Zitting van maandag 25 november 2019

Van 20:00 uur

Locatie raadzaal, Verhoevenlei 11, 2930 Brasschaat

 

Aanwezig:

Tom Versompel - voorzitter

Philip Cools - waarnemend burgemeester

Adinda Van Gerven, Myriam Van Honste, Goele Fonteyn, Inez Ven, Carla Pantens, Bruno Heirman en Karina Hans - schepenen

Dirk de Kort, Bart Brughmans, Jef Konings, André Van Mechelen, Jan Jambon, Niels de Kort, Luc Van der Schoepen, Rudi Pauwels, Lisa Buysse, Karin Willemen-Beyers, Christophe Thomas, Robrecht Eeman, Bart Thijs, Walter Vermeulen, Erwin Callens, Hedwig van Baarle, Joris Van Cauwelaert, Dieter Heughebaert, Ingeborg Hermans, Greet Verbert en Kasper Vanpoucke - raadsleden

Ward Schevernels - algemeen directeur

Afwezig:

Dimitri Hoegaerts, Cathy Mallentjer en Ellen Somers - raadsleden

 

 

Barbara Cloet korpschef  verlaat de zitting vanaf punt 1.

Karina Hans schepen  verlaat de zitting vanaf punt 6.

Jan Jambon raadslid  vervoegt de zitting vanaf punt 6.

Karina Hans schepen  vervoegt de zitting vanaf punt 9.

Philip Cools verlaat de zitting, conform artikel 27 van het decreet lokaal bestuur bij de behandeling van punt 11.

Philip Cools waarnemend burgemeester  verlaat de zitting vanaf punt 12.

Philip Cools waarnemend burgemeester  vervoegt de zitting vanaf punt 13.

Jan Jambon raadslid  verlaat de zitting vanaf punt 14.

Jan Jambon raadslid  vervoegt de zitting vanaf punt 29.

Karina Hans verlaat de zitting, conform artikel 27 van het decreet lokaal bestuur bij de behandeling van punt 58.

Karina Hans schepen  vervoegt de zitting vanaf punt 59.

Barbara Cloet korpschef  vervoegt de zitting vanaf punt 60.

Barbara Cloet korpschef  verlaat de zitting vanaf punt 61.

Jan Jambon raadslid  verlaat de zitting vanaf punt 71.

Barbara Cloet korpschef  vervoegt de zitting vanaf punt 71.

Jan Jambon raadslid  vervoegt de zitting vanaf punt 72.

Barbara Cloet korpschef  verlaat de zitting vanaf punt 72.

 

1 van 1

 

Overzicht punten

 

 

1 Notulen en zittingsverslag van de zitting van de gemeenteraad van 21 oktober en 12 november 2019. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid N. de Kort vraagt wanneer het zonaal veiligheidsplan van de politiezone Brasschaat zal worden voorgelegd ter bespreking. Hij had begrepen dat dit in eerste instantie zou zijn gebeurd op de algemene commissie van november maar dat dit nu zou worden gepland voor de algemene commissie van de gemeenteraad op 3 december 2019. Hij is verder tevreden over de kwaliteit van het zittingsverslag en bedankt de medewerkers van het secretariaat hiervoor. Tot slot geeft hij aan dat de vraag met betrekking tot de wettelijkheid van de zoneborden voor het verbod op parkeren voor vrachtwagens nog niet werd beantwoord. 

 

Schepen Fonteyn stelt dat zijn vraag aan bod gekomen is tijdens de behandeling van dit punt en dat ze ook geantwoord heeft dat de huidige borden zijn getoetst op hun wettelijkheid en er zich op dit vlak geen probleem vormt. Werner Hoogsteyns van de politiezone Brasschaat bevestigd dat de borden zoals nu voorzien voldoen aan de bepalingen van zowel de wegcode als het betrokken ministerieel besluit. Het betreft hier een verkeersbord voor parkeren met een onderbord E9 die de tonnagebeperking vermeld, in casu 7,5 ton.

 

Waarnemend burgemeester Cools bevestigt dat het zonaal veiligheidsplan inderdaad zal worden toegelicht zal worden op de algemene commissie van 3 december 2019.

 

Raadslid N. de Kort verzoekt te waken over de timing van de agenda van deze algemene commissie. Hij vindt immers dat het zonaal veiligheidsplan een belangrijk beleidsmatig instrument is waarover men grondig van gedachten moet kunnen wisselen. Het rapport gaat over een langere periode en omvat vele thema’s. Op deze commissie komen ook de punten in verband met de begroting en het meerjarenplan aan bod en hij hoopt dat er ook voldoende tijd wordt voorzien voor de bespreking van het zonaal veiligheidsplan. 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Op 21 oktober en 12 november 2019 was er een van de gemeenteraad. De gemeenteraad dient de notulen en het zittingsverslag van die zittingen goed te keuren.

 

Juridisch kader

Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- De notulen en het zittingsverslag van de zitting van de gemeenteraad van 21 oktober  en 12 november 2019 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

2 Akteneming benoeming en eedaflegging waarnemend burgemeester. - KENNISGENOMEN

 

 

Zittingsverslag

 

Waarnemend burgemeester Cools vindt het waar genoegen om de volgende 5 jaar in de gemeenteraad als waarnemend burgemeester te mogen zetelen en de bevolking van Brasschaat te  mogen vertegenwoordigen. Hij beschouwt dit als een hele eer en zal zich hiervoor ook volledig inzetten.

 

Raadslid Pauwels wenst de waarnemend burgemeester uiteraard heel veel succes maar heeft ook kennis dat de waarnemend burgemeester dit ambt, gelet op het feit dat hij nog een andere functie uitoefent, slechts deeltijds zal kunnen uitoefenen en dat volgens hem een gemeente zoals Brasschaat een burgemeester verdient die zich voltijds aan het ambt kan wijden. 

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat het feit dat er een combinatie is met een andere functie behoort tot zijn privésfeer maar heeft geen probleem om dit te beamen. Hij herhaalt dat hij zich ten volle inzet in zijn ambt en nodigt raadslid Pauwels uit om hem te vergezellen tijdens de uitoefening van zijn ambt zodat hij snel zal overtuigd zijn van het feit dat, indien alle uren bij elkaar worden opgeteld, hij aan een meer dan een voltijdse invulling komt van zijn functie.

Beslissing

 

 

Er wordt gevraagd kennis te nemen van het Ministerieel Besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2019 waarbij Philip Cools als waarnemend-burgemeester van Brasschaat wordt benoemd en van de eedaflegging op 25 november 2019 door voornoemde in de hoedanigheid van waarnemend-burgemeester.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

3 Verhindering van een schepen. - KENNISGENOMEN

 

 

Beslissing

 

 

Door de eedaflegging op 25 november 2019 als waarnemend burgemeester zal Philip Cools van rechtswege verhinderd zijn als schepen. Hij dient vervangen te worden door een waarnemend schepen.

 

Neemt kennis dat Philip Cools verhinderd zal zijn als schepen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

4 Verkiezing van een waarnemend schepen. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Bruno Heirman legt de eed af als schepen in de handen van waarnemend burgemeester Philip Cools.

 

Waarnemend burgemeester licht toe dat het college van burgemeester en schepenen ingevolge deze invulling van een nieuwe schepen aanleiding geeft tot het herdefiniëren van de bevoegdheden binnen het college van burgemeester en schepenen. Dit zal als volgt zijn:

 

          Philip Cools, waarnemend burgemeester: organisatieontwikkeling, lokaal mondiaal beleid en integrale veiligheid;

          Adinda Van Gerven, eerste schepen: militaire aangelegenheden, Bad Neuenahr-Ahrweiler, sport en jeugd;

          Myriam Van Honste, tweede schepen: ruimtelijke ordening, wonen, energietransitie en afvalbeleid;

          Goele Fonteyn, derde schepen: patrimonium, mobiliteit, infrastructuur, groen en natuur en duurzaamheid;

          Inez Ven, vierde schepen: burgerzaken en onderwijs;

          Carla Pantans, vijfde schepen: lokale economie, toerisme, Vlaamse en Europese aangelegenheden, cultuur, bibliotheek en feestelijkheden;

          Bruno Heirman, zesde schepen: communicatie, ICT, financiën, interne organisatie en HRM;

          Karina Hans, voorzitter van het BSCD en zevende schepen: gezin, sociale zaken, maatschappelijke dienstverlening, ouderenzorg (dienstencentra, WZC), dierenwelzijn, armoedebestrijding en senioren.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Op 25 november 2019 legde Philip Cools de eed af als waarnemend burgemeester. Hij is sinds die dag verhinderd als schepen.

