderslei iets dichter bij elkaar zullen gezet worden, alsook worden ze omgezet naar LED-verlichting. Dit zit in de planning maar is nog net niet uitgevoerd.
Waarnemend burgemeester Cools verwijst ook naar een studie die er geweest is in de Oudstrijderslei om te bekijken welk stuk niet / slecht verlicht is. De lichtpalen stonden te ver uit elkaar. Door de verplaatsing van de lichtpalen zal het volledige gebied verlicht worden. Dit moet in de toekomst meer en meer gebeuren volgens hem.
Raadslid Naudts-Coppens vindt dit een prachtig initiatief. Ze hoopt dat men hierover ook goed zal communiceren.
Schepen Fonteyn bevestigt dat men hierover zal communiceren
Beslissing
Neemt kennis van het antwoord van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 14 december 2022.
9 Adviesvraag en Openbaar Onderzoek Ontwerp Beleidsplan Ruimte. Provincie Antwerpen. Kennisneming. - KENNISGENOMEN
Zittingsverslag
Raadslid Pauwels weet dat het een kennisneming is maar zijn fractie wenst hier toch graag een aantal suggesties te doen :
“Het PBRA (Provinciaal beleidsplan ruimte Antwerpen) is een plan tussen twee andere niveaus: Vlaams en lokaal.
Het bevat aanbevelingen naar die niveaus. Door het wegvallen van de notie ‘bindende bepalingen’ uit de vorige structuurplannen is het echter niet meer duidelijk wat de verhoudingen zijn tussen de niveaus.
Hoe zal de provincie erover kunnen waken dat de lokale beleidsplannen beantwoorden aan die hogere doelstellingen? De meest concrete bepalingen staan in de bijlagen (bvb. de afbakening van de kerntypes, de herverdeling van de woonmarkten ...). Gaan die verankerd worden in RUP’s en regionale woning-boekhoudingen?
Het is goed dat er tegelijkertijd met het PBRA een MER wordt opgemaakt. Uit het rapport blijkt dat zelfs het ontwerpplan nog ver weg ligt van de planhorizon 2050 en nog onduidelijkheden bevat over afbakeningen en concrete doelstellingen (bvb. het dubbelzinnige begrip “ perifere clustering rond steenwegen”: dat zet de achterpoort open naar verdere lintbebouwing buiten de kernen. Gaat dit ontwerp nog aangepast worden aan de MER-rapportering?
Alleszins zal ontdichting (en het niet-aansnijden van woonuitbreidingsgebieden) een doorgedreven planschaderegeling vergen. Wij onderschrijven zeker de oproep van de provincie naar de Vlaamse overheid dat de huidige regeling moet herzien worden, omdat ze voor lokale besturen onbetaalbaar is.
Wat ons eigenaardig lijkt is dat de gemeenten en de provincies alvast al maar mogen beginnen, maar het zou kunnen dat, in een later stadium, bepaalde bepalingen nog herroepen worden door Vlaanderen. Dit lijkt ons een beetje naast elkaar werken.
Wat Brasschaat betreft: Dat wordt geclassificeerd in twee kerntypes: het Centrum (met uitlopers naar Driehoek, Bethanie en Kaart) en Mariaburg worden getypeerd als “dorpskernen met potentie”, Maria-ter-Heide als “dorpskern”. Heeft dit onderscheid invloed op de huidige RUP’s, bvb. ivm meergezinswoningen, bouwhoogte ...?
Een “dorpskern met potentie” kan ofwel uitgroeien naar een “strategische dorpskern” zoals bvb. Kapellen, of zich beperken tot een zelfvoorzienende “dorpskern”. Het verschil ligt in de multimodale bereikbaarheid, de omvang van het ruimtebeslag en het aandeel in de regionale woonmarkt verdeling. Dat is een politieke keuze die Brasschaat zelf zal moeten maken.
Onze conclusie is dan ook: "The proof of the pudding is in the eating."
Schepen Van Honste feliciteert raadslid Pauwels om het feit dat hij alles reeds heeft doorgenomen. Het punt dat vandaag ter kennisneming voorligt gaat over het openbaar onderzoek dat vandaag is gestart. Intern is men het dossier nog aan het voorbereiden om dan opmerkingen door te geven aan de Provincie. Vorige week is ze zelf naar de toelichting geweest op het Provinciehuis. Er zullen ook nog gesprekken volgen met de Provincie aangezien Brasschaat op verschillende vlakken al verder staat. O.a. met het RUP kernversterking staat Brasschaat al verder. Hier ging een lang traject aan vooraf dat ook gebasseerd is op studies, het zou vreemd zijn dat dit dan helemaal aangepast moet worden. Kortelings zal Brasschaat hierover in gesprek gaan met de Provincie. Schepen Van Honste stelt voor dat raadslid Pauwels zijn vragen doormailt naar haar zodat ze deze kan meenemen in de gesprekken. Op de gemeenteraad van februari zal het advies aan de gemeenteraad voorgelegd worden. Op dat moment kan er gekeken worden of er nog aanvullingen dienen te gebeuren of niet. De periode van het openbaar onderzoek is bedoelt om opmerkingen door te geven.
Raadslid Naudts-Coppens verwijst naar de interessante toelichting op de commissie. In één van de bijlagen komt de Provincie met een aantal concrete zaken, o.a. wordt er verwezen naar een strijdigheid tussen het ruimtelijk structuurplan en het provinciaal beleidsplan ruimte Antwerpen. Als voorbeeld worden de woningen langsheen de Baillet Latourlei aangehaald. Ze vindt het spijtig dat deze concrete zaken toen niet zijn toegelicht op de commissie.
Schepen Van Honste licht toe dat de gemeenteraad bevoegd is voor het advies op het beleidsplan van de Provincie maar het college is bevoegd om advies te geven bij de schrappingen op het plan van het GRS. De Provincie deed het voorstel om een aantal zinnen uit het GRS te schrappen op voorhand. Het college moet hier zijn advies over geven. Dit is nog in volle voorbereiding en zal nog verder besproken worden op het college.
Raadslid Naudts-Coppens vraagt zich af of hier nog een terugkoppeling aan de gemeenteraad zal gebeuren?
Schepen Van Honste licht toe dat het college dit beslist maar een toelichting kan er misschien wel gegeven worden aan de gemeenteraad. Ze geeft nog mee dat de schrappingen geen grote veranderingen met zich gaan meebrengen. Dit zijn zaken die bijvoorbeeld ook al mee opgenomen werden in het RUP woonparken.
Beslissing
De gemeenteraad neemt kennis van de brieven van de deputatie van de provincie Antwerpen van 30 november 2022 in verband met de adviesvragen van het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte en de onderdelen uit het GRS die niet langer geldig zijn.
Het college van burgemeester en schepenen dient een advies uit te brengen over het ontwerp-plan-MER.
De gemeenteraad dient een advies uit te brengen over het ontwerp-Beleidsplan Ruimte en de adviesvraag over onderdelen uit het GRS die niet langer geldig zijn.
De adviestermijnen van de drie documenten lopen van 1 december 2022 tot en met 15 maart 2023.
Het openbaar onderzoek loopt van 16 december 2022 tot en met 15 maart 2023.
De documenten en meer informatie zijn raadpleegbaar via https://www.provincieantwerpen.be/lokale-besturen/gemeenten-in-beweging/data-en-analyse/provinciaal-beleidsplan-ruimte-antwerpen-in-opmaak.html
De adviezen van de gemeenteraad zullen voorbereid worden voor de gemeenteraad van 27 februari 2023.
10 Molenweg. Kapelsesteenweg. Goedkeuring recht van doorgang. - GOEDGEKEURD
Beslissing
Feiten en motivering
Recent werd het pand aan de Kapelsesteenweg 332 te Brasschaat verkocht aan de hand van een onderhandse verkoop tussen twee externe partijen. Het betreft een handelszaak met woning en is geen eigendom van de gemeente.
Aan de achterzijde is een achteruitgang die uitkomt op privaat eigendom van de gemeente; het betreft twee percelen met volgende kadastrale nummers: 11323_F_0071_A_002_00 en 11323_F_0069_Y_000_00 (zie plan in bijlage). Deze percelen worden publiek gebruikt. Er komen op deze percelen meerdere eigendommen uit, waaronder ook de hoofdingang en garages van het appartementsgebouw met adres Molenweg 1-3-5-7.
Heden zijn deze private percelen nog niet overgedragen naar het openbaar domein. De nieuwe eigenaar, de heer Jan Dignef, Donkseinde 14 te Brasschaat, verzoekt de gemeente een formeel recht van doorgang te verlenen.
Door de afdeling administratie patrimoniumbeheer werd een overeenkomst opgemaakt. De overeenkomst werd opgemaakt naar analogie van de overeenkomsten tot recht van doorgang ter hoogte van de woningen aan de della Faillestraat 50, 70 en 76. Echter, gelet op het algemeen publiek gebruik van de percelen waar het recht van doorgang van toepassing is, wordt dit kosteloos toegestaan.
Het recht van doorgang bepaalt dat de genoemde kadastrale percelen enkel mogen gebruikt worden om toegang te nemen tot aan de perceelsgrens. Er wordt geen recht van (exclusief) gebruik als parkeerplaats verleend. Bovendien wordt de toegang enkel verleend voor de doeleinden die overeenstemmen met de vergunde indeling en bestemming van de gebouwen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te hechten aan de overeenkomst.
Juridisch kader
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en artikels 330 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Adviezen
Het college van burgemeester en schepenen hechtte op 9 januari 2023 principiële goedkeuring aan de overeenkomst.
Positief advies Cathy Jambon, GIS-deskundige
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
BESLUIT eenparig:
Art.1.- Er wordt goedkeuring gehecht aan de ontwerpovereenkomst, opgemaakt door de afdeling administratie patrimoniumbeheer, betreffende het recht van doorgang aan de heer Jan Dignef, Donkseinde 14 te Brasschaat, over de percelen met kadastrale nummers 11323_F_0071_A_002_00 en 11323_F_0069_Y_000_00 in eigendom van de gemeente, in functie van toegang tot zijn eigendom aan de Kapelsesteenweg 332 te Brasschaat.
11 Weg- en rioleringswerken in Miksebaan en Azalealaan. Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst. - GOEDGEKEURD
Beslissing
Feiten en motivering
Aangezien het Vlaamse Gewest de volgende werken wenst uit te voeren:
- aanleg van nieuwe fietspaden van de Miksebaan, deel gewestweg. Dit veronderstelt de aanleg van
een nieuw eenrichtings- of tweerichtingsfietspad aan één zijde/weerszijden van de gewestweg N 121
tussen kilometerpunt 0 en kilometerpunt 0.75
- aanleg van een RWA-riolering voor opvang van het regenwater van de verharde oppervlakten op
het openbaar domein (procentueel – tussen Vlaams gewest en Pidpa) langs de gewestweg N 121
tussen kilometerpunt 0 en 0.75;
- herinrichting van het kruispunt N121#Hemelakkers tussen kilometerpunt 0 en 0.15;
Aangezien Pidpa tegelijk de volgende werken wenst uit te voeren:
- aanleg van een RWA-leiding voor omleiding van waterloop Mickse Beek alsook de opvang van
verharde oppervlakten van de private percelen (procentueel – tussen Vlaams gewest en Pidpa);
- wegherstel boven de sleuf (procentueel – tussen Vlaams gewest en Pidpa), thv de gewestweg;
- aanleg van een DWA-stelsel over heel het project;
- aanleg van een RWA-stelsel over het gedeelte van de gemeentelijke wegen;
- optimale afkoppeling van het hemelwater. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 9 mei 2022 goedkeuring gegeven aan het aanstellen van een studiebureau door Pidpa voor de wegen- en rioleringswerken in Azalealaan en Miksebaan (vak Bredabaan-de Borrekenslei).
