1 Kennisname van de definitieve verkiezingsuitslag.

De gemeenteraad neemt kennis van de definitieve verkiezingsuitslag.

2 Onderzoek van de geloofsbrieven.

De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de verkozenen.
De geloofsbrieven omvatten de bewijsstukken die alle verkozenen, die opgeroepen zijn om de eed af te leggen, moeten voorleggen en waaruit blijkt dat ze op een wettige wijze zijn verkozen en er tegen hun verkiezing geen bezwaren zijn.

3 Eedaflegging van de verkozen gemeenteraadsleden.

De verkozen gemeenteraadsleden, van wie de geloofsbrieven zijn goedgekeurd, leggen de eed af in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

4 Bepaling van de rangorde van de gemeenteraadsleden.

De gemeenteraad stelt de rangorde van de gemeenteraadsleden vast.

5 Vaststelling van de fracties.

De gemeenteraad neemt kennis van de fracties in de gemeenteraad.

6 Verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad.

De gemeenteraad verkiest, op basis van een akte van voordracht, een voorzitter onder de gemeenteraadsleden van Belgische nationaliteit.

7 Verkiezing van de schepenen.

De gemeenteraad verkiest onder de gemeenteraadsleden, op basis van een gezamenlijke akte van voordracht, de schepenen. Voor ze hun mandaat aanvaarden, leggen de schepenen in openbare vergadering van de gemeenteraad de eed af.
De rang van de schepenen wordt bepaald door de rangorde op de gezamenlijke akte van voordracht.

8 Aanduiding en eedaflegging van de aangewezen-burgemeester.

Het gemeenteraadslid met de meeste naamstemmen van Belgische nationaliteit, die behoort tot de grootste fractie van de meerderheid, wordt aangeduid als aangewezen-burgemeester.