Wanneer een schepen verhinderd is, dan moet er worden overgegaan tot de verkiezing van een waarnemend schepen.

 

Deze wordt verkozen op basis van een akte van voordracht van de kandidaat-schepen, ondertekend door meer dan de helft van de verkozen gemeenteraadsleden. Om ontvankelijk te zijn moet die akte van voordracht voor de kandidaat-schepenen tevens ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat werden verkozen.

 

Juridisch kader

Artikel 47 van het decreet lokaal bestuur.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Er wordt kennis van genomen dat Tom Versompel, voorzitter, de akte van voordracht ontvankelijk heeft verklaard.

 

Art.2.- Bruno Heirman wordt verkozen verklaard als waarnemend schepen gedurende de periode van verhindering van Philip Cools.

 

Art.3.- Bruno Heirman legt in de openbare vergadering de volgende eed af in handen van Philip Cools, waarnemend burgemeester: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen".

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

5 Fluvius. Goedkeuring agenda voor de buitengewone algemene vergadering van 19 december 2019. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Brughmans bedankt het college voor de geboden mogelijkheid om Fluvius een duidelijke presentatie te laten geven op de themacommissie Intercommunales. Zijn fractie steunt de beleidsplannen van Fluvius met uitzondering van de geplande kapitaalsverhoging van Publi-T ter financiering van de verdere explansie van Elia binnen Europa door onder meer direct of indirect te investeren in buitenlandse overnames binnen de energiesector. Dit is volgens hem geen taak van een overheid of een intercommunales die bestaan uit overheden. 

 

Hij verwijst tevens naar de tussenkomsten met betrekking tot de hernieuwbare energie van raadslid Callens tijdens de themacommissie en steunt dit ook. De houding van Fluvius over de impact van de regelgeving op de berekening van de tarieven en meer bepaald over de verrekening van de PV-installaties bij particulieren is zorgwekkend. Hij stelt dan ook voor aan de gemeenteraad om de gemeentelijke vertegenwoordiger opdracht te geven om hierover vragen te stellen tijdens de buitengewone algemene vergadering.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De gemeente Brasschaat is aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen en werd per aangetekend schrijven van 18 september 2019 opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Fluvius Antwerpen die op 19 decembe 2019 plaatsheeft in Afspanning de Jachthoorn, Doornstraat 11 in 2550 Kontich.

 

Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente per brief van 18 september 2019 overgemaakt werd;

 

De voorgestelde statutenwijzigingen vinden hun oorsprong in meerdere domeinen:

          Creatie Aov-aandelen en aanverwante bepalingen

          Winstverdeling preferent / niet-preferent – referentiewinst

          Aanbrengen van statutaire verfijningen inzake de overname van het personeel en de daarmee verband houdende kosten vermits er niet alleen contractuele maar ook statutaire werknemers worden ingezet

          Overige statutaire bepalingen: update, aanvulling.

 

Naar aanleiding van de uittredingen van de 4 Iveka-gemeenten die ervoor geopteerd hebben om op 1 januari 2020 toe te treden tot de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen en waarvan akte genomen werd op de algemene vergaderingen van respectievelijk 18 en 26 juni 2019 werd een voorstel van partiële splitsing door overneming overgemaakt.

 

Het gehele vermogen van deze activiteiten, die alle activa en passiva en alle rechten en plichten  omvat, zal overeenkomstig artikel 677 en volgende van het Wetboek van Vennoot
schappen overgaan naar Fluvius Antwerpen en dit vanaf 1 januari 2020. 

 

          De opschortende voorwaarden inzake de partiële splitsingen door overneming zijn:

          De voorafgaande goedkeuring door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergaderingen van de opdrachthoudende verenigingen Fluvius Antwerpen en Iveka van de voorgestelde partiële splitsing door overneming.

          De voorafgaande goedkeuring door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van Fluvius Antwerpen van de omzetting van het aantal bestaande aandelen binnen Fluvius Antwerpen à rato van 25 euro per eigen vermogenswaarde voor de activiteit elektriciteit, aardgas, Publi-T, Publigas, openbare verlichting, riolering en kabel.

          De voorafgaande goedkeuring door de Buitengewone Algemene Aandeelhoudersvergadering van Fluvius Antwerpen tot aanpassing van haar bestaande aandelen (i.e. per 31.12.2019) A (niet-preferente aandelen) en A’ (preferente aandelen) binnen de activiteit Elektriciteit en Gas waarbij de A’-aandelen het excedent vertegenwoordigen aan Eigen Vermogen boven 40% van de RAB binnen de activiteit Elektriciteit en de activiteit Gas.

 

Er wordt geopteerd voor een voorlopige ruilverhouding gebaseerd op de gegevens per 30 juni 2019.  Op basis van de definitieve cijfers per 31 december 2019 die geattesteerd zullen worden door de betrokken commissarissen, zal de definitieve ruilverhouding, bepaald aan de hand van de goedgekeurde ruilverhoudingsmethodiek met betrekking tot de cijfers van 30 juni 2019 (voorlopige ruilverhouding), worden vastgelegd en verwerkt.  Deze werkwijze laat in de eerste plaats toe om met de meest geactualiseerde boekhoudkundige cijfers rekening te kunnen houden die zo dicht mogelijk aansluiten op de datum van 1 januari 2020, waarop genoemde partiële splitsingen binnen Iveka en Fluvius Antwerpen fiscaal en juridisch van kracht worden.

 

Juridisch kader

Artikel 432 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen van 19 december 2019:

1)      Statutenwijziging:

          Goedkeuring van de statutenwijzigingen

                      Verlenen van machtiging om de beslissing genomen in dit agendapunt bij authentieke akte te doen vaststellen en de statuten dienovereenkomstig aan te passen. 

2)      Realisatie van een partiële splitsing door overneming conform art. 677 en 728 e.v. van het W.Venn. van de Opdrachthoudende Vereniging Iveka (te splitsen vennootschap) om de activiteiten van de gemeenten Malle, Ranst, Wommelgem en Zoersel welke zij hebben toevertrouwd aan Iveka over te brengen naar de Opdrachthoudende Vereniging Fluvius Antwerpen (overnemende vennootschap).

2.1. Vaststelling van de in de splitsingsvoorstellen opgenomen opschortende voorwaarden en tijdsbepaling.

2.2. Kennisneming van de splitsingsvoorstellen (art. 728 W.Venn.) en van de bijzondere verslagen van de raad van bestuur (art. 730 W.Venn.) en van de commissaris (art. 731 W.Venn.) met betrekking tot de voorstellen tot partiële splitsing door overneming, met juridische, boekhoudkundige en fiscale uitwerking per 1 januari 2020.

De deelnemers kunnen één maand voor de algemene vergadering op de zetel van de vereniging kennis nemen van de splitsingsvoorstellen, voormelde bijzondere verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 730, 731 en 733 van het Wetboek van Vennootschappen en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen.

2.3. Goedkeuring van:

          de partiële splitsingen door overneming van de Opdrachthoudende Vereniging Iveka (te splitsen vennootschap) om de activiteiten van de gemeenten Malle, Ranst, Wommelgem en Zoersel welke zij hebben toevertrouwd aan Iveka over te brengen naar de Opdrachthoudende Vereniging Fluvius Antwerpen (overnemende vennootschap) omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, en dit op basis van een balans afgesloten op 30 juni 2019, met inwerkingtreding per 1 januari 2020 en dit op basis van de ruilverhouding (voorlopige) van de balans afgesloten op 30 juni 2019 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2019.

          de overeenkomstige kapitaalwijzigingen.

2.4. Aanvaarding van de aansluiting voor de activiteit elektriciteit en aardgas van de gemeenten Malle, Ranst, Wommelgem en Zoersel binnen Fluvius Antwerpen vanaf 1 januari 2020.