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 12 december 2022 goedkeuring gegeven aan de gunning van Groep Infrabo, Langstraat 65 te 2260 Westerlo tegen het nagerekende offertebedrag van 319.309,81 euro excl. btw of 386.364,87 euro incl. 21% btw met een gemeentelijk aandeel van 34.878,69 euro excl. btw of 42 203,21 euro, incl. btw.
Steven Van den Bruel, diensthoofd openbare infrastructuur, verleende gunstig advies voor het gemeentelijk aandeel van 34.878,69 euro i.p.v. 84.878,69 euro omwille van de hoge stukprijs van de deelopdrachten:
● Opvolging aanvraag subsidies fietspaden gelegen op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (Miksebaan)” ten bedrage van 15.000,00 euro
● Opvolging aanvraag Erfgoedpremies voor werken opgenomen in het Landschapsbeheerplan” ten bedrage van 35.000,00 euro.
De wegen- en rioleringswerken worden als volgt geraamd:
Pidpa ov (btw-vrij) 1.567.215,00 EUR
Agentschap Wegen en Verkeer 1.310.010,00 EUR
Gemeente Brasschaat 513.526,00 EUR
Totaal exclusief btw 3.390.751,00 EUR
Voor de wegen- en rioleringswerken heeft Pidpa een samenwerkingsovereenkomst opgesteld tussen de gemeente Brasschaat, het Vlaamse Gewest en Pidpa o.v.
Aangezien het gemeentebestuur de volgende werken wenst uit te voeren :
- herinrichting van Miksebaan (tussen Bredabaan en De Borrekenslei) – gemeentelijke wegen; - herinrichting van de Azalealaan – gemeentelijke wegen;
Aangezien alle partijen van oordeel zijn dat de hierboven vermelde opdrachten in het algemeen belang dienen te worden samengevoegd.
De gemeente, het Vlaams Gewest en Pidpa beslissen de hoger beschreven werken in het algemeen belang, samen te voegen en Pidpa aan te duiden om in gezamenlijke naam, bij de gunning en de uitvoering van de opdracht als opdrachtgevend bestuur op te treden en dit zowel voor de opdracht van diensten (studie), als de opdracht van werken.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te hechten aan de samenwerkingsovereenkomst.
Juridisch kader
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en
latere wijzigingen.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de
bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het decreet van 12 juni 2019 betreffende basisbereikbaarheid.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels
betreffende de financiering en de samenwerking inzake het mobiliteitsbeleid.
Het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, in het
bijzonder artikel 18bis tot en met 18sexies waarbij de wegbeheerder ertoe gehouden is de
doorstroming van het geregeld vervoer te garanderen en de gemeente verplicht is om voorafgaand
advies aan De Lijn te vragen over bepaalde ontwerpen van gemeentelijke reglementen die een
permanente invloed kunnen hebben op de exploitatie van De Lijn.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2002 betreffende de Basismobiliteit in het
Vlaamse Gewest, in het bijzonder artikel 17 en 18 over wegwerkzaamheden, manifestaties en
herinrichting van wegen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de
VVM, in het bijzonder artikel 13 over het onderhoud van de openbare weg waarin sporen liggen,
artikel 17 tot en met 19 over doorstroming en artikel 20 tot en met 27 over de inplanting van haltes,
al dan niet uitgerust met een schuilhuisje.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Adviezen
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 12 december 2022 principiële goedkeuring gegeven aan de samenwerkingsovereenkomst.
Ondernemerstoets
Indien deze wegenwerken een impact hebben op de ondernemers zal dit tijdig opgenomen worden in een betreffend communicatieplan, op te maken in samenwerking met de dienst ondernemen en toerisme.
Financiële gevolgen
De wegen- en rioleringswerken worden als volgt geraamd:
De wegen- en rioleringswerken worden als volgt geraamd:
Pidpa ov (btw-vrij) 1.567.215,00 EUR
Agentschap Wegen en Verkeer 1.310.010,00 EUR
Gemeente Brasschaat 513.526,00 EUR
Totaal exclusief btw 3.390.751,00 EUR
BESLUIT eenparig:
Art.1.- Goedkeuring wordt gegeven aan de samenwerkingsovereenkomst af te
sluiten tussen Pidpa o.v., de gemeente Brasschaat en het Vlaamse Gewest voor de uitvoering van de wegen- en rioleringswerken in Azalealaan en Miksebaan (tussen Bredabaan-de Borrekenslei), met tekst als volgt:
"SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
Tussen:
De gemeente Brasschaat, met zetel ten gemeentehuize, Bredabaan 182 2930 Brasschaat, vertegenwoordigd
door haar college van burgemeester en schepenen, voor wie hier tekenen:
- Dhr. Philip Cools, Burgemeester, en
- Dhr. Ward Schevernels, algemeen Directeur
hierna genoemd “de gemeente”.
en:
Het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door zijn regering, bij delegatie, in de persoon van ir. Kathy
Vandenmeersschaut, administrateur-generaal van het Agentschap Wegen en Verkeer, hierna genoemd “het
Vlaams Gewest”
en:
Pidpa o.v. met maatschappelijke zetel te 2280 Grobbendonk, Vierselse baan 5
met ondernemingsnummer BE0204908936
hier vertegenwoordigd door de Raad van Bestuur voor wie optreedt
- Mieke Van den Brande, voorzitter, en
- Eddy Troosters, directeur-generaal
hierna genoemd "Pidpa".
Aangezien het gemeentebestuur de volgende werken wenst uit te voeren :
- De herinrichting van Miksebaan (ts Bredabaan en De Borrekenslei) – gemeentelijke wegen;
- De herinrichting van de Azalealaan – gemeentelijke wegen;
Aangezien het Vlaamse Gewest de volgende werken wenst uit te voeren :
- De aanleg van nieuwe fietspaden van de Miksebaan, deel gewestweg. Dit veronderstelt de aanleg van
een nieuw eenrichtings- of tweerichtingsfietspad aan één zijde/weerszijden van de gewestweg N 121
tussen kilometerpunt 0 en kilometerpunt 0.75
- De aanleg van een RWA-riolering voor opvang van het regenwater van de verharde oppervlakten op
het openbaar domein (procentueel – tussen Vlaams gewest en Pidpa) langs de gewestweg N 121
tussen kilometerpunt 0 en 0.75;
- De herinrichting van het kruispunt N121#Hemelakkers tussen kilometerpunt 0 en 0.15;
Aangezien Pidpa tegelijk de volgende werken wenst uit te voeren:
- De aanleg van een RWA-leiding voor omleiding van waterloop Mickse Beek alsook de opvang van
verharde oppervlakten van de private percelen (procentueel – tussen Vlaams gewest en Pidpa);
- Wegherstel boven de sleuf (procentueel – tussen Vlaams gewest en Pidpa), thv de gewestweg;
- Aanleg van een DWA-stelsel over heel het project;
- Aanleg van een RWA-stelsel over het gedeelte van de gemeentelijke wegen;
- De optimale afkoppeling van het hemelwater.
Bij Pidpa is dit project gekend als K-20-048: Wegen- en rioleringswerken in Miksebaan en Azalealaan
Aangezien partijen van oordeel zijn dat de werken en de opdracht in het algemeen belang dienen te worden
samengevoegd.
Voorafgaandelijk wordt uiteengezet dat deze samenwerkingsovereenkomst geldt onverkort de toepassing van
de volgende regelgeving, deze is voornamelijk van toepassing op de medeopdrachtgevers gemeente
Brasschaat en Vlaams Gewest (fietspaden);
het decreet van 12 juni 2019 betreffende basisbereikbaarheid
het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels
betreffende de financiering en de samenwerking inzake het mobiliteitsbeleid
het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, in het
bijzonder artikel 18bis tot en met 18sexies waarbij de wegbeheerder ertoe gehouden is de
doorstroming van het geregeld vervoer te garanderen en de gemeente verplicht is om voorafgaand
advies aan De Lijn te vragen over bepaalde ontwerpen van gemeentelijke reglementen die een
permanente invloed kunnen hebben op de exploitatie van De Lijn
het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2002 betreffende de Basismobiliteit in het
Vlaamse Gewest, in het bijzonder artikel 17 en 18 over wegwerkzaamheden, manifestaties en
herinrichting van wegen
het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de
VVM, in het bijzonder artikel 13 over het onderhoud van de openbare weg waarin sporen liggen,
artikel 17 tot en met 19 over doorstroming en artikel 20 tot en met 27 over de inplanting van haltes,
al dan niet uitgerust met een schuilhuisje
het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de
plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Voor de toepassing van deze samenwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder:
1° het decreet: het decreet van 12 juni 2019 betreffende basisbereikbaarheid;
2° het besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels
betreffende de financiering en de samenwerking inzake het mobiliteitsbeleid;
3° project voor de aanleg van een nieuw fietspad langs een gewestweg:
a) de aanleg van een fietspad langs een gewestweg in de rijrichting(en) waarin nog geen fietspad ligt,
conform de start- en projectnota of conform de unieke verantwoordingsnota;
b) de aanleg van een fietspad langs een gewestweg ter vervanging van een fietspad in een van de
rijrichtingen of in beide rijrichtingen dat minder dan 1 meter breed is;
c) de aanleg van een nieuwe (on)gelijkvloerse kruising voor fietsers met de gewestweg
4° de verbetering van een fietspad langs een gewestweg:
a) de verbetering van een fietspad van minimaal 1 meter breed langs een gewestweg;
b) de verbetering van een bestaande (on)gelijkvloerse kruising voor fietsers met de gewestweg.
Met deze samenwerkingsovereenkomst verbinden de partijen zich ertoe nieuwe fietspaden langs
gewestwegen aan te leggen of fietspaden langs gewestwegen te verbeteren om de volgende aspecten te
verhogen:
1° de veiligheid en het comfort van elke weggebruiker die het fietspad mag gebruiken;
2° de bereikbaarheid met de fiets;
3° het aandeel van het fietsverkeer in de multimodale verkeersstromen.
wordt overeengekomen wat volgt:
Artikel 1: Opdrachtgevend bestuur
De gemeente, het Vlaams Gewest en Pidpa beslissen de hoger beschreven werken in het algemeen belang,
samen te voegen en Pidpa aan te duiden om in gezamenlijke naam, bij de gunning en de uitvoering van de
opdracht als opdrachtgevend bestuur op te treden en dit zowel voor de opdracht van diensten (studie), als de opdracht van werken.
Alle partijen staan financieel in voor het deel van de opdracht dat ten hunnen laste is en zullen hiervoor tijdig alle nodige financiële middelen vrijmaken teneinde alle verplichtingen en engagementen genomen in het
kader van deze overeenkomst te kunnen honoreren.
Partijen zullen in dat opzicht nooit solidair moeten optreden.
Artikel 2: Studie en ontwerp, vergunningen, onteigening en veiligheidscoördinatie
§1. Alle partijen staan in voor de studie en de goedkeuring van het ontwerp voor het deel van de opdracht dat ten hunnen last is. Zij nemen tegenover het opdrachtgevend bestuur de volledige verantwoordelijkheid voor dit ontwerp, de administratieve en de technische bepalingen die zij ter zake in het bestek laten inlassen, en alle wijzigingen of bijwerken die tijdens de uitvoering van de opdracht noodzakelijk blijken en verband houden met de uitvoering van de werken ten hunnen laste.