2.5. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de partiële splitsingen en kapitaalwijzigingen en inzonderheid verlenen van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om:

a) de al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden ten aan
zien van de partiële splitsingen zoals vermeld onder punt 2.1. vast te stellen;

b) de verwezenlijking van partiële splitsingen vast te stellen;

c) het overgedragen vermogen exact te beschrijven, en desgevallend de hypotheek
bewaarders vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving; 

d) de definitieve ruilverhouding in het kader van de partiële splitsingen vast te stellen op basis van de geactualiseerde netto en bruto-waarde van de activa en passiva van de partieel op te splitsen verenigingen en de overnemende verenigingen per 31 december 2019, berekend volgens de principes vastgelegd in de partiële splitsingsvoorstellen en de bijzondere verslagen over de partiële splitsingsvoorstellen, dit na revisorale controle van de cijfers per 31 december 2019;

e) daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn;

f) alle formaliteiten te vervullen m.b.t. de neerlegging en publicatie van de beslissingen van de buitengewone algemene vergadering en de uitvoering van de partiële splitsingen in de meest brede zin.

2.6. Verlenen van machtiging om de beslissingen genomen in voor
gaand agendapunt 2 bij authentieke akte te doen vaststellen.

3)      Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2020 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2020.

4)      Code goed bestuur.

5)      Statutaire benoemingen.

6)      Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.

7)      Statutaire mededelingen.

 

Art.2.- zijn goedkeuring te hechten aan de voorgestelde statutenwijzigingen van de opdracht-houdende vereniging Fluvius Antwerpen;

 

Art.3.- zijn goedkeuring te hechten aan de voorstellen van partiële splitsing Fluvius Antwerpen / Iveka door overneming inzake de overgang van Iveka naar Fluvius Antwerpen van de activiteiten verbonden aan de 4 uittredende gemeenten.

 

Art.4.- De vertegenwoordiger Walter Vermeulen wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.

 

Art.5.- Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be .

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

6 Goedkeuring agenda en vaststelling van het mandaat van de afgevaardigde van de gemeente voor de algemene vergadering van Pidpa op 20 december 2019. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

De N-VA fractie draagt Walter Vermeulen voor als gemeentelijke vertegenwoordiger.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De gemeente is deelnemer aan de opdrachthoudende vereniging Pidpa.

Op vrijdag 20 december 2019 om 11.30 uur organiseert Pidpa een algemene vergadering op het administratief hoofdkantoor Desguinlei 246 te 2018 Antwerpen.

 

De agenda van deze buitengewone algemene vergadering is als volgt :

1)      Nazicht van de volmachten/raadsbesluiten voor de afgevaardigden.

2)      Begroting 2020 met kennisgeving van de te ontwikkelen activiteiten en te volgen strategieën in 2020 - goedkeuring.

3)      Benoemingen.

4)      Uitbreiding opdracht Kontich – goedkeuring.

5)      Goedkeuring van het verslag staande de vergadering.

 

Onder agendapunt 3 zal vooreerst de benoeming van de nieuwe kandidaat-bestuurder, dhr. Ward Kennes (Kasterlee), na het ontslag van mevr. Nicole Boonen aan de vergadering worden voorgelegd. Hiertoe dient de gemeenteraad een beslissing te nemen.

 

Deze algemene vergadering zal tevens invulling geven aan de samenstelling van het adviescomité A op basis van de gewijzigde statutaire bepalingen zoals die goedgekeurd werden op algemene vergadering van 18 oktober 2019. Hiertoe dient door de gemeenteraad één kandidaat-lid van dit adviescomité A te worden voorgedragen. Voor het adviescomité A werd Andre van Mechelen voorgedragen als afgevaardigde.

In zitting van 30 september 2013 werd de overeenkomst tussen de gemeente Brasschaat en PIDPA voor de overdracht van de rioleringsinfrastructuur goedgekeurd. Door de toetreding tot Pidpa-HidroGem kan Brasschaat een afgevaardigde voordragen voor het statutair voorziene D-adviescomité. Voor het adviescomité D werd Walter Vermeulen voorgedragen als afgevaardigde.

 

Artikel 447 van het decreet lokaal bestuur wijst erop dat een mandaat van vertegenwoordiger op de algemene vergadering onverenigbaar is met het mandaat van lid van een van de andere organen.

 

Het is aangewezen om een ander persoon aan te duiden voor het adviescomité D of voor de algemene vergadering.

 

In zitting van 25 februari 2019 werd Walter Vermeulen als vertegenwoordiger aangeduid met als plaatsvervanger Bart Thijs.

 

Juridisch kader

De statuten van de opdrachthoudende vereniging Pidpa

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Akte te nemen van de strategieën en de te ontwikkelen activiteiten van Pidpa met betrekking tot het boekjaar 2020.

 

Art.2.- Goedkeuring te verlenen aan de door de Raad van Bestuur van Pidpa voorgelegde begroting 2020 en het toelichtend verslag.

 

Art.3.- Kennis wordt genomen van het voorstel betreffende het nieuwe lid van de Raad van Bestuur na het ontslag van een bestuurder. De voorgestelde mandataris wordt voorgedragen als kandidaat-lid voor de Raad van Bestuur.

 

Art.4.- Akkoord te gaan met de voorgestelde uitbreiding van de opdracht in de gemeente Kontich tot Pidpa HidroGem.

 

Art.5.- Goele Fonteyn wordt voorgedragen voor het adviescomité D.

 

Art.6.- Aan de vertegenwoordiger Walter Vermeulen wordt de opdracht gegeven om op de buitengewone algemene vergadering van 20 december 2019, overeenkomstig deze beslissing te stemmen alsook de benoemingen goed te keuren, evenals op elke andere algemene vergadering die wordt samengeroepen ter behandeling van de agendapunten van deze vergadering.

 

Art.7.- Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en zal onverwijld een afschrift van deze beslissing bezorgen aan Pidpa, Desguinlei 246 te 2018 Antwerpen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

7 Intergemeentelijke samenwerking Pontes. Goedkeuring agenda buitengewone algemene vergadering van 18 december 2019. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

De N-VA fractie draagt Erwin Callens voor als gemeentelijke vertegenwoordiger.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De intergemeentelijke vereniging PONTES heeft een uitnodiging gestuurd voor een buitengewone algemene vergadering op 18 december 2019. Het betreft een buitengewone algemene vergadering waarop de strategische nota en de beroting voor het volgende jaar staan geagendeerd.

 

Aangezien de gemeente aandeelhouder is in deze vereniging, moet een gemeentelijk vertegenwoordiger worden aangeduid en moet tevens het mandaat van deze vertegenwoordiger worden vastgesteld.

 

Juridisch kader

Artikel 34, §2, 2°,  artikel 41, §2, 4° en 9° en artikel 432 van het decreet lokaal bestuur.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Er wordt kennis genomen van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van de intergemeentelijke vereniging PONTES van 18 december 2019, die er als volgt uit ziet:

1)      Algemene vergadering: verslag 19 juni 2019 - goedkeuring

2)      Beleid: evaluatienota 2013-2018 - goedkeuring

3)      Beleid: ondernemingsplan 2019-2024 - goedkeuring

4)      Financiën: budget 2020 - goedkeuring

5)      Varia en rondvraag

 

Art.2.- De vertegenwoordiger van de gemeente, Erwin Callens, die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van PONTES op 18 december 2019 wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de besluiten van de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid.

 

Art.3.- Erwin Callens, gemeenteraadslid en Dieter Heughebaert, gemeenteraadslid werden reeds aangeduid als respectievelijk effectief en plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente op de buitengewone algemene vergadering van PONTES op 18 december 2019.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

8 Dienstverlenende vereniging Cipal. Goedkeuring agenda en bevestiging mandaat voor de algemene vergadering van 12 december 2019. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Brughmans stelt dat in de resultaten van CIPAL de impact van de responsabiliseringsbijdrage duidelijk zichtbaar en is vraagt of deze ook door de Vlaamse overheid gecompenseerd worden. 

 

Raadslid Jambon antwoordt dat de Vlaamse Regering een grote inspanning heeft geleverd inzake de responsabiliseringsbijdrage en dit voor zowel gemeenten, OCMW, … maar dat de grens is getrokken bij de intercommunales die er geen beroep op kunnen doen. 

 

De N-VA fractie draagt Walter Vermeulen voor als gemeentelijke vertegenwoordiger.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De gemeente is deelnemer van de dienstverlenende vereniging Cipal.

 

Op 12 december 2019 vindt de algemene vergadering van Cipal plaats met volgende agendapunten:

 

1)      Toetreding en aanvaarding van nieuwe Deelnemers

2)      Bespreking en goedkeuring van de begroting voor het boekjaar 2020 met inbegrip van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie

3)      Vaststelling van de code van goed bestuur van Cipal dv

4)      Rondvraag

5)      Goedkeuring van het verslag, staande de vergadering.

 

Met het gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 werd Erwin Callens aangeduid als vertegenwoordiger met als plaatsvervanger Bart Thijs.

 

Juridisch kader

Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur

Statuten Cipal

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de algemene vergadering van Cipal van 12 december 2019, op basis van de bekomen documenten en de toelichtende nota:

 

1)      Toetreding en aanvaarding van nieuwe Deelnemers

2)      Bespreking en goedkeuring van de begroting voor het boekjaar 2020 met inbegrip van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie

3)      Vaststelling van de code van goed bestuur van Cipal dv

4)      Rondvraag

5)      Goedkeuring van het verslag, staande de vergadering.

 

Art.2.- De vertegenwoordiger van de gemeente, Erwin Callens wordt gemandateerd om op de algemene vergadering van Cipal van 12 december 2019 te handelen en te beslissen conform dit besluit.

 

Art.3.- Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavig besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Cipal.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

9 Igean dienstverlening. Goedkeuring agenda van de buitengewone algemene vergadering van 11 december 2019. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De raad van bestuur van 23 oktober 2019 heeft beslist om de buitengewone algemene vergadering te organiseren in de burelen van IGEAN, gelegen aan de Doornaardstraat 60 te Wommelgem op woensdag 11 december 2019 om 19 u met volgende dagorde:

1)      goedkeuren van de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2020

2)      goedkeuren van de begroting 2020

3)      goedkeuren van het ondernemingsplan 2019 – 2024.

In diezelfde zitting heeft de raad van bestuur haar goedkeuring gehecht aan de bijhorende documenten.

 

Met het schrijven van IGEAN dienstverlening van 25 oktober 2019 werd de uitnodiging en de dagorde voor de buitengewone algemene vergadering van 11 december 2019 aan alle deelnemers bezorgd.

Volgende documenten werden op dat ogenblik via het infonet ter beschikking gesteld van de deelnemers.

4)      de cijfergegevens over de inwoners en het kapitaal

5)      de uittreksels uit de beslissingen van de raad van bestuur van 23 oktober 2019

6)      de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2020

7)      de begroting 2020

8)      het ondernemingsplan 2019-2024.

 

De gemeenteraad heeft met een afzonderlijk besluit de vertegenwoordiger van de gemeente voor de algemene vergadering van IGEAN dienstverlening reeds aangeduid.

Artikel 432 van het decreet en artikel 33§1 van de statuten bepalen dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

Met onderstaande beslissing wordt aan deze vertegenwoordiger een mandaat gegeven.

 

Juridisch kader

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Statuten van Igean dienstverlening

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- hecht goedkeuring de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van IGEAN dienstverlening die zal gehouden worden in de burelen van IGEAN, gelegen aan de Doornaardstraat 60 te Wommelgem op woensdag 11.12.2019 om 19 u evenals van alle daarbij horende documenten en neemt op basis hiervan volgende beslissingen:

1)      goedkeuren van de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2020

2)      goedkeuren van de begroting 2020

3)      goedkeuren van het ondernemingsplan 2019 – 2024.

 

Art.2.- De vertegenwoordiger van de gemeente, Joris Van Cauwelaert, raadslid wordt gemandateerd om op de jaarvergadering van IGEAN dienstverlening van 11 december 2019 deel te nemen aan de bespreking over de in artikel 1 vermelde agendapunten en te beraadslagen en te beslissen overeenkomstig dit besluit en verder al het nodige te doen om de volledige agenda af te werken.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

10 Igean milieu en veiligheid. Goedkeuring agendpunten van de buitengewone algemene vergadering van 11 december 2019. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Buysse stelt dat haar fractie grote voorstander en vragende partij is van de invoering van de paarse zak zodat ook plastic beter kan worden ingezameld. Ze stelt voor dat de gemeentelijke vertegenwoordiger dit te laten aangeven op de buitengewone algemene vergadering. 

 

Schepen Van Honste antwoordt dat dit geen probleem is en dat de huidige meerderheid ook voorstander is om deze in te voeren maar dat actueel wordt aangegeven dat er nog onvoldoende verwerkingscapaciteit is waardoor de planning opschuift.  Er wordt ondertussen reeds verwezen naar 2021 of mogelijks later hoewel het gemeentebestuur eerder hoopte op de invoering in 2020. 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De raad van bestuur van 23 oktober 2019 heeft beslist om de buitengewone algemene vergadering te organiseren in de burelen van IGEAN, gelegen aan de Doornaardstraat 60 te Wommelgem op woensdag 11 december 2019 om 19 u met volgende dagorde:

1)      goedkeuren van de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2020

2)      goedkeuren van de begroting 2020

3)      goedkeuren van het ondernemingsplan 2019 – 2024

4)      innovatiefonds – bepalen bijdrage

5)      benoemen leden raad van bestuur

6)      benoemen leden adviescomités.

In diezelfde zitting heeft de raad van bestuur haar goedkeuring gehecht aan de bijhorende documenten.

 

Met het schrijven van IGEAN milieu & veiligheid van 25 oktober 2019 werd de uitnodiging en de dagorde voor de buitengewone algemene vergadering van 11 december 2019 aan alle deelnemers bezorgd.

Volgende documenten werden op dat ogenblik via het infonet ter beschikking gesteld van de deelnemers.

1)      de cijfergegevens over de inwoners en het kapitaal

2)      de uittreksels uit de beslissingen van de raad van bestuur van 23.10.2019

3)      de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2020

4)      de begroting 2020

5)      het ondernemingsplan 2019-2024

6)      de nota over het innovatiefonds.

 

De gemeenteraad heeft met een afzonderlijk besluit de vertegenwoordiger van de gemeente voor de algemene vergadering van IGEAN dienstverlening reeds aangeduid.

Artikel 432 van het decreet en artikel 34§1 van de statuten bepalen dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

Met onderstaande beslissing wordt aan deze vertegenwoordiger een mandaat gegeven.

 

Juridisch kader

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Statuten van Igean milieu en veiligheid

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- hecht goedkeuring de volledige dagorde van de buitengewone algemene vergadering van IGEAN dienstverlening die zal gehouden worden in de burelen van IGEAN, gelegen aan de Doornaardstraat 60 te Wommelgem op woensdag 11 december 2019 om 19 u evenals van alle daarbij horende documenten en neemt op basis hiervan volgende beslissingen:

1)      goedkeuren van de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2020

2)      goedkeuren van de begroting 2020

3)      goedkeuren van het ondernemingsplan 2019 – 2024

4)      innovatiefonds - bepalen bijdrage

5)      benoemen bestuurder raad van bestuur

6)      benoemen van leden van de adviescomités.

 

Art.2.- De vertegenwoordiger van de gemeente, Joris Van Cauwelaert, raadslid wordt gemandateerd om op de jaarvergadering van IGEAN milieu & veiligheid van 11 december 2019 deel te nemen aan de bespreking over de in artikel 1 vermelde agendapunten en te beraadslagen en te beslissen overeenkomstig dit besluit en verder al het nodige te doen om de volledige agenda af te werken.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

11 Overdracht personeel OCMW Brasschaat Poetsdienst en Karweidienst naar de gemeente Brasschaat. - KENNISGENOMEN

 

 

Zittingsverslag

 

Waarnemend burgemeester Philip Cools verlaat de zitting bij de behandeling van dit punt.

 

Raadslid Eeman geeft aan om inhoudelijk hier niet opnieuw over te willen uitweiden  Zijn fractie heeft het bestuur trachten te overtuigen van het feit dat de stopzetting geen goede keuze is en heeft opgeroepen om de stopzetting van beuide diensten niet door te voeren. Hij stelt echter vast dat de meerderheid een heel andere kijk heeft dan zijn fractie op wat beschouwd moet worden als kerntaken binnen de sociale dienstverlening. Hij stelt vast dat deze beslissing ook navolging heeft in verschillende besturen waar N-VA ook deel uitmaakt van de meerderheid. Hij heeft voorafgaandelijk aan de gemeenteraad enkele vragen bezorgd aan het secretariaat en aan voorzitter Hans en stelt voor om deze te overlopen. Hij heeft o.a. de vraag gesteld hoeveel cliënten de overstap reeds hebben gemaakt naar andere bedrijven, hoeveel poetsuren er minder zijn uit te voeren, of er reeds poetsvrouwen de overstap gemaakt hebben naar de gemeentelijke diensten en zoja naar welke functies dan. 