§2. Elke partij staat in voor het verwerven van de vergunningen alsook voor de eventuele onteigeningen die
nodig zijn voor de uitvoering van de werken ten haren laste. Desgevallend worden de vergunnings- aanvragen en de onteigeningsdossiers door het opdrachtgevend bestuur gebundeld.
§3. Alle partijen zien er op toe dat de veiligheidscoördinator (ontwerp en verwezenlijking) zijn opdracht,
verbonden met hun aandeel in de samengevoegde opdracht, te allen tijde volledig en adequaat vervult, dat hij betrokken wordt bij alle etappes van de werkzaamheden betreffende de uitwerking, wijzigingen en
aanpassingen van het ontwerp van het bouwwerk en dat hij alle nodige informatie krijgt die nodig is voor de
uitvoering van zijn opdrachten.
De aangestelde ontwerper wordt hiertoe contractueel verplicht.
Alle bouwheren nemen met betrekking tot de praktische uitvoering van deze verbintenissen ten aanzien van
het opdrachtgevende bestuur de volledige verantwoordelijkheid op.
§4. Alle kosten in verband met de in paragraaf 3 vernoemde opdracht worden door alle partijen gedragen a
rato van de raming der werken vóór aanbesteding van elk der respectievelijke delen. Het Gewest wenst in de mate van het mogelijke deze facturen te laten verlopen via e-Invoicing. Hieromtrent dienen de nodige
afspraken te worden gemaakt.
Artikel 3: Grondverzet en het beheer van materiaalkringlopen
§1. Pidpa zal, rekening houdend met de wetgeving overheidsopdrachten en de bepalingen van hoofdstuk X
van het Vlarebo instaan voor het opstellen van een technisch verslag en de conformverklaring ervan door een erkende bodembeheerorganisatie.
Het opdrachtgevende bestuur voegt het door een erkende bodembeheerorganisatie conform verklaarde
Technisch verslag toe aan het aanbestedingsdossier
§2. Alle kosten in verband met de in paragraaf 1 vernoemde deelopdrachten worden door alle partijen
gedragen a rato van de raming der werken vóór aanbesteding van elk der respectievelijke delen.
Dit betreft o.a. – niet-limitatief – volgende kosten:
- het aanstellen van een erkend bodemsaneringdeskundige
- het opmaken van een Technisch verslag
- de conformverklaring van het technisch verslag door een erkende bodembeheerorganisatie.
- extra gerelateerde prestaties door het studiebureau.
§3. De kosten voor het milieuhygiënisch onderzoek, nodig voor de opmaak van het Technisch verslag, worden door elk van de partijen op basis van hun aandeel in de werken gedragen.
§4. Het opdrachtgevend bestuur zal, rekening houdend met de wetgeving tot vaststelling van het Vlaams
Reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen instaan voor het
opstellen van een sloopopvolgingsplan door een bij Tracimat aangesloten deskundige.
Het opdrachtgevende bestuur voegt het door Tracimat conform verklaarde sloopopvolgingsplan toe aan het
aanbestedingsdossier.
§5. Alle kosten in verband met de in paragraaf 4 vernoemde deelopdracht worden door alle partijen gedragen a rato van de raming der werken vóór aanbesteding van elk der respectievelijke delen.
Artikel 4 : Aanstellen ontwerper en aanneming van werken
§1. De dienstverlener wordt belast met het ontwerp, de opmaak van de aanbestedingsdocumenten voor de
uitvoering van de opdracht van werken, en in voorkomend geval ook met de leiding en het toezicht op de
werken.
De opdracht van het studiebureau wordt uitgevoerd deels voor rekening van de gemeente, deels voor
rekening voor het Vlaams Gewest en deels voor rekening van Pidpa.
Met uitzondering van de kosten die uitdrukkelijk ten laste van de gemeente en Pidpa vallen, neemt het
Vlaamse Gewest alle kosten voor de studieopdracht en de veiligheidscoördinator-ontwerp met betrekking tot de gewestweg op zich.
Met betrekking tot de gewestweg neemt de gemeente de kosten voor de studieopdracht en de
veiligheidscoördinator-ontwerp voor haar rekening die betrekking hebben op:
1° de aanleg en het onderhoud van de voetpaden;
2° het straatmeubilair en het onderhoud ervan;
3° het groen op het gewestdomein binnen de bebouwde kom en het onderhoud ervan;
4° de aanleg van of aanpassing aan DWA-riolering en het percentage van de kosten van de RWA-riolering
dat niet ten laste van het Vlaamse Gewest valt.
Per deel maakt het studiebureau afzonderlijke facturen. Alle partijen zullen de facturen betalen conform het
opgemaakte bestek of in voorkomend geval conform de bepalingen van de tussen partijen en studiebureau
gesloten ereloonovereenkomst.
Indien één der partijen de wettelijk of contractueel voorziene betalingstermijnen niet naleeft en hierdoor
verwijlinteresten en/of schadevergoedingen verschuldigd zijn, zal de in gebreke gebleven partij de andere
partijen volledig vrijwaren.
§2. Het opdrachtgevend bestuur schrijft wat de aanneming van werken betreft de gunningprocedure uit, staat
in voor de opening der inschrijvingen en wijst de opdracht toe. Hierbij wordt wel rekening gehouden met het
feit dat de aanneming één ondeelbaar geheel uitmaakt en dat alle werken dus moeten toevertrouwd worden
aan de laagste regelmatige bieder voor de totaliteit der werken (de 2 delen samen).
Het opdrachtgevend bestuur zal de kennisgeving van de goedkeuring van de gezamenlijke werken slechts
betekenen nadat alle partijen hebben ingestemd met het gunningvoorstel en op ondubbelzinnige wijze een
verklaring hebben afgelegd dat zij akkoord gaan met het gedeelte der werken te hunnen laste en dat zij voor de betaling ervan de nodige financiële middelen hebben voorzien.
Desnoods verzoekt het opdrachtgevend bestuur, de aannemers om een verlenging van de verbintenistermijn van de inschrijvingen in afwachting van het akkoord van de andere partij. In elk geval zal zij dit akkoord geven binnen de twee maanden nadat zij hierom werd verzocht.
§3. De werken ten laste van de gemeente, het Vlaams Gewest en deze ten laste van Pidpa, worden in het
bestek en de opmetingen telkens door een afzonderlijk deel vermeld en maken het voorwerp uit van
afzonderlijke door de aannemer op te stellen vorderingsstaten.
Inzonderheid in het artikel: "betalingen" van de administratieve bepalingen van het bijzonder bestek zal de
speciale aandacht van de aannemer hierop gevestigd worden.
Artikel 5 : Borgtocht
Het opdrachtgevend bestuur verzoekt het studiebureau enerzijds en de aannemer anderzijds om de borgtocht te stellen.
Deze heeft betrekking op de totaliteit der diensten en werken. Het opdrachtgevend bestuur kan dus eventueel beslag leggen op de ganse borgtocht, maar zal die uiteraard geheel of gedeeltelijk aanwenden ten voordele van deze partijen ten aanzien van wie de aannemer tekort geschoten is en dit in verhouding tot de werkelijke kostprijs.
Aanwending van de borgtocht zal enkel gebeuren op aanvraag en/of met goedkeuring van de betrokken
partij(en).
Artikel 6: Start van de realisatie
Het opdrachtgevend bestuur start binnen zestig dagen na de ondertekening van deze
samenwerkingsovereenkomst door alle partijen de aanbestedingsprocedure die noodzakelijk is voor de
uitvoering van de samengevoegde opdracht.
Als een andere partij dan het Gewest de aanbestedende overheid is, zal die de aanbestedingsprocedure die noodzakelijk is voor de uitvoering van de samengevoegde opdracht, pas opstarten na de goedkeuring van het aanbestedingsdossier door het Gewest.
Artikel 7: Verwittigen van de andere partijen, buurtbewoners en andere
belanghebbenden
Het opdrachtgevend bestuur staat in overleg met de overige partijen in voor alle externe communicatie over
de werken.
Artikel 8 : Leiding van de studieopdracht, leiding der werken, wijziging en
verrekening
§1. Pidpa is opdrachtgevend bestuur voor de studieopdracht en duidt daarvoor de leidend ambtenaar aan, in overleg met de gemeente en het gewest. De onderstaande bepalingen zijn eveneens van toepassing op de
opdracht van diensten.
§2. Pidpa is opdrachtgevend bestuur der werken en duidt in overleg met de gemeente en het Vlaams Gewest een leidend ambtenaar aan. De leidend ambtenaar neemt de leiding der werken waar. Dit betekent dat hij alleen gemachtigd is om - voor alle werken, wie ze ook ten laste neemt - opdrachten te geven aan de aannemer, proces-verbaal van ingebrekestelling op te maken, proces-verbaal van voorlopige en definitieve
oplevering der werken op te maken, de werken te schorsen, vorderingsstaten goed te keuren, verrekeningen op te maken en voor te stellen, eventuele maatregelen van ambtswege voor te stellen, enzovoort.
Voor beslissingen die betrekking hebben op het deel ten laste van de andere partij, zal de leidend ambtenaar voorafgaandelijk aan zijn beslissing, advies vragen aan de andere partijen. Indien er geen tegenstrijdigheden kunnen uit voortvloeien is dit advies bindend.
In elk geval dient dit advies te worden gegeven binnen een termijn die noodzakelijk is voor de vlotte
vooruitgang der werken.
De partijen dragen de volledige verantwoordelijkheid, ook financiële, voor onder meer het tijdig verlenen van
dit advies.
§3. Indien tijdens de uitvoering van de opdracht een (belangrijke) wijziging van de opdracht voor het gedeelte van één of meerdere partij(en) noodzakelijk wordt geacht, wordt vóór de betekening aan de aannemer de
goedkeuring van de betrokken partij(en) bekomen met de vooropgestelde wijzigingen en/of verrekeningen.
§4. Indien nalatigheid wordt vastgesteld in de uitvoering van de functie van leidend ambtenaar dient de partij
die niet werkgever of opdrachtgever is van de betrokken persoon (hetzij Pidpa, hetzij de gemeente, hetzij
Vlaams Gewest afhankelijk van de werkgever of opdrachtgever van de leidend ambtenaar) een schriftelijk
verzoek richten aan de andere partij om de ontzetting in de functie van leidend ambtenaar te bewerkstelligen met vermelding van de gefundeerde redenen waarom dit verzoek wordt verricht. Beide partijen zullen na ontvankelijk verklaring van het schriftelijk verzoek overgaan tot de aanduiding van een nieuwe leidend ambtenaar zoals bepaald in artikel 8 §2.
Artikel 9 : Toezicht der werken
Iedere partij staat in voor het toezicht op de werken opgenomen in haar aandeel en draagt daarvan de kosten.
Iedere partij kan gemandateerde waarnemers aanstellen die de werken te hunnen laste opvolgen. Deze
gemandateerde waarnemers kunnen advies geven aan de toezichter en/of leidend ambtenaar. Dit advies is
eveneens bindend tenzij er tegenstrijdigheden zouden kunnen uit voortvloeien.
De partijen dragen de volledige verantwoordelijkheid voor het advies dat deze gemandateerde waarnemers
verstrekken en staan ook in voor de kosten hiervan.
Artikel 10 : Aansprakelijkheid
§1. De partijen verbinden zich ertoe om, behoudens ingeval van een zware fout of nalatigheid, het
opdrachtgevend bestuur volledig te vrijwaren en in alle geschillen vrijwillig tussen te komen. Het
opdrachtgevend bestuur verstrekt alle inlichtingen ten behoeve van de gerechtelijke procedure.
§2. Voor zover niet kan worden uitgemaakt of geschillen betrekking hebben op de werken ten laste van de ene of de andere partij, zullen de partijen de gebeurlijke aansprakelijkheid op zich nemen op basis van het aandeel van elk der partijen in de samengevoegde opdracht en instaan voor eventuele financiële gevolgen van deze aansprakelijkheid.
Artikel 11 : Betaling der werken
§1. De studie en de werken worden uitgevoerd deels voor rekening van de gemeente, deels voor rekening van het Vlaams Gewest en deels voor rekening van Pidpa.
Per deel worden door de opdrachtnemer afzonderlijke betalingsaanvragen, vorderingsstaten en facturen
opgemaakt.
De betalingsaanvragen en vorderingsstaten worden ingediend bij het opdrachtgevend bestuur. Afzonderlijke
kopieën worden per deel ingediend bij de betalende partij, t.t.z. voor
- het deel ten laste van de gemeente;
- het deel ten laste van het Vlaams Gewest
- het deel ten laste van Pidpa
De partijen beschikken over 14 kalenderdagen om de vorderingsstaten na te zien en/of eventueel te verbeteren.
Ook voor de eindafrekening geldt deze termijn van 14 kalenderdagen.
De al dan niet verbeterde betalingsaanvragen en vorderingsstaten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de leidend ambtenaar.
Het opdrachtgevend bestuur stuurt binnen de 5 kalenderdagen de goedgekeurde betalingsbundel van de
andere delen terug naar de andere partijen en nodigt tezelfdertijd de aannemer uit om zijn factuur in te
dienen bij de respectieve partijen.
Ingeval voor één der partijen deze termijnen niet gerespecteerd worden en hierdoor verwijlintresten of
andere schadevergoedingen voortvloeien, zal de ingebreke gebleven partij de andere partij volledig vrijwaren.
De gemeente, het Vlaams Gewest alsook Pidpa zullen instaan voor de betaling aan de aannemer binnen de wettelijk voorziene termijnen en verbinden zich ertoe de vereiste maatregelen te nemen om te beschikken
over de nodige kredieten voor de betaling van hun respectievelijk aandeel.
In geval van laattijdige betaling door één van de partijen staan deze in voor de daaruit voortvloeiende
verwijlintresten en andere schadevergoedingen en zullen deze het opdrachtgevend bestuur volledig vrijwaren.
§2. Pidpa prefinanciert de kosten voor GMO, MHO, SOP, Archeologie en proefsleuven via het raamcontract. Deze kosten worden via éénmalige terugvordering aan de mede-opdrachtgevers doorgerekend, volgens ieders aandeel in de werken.
Artikel 12 : Boetes en kortingen wegens minwaarde
De boetes en/of kortingen wegens minwaarde die duidelijk overeenstemmen met een bepaald aandeel,
komen ten goede aan de betrokken partij. De andere boetes (van algemene aard) en/of kortingen wegens
minwaarde die niet onmiddellijk toewijsbaar zijn aan een bepaald deel, worden pro rata van de
inschrijvingsbedragen voor de verschillende delen verdeeld over de verschillende partijen.
Artikel 13 : Voorlopige en definitieve oplevering. Vrijgave borgtocht
Aangezien het één globale aanneming betreft, wordt de voorlopige en definitieve oplevering verleend voor
gans de aanneming, dus voor alle delen samen.
De voorlopige en definitieve oplevering wordt door de leidend ambtenaar gegeven.
De vrijgave van de borg heeft betrekking op de ganse aanneming.
De processen-verbaal van de voorlopige en de definitieve oplevering worden door de leidend ambtenaar
opgesteld en een afschrift wordt overgemaakt aan alle betrokken partijen.
Voor het plaatsbezoek met het oog op de oplevering dienen alle betrokken partijen tijdig en regelmatig
uitgenodigd te worden. Iedere partij dient aldus de mogelijkheid geboden te worden om, tegensprekelijk, zijn opmerkingen te formuleren en desnoods te laten opnemen in het proces-verbaal van oplevering.
Indien de partijen oordelen dat de werken niet opgeleverd kunnen worden, geven zij hierover een duidelijke
motivatie. De leidend ambtenaar beslist, zoals beschreven in artikel 6.
Artikel 14 : Beheer, toezicht en onderhoud na beëindiging der werken
Na de voorlopige oplevering gebeurt het onderhoud van de afgewerkte werken deels voor rekening van de
gemeente, het Vlaams Gewest en deels voor rekening van Pidpa. De gemeente, het Vlaams Gewest alsook Pidpa zullen blijven instaan voor de werken die zij betaald hebben en alle verantwoordelijkheid nemen voor een goed onderhoud. Zij kunnen hiervoor ieder afzonderlijk contracten afsluiten of de werken laten uitvoeren in eigen beheer.
De gemeente en het Vlaams Gewest doet toezicht en verwittigt Pidpa van onregelmatigheden aan haar
gedeelte.
Pidpa vraagt tijdig vergunning aan de gemeente of het Vlaams Gewest voor alle noodzakelijke
onderhoudswerken.
De partijen staan vanaf de voorlopige oplevering van de werken in voor het beheer en/of het onderhoud van
volgende infrastructuur langsheen de gewestweg(en):
Voor het Gewest:
- het beheer en onderhoud van de gewestweg incl. fietspaden,
- de aanleg en het onderhoud van de groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom,
- het beheer en onderhoud van de RWA-afvoer (inclusief inspectieputten) die voor haar rekening is
aangelegd, en de rioolkolken en kolkaansluitingen.
Voor de gemeente:
- de aanleg en het onderhoud van de voetpaden en het straatmeubilair,
- de aanleg en het onderhoud van de groenvoorzieningen binnen de bebouwde kom,
Voor Pidpa:
- het beheer en onderhoud van de DWA-leidingen (inclusief inspectieputten), de huisaansluitingen van de
DWA, en de huisaansluitingen van RWA.
De gemeente en Pidpa staat vanaf de voorlopige oplevering van de werken – welke zijn uitgevoerd langsheen andere wegen dan de gewestwegen – in voor het beheer en onderhoud van de gemeentewegen en de openbare ruimte van de gemeente, rioolkolken, dienstrioleringen, huis- en kolkaansluitingen, alsook van de RWA-afvoer die voor haar rekening is aangelegd.
De beheerder van de riolering aansluitend op de aan te leggen/renoveren leiding verbindt er zich toe deze
rioleringen te reinigen zodat de werken en naderhand de exploitatie volgens de regels van de kunst en/of de
vigerende wetgeving kan gebeuren. De kosten verbonden aan deze reinigingswerken zijn ten laste van de
bovenvermelde beheerders.
Pidpa staat tevens in voor de wachtaansluitingen voor zowel bebouwde als onbebouwde percelen. Onder
wachtaansluitingen verstaat men de aansluiting waarop geen vuilwater/regenwater is aangesloten op het
moment van voorlopige oplevering.
Artikel 15 : Veiligheidscoördinatie
Het opdrachtgevend bestuur staat in voor de aanstelling van een veiligheidscoördinator-ontwerp en
verwezenlijking, de dienstverlener Igean zal hiervoor aangesteld worden.
De kosten ivm. veiligheidscoördinatie voor deze werken zullen worden gedragen door iedere partij volgens de respectievelijke aandelen in de werken.
Artikel 16 : Verzekeringen
Pidpa sluit, voor de volledige opdracht, een verzekeringspolis “Alle Bouwplaatsrisico’s” af.
Pidpa zal, bij de voorlopige oplevering van de werken en à rato van de uitgevoerde bedragen ten laste van de
verschillende bouwheren, de betaalde verzekeringspremie doorrekenen aan de derde bouwheren. (ABR-03).
Artikel 17 : GRB conforme as-built
Het opdrachtgevend bestuur staat in voor het overmaken van de GRB conforme as-built voor de volledige
projectzone aan Informatie Vlaanderen. De kosten voor het opmeten van de as-builtplannen zijn deels voor
rekening van de gemeente, deels voor rekening van het Vlaams Gewest en deels voor rekening van Pidpa,
volgens de posten die daartoe in de meetstaat voor het uitvoeren van de werken worden voorzien.
Artikel 18 : Waarborg
Tijdens de waarborgperiode zal iedere partij aan het opdrachtgevende bestuur elk schadegeval ten gevolge
van een eventuele gebrekkige uitvoering van de opdracht overmaken. Het opdrachtgevende bestuur zal
vervolgens de nodige maatregelen treffen.
Artikel 19 : Extranet project portaal
Pidpa stelt voor de uitwisseling van documenten tijdens de uitvoeringsfase een elektronisch projectportaal ter beschikking van de (mede-)opdrachtgevers, de ontwerper en de opdrachtnemer. Het gebruik van dit
projectportaal tijdens de uitvoeringsfase kan verplicht gesteld worden. Bij gebruik van het projectportaal Pidpa dienen alle documenten (ook vorderingsstaten) in het projectportaal ingeladen te worden. Een papieren versie ervan is dan niet meer noodzakelijk.
Artikel 20 : GIPOD
§1. Het opdrachtgevend bestuur verbindt zich er toe om alle werken welke voorwerp zijn van deze
overeenkomst en onder het toepassingsgebied van het decreet van 4 april 2014 houdende de uitwisseling van informatie over een inname van het openbaar domein in het Vlaamse Gewest en haar uitvoeringsbesluiten (hierna genoemd "GIPOD-decreet") vallen, in te geven in GIPOD. Zij zal hierbij de modaliteiten van het GIPOD-decreet in acht nemen. Het opdrachtgevend bestuur staat tevens in voor de tijdige ingave van wijzigingen (zoals onder meer uitbreidingen van werken) aan de werken.
Behoudens in geval dat de andere partijen hun verplichtingen, zoals bepaald in §2 niet nakomen of nagekomen zijn, zal het opdrachtgevend bestuur de ander partijen vrijwaren voor het hiervoor vermelde.
§2. De andere partijen verbinden zich daarentegen er toe dat het opdrachtgevend bestuur alle nodige
informatie omtrent hun aandeel in de werken tijdig verkrijgt en dat deze info omtrent hun aandeel in de
werken correct is zodat het opdrachtgevend bestuur de verplichtingen van §1 correct kan uitvoeren. De
andere partijen zullen hiervoor het opdrachtgevend bestuur vrijwaren.
Artikel 21 : Vertrouwelijkheid van gegevens
Bij de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze opdracht handelen partijen in
overeenstemming met de bepalingen van de wet- en regelgeving inzake gegevensbescherming, hierin
begrepen de Algemene Verordening Gegevensbescherming of Verordening 2016/679 van 27 april 2016 van
het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van
Richtlijn 95/46/EG.
Artikel 22 : Overdracht van onroerende goederen
De gemeente draagt de onroerende goederen waarvan ze eigenaar is langs de gewestweg en die nodig zijn
voor de herinrichting, kosteloos in eigendom over aan het Gewest. De overdracht wordt vastgelegd in een
authentieke akte tussen de gemeente en het Vlaamse Gewest die de dienst Vastgoedaktes van het
Departement Financiën en Begroting of het comité van aankoop opmaakt.
Artikel 23 : Stedenbouwkundige maatregelen
§1 Binnen het kader van haar bevoegdheid treft de gemeente de passende stedenbouwkundige maatregelen
voor de nieuwe of verbeterde fietspaden om het doel van deze samenwerkingsovereenkomst te
ondersteunen. De gemeente treft geen stedenbouwkundige maatregelen die afbreuk zouden kunnen doen
aan het doel van deze samenwerkingsovereenkomst.