 

Raadslid Callens wijst de gemeenteraad erop dat dit punt slechts een kennisname betreft en handelt over de bepalingen van de overdracht van personeel. De inhoudelijk gestelde vragen hebben geen verband met dit onderwerp.

 

Raadslid Eeman geeft aan dat hij zijn vragen heeft gesteld via het secretariaat en antwoorden heeft gekregen maar dat hem niet is meegedeeld dat hij deze vragen niet zou mogen stellen tijdens de gemeenteraad.

 

Voorzitter Versompel stelt dat het onderwerp van het agendapunt inderdaad de kennisneming betreft van een besluit omtrent de bepalingen van de overdracht van personeel. Het is niet de bedoeling om het debat over de stoopzetting van de diensten te voeren, dit besluit is immers reeds genomen.

 

Raadslid Eeman vraagt de voorzitter of hij inzake dit punt een voorstel tot wijziging mag doen. 

 

Voorzitter Versompel stelt dat er vragen mogen gesteld worden maar dat het een kennisname betreft en het dus niet de bedoeling is om wijzigingsvoorstellen in te dienen en te behandelen.

 

Raadslid Eeman geeft aan dat er enkele weken geleden een jobbeurs heeft plaatsgevonden waar ook Zorgbedrijf Brasschaat aanwezig was.  Hij heeft vernomen dat Zorgbedrijf Brasschaat aan de aanwezigen heeft meegedeeld dat indien ze zouden overstappen er een anciënniteit van 5 jaar kon worden meegenomen en voor het overige de rechtspositieregeling van Zorgbedrijf Brasschaat geldt.  Hij stelt zich de vraag waarom dit zo moet aangezien Zorgbedrijf Brasschaat toch nog steeds 100% wordt bestuurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn en dat er dus toch mogelijkheden zijn om medewerkers die overstappen naar Zorgbedrijf Brasschaat hun rechten te laten behouden.  In het kader van de procedure van externe mobiliteit die zowel Zorgbedrijf Antwerpen als Zorgbedrijf Brasschaat kunnen gebruiken kan dit volgens hem toch mogelijkheden bieden. Hij geeft aan dat er reeds personeelsleden tussen beide entiteiten zijn uitgewisseld met behoud van alle rechten en dat dit dus ook maar rechtvaardig is dat dit ook moet kunnen voor de medewerkers van de poets -en karweidienst. 

 

Raadslid Callens wijst er opnieuw op dat het gaat over een kennisname en bovendien dat de tussenkomst is gemaakt door een raadslid die tegelijkertijd ook werknemer is bij Zorgbedrijf Brasschaat en verzoekt de voorzitter om de tussenkomst van raadslid Callens niet mee te laten opnemen in de notulen.

 

Raadslid Hermans stelt dat zij geen werknemer is van Zorgbedrijf Brasschaat, het OCMW of de betrokken diensten maar dat ze wel lang genoeg heeft gewerkt in deze sector en dat ze zich ook vragen stelt bij het gelijkheidsbeginsel als het gaat over de behandeling van het personeel en dat ze met betrekking tot dit punt toch ook verschillende vragen heeft. 

 

Voorzitter Versompel stelt dat hij van mening was dat raadslid Eeman een mening wenste te verkondigen en wilde hem in eerste instantie niet zomaar onderbreken. Hij herhaalt echter dat het hier gaat over een kennisname en nodigt de raadsleden uit om indien ze nog vragen hebben deze schriftelijk te stellen en deze zullen dan ook worden beantwoord. Hij besluit hiermee de behandeling van dit punt.

Beslissing

 

 

Juridisch kader

Het besluit van 24 februari 2014 waarin de geactualiseerde versie van de algemene

beheersovereenkomst tussen de gemeente Brasschaat en het OCMW van de gemeente Brasschaat werd goedgekeurd;

Het gemeenteraadsbesluit van 31 augustus 2015 waarin goedkeuring werd gehecht aan het principe van de overdracht van personeel van het OCMW Brasschaat naar de gemeente Brasschaat;

De rechtspositieregeling van de gemeente Brasschaat van 18 december 2017, laatst goedgekeurde;

zullen personeelsleden die dit wensen via overdracht in dienst komen bij de gemeente Brasschaat dit met behoud van al hun rechten.

 

De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van 30 september 2019 van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn waarin is beslist dat het organiseren van een poets- en karweidienst geen kerntaak is van het OCMW.

 

De poetsdienst volgt een uitdoofscenario met ingang van 1 oktober 2019 en houdt definitief op te bestaan op 31 december 2024.

 

De karweidienst, onder de huidige vorm, stopt op 1 januari 2020. Door overheveling van de personeelsleden naar de gemeentelijke technische diensten en groendienst kan alsnog voorzien worden in specifieke hulp voor de cliënten van de sociale dienst.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

12 Gemeentelijk secundair onderwijs. Functiebeschrijving leerkracht. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Met het besluit van 29 oktober 2009 werden de algemene functiebeschrijvingen voor het personeel van het gemeentelijk secundair onderwijs vastgesteld.

 

Met het besluit van 26 mei 2015 werden de algemene functiebeschrijvingen en bijhorende specifieke opdrachten voor het personeel van het gemeentelijk secundair onderwijs vastgesteld.

 

Het is noodzakelijk de algemene functiebeschrijving en bijhorende specifieke opdrachten te wijzigen en aan te vullen voor de functie van leerkracht Gib-Gitok.

 

Juridisch kader

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Het decreet rechtspositie van 27 maart 1991.

De ministeriële omzendbrief van 29 oktober 2007 over de functiebeschrijvingen en evaluatie.

 

Adviezen

De representatieve vakorganisaties werden op 17 oktober 2019 geraadpleegd over wijzigingen aan de functiebeschrijving.

De functiebeschrijving voor de functie van leerkracht Gib-Gitok werd voorgelegd aan het overleg- en onderhandelingscomité van scholengemeenschap GIB-Gitok op 13 september 2019.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- De aanpassingen aan de functiebeschrijving van leerkracht GIB-Gitok, zoals voorzien in bijlage wordt goedgekeurd. Deze bijlage vormt een integraal deel van deze beslissing.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

13 Gemeentelijk secundair onderwijs. Wijzigingen lessentabel met ingang van 1 september 2019. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Met het gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2017 werden de lessentabellen van de eerste graad voor het gemeentelijk secundair onderwijs van Brasschaat met ingang van 1 september 2017 vastgesteld.

 

Met ingang van 1 september 2019 werd een inhoudelijke vernieuwing in het secundair onderwijs ingevoerd. Deze wijziging wordt trapsgewijs ingevoerd.

Hierdoor is het noodzakelijk om de lessentabellen van het eerste jaar van de eerste graad opnieuw vast te stelen.

 

Juridisch kader

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Adviezen

De nieuwe lessentabel werd op 21 mei 2019 aan de schoolraad voorgelegd.

De nieuwe lessentabel werd voorgelegd aan het overleg- en onderhandelingscomité van scholengemeenschap GIB-Gitok op 28 mei 2019.

Wegens een materiële vergissing waren de nieuwe lessentabellen voor het eerste jaar pas op 17 oktober 2019 aan de representatieve vakorganisaties van Brasschaat voorgelegd.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- De lessentabel voor het 1ste jaar van de eerste graad van het gemeentelijk secundair onderwijs van Brasschaat wordt vastgesteld met ingang van 1 september 2019 als volgt:

 

eerste graad

eerste jaar

inhaallessen

taal en cultuur

 

 

Nederlands

4

1

Frans

3 + 1*

1

plastische opvoeding

2

 

muzikale opvoeding

1

 

STEM

 

 

wiskunde

4 + 1*

1

techniek

3

 

natuurwetenschappen

2

 

mens en maatschappij

 

 

aardrijkskunde

2

 

geschiedenis

1

 

economie

1

 

mens en maatschappij

1

 

lichamelijke opvoeding

2

 

levensbeschouwing

2

 

keuzevakken

2

 

* klasdoorbrekende differentiatie

 

 

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

14 Budgetwijziging 2. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Vanpoucke wenst de financieel directeur en zijn diensten te bedanken voor de snelle behandeling van de gestelde vragen. Evenwel zal zijn fractie zich, gelet op het feit dat deze meerderheid beleidskeuzes maakt die niet stroken met de visie van zijn fractie, haar eerdere gemaakte tussenkomsten inzake budget aanhouden en de budgetwijziging niet goedkeuren.