Met stedenbouwkundige maatregelen worden bedoeld:
a) adviezen over gewestelijke en provinciale ruimtelijke plannen;
b) de vaststelling van gemeentelijke ruimtelijke plannen;
c) de opmaak van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen;
d) de aflevering van de vergunningen, vermeld in titel IV van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
§2 Indien vereist overeenkomstig het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en het
Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, wordt een archeologienota toegevoegd aan de
omgevingsvergunningsaanvraag. Overeenkomstig de wetgeving overheidsopdrachten en conform het
onroerend erfgoeddecreet zal de aanbesteder met betrekking tot de samengevoegde opdracht een
archeoloog aanstellen voor het opstellen van een archeologische nota en het indienen van deze nota voor de bekrachtiging ervan door de bevoegde instantie. Deze nota zal toegevoegd worden aan de aanvraag voor de
stedenbouwkundige vergunning(en).
Artikel 24 : Sancties
§1. Als het voorwerp van de verbintenissen zich daartoe leent, is een partij van rechtswege gerechtigd om in de plaats van de andere partij over te gaan tot de uitvoering van haar verbintenissen, als die partij nalaat haar verbintenissen geheel of gedeeltelijk uit te voeren.
De indeplaatsstelling, vermeld in het eerste lid, is alleen mogelijk nadat de partij die nalaat haar verbintenissen uit te voeren, in gebreke is gesteld door de andere partij en tussen partijen een minnelijk overleg heeft plaatsgevonden, of als de partij die in gebreke blijft, weigert deel te nemen aan het overleg.
De partij die in gebreke blijft, is verplicht alle uitvoeringskosten te vergoeden op vertoon van een
gedetailleerde staat, opgesteld door de andere partij, waarbij in voorkomend geval de nodige bewijsstukken
worden gevoegd.
§2. Als het voorwerp van de verbintenissen zich niet leent tot een indeplaatsstelling, heeft een partij recht op de vergoeding van alle schade ten laste van de andere partij die nalaat haar verbintenissen geheel of
gedeeltelijk uit te voeren.
De bepalingen van paragraaf 1, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
§3. De sanctiebepalingen, vermeld in paragraaf 1 en 2, gelden onverkort het recht van de partijen om de
uitvoering van de eigen verbintenissen op te schorten, zonder dat een schadevergoeding kan worden
gevorderd of een indeplaatsstelling kan plaatsvinden, als de andere partij, nadat die in gebreke is gesteld,
nalaat haar verbintenissen geheel of gedeeltelijk uit te voeren.
Artikel 25 : Schade ontstaan tijdens de werken of als gevolg van de werken
Elke partij is aansprakelijk voor de schade die door haar of in haar opdracht is veroorzaakt.
Schade die aan geen enkele partij kan worden toegewezen, wordt verdeeld onder alle partijen, naar rato van hun aandeel in de kosten van de werken overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst.
Wanneer een verhaal door derden wordt uitgeoefend, vrijwaart elke aansprakelijke partij de andere partijen.
Elke partij komt, op eenvoudig verzoek van één van de andere partijen, vrijwillig tussen in elke procedure die
zou worden gevoerd.
Artikel 26 : Duur van de samenwerkingsovereenkomst en inwerkingtreding
De looptijd van de samenwerkingsovereenkomst is tien jaar. Die periode start vanaf de ondertekening ervan
door alle betrokken partijen.
Opgemaakt in 3 originele exemplaren waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben,
Opgemaakt in drievoud te Antwerpen op 22/06/2022
Voor de gemeente Brasschaat.
Namens het College van Burgemeester en Schepenen,
In opdracht:
Ward Schevernels Philip Cools
algemeen directeur waarnemend burgemeester
Voor het Vlaamse Gewest
Afdeling Wegen en Verkeer Antwerpen
Ing, Roel Smits ir. Kathy Vandenmeersschaut
Directeur Investeringen Administrateur-generaal
Voor Pidpa:
Directeur-generaal Voorzitter
Eddy Troosters Mieke Van den Brande "
Art.2.- Een afschrift van dit besluit zal bezorgd worden aan Pidpa ov.
12 Het Bunder. Goedkeuring akte overdracht onroerende goederen met bestemming openbaar domein. - GOEDGEKEURD
Beslissing
Feiten en motivering
De Voorkempen heeft als sociale woonmaatschappij een project gerealiseerd in de nieuwe straat Het Bunder. In hun bouwvergunning en de overeenkomst met de gemeente, is opgenomen dat zij de wegenis kosteloos moeten overdragen naar het openbaar domein na voltooiing van het project.
De overdrager (De Voorkempen) verklaart dat de uitvoering van de wegenis- en andere infrastructuurwerken voor het project gelegen te Brasschaat, 3de afdeling, Het Bunder gesubsidieerd werd op basis van artikel 5.23, 2° van de Vlaamse Codex Wonen (VCW). Hiertoe is het noodzakelijk dat deze infrastructuurwerken, samen met de grond waarin of waarop ze zijn uitgevoerd, met toepassing van artikel 5.24 van de VCW, worden overgedragen aan de verkrijger (gemeente Brasschaat), om in het gemeentelijk openbaar domein te worden opgenomen.
Deze overdracht gebeurt om reden van algemeen nut.
In dit verband werd een akte van overdracht naar openbaar domein opgemaakt door de VMSW (Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen).
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te hechten aan deze akte.
Juridisch kader
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en
latere wijzigingen.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 57, betreffende de
bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen en artikels 248 tot en met 264
betreffende het bestuurlijk toezicht.
Adviezen
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 9 januari 2023 de akte principieel goedgekeurd.
Financiële gevolgen
Alle kosten, rechten en eventuele erelonen van deze akte zijn voor rekening van de overdrager (De Voorkempen).
BESLUIT eenparig:
Art.1.-Goedkeuring wordt gegeven aan het ontwerp van akte overdracht onroerende goederen met bestemming openbaar domein van de wegenis Het Bunder af te sluiten tussen De Voorkempen en de gemeente Brasschaat, met tekst als volgt:
"AKTE OVERDRACHT ONROERENDE GOEDEREN MET BESTEMMING OPENBAAR DOMEIN
Op, datum, voor mij, Philip Cools, burgemeester van de gemeente Brasschaat, handelend krachtens de beslissing van de gemeenteraad van datum.
Zijn verschenen:
Enerzijds:
De coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met sociaal oogmerk “DE VOORKEMPEN – H.E.”, met zetel te 2960 Brecht, Nijverheidsstraat 3, ondernemingsnummer 0426.798.911, RPR Antwerpen, bouwmaatschappij tot het nut van het algemeen belang, erkend door de Nationale Maatschappij voor Huisvesting onder nummer 131 op datum van 23 oktober 1984 en door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, thans genaamd Vlaamse Maatschappij voor sociaal Wonen, onder nummer 131 op 19 maart 1991, geïmmatriculeerd op de griffie van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen in het register van de burgerlijke vennootschappen die de vorm van heen handelsvennootschap hebben aangenomen onder
nummer 87, opgericht ingevolge akte verleden voor notaris Thierry Van de Perre te Antwerpen op 11 januari 1985, gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad op 6 februari 1985 onder nummer 850206.202. De statuten werden herhaaldelijk gewijzigd en voor het laatst, ingevolge buitengewone algemene vergadering gehouden op 7 mei 2015, waarvan proces-verbaal werd opgemaakt door notaris Koen De Raeymaecker te Antwerpen, gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 29 mei 2015 onder nummer 5075976.
Hier vertegenwoordigd overeenkomstig de statuten door:
A. De heer WOUTERS Jozef Maria, geboren te Brecht op 25/06/1954, rijksregisternummer 54.06.25-
495.28, wonende te 2960 Brecht, Bethaniëlei 2A, voorzitter van de raad
van bestuur en daartoe benoemd bij besluit van 3 maart 2016,
gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 8 april 2016
onder nummer 16049213;
B. De heer VAN HOFFELEN Peter Frans Joris, geboren te Borgerhout op 06/02/1970, rijksregisternummer 70.02.06-291.43, wonende te 2180 Ekeren, Schriek 173, benoemd tot directeur bij besluit van 2 april 2009, gepubliceerd in de bijlage tot het
Belgisch Staatsblad van 5 augustus 2009, onder nummer 09112272.
Hierna genoemd ‘de overdrager’
Anderzijds:
De gemeente Brasschaat, waarvan de burelen gevestigd zijn te Verhoevenlei 11, 2930 Brasschaat, hier vertegenwoordigd door:
handelend in uitvoering van een beslissing van de gemeenteraad van 30/01/2023. Deze beslissing is definitief geworden ten gevolge van het verstrijken van de termijn waarover de toezichthoudende overheid beschikt om de beslissing te schorsen of te vernietigen.
Hierna genoemd ‘de verkrijger’
1.a. Artikel 1 – OVERDRACHT van algemeen nut
De overdrager verklaart dat de uitvoering van de wegenis- en andere infrastructuurwerken voor het project gelegen te Brasschaat, 3de afdeling, Het Bunder gesubsidieerd werd op basis van artikel 5.23, 2° van de Vlaamse Codex Wonen (VCW). Hiertoe is het noodzakelijk dat deze infrastructuurwerken, samen met de grond waarin of waarop ze zijn uitgevoerd, met toepassing van artikel 5.24 van de VCW, worden overgedragen aan de verkrijger, om in het gemeentelijk openbaar domein te worden opgenomen.
De overdrager verklaart dat de huidige overdracht kadert binnen de verplichting, vermeld in de eerste paragraaf. Om die reden gebeurt deze overdracht om algemeen nut.
1.b. Artikel 2 – BESCHRIJVING van het goed
De overdrager draagt het hieronder beschreven goed in volle eigendom over aan de verkrijger, die aanvaardt.
De overdrager bevestigt dat dit plan is opgenomen in de databank van plannen van afbakening van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, onder referentienummer 11323-10254 en verklaart dat het nadien niet meer gewijzigd werd.
Hierna genoemd ‘het goed’.
1.c. Artikel 3 – oorsprong van eigendom
Het goed hoort toe aan de overdrager.
Het werd voorheen verkregen door mevrouw DE BONDT Martine Paula Joanna en mevrouw DE BONDT Ann Maria Julia, ieder voor de onverdeelde helft, ingevolge schenking door hun ouders, te weten de heer DE BONDT Jacobus Joannes en zijn echtgenote mevrouw DE WINTER Maria Simonne, te Brasschaat, ingevolge akte verleden voor geassocieerd notaris Joseph Roevens te Brasschaat op twintig januari tweeduizend en vijf, overgeschreven op het tweede hypotheekkantoor te Antwerpen op zestien februari daarna onder het nummer 03391 (58 – T – 16/02/2005 – 03391).
Ingevolge akte verleden voor notaris Chris Celis te Brasschaat op dertig september tweeduizend en negen hebben de echtgenoten DE BONDT-DE WINTER uitdrukkelijk afstand gedaan van het, in de voormelde schenkingsakte opgenomen, beding van conventionele terugkeer en de eraan verbonden gevolgen ingevolge het artikel 952 van het Burgerlijk Wetboek.
De verkrijger verklaart genoegen te nemen met de oorsprong van eigendom zoals hierboven aangegeven en eist van de overdrager geen andere titel dan een uitgifte van deze akte.
1.d. Artikel 4 – Bodemdecreet
De overdrager verklaart:
Voor zover de voorgaande verklaringen door de overdrager te goeder trouw afgelegd werden, neemt de verkrijger de risico’s van eventuele bodemverontreiniging, eventuele gebruiks- of bestemmingsbeperkingen en/of voorzorgsmaatregelen op zich, alsook de eventuele schade, zowel als de kosten van bodemsaneringswerken die daaruit zouden kunnen voortvloeien. De verkrijger verklaart dat hij de overdrager hiervoor tegenover hem tot geen vrijwaring zal zijn gehouden.
Conform artikel 117 van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 vermeldt de instrumenterend ambtenaar dat de bepalingen van afdeling II van dit decreet werden toegepast.
Artikel 5 - Stedenbouwkundige inlichtingen
De instrumenterend ambtenaar vermeldt, overeenkomstig artikel 5.2.1, § 1, eerste lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (hierna ‘de Vlaamse Codex’):
● dat er voor het onroerend goed een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is uitgereikt;
● dat de meest recente stedenbouwkundige bestemming van het goed, voorwerp van deze overeenkomst woongebied is;
● dat er voor het onroerend goed geen dagvaarding werd uitgebracht overeenkomstig artikel 6.1.1 of 6.1.41 tot en met 6.1.43 van de Vlaamse Codex en iedere in de zaak gewezen beslissing;
● dat er op het onroerend goed, voorwerp van deze overeenkomst, een geen voorkooprecht rust, vermeld in artikel 2.4.1 van de Vlaamse Codex of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten;
● dat er voor het onroerend goed een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden van toepassing is;
● dat er geen krachtens artikel 4.2.12, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening verplichte as-builtattest(en) voorhanden zijn
● dat het onroerend goed, voorwerp van deze overeenkomst, niet het voorwerp uitmaakt van een voorkeursbesluit of een projectbesluit.
De verkrijger verklaart, overeenkomstig artikel 5.2.1, § 1, tweede lid van de Vlaamse Codex dat hij een stedenbouwkundig uittreksel heeft ontvangen dat ten hoogste één jaar voor het verlijden van de authentieke akte werd verleend.
De instrumenterende ambtenaar verwijst, overeenkomstig artikel 5.2.1, § 1, derde lid van de Vlaamse Codex naar artikel 4.2.1 van diezelfde Vlaamse Codex betreffende de vergunningsplichtige handelingen, hierna letterlijk geciteerd:
‘Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen :
1° de hiernavolgende bouwwerken verrichten, met uitzondering van onderhoudswerken :
a) het optrekken of plaatsen van een constructie,
b) het functioneel samenbrengen van materialen waardoor een constructie ontstaat,
c) het afbreken, herbouwen, verbouwen en uitbreiden van een constructie;
2° met bomen begroeide oppervlakten, vermeld in artikel 3, § 1 en § 2, van het bosdecreet van 13 juni 1990 ontbossen, zoals vermeld in artikel 4, 15°, van dat decreet;
3° bomen die op een hoogte van één meter boven het maaiveld een stamomtrek van één meter hebben, en geen deel uitmaken van de oppervlakten, vermeld in 2°, vellen;
4° het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzigen, onder meer door de bodem aan te vullen, op te hogen, uit te graven of uit te diepen waarbij de aard of de functie van het terrein wijzigt;
5° een grond gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten voor :
a) het opslaan van gebruikte of afgedankte voertuigen, of van allerlei materialen, materieel of afval,
b) het parkeren van voertuigen, wagens of aanhangwagens,
c) het plaatsen van één of meer verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt, in het bijzonder woonwagens, kampeerwagens, afgedankte voertuigen en tenten, met uitzondering van het kamperen op een toeristisch logies dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016 betreffende het toeristische logies;
6° de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed geheel of gedeeltelijk wijzigen, indien de Vlaamse Regering deze functiewijziging als vergunningsplichtig heeft aangemerkt;
7° een woning opsplitsen of in een gebouw het aantal woongelegenheden die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande wijzigen, ongeacht of het gaat om een eengezinswoning, een etagewoning, een flatgebouw, een studio of een al dan niet gemeubileerde kamer;
8° recreatieve terreinen aanleggen of wijzigen, onder meer een golfterrein, een voetbalterrein, een tennisveld of een zwembad;
9° een publiciteitsinrichting plaatsen of aanbrengen.’
Artikel 6 - Onroerend erfgoed
De verkoper verklaart dat het goed:
- niet voorkomt op een (voor)ontwerplijst van voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, landschappen of archeologische patrimonia, noch het voorwerp is van een dergelijk
voorlopig of definitief beschermingsbesluit en hij terzake geen bericht heeft ontvangen
- niet opgenomen is op taris en hij terzake geen bericht heeft ontvangen.
Artikel 7 - Watertoets - overstromingsgebied
Na opzoeking door ondergetekende instrumenterende ambtenaar van de overstromingskaarten van Geo Vlaanderen blijkt dat het goed:
● Niet gelegen is in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zoals vastgesteld door de Vlaamse regering
● Niet gelegen is in een afgebakend overstromingsgebied of afgebakende oeverzone
● Niet gelegen is in een risicozone voor overstromingen
Artikel 8 - Staat van het goed
Het goed wordt overgedragen:
Er wordt door de overdrager geen enkele waarborg gegeven wat betreft de juiste oppervlakte of configuratie van het goed. Elk verschil in oppervlakte, zelfs als het meer dan een twintigste bedraagt, maakt verlies of winst uit voor de verkrijger zonder dat er uit dien hoofde enige rechtsvordering kan ingesteld worden noch door de verkrijger, noch door de overdrager.
De overdrager is geen enkele vrijwaring noch waarborg verschuldigd wat betreft het ongestoord bezit van het goed of de zichtbare gebreken, die de verkrijger zelf heeft waargenomen of had kunnen waarnemen.
De overdracht wordt toegestaan en aanvaard zonder beding van prijs.
Artikel 11 – bestemming
De verkrijger zal het goed gebruiken volgens de openbare bestemming.
3.a. Artikel 12 - KOSTEN
Alle kosten, rechten en eventuele erelonen van deze akte zijn voor rekening van de overdrager.
Artikel 13 – Lasten
Alle belastingen zijn vanaf 1 januari aanstaande ten laste van de verkrijger.
3.b. Artikel 14 – Fiscale verklaring – vrijstelling verkooprecht
De overdrager en de verkrijger verklaren dat deze overdracht gebeurt ten algemene nutte. Om die reden verzoekt de verkrijger om toepassing van artikel 2.9.6.0.3., eerste lid, 1° van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (vrijstelling van verkooprecht).
3.c. Artikel 15 - SLOTBEPALINGEN
Voor de uitvoering van deze akte doen beide partijen keuze van woonst op hun respectieve adressen.
De instrumenterende ambtenaar verklaart de aanwezige personen geïdentificeerd te hebben aan de hand van hun identiteitskaart.
Het kantoor Rechtszekerheid is bij de overschrijving van deze akte ontslagen van het ambtshalve nemen van inschrijving.
WAARVAN AKTE
Verleden te Brasschaat, datum.
Nadat de akte integraal werd voorgelezen en werd toegelicht ondertekenen de overdrager, de verkrijger en ik, instrumenterend ambtenaar."
Art.2.- Een afschrift van dit besluit zal bezorgd worden aan De Voorkempen - H.E.
13 Globale preventieplan en jaaractieplan 2022. Kennisneming. - KENNISGENOMEN
Beslissing
Feiten en motivering
Elke werkgever is verplicht om een welzijnsbeleid te voeren én om een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk te hebben. De dienst geeft zowel aan de werkgever als aan de werknemers advies over de toepassing van de regelgeving over het welzijn op het werk.
De interne dienst wordt opgericht op het hoogste niveau van de organisatie omdat daar de beleidsbeslissingen over welzijn worden genomen. De preventieadviseur, of één van de preventieadviseurs indien er meerdere zijn, neemt de leiding van de dienst. Op die manier is er een directe samenwerking tussen de interne dienst en het management. De preventieadviseur voert zijn taak echter wel in volle onafhankelijkheid van de werkgever en de werknemer uit.
Er werd door de dienst preventie en bescherming een globaal preventieplan en jaaractieplan 2022 opgesteld.
Juridisch kader
Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
Codex van 28 april 2017 over het welzijn op het werk
Neemt kennis van het globale preventieplan en jaaractieplan 2022.
14 Mondelinge vraag van Luc Van der Schoepen over de stand van zaken van de ondernemingsraad en de huldiging 'Huis De Potter' voor de gemeenteraad. - KENNISGENOMEN
Zittingsverslag
Raadslid Van der Schoepen licht zijn vraag toe :
Recent lazen we dat het gemeentebestuur nog steeds op zoek is naar kandidaten om de ondernemersraad te vervoegen. Nochtans waren er bij de eerste oproep voldoende kandidaten, maar werden deze niet weerhouden omwille van hun ‘profiel’.
Onze vraag is daarom wat de huidige stand van zaken is en hoe het gemeentebestuur denkt wél aan de ‘juiste’ profielen te geraken.
In het kader van deze zoektocht naar leden van de ondernemingsraad, kunnen wij die noodzaak niet duidelijker onderstrepen dan te verwijzen naar het feit dat we belangrijke dingen uit het oog dreigen te verliezen. Wanneer we in het verleden ‘de Flor’ de terechte aandacht schonken en er zelfs straten naar wilden vernoemen, kunnen we ons vandaag op een gelijkaardig unicum beroepen in onze gemeente. In Maria- ter- Heide heb je bijvoorbeeld, op het Zegeplein, huis De Potter. Het is een handelszaak voor geschenken, speelgoed leder- en papierwaren die naar verluidt al meer dan 100 jaar zou bestaan. De dame, Cecile, die er nu de zaak uitbaat is al de derde generatie en is ook reeds op een gezegende leeftijd. Of er in de toekomst nog opvolging is, dat is niet met zekerheid te zeggen. Maar ook dat is een taak van het gemeentebestuur en de ondernemersraad volgens ons, namelijk kleinhandel ondersteunen en een gevarieerd aanbod garanderen of tenminste aanmoedigen in de gemeente.
Menig Polygonees zal bijvoorbeeld getuigen dat Huis De Potter een begrip is in Maria- ter- Heide én een voorbeeld van een handelszaak die een belangrijk en sympathiek aanbod verzekert.
Wat is de huidige stand van zaken, aangaande de samenstelling van de ondernemersraad, en hoe denkt het gemeentebestuur wél aan de ‘juiste’ profielen te geraken.
Vindt de betrokken schepen net zoals ons een huldiging voor 'huis De potter op het zegeplein op zijn plaats?”
Schepen Pantens bedankt raadslid Van der Schoepen voor zijn vragen. Ze licht toe dat er al wel een werking is ondanks dat de ondernemersraad nog niet volledig is. De ondernemersraad werd vorig jaar in februari opgestart en er waren sindsdien ook al 5 vergaderingen. Bij de oprichting wilde men graag een brede waaier van verschillende ondernemers uit Brasschaat. De profielen die zich destijds aanmeldden waren heel veel detailhandelaars. Via de voorzitters van de winkeliersverenigingen zijn deze reeds goed vertegenwoordigd. Er werd dus meer gezocht naar de supermarkten, KMO’s, ICT,.. een heel gemengde ondernemersraad. Ondertussen zijn er reeds 14 en is men nog op zoek naar 3 profielen. Van deze 3 zouden er nu al 2 ingevuld zijn, nl. de medische- en de sociale sector. Momenteel zoekt men nog binnen de vrije beroepen. Het zijn de mensen van de ondernemersraad die daar de contacten hebben en die dan onderhandelen om hen bij de ondernemersraad te betrekken. Men wil de ondernemers op het grondgebied de komende 2 jaar nog verder ondersteunen. Op 16 februari is er ook terug een ondernemersborrel. Schepen Pantens geeft mee dat geïnteresseerden zich nog steeds kunnen aanmelden hiervoor.
Jubilarissen in het ondernemerschap werden in het verleden altijd in de bloemetjes gezet. Dit vindt het bestuur zeker belangrijk. Ook voor Huis De Potter zal zeker iets georganiseerd worden. Schepen Pantens nodigt alvast de aanwezige pers uit.