 

Raadslid N. de Kort stelt dat ook zijn fractie tijdig alle antwoorden op de gestelde vragen heeft gekregen en dat zijn fractie geen bijkomende vragen heeft. In lijn met het eerdere stemgedrag met betrekking tot de begroting en budget zal zijn fractie zich ook onthouden op dit punt.

 

Raadslid Eeman stelt dat ook de visie van zijn fractie niet strookt met de visie van zijn partij en op basis hiervan zal zijn fractie deze budgetwijziging niet goedkeuren. 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De dienst financiën legt het ontwerp van budgetwijziging 2 voor.

 

In het investeringsbudget zijn er verschuivingen van transactiekredieten in functie van actualisering van de planning van de uitvoering van diverse projecten, veelal doorschuiven van transactiekredieten naar latere jaren.

 

In het exploitatiebudget zijn de voornaamste wijzigingen :

          verwerking van het gunstig resultaat van de jaarrekening 2018 van het OCMW leidt tot een vermindering van de bijdrage aan het OCMW met 1.800.000 euro

          de Federale Overheidsdienst financiën bezorgde een herraming van de opbrengst 2019 van de aanvullende personenbelasting waardoor 1.142.000 euro meerontvangsten kunnen ingeschreven worden.

 

De nieuwe raming houdt rekening met de stand van het inkohieringsproces aanslagjaar 2019 (ritme is verschillend van jaar tot jaar) en met de ontvangsten uit het tweede deel van de inkohieringen voor aanslagjaar 2018. De verhoging kan niet geëxtrapoleerd worden naar de volgende dienstjaren.

Deze wijzigingen hebben een gunstig effect op de autofinancieringsmarge.

 

Het budget 2019 is éénjarig; het is nog opgemaakt door de vorige bestuursploeg. Ook deze wijziging blijft beperkt tot het dienstjaar 2019, omdat de inhoudelijke beleidskeuzes van de nieuwe bestuursploeg thans nog volop vertaald worden in doelstellingen, actieplannen en acties, en de vertaling wordt thans gefinaliseerd in het nieuwe meerjarenplan.

 

Juridisch kader

Gemeentedecreet van 15 juli 2015, met latere wijzigingen, titel IV (planning en financieel beheer)
Besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010, met latere wijzigingen, betreffende de beheers- en beleidscyclus van de gemeenten, provincies en OCMW's.

 

Financiële gevolgen

Het resultaat op kasbasis blijft op hetzelfde niveau en de autofinancieringsmarge verhoogt aanzienlijk.

 

BESLUIT:

Met 17 ja-stemmen (Philip Cools, Adinda Van Gerven, Myriam Van Honste, Goele Fonteyn, Inez Ven, Carla Pantens, Bruno Heirman, Karina Hans, Karin Willemen-Beyers, Christophe Thomas, Bart Thijs, Walter Vermeulen, Erwin Callens, Hedwig van Baarle, Joris Van Cauwelaert, Dieter Heughebaert en Tom Versompel), 5 neen-stemmen (Rudi Pauwels, Lisa Buysse, Robrecht Eeman, Ingeborg Hermans en Kasper Vanpoucke), 7 onthoudingen (Dirk de Kort, Bart Brughmans, Jef Konings, André Van Mechelen, Niels de Kort, Luc Van der Schoepen en Greet Verbert).

 

Art.1.- Hecht goedkeuring aan budgetwijziging 2 dienstjaar 2019.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

15 Aanvullende belasting op de personenbelasting (APB) 2020-2025. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 14 december 2015 houdende goedkeuring van de aanvullende belasting op de personenbelasting 2016-2019.

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.

Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

De artikelen 464 tot en met 470/2 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 12.553.786 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Art.2.- De belasting wordt vastgesteld op 6% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

 

Art.3.- De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

16 Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV)2020-2025. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 27 november 2017 houdende goedkeuring van de opcentiemen op de onroerende voorheffing 2018-2019.

De financiële noodwendigheden van de gemeente vergen om het voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het artikel 170, §4 van de Grondwet.

Het artikel 464/1, 1° van het Wetboek Inkomstenbelastingen 1992.

De artikels 2.1.4.0.2 en 3.1.0.0.4  van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 11.805.088 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 worden ten bate van de gemeente 566,75 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.

 

Art.2.- De vestiging en de inning gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

17 Belasting 2020-2025 op de tweede verblijven. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid D. de Kort vraagt waarom ruimten, dewelke uitsluitend bestemd of gebruikt worden voor een beroepsactiviteit, vrijgesteld worden van deze vergoeding bij tweede verblijven. In voorkomend geval kan dit dus betekenen dat een woning die volledig bestemd of gebruikt wordt voor een beroepsactiviteit op deze manier vrijgesteld wordt en het oneigenlijk gebruik eerder aangemoedigd.

 

Raadslid N. de Kort stelt verder vast dat het college enerzijds de belasting verhoogt voor de tweede verblijven, maar dat anderzijds de vrijstelling blijft bestaan voor bedrijfsruimten. Hij vraagt zich af waarom voor deze beleidskeuzes wordt geopteerd omdat het oneigenlijk gebruik van woningen eerder bevorderd wordt. Hij verwijst als voorbeeld naar een woning in een woning waarbij een beroepsruimte wordt ingericht. In dit geval zal er geen belasting verschuldigd zijn maar mensen die effectief een tweede verblijf hebben zullen een dubbele belasting verschuldigd zijn.

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat de belasting wordt gevorderd voor tweede verblijven waarbij er geen domiciliëring gekend is. Hij verwijst naar het feit dat de Vlaamse Overheid de lokale besturen adviseert om de tarieven voor leegstand en tweede verblijven gelijk te stellen.  Een woning waarbij er een beroepsactiviteit is maar waarwel gewoond wordt is geen tweede verblijf. 

 

Raadslid D. de Kort stelt dat in dit geval er eerder aangemoedigd wordt om bijvoorbeeld in villa’s een beroepsactiviteit zoals studiebureaus, architecten, … worden ingericht en dit dus geen woningen meer zijn hoewel dit juist de bestemming zou moeten zijn. Dit is volgens hem niet de juiste beleidskeuze.  Er moet eerder gezorgd worden dat er meer duiding wordt gegeven, door de verschillende zones concreet te definiëren zodat het duidelijk is welke zones bestemd zijn om te wonen en welke kunnen bestemd worden voor bedrijfsactiviteiten. Volgens hem moet dit meer doordacht worden. 

 

Schepen Van Honste antwoordt dat ze bereid is om hierover te willen nadenken maar wijst er ook op dat dit belastingsreglement is gedefinieerd en goedgekeurd in de vorige legislatuur en dat in essentie er niets wezenlijks aan is gewijzigd.

 

Raadslid D. de Kort geeft aan dat de belastingverhoging er voor heeft gezorgd dat dit zijn aandacht heeft getrokken en dat hij de indruk heeft dat dit enkel wordt gedaan om een verhoging van de inkomsten en vindt dit op deze manier een pestbelasting. Het verhogen van deze belasting op voorstel van N-VA en Open VLD is dan ook zeer verwonderlijk. 

 

Raadslid N. de Kort vult hierbij aan dat de Vlaamse overheid inderdaad sprekt van een gelijkschakeling maar dat dit niet hoeft te betekenen dat het totaal aan belastingen omhoog moet. Gelijkschakelen kan ook in de omgekeerde richting. Het is dus wel effectief een beleidskeuze van deze meerderheid om te kiezen de belasting te verhogen om de gelijkschakeling te realiseren. 

 

Waarnemend burgemeester Cools stelt dat dat CD1V de zaak hier omdraait.  De belasting op leegstaande woningen bedraagt 1.500 euro na het eerste jaar van heffing, 3.500 euro na het tweede jaar en zo verder stijgt naarmate de woning langer leegstaat.  Dit om de leegstand te ontmoedigen.  Er werd echter vastgesteld dat het principe van de tweede verblijven werd gebruikt om dit te omzeilen. Hoewel er geen effectieve bewoning is maar een registratie als tweede verblijf diende er minder belastingen betaald te worden dan mensen die effectief ergens gedomicilieerd zijn.  Het is daarom dat de Vlaamse overheid heeft geadviseerd om deze belastingen op gelijke hoogte te brengen en nog steeds de leegstand te ontmoedigen. 