Raadslid Van der Schoepen spreekt zijn dank uit in naam van de mensen uit Maria Ter Heide.
Beslissing
Recent lazen we dat het gemeentebestuur nog steeds op zoek is naar kandidaten om de ondernemersraad te vervoegen. Nochtans waren er bij de eerste oproep voldoende kandidaten, maar werden deze niet weerhouden omwille van hun ‘profiel’.
Onze vraag is daarom wat de huidige stand van zaken is en hoe het gemeentebestuur denkt wél aan de ‘juiste’ profielen te geraken.
In het kader van deze zoektocht naar leden van de ondernemingsraad, kunnen wij die noodzaak niet duidelijker onderstrepen dan te verwijzen naar het feit dat we belangrijke dingen uit het oog dreigen te verliezen. Wanneer we in het verleden ‘de Flor’ de terechte aandacht schonken en er zelfs straten naar wilden vernoemen, kunnen we ons vandaag op een gelijkaardig unicum beroepen in onze gemeente. In Maria- ter- Heide heb je bijvoorbeeld, op het Zegeplein, huis De Potter. Het is een handelszaak voor geschenken, speelgoed leder- en papierwaren die naar verluidt al meer dan 100 jaar zou bestaan. De dame, Cecile, die er nu de zaak uitbaat is al de derde generatie en is ook reeds op een gezegende leeftijd. Of er in de toekomst nog opvolging is, dat is niet met zekerheid te zeggen. Maar ook dat is een taak van het gemeentebestuur en de ondernemersraad volgens ons, namelijk kleinhandel ondersteunen en een gevarieerd aanbod garanderen of tenminste aanmoedigen in de gemeente.
Menig Polygonees zal bijvoorbeeld getuigen dat Huis De Potter een begrip is in Maria- ter- Heide én een voorbeeld van een handelszaak die een belangrijk en sympathiek aanbod verzekert.
Neemt kennis van de vraag van Luc Van der Schoepen, namens Vlaams Belang:
● Wat is de huidige stand van zaken, aangaande de samenstelling van de ondernemersraad, en hoe denkt het gemeentebestuur wél aan de ‘juiste’ profielen te geraken.
● Vindt de betrokken schepen net zoals ons een huldiging voor 'huis De Potter' op het Zegeplein op zijn plaats?
15 Mondelinge vraag van Rob Eeman over de toekomst van de Minder Mobiele Centrale en Handicar Brasschaat voor de gemeenteraad. - KENNISGENOMEN
Zittingsverslag
Raadslid Eeman licht zijn vraag toe :
“In 1988 heeft het OCMW Brasschaat een licentie overeenkomst gekregen van CPA vzw (beter gekend als “Taxistop of Mpact vzw), voor het uitbouwen van een plaatselijke Minder Mobielen Centrale in Brasschaat. Dat de uitbouw goed gelukt is in Brasschaat bewijzen de cijfers. De minder Mobielen Centrale van Brasschaat heeft de laatste jaren tussen de 500 en 600 gebruikers (leden) per jaar, er worden per jaar gemiddeld 7 700 ritten georganiseerd en men heeft elk jaar gemiddeld tussen de 25 en 30 vrijwillige chauffeurs ter beschikking die jaarlijks (Coronajaren niet meegerekend) samen een afstand afleggen van gemiddeld 153 000 km.
Ook de dispatching wordt in Brasschaat al jarenlang door een groep vrijwilligers opgenomen, die in een beurtrol elke werkdag de permanentie verdelen. Zij beluisteren de boodschappen op het antwoordapparaat, verwerken de mails, nemen tussen 9 en 11 uur de oproepen rechtstreeks aan en zoeken voor alle ritten een geschikte en beschikbare vrijwilliger (die zij hiervoor contacteren).
Deze mensen doen dit gratis, krijgen hiervoor geen enkele vergoeding.
Vanuit de ervaring weten de dispachters wie er aangesproken kan worden, naast de nuttige informatie uit de gebruikte MMC Toepassing die veel informatie bevat over voorkeuren, bijzondere ‘eigenschappen’ en wensen van leden, beschikbaarheid en ‘ooit gereden met’ van chauffeur-vrijwilligers.
Hierdoor kunnen we afleiden dat onze Minder Mobielen Centrale op maat werkt van de hulpbehoevende, minder mobile Brasschaatse gebruikers.
Huidig heerst er een ongerustheid bij chauffeurs en gebruikers. Onze Minder Mobielen Centrale zou niet meer in handen blijven van Brasschaat en zal overgeheveld worden naar een andere regio.
Vragen :
Overweegt het OCMW-Gemeentebestuur om deze diensten (MMC en Handicar) ‘over te hevelen’ of onder te brengen bij Handicar Zoersel?
Indien ja, begrijpt het gemeentebestuur voldoende wat de gevolgen zullen zijn voor de vrijwilligers en gebruikers wanneer deze service verdwijnt of niet meer in handen ligt van Brasschaat?”
Schepen Hans licht haar antwoord toe :
“Na onderzoek van dit dossier wordt op 31 januari aan het MAT voorgesteld om de coördinatie van MMC en Handicar in eigen beheer te houden. Hiertoe zal de personeelsformatie van dienstencentrum Vesalius aangepast worden zodat de coördinatie via het dienstencentrum kan verlopen. De facturatie en administratie zal ook herbekeken worden, maar blijft in eigen beheer. De vrijwilligers werden hiervan reeds in kennis gesteld.”
Raadslid Eeman bedankt schepen Hans voor haar antwoord. Hij kan hier alleen maar positief op reageren.
Beslissing
In 1988 heeft het OCMW Brasschaat een licentie overeenkomst gekregen van CPA vzw (beter gekend als “Taxistop of Mpact vzw), voor het uitbouwen van een plaatselijke Minder Mobielen Centrale in Brasschaat. Dat de uitbouw goed gelukt is in Brasschaat bewijzen de cijfers. De minder Mobielen Centrale van Brasschaat heeft de laatste jaren tussen de 500 en 600 gebruikers (leden) per jaar, er worden per jaar gemiddeld 7 700 ritten georganiseerd en men heeft elk jaar gemiddeld tussen de 25 en 30 vrijwillige chauffeurs ter beschikking die jaarlijks (Coronajaren niet meegerekend) samen een afstand afleggen van gemiddeld 153 000 km.
Ook de dispatching wordt in Brasschaat al jarenlang door een groep vrijwilligers opgenomen, die in een beurtrol elke werkdag de permanentie verdelen. Zij beluisteren de boodschappen op het antwoordapparaat, verwerken de mails, nemen tussen 9 en 11 uur de oproepen rechtstreeks aan en zoeken voor alle ritten een geschikte en beschikbare vrijwilliger (die zij hiervoor contacteren).
Deze mensen doen dit gratis, krijgen hiervoor geen enkele vergoeding.
Vanuit de ervaring weten de dispachters wie er aangesproken kan worden, naast de nuttige informatie uit de gebruikte MMC Toepassing die veel informatie bevat over voorkeuren, bijzondere ‘eigenschappen’ en wensen van leden, beschikbaarheid en ‘ooit gereden met’ van chauffeur-vrijwilligers.
Hierdoor kunnen we afleiden dat onze Minder Mobielen Centrale op maat werkt van de hulpbehoevende, minder mobile Brasschaatse gebruikers.
Huidig heerst er een ongerustheid bij chauffeurs en gebruikers. Onze Minder Mobielen Centrale zou niet meer in handen blijven van Brasschaat en zal overgeheveld worden naar een andere regio.
Neemt kennis van de vraag van Rob Eeman, namens PvdA:
● Overweegt het OCMW-Gemeentebestuur om deze diensten (MMC en Handicar) ‘over te hevelen’ of onder te brengen bij Handicar Zoersel?
● Indien ja, begrijpt het gemeentebestuur voldoende wat de gevolgen zullen zijn voor de vrijwilligers en gebruikers wanneer deze service verdwijnt of niet meer in handen ligt van Brasschaat?
16 Mondelinge vraag van Kasper Vanpoucke over de actie in de strijd tegen honger in Brasschaat en de concrete verdeling van extra middelen voor voedselhulp voor de gemeenteraad. - KENNISGENOMEN
Zittingsverslag
Raadslid Vanpoucke licht zijn vraag toe :
“Actie in de strijd tegen honger in Brasschaat - concrete verdeling extra middelen voor voedselhulp
Door het duurdere leven en de hoge energieprijzen nemen de verontrustende verhalen toe. Zo is de vraag om hulp bij de OCMW's exponentieel gestegen. Voor Brasschaat 2012 is het duidelijk: net zoals iedereen zijn huis moet kunnen verwarmen, moet iedereen eten kunnen kopen. Iedereen moet kunnen leven, niet overleven. Het aantal mensen dat beroep moet doen op voedselbanken stijgt, dus moeten ook de middelen daarvoor meestijgen.
De federale regering maakte daarom recent bekend dat de OCMW’s extra middelen ontvangen inzake voedselhulp. Meer specifiek wordt er door het federale niveau een toelage toegekend om de meest kwetsbare mensen in de gemeente de kans te geven om voedsel te kopen. Uit cijfers blijkt dat Brasschaat op die manier een bedrag van 3.877,00 EUR ontvangt.
Wij vragen ons af welke plannen dit bestuur heeft met deze extra middelen, welk beleid er vandaag gevoerd wordt inzake voedselhulp en welke bijsturingen er op til staan.
Daarom volgende vragen:
1. Hoe zullen de extra middelen (3877 EUR) aan ons OCMW, en die bestemd zijn voor voedselhulp, concreet besteed worden?
2. Heeft dit gemeentebestuur in de vorige jaren van deze legislatuur gelijkaardige federale, Vlaamse of provinciale middelen ontvangen? Zo ja, kunnen er concrete cijfers gegeven worden, en kan er gezegd worden hoe deze middelen precies werden ingezet?
3. Heeft dit bestuur vandaag een uitgeschreven beleid inzake voedselhulp voor kwetsbare inwoners? Zo ja, waaruit bestaat dit beleid?
4. Merkt men een toename in de vraag naar voedselhulp onder de cliënten van het OCMW? Zo ja, kan men hier cijfers op plakken? Wat doet men aan de soms nog te grote opstap om met deze problemen naar ons OCMW te stappen? Zijn de initiatieven zoals de sociale kruidenier voldoende gekend?
5. Denkt dit bestuur dat de vraag naar voedselhulp in Brasschaat de komende maanden nog zal toenemen? Zo ja, is men hier op voorbereid?”
Schepen Hans geeft toelichting bij de verschillende vragen van raadslid Vanpoucke :
Met de middelen die we kregen werden maaltijdcheques (maaltijdbons aangekocht) via de firma Sodexo. Met deze cheques kunnen voedingsmiddelen worden aangekocht in de meeste supermarkten. Met deze cheques kunnen geen alcohol of rookwaren gekocht worden.
De cheques worden voornamelijk meegegeven aan personen die dringend nood hebben aan financiële ondersteuning maar waar ofwel het sociaal onderzoek nog niet werd afgerond en de financiële steun nog niet kon worden bepaald. Er worden ook cheques in de plaats van geld meegegeven als er twijfel is of betrokkene het geld wel zal besteden aan voeding. Momenteel zijn deze bons nog niet allemaal uitgedeeld. Cijfers voor deze subisidies werden nog niet gefinaliseerd.
2. Heeft dit gemeentebestuur in de vorige jaren van deze legislatuur gelijkaardige federale, Vlaamse of provinciale middelen ontvangen? Zo ja, kunnen er concrete cijfers gegeven worden, en kan er gezegd worden hoe deze middelen precies werden ingezet?