 

Raadslid N. de Kort herhaalt dat het in dit geval dus een beleidskeuze is om de belastingen bij te stellen naar boven en bijvoorbeeld niet ergens naar een gemiddelde van beide tarieven. Er wordt dus gekozen voor een belastingverhoging en op basis van deze keuze zal de CD&V fractie geen goedkeuring hechten aan dit punt. 

 

Raadslid Van der Schoepen stelt dat de bewoners van de Mikseheide hiermee zouden kunnen geconfronteerd worden en dat deze bewoners toch niet kunnen gecatalogiseerd kunnen worden als belastinghoppers. Ook de Vlaams Belang fractie zal deze belastingverhoging niet goedkeuren. 

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat er een duidelijk verschil is in de tarieven voor die zones die effectief zijn gelegen aan een uitgeruste openbare weg en de woningen die hier niet aan gelegen zijn. Deze laatste zoals bijvoorbeeld de zone achter het Dennenhof zullen nog steeds het verminderde tarief dienen te betalen.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende goedkeuring van de belasting 2014-2019 op de tweede verblijven.

 

Het is wenselijk om een bijdrage te vragen in de financiering van de gemeentelijke uitgaven lastens de eigenaars van woon- en verblijfsgelegenheden die gebruikt worden zonder dat iemand daar zijn hoofdverblijfplaats heeft, dat wil zeggen waarvoor een inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente ontbreekt.

 

Het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister brengt ook minderontvangsten mee voor de gemeente op het vlak van aanvullende personenbelasting.

 

De controle en detectie van leegstaande panden en tweede verblijven zijn aan elkaar gekoppeld. Zowel de belasting op leegstand als de belasting op tweede verblijven gelden als stimulans om de woongelegenheden op het gemeentelijk grondgebied effectief als hoofdverblijfplaats aan te wenden en op die manier het residentieel wonen te beschermen en de sociale cohesie te versterken, die in het gedrang komt wanneer woongelegenheden niet of alleen occasioneel gebruikt worden.

 

De expliciete aanbeveling van de Vlaamse Overheid om het tarief van tweede verblijven gelijk te

schakelen met het aanvangstarief van de leegstaande woningen.

 

Om het belastingshoppen tussen leegstand en tweede verblijf te voorkomen stelt het college voor om de tarieven vanaf het aanslagjaar 2020 te verdubbelen.

 

Het al dan niet gelegen zijn in een gebied voor verblijfsrecreatie (weekendzone) een verantwoord en objectief vast te stellen criterium vormt.

 

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-205 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen;

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

De fiscale Vlaamse omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 231.150 euro.

 

BESLUIT:

Met 22 ja-stemmen (Philip Cools, Adinda Van Gerven, Myriam Van Honste, Goele Fonteyn, Inez Ven, Carla Pantens, Bruno Heirman, Karina Hans, Rudi Pauwels, Lisa Buysse, Karin Willemen-Beyers, Christophe Thomas, Robrecht Eeman, Bart Thijs, Walter Vermeulen, Erwin Callens, Hedwig van Baarle, Joris Van Cauwelaert, Dieter Heughebaert, Ingeborg Hermans, Kasper Vanpoucke en Tom Versompel), 7 neen-stemmen (Dirk de Kort, Bart Brughmans, Jef Konings, André Van Mechelen, Niels de Kort, Luc Van der Schoepen en Greet Verbert).

 

Art.1.- Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.

 

Art.2.- Definities

 

Als tweede verblijf wordt beschouwd: elke private woon- of verblijfsgelegenheid die voor de eigenaar, de huurder of de gebruiker niet tot hoofdverblijf dient, maar op elk ogenblik door hen voor bewoning kan worden gebruikt.

 

Er is alleen sprake van een tweede verblijf wanneer het om een bruikbare woongelegenheid gaat, wat onder meer inhoudt:

          de aanwezigheid van een minimale infrastructuur: bruikbare keuken, was- en slaapgelegenheid

          de aanwezigheid van een minimale bemeubeling

 

Worden niet als tweede verblijf beschouwd:

          lokalen uitsluitend bestemd voor het beoefenen van een beroepsactiviteit;

          tenten, verplaatsbare caravans, woonaanhangwagens, motorhomes;

          studentenhuizen en -kamers

 

Art.3.- Belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf.

 

Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of door een derde feitelijk gebruikt wordt.

 

Zijn belastingplicht geldt ongeacht het feit of hij al dan niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente.

 

In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder.

 

In geval van medeëigendom is iedere niet-vrijgestelde medeëigenaar belastingplichtige in verhouding tot zijn aandeel in het tweede verblijf. Elke niet vrijgestelde medeëigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Art.4.- Tarief

 

De belasting wordt vastgesteld als volgt:

 

500 euro per tweede verblijf gelegen in een gebied voor verblijfsrecreatie (weekendzone)

1.500 euro per tweede verblijf niet gelegen in een gebied voor verblijfsrecreatie (weekendzone)

 

Art.5.- Aangifte

 

5.1 De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat volgens vermelde modaliteiten en vóór vermelde vervaldatum moet worden terugbezorgd.

5.2 De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

 

Art.6.- Procedure van ambtshalve vaststelling en bijhorende belastingverhoging.

 

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 gesteld termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met:

          10% bij een eerste overtreding;

          40%, 70% en 100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

          200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding.

 

Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

 

Art.7.- Wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art.8.- Procedure

 

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

Art.9.- Slotvermelding

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten treffen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

18 Belasting 2020-2025 op de leegstand van woningen en gebouwen. Reglement Inventarisatie. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Eeman geeft aan dat zijn fractie dit punt niet zal goedkeuren. Hij vat graag de motivatie van de meerderheid samen als volgt: “Leegstand van gebouwen en woningen moeten voorkomen en besteed worden. Beschikbare woningen moeten optimaal benut worden en de leegstand zal effect hebben wanneer dit daadwerkelijk belast wordt.

 

Hij stelt dat een belasting om leegstand te ontmoedigen niet hoeft te betekenen dat er enkel wordt gekeken naar het principe om de belastingen zodanig hoog te maken dat de eigenaars enkel hierdoor er pas van overtuigd geraken om iets te ondernemen. Voor de kapitaalkrachtige mensen kan dit mogelijks maar voor andere mensen zal dit een financiële aderlating zijn als ze al over een woning beschikken om leeg te laten staan.

Hij verwijst naar Antwerpen en Mechelen waar bedragen worden gehanteerd van respectievelijk 2.500 en 3.700 euro. Hij vraagt zich af of deze maatregelen alleen voldoende zullen zijn.  Hij zou de gemeenteraad willen voorstellen om eerder de leegstandheffing voor bedrijven te verdubbelen en deze middelen te investeren in het realiseren van betaalbaar wonen. Aanvullend stelt hij vast dat er bij een leegstand pas na drie jaar ingrijpende maatregelen worden genomen en de eigenaars reeds verschillende jaren hebben gekregen om zich in regel te stellen. 

Hij stelt daarom voor dat de gemeente deze wooneenheden in eerste plaats overdraagt aan sociale huisvestingsmaatschappijen of aan een sociaal verhuurkantoor. Zo kan het aanbod sociale woningen of betaalbaar wonen op de huurmarkt vergroten.

 

In het kader van de leegstand van de winkelpanden stelt hij vast dat er veel winkelpanden leeg staan en dat pogingen om dit te voorkomen weinig succes kennen.  Het digitaal winkelen zal hier ongetwijfeld aan bijdragen maar hij weet ook dat vele panden eigendom zijn van enkele eigenaars die weigeren om hun huurprijzen aan te passen, integendeel ze verkiezen nog eerder de belasting op leegstand.  Hij wil de gemeenteraad dan ook voorstellen om bijkomend een commerciële leegstandsheffing in te voeren die hoger is dan nu het geval is en dat sterk verhoogd in functie van het aantal panden dat een eigenaar bezit.

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat hij akte neemt van beide voorstellen maar dat deze niet passen in de visie van dit bestuur. Een belasting ter hoogte van de genoemde bedragen zijn niet de bedoeling. Hij wijst er verder op dat sociale huisvestingsmaatschappijen en de gemeente ook een voorkooprecht kunnen uitoefenen indien ze dit zinvol achten. De gemeente heeft dit deze legislatuur nog niet uitgeoefend.

Verder is er voor gezorgd dat het reglement menselijker is voor de mensen die het moeilijker hebben.  Immers wordt nu voorzien in een mogelijke vrijstelling naar aanleiding van een aankoop van een woning maar indien er renovatiewerken nodig zijn er nog eens drie jaar bijkomend vrijstelling kan worden bekomen zodat het voor hen gemakkelijker wordt om de investeringen te spreiden. 