Tijdens de coronaperiode werden ook subsidies gegeven voor voedselhulp, die ook via de aankoop van sodexobons werden besteed. Het ging toen over 14775 euro (gespreid over 2 jaar) waarmee 119 personen werden verder geholpen.
3. Heeft dit bestuur vandaag een uitgeschreven beleid inzake voedselhulp voor kwetsbare inwoners? Zo ja, waaruit bestaat dit beleid?
Het bestuur tracht zoveel mogelijk te zorgen dat mensen voldoende financiële middelen hebben om zelf hun voeding aan te kopen, dit door indien nodig, aanvullende steun toe te kennen. De voedselbons worden vooral gebruikt als het over een nieuw dossier gaat en er nog geen duidelijkheid is over de persoon of zijn situatie maar er wel nood is aan financiële ondersteuning. Ook wanneer omwille van bijvoorbeeld een verslavingsproblematiek er twijfel is over het gebruik van financiële steun zal eerder naar de voedselbons gegrepen worden.
4. Merkt men een toename in de vraag naar voedselhulp onder de cliënten van het OCMW? Zo ja, kan men hier cijfers op plakken? Wat doet men aan de soms nog te grote opstap om met deze problemen naar ons OCMW te stappen? Zijn de initiatieven zoals de sociale kruidenier voldoende gekend?
De voedselhulp is maar een fractie van wat er gegeven wordt. Er is ook ondersteuning met andere middelen, o.a. de dienstencentra.
Met de verhuis van Kabas naar DC Vesalius hebben veel klanten de weg gevonden naar het DC voor de middagmalen. Bij de drie DC’s is er nog capaciteit voor extra middagmalen.
Of er in de toekomst nog verdere stijging is voor voedselhulp kunnen we moeilijk voorspellen, maar extra hulp, is steeds mogelijk.
Het klantenbestand van de sociale kruidenier is van 103 actieve klanten in januari 2022 naar 221 gegaan, waarvan 80 klanten Oekraïners zijn. Omwille van het gestegen aantal heeft de sociale kruidenier 2 extra halve dagen geopend, namelijk op maandag en dinsdag specifiek voor Oekraïners zodat we op dat moment ook voor een tolk kunnen zorgen.
5. Denkt dit bestuur dat de vraag naar voedselhulp in Brasschaat de komende maanden nog zal toenemen? Zo ja, is men hier op voorbereid?
Een stijging is moeilijk te voorspellen maar we hopen dat we de grootste stijging achter de rug hebben. Wat algemeen betreft. Voedselhulp is maar een fractie van de hulpverlening die wij geven. Wij proberen ook te ondersteunen met andere middelen.”
Raadslid Vanpoucke bedankt schepen Hans voor haar antwoord. Hij vindt het geen slecht idee om met de voedselcheques te werken. Het is zeer goed dat men hier snel mee kan opstarten vooraleer een heel dossier is afgerond. Hij begrijpt dat er geen beleid is, maar wel dat er acties zijn. Het is triestig om vast te stellen dat de cijfers zo hard omhoog zijn gegaan. Dit zal nog veel sociale aandacht vergen van het bestuur.
Beslissing
Door het duurdere leven en de hoge energieprijzen nemen de verontrustende verhalen toe. Zo is de vraag om hulp bij de OCMW's exponentieel gestegen. Voor Brasschaat 2012 is het duidelijk: net zoals iedereen zijn huis moet kunnen verwarmen, moet iedereen eten kunnen kopen. Iedereen moet kunnen leven, niet overleven. Het aantal mensen dat beroep moet doen op voedselbanken stijgt, dus moeten ook de middelen daarvoor meestijgen.
De federale regering maakte daarom recent bekend dat de OCMW’s extra middelen ontvangen inzake voedselhulp. Meer specifiek wordt er door het federale niveau een toelage toegekend om de meest kwetsbare mensen in de gemeente de kans te geven om voedsel te kopen. Uit cijfers blijkt dat Brasschaat op die manier een bedrag van 3.877,00 EUR ontvangt.
Wij vragen ons af welke plannen dit bestuur heeft met deze extra middelen, welk beleid er vandaag gevoerd wordt inzake voedselhulp en welke bijsturingen er op til staan.
Neemt kennis van de vraag van Kasper Vanpoucke, namens Brasschaat2012:
● Hoe zullen de extra middelen (3877 EUR) aan ons OCMW, en die bestemd zijn voor voedselhulp, concreet besteed worden?
● Heeft dit gemeentebestuur in de vorige jaren van deze legislatuur gelijkaardige federale, Vlaamse of provinciale middelen ontvangen? Zo ja, kunnen er concrete cijfers gegeven worden, en kan er gezegd worden hoe deze middelen precies werden ingezet?
● Heeft dit bestuur vandaag een uitgeschreven beleid inzake voedselhulp voor kwetsbare inwoners? Zo ja, waaruit bestaat dit beleid?
● Merkt men een toename in de vraag naar voedselhulp onder de cliënten van het OCMW? Zo ja, kan men hier cijfers op plakken? Wat doet men aan de soms nog te grote opstap om met deze problemen naar ons OCMW te stappen? Zijn de initiatieven zoals de sociale kruidenier voldoende gekend?
● Denkt dit bestuur dat de vraag naar voedselhulp in Brasschaat de komende maanden nog zal toenemen? Zo ja, is men hier op voorbereid?
17 Actuele vraag van Inge Hermans over de mogelijke gevolgen van de precaire financiële situatie Zorgbedrijf Antwerpen op Zorgbedrijf Brasschaat voor de gemeenteraad. - KENNISGENOMEN
Zittingsverslag
Raadslid Hermans licht haar vraag toe :
“Het Zorgbedrijf Antwerpen(ZBA) bevindt zich volgens een persbericht, in zwaar financieel vaarwater.
Erger nog, als er niet dringend ernstige maatregelen worden getroffen, is het Antwerpse Zorgbedrijf virtueel failliet.
ZBA en Zorgbedrijf Brasschaat,(ZBB) zijn zoals de naam doet vermoeden, op één of andere manier met elkaar verbonden.
Onze vragen :
Was ons bestuur van deze financiële problemen reeds op de hoogte en zo ja, wanneer en over welke informatie dan concreet?
Wat kunnen mogelijke gevolgen zijn voor de werking en personeel van het ZBB?
Zullen deze "slechte papieren" een invloed hebben op de toekomstplannen voor het nieuwe WZC Brasschaat en de St Jozefkapel?
Wat is de stand van zaken m.b.t. de erfpactakte en staan er opschortende voorwaarden in? Wanneer kunnen de raadsleden inzage krijgen?
Werden er ondertussen al plannen opgevat om de Brasschaatse bewoners /personeel in te lichten
over deze berichtgeving?
Treft men vanuit Brasschaats Zorgbedrijf voorzorgsmaatregelen indien op termijn geen oplossing kan gevonden worden in Antwerpen?”
Schepen Hans licht toe dat het heel kort dag was en daarom heeft ze met de directeur van het Zorgbedrijf gebeld. Hij heeft haar laten weten dat het Zorgbedrijf zeker niet in slechte papieren zit, integendeel. De stad heeft keuzes moeten maken inzake sociaal beleid en kortingen naar bepaalde klanten van het Zorgbedrijf. Dit heeft men in Brasschaat ook moeten doen. Ze geeft mee dat het om een persbericht gaat dat gevoed is door de oppositie. Dit wordt vanavond pas besproken op de gemeenteraad in Antwerpen.
Schepen Hans licht toe dat ze dit zeker verder zullen laten onderzoeken door het auditcomité. Het Zorgbedrijf zijn uitbaters, ze kunnen dus nooit failliet gaan. Het Zorgbedrijf doet de uitbating van het woonzorgcentrum. Mensen moeten dus niet onnodig ongerust gemaakt worden volgens haar.
Waarnemend burgemeester Cools licht toe dat de erfpachtakte reeds goedgekeurd werd door de raad voor maatschappelijk welzijn alsook dat ze ondertekend werd. Dit was op de gemeenteraad van 31 januari 2022.
Raadslid Hermans geeft mee dat het haar plezier doet dat ze dan toch in goede papieren zitten maar ze vindt het vreemd dat dit dan zo in de krant komt. Ze vraagt zich af of hier een strategie achter zit om het één en ander gedaan te krijgen?
Schepen Hans licht toe dat het krantenartikel door de oppositie gevoed werd.
Voorzitter Versompel licht nog toe dat hij persoonlijk in het auditcomité zit en dat zij zeker niet op de hoogte waren. De gevolgen werden nog niet besproken aangezien ze niet op de hoogte waren.
Wanneer er een problematiek zou zijn vastgesteld, zou de voorzitter van het auditcomité die zeker gemeld hebben.
Schepen Heirman licht nog toe dat Zorgbedrijf Brasschaat een verzelfstandigde welzijnsvereniging is. Zorgbedrijf Antwerpen is de uitbater. De verbondenheid tussen Zorgbedrijf Antwerpen en Zorgbedrijf Brasschaat is louter contractueel. In het slechtste geval zou iemand anders de uitbating kunnen doen. Buiten het uitbatingscontract is er verder geen verbinding met Zorgbedrijf Antwerpen.
Waarnemend burgemeester Cools licht toe dat de cijfers uit het krantenartikel overgenomen werden uit de meerjarenplanning van Zorgbedrijf Antwerpen. Zorgbedrijf Brasschaat heeft ook een meerjarenplanning. Deze meerjarenplanning is volledig op orde. Hij ziet op dit ogenblik geen probleem.
Raadslid Eeman vindt het antwoord zeer optimistisch. Hij geeft een weergave uit een krantenartikel.
Voorzitter Versompel onderbreekt hem en licht toe dat het niet de bedoeling is om problemen van de gemeenteraad in Antwerpen te bespreken. Het is volgens hem niet zinvol om er nu verder over te debatteren aangezien men niet weet wat de concrete cijfers zijn en de inhoud van het dossier. Hij heeft alle begrip dat er problemen aangekaart worden, maar nu is dat niet aan de orde.
Beslissing
Het Zorgbedrijf Antwerpen(ZBA) bevindt zich volgens een persbericht, in zwaar financieel vaarwater.
Erger nog, als er niet dringend ernstige maatregelen worden getroffen, is het Antwerpse Zorgbedrijf virtueel failliet.
ZBA en Zorgbedrijf Brasschaat,(ZBB) zijn zoals de naam doet vermoeden, op één of andere manier met elkaar verbonden.
Neemt kennis van de vraag van Inge Hermans, namens Brasschaat2012:
● Was ons bestuur van deze financiële problemen reeds op de hoogte en zo ja, wanneer en over welke informatie dan concreet?
● Wat kunnen mogelijke gevolgen zijn voor de werking en personeel van het ZBB?
● Zullen deze "slechte papieren" een invloed hebben op de toekomstplannen voor het nieuwe WZC Brasschaat en de St Jozefkapel?
● Wat is de stand van zaken mbt de erfpactakte en staan er opschortende voorwaarden in?
● Wanneer kunnen de raadsleden inzage krijgen?
● Werden er ondertussen al plannen opgevat om de Brasschaatse bewoners/personeel in te lichten over deze berichtgeving?
● Treft men vanuit Brasschaats Zorgbedrijf voorzorgsmaatregelen indien op termijn geen oplossing kan gevonden worden in Antwerpen?
18 Definitieve oppensioenstelling wegens lichamelijke ongeschiktheid. - GOEDGEKEURD
19 Lage Kaart. Grondoverdracht. Goedkeuring verkoopovereenkomst. - GOEDGEKEURD
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.