 

Raadslid Eeman stelt dat het niet zijn standpunt is om zomaar te verhogen maar dat hij een vergelijking heeft gemaakt met de omliggende gemeenten en hij zich enkel afvraagt of de voorgestelde bedragen afdoende zijn om het beoogde effect te bekomen. 

 

Waarnemend burgemeester Cools wijst erop dat in de eerste tussenkomst gepleit werd voor een daling van het bedrag en nu eerder van een verhoging en vindt deze tegenstelling merkwaardig. 

 

Raadslid D. de Kort verwijst naar de mogelijkheid tot vrijstelling in het geval van een goedgekeurd renovatiedossier. Hij geeft aan dat mensen de mogelijkheid hebben om een renovatie-audit te laten uitvoeren en dat dit een goede tool is om zich door middel hiervan te laten bijstaan om de juiste duurzame keuzes te kunnen maken. Hierdoor kunnen er mogelijks ook meer subsidies worden bekomen. Het laten uitvoeren van een renovatie-audit door een gespecialiseerd deskundige kan de mensen zeker ondersteunen en hij stelt voor om informatief deze mogelijkheid mee op te nemen in het reglement en de mensen hier actiever aan te moedigen hier beroep op te doen.

 

Waarnemend burgemeester Cools vindt dit een zinvol voorstel en wil deze aanpassing zeker steunen.

 

Raadslid Pauwels stelt vast dat er een zekere tolerantie is ingebouwd voor gebouwen waar ook een economische activiteit gevestigd is.  Het kan dan volstaan om ergens in een achterkamer te wonen om dit toe te laten.  Hij leest in artikel 9 ook dat een nieuw gebouw pas zal worden beschouwd als leegstaand indien dit binnen de zeven jaar niet is aangewend voor de bestemming waarvoor de vergunning is afgeleverd.  Dit lijkt hem ook heel tolerant te zijn. 

 

Schepen Van Honste antwoordt na het afleveren van een omgevingsvergunning binnen de twee jaar aanvang moet zijn genomen van de werken. Voor grotere projecten kan er een bouwtijd zijn van één tot twee jaar of meer en hierdoor is een periode van vier jaar snel voorbij. Er werd hier geopteerd om zeker voldoende tijd te geven.  In praktijk zal dit eerder uitzonderlijk zijn maar het is mogelijk. 

 

Waarnemend burgemeester Cools begrijpt de bezorgdheid van raadslid Pauwels maar geeft aan dat het reglement al vele jaren bestaat en dat de vrijstellingen zijn gedefinieerd op basis van de ervaring in de praktijk en tot een meer pragmatisch reglement is uitgegroeid. Dit reglement is eerder ook door de Brasschaat2012 fractie gesteund. 

 

De voorzitter verzoekt de gemeenteraad te stemmen over de ingediende voorstellen van de PvDA fractie. De fracties N-VA, CD&V en VB stemmen tegen, Brasschaat 2012 onthoudt zich en PvDA stemt voor. De voorgestelde amendementen zijn verworpen.

 

De voorzitter verzoekt de gemeenteraad te stemmen over het ingediende voorstel van de CD&V fractie om te verwijzen naar de renovatie-audit. Dit wordt éénparig goedgekeurd.

 

De voorzitter verzoekt de gemeenteraad zich vervolgens uit te spreken over het reglement zoals dit werd voorgelegd mits toevoeging van het voorstel van de verwijzing. De fracties N-VA, Open VLD, CD&V en VB stemmen voor, de PvDA fractie stemt tegen.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 26 juni 2017 houdende goedkeuring van het reglement inventarisatie en van de belasting 2017-2019 op de leegstand van gebouwen en woningen.

Het is wenselijk dat alle op het grondgebied van de gemeente beschikbare woningen- en gebouwen optimaal worden benut.

 

De langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden.

 

Het Vlaamse Gewest heft sinds aanslagjaar 2010 geen eigen belasting op leegstand  en legt met ingang van aanslagjaar 2017 aan de gemeenten alleen een strategisch kader met hoofdlijnen op maar geeft verder een grote autonomie om een eigen beleid te voeren, zowel bij de opmaak van een leegstandsregister als bij de invoering van een gemeentelijke heffing op leegstaande woningen en gebouwen.

 

De strijd tegen de leegstaande woningen en gebouwen onder meer een effect zal hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een leegstandsregister ook daadwerkelijk leidt tot een belasting.

 

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.

Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Artikel 2 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.

Artikel 2.2.6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd door artikel 56 van het decreet van 14 oktober 2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, in werking getreden op 23 december 2016.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten zijn afhankelijk van het aantal leegstaande woningen en gebouwen en wordt geraamd op 50.000 euro.

 

BESLUIT:

Met 28 ja-stemmen (Philip Cools, Adinda Van Gerven, Myriam Van Honste, Goele Fonteyn, Inez Ven, Carla Pantens, Bruno Heirman, Karina Hans, Dirk de Kort, Bart Brughmans, Jef Konings, André Van Mechelen, Niels de Kort, Luc Van der Schoepen, Rudi Pauwels, Lisa Buysse, Karin Willemen-Beyers, Christophe Thomas, Bart Thijs, Walter Vermeulen, Erwin Callens, Hedwig van Baarle, Joris Van Cauwelaert, Dieter Heughebaert, Ingeborg Hermans, Greet Verbert, Kasper Vanpoucke en Tom Versompel), 1 neen-stem (Robrecht Eeman).

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

 

Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.2 van het Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, dat in dit reglement ‘het Grond- en Pandendecreet’ wordt genoemd.

 

In dit reglement wordt verstaan onder:

 

1° administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister;

 

2° beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen

 

3° beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 

4° gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

 

5° kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;

 

6° leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet volgens de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

 

De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning of melding in de zin van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, met latere wijzigingen, of milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

 

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is pas afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten;

 

7° leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie (domiciliëring) of als gebruik tweede verblijf of een effectief en niet-occasioneel gebruik van de volledige woning. Zowel een gebruik als tweede verblijf als een effectieve en niet-occasioneel gebruik worden ter plaatse gecontroleerd op de aanwezigheid of het ontbreken van een kook-, was- en slaapgelegenheid.

 

8° leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.2.6 van het Grond- en Pandendecreet;

 

9° leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie;

 

10° opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen;

 

11° renovatiedossier: een dossier dat ingediend kan worden voor het verkrijgen van een vrijstelling op de heffing als er grote verbouwingswerken aan de woning of gebouw lopende/gepland zijn.

Een vrijstelling op de heffing kan bekomen worden bij goedkeuring door college van Burgemeester en Schepenen van een renovatiedossier. Er dient aan minstens 3 van de volgende voorwaarden voldaan te worden:

          vernieuwing van het volledige buitenschrijnwerk

          vernieuwing van de volledige dakbedekking

          vernieuwing van de volledige elektrische installatie

          vernieuwing van de volledige sanitaire installatie (leidingen, toestellen…)

          vernieuwing van de volledige verwarmingsinstallatie (leidingen, ketel…)

          vernieuwing van 60% van de vloerafwerking (chape en vloerbekleding)

          vernieuwing van 60% van de binnenmuurafwerking (bepleistering, gyproc…)

          vernieuwing van 60% van de plafondafwerking (bepleistering, gyproc…)

De aanvraag dient per beveiligde zending bezorgd te worden aan de dienst huisvesting en bevat de volgende zaken:

          foto’s voor en tijdens de renovatiewerken

          grondplannen voor en na de renovatiewerken

          eventueel facturen en goedgekeurde offertes

          een motivatienota met planning van de werken

          indien van toepassing: akkoord van de mede-eigenaars

Het college doet binnen de 60 dagen uitspraak over de aanvraag tot vrijstelling van de heffing, ingaande de dag na deze van betekening van deze aanvraag.

 

Voor het uitvoeren van een energie-audit wordt door de gemeente een subsidie voorzien. De modaliteiten zijn raadpleegbaar op de website www.brasschaat.be.

 

12° verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt;

 

13° woning: een goed, vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande) dat bijgevolg een inschrijving heeft bij de dienst bevolking. Een woning is een wooneenheid. Wanneer het in een appartement meerdere eenheden betreft, wordt iedere wooneenheid apart beoordeeld en geïnventariseerd als leegstaande woning;

 

14° zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

 

Hoofdstuk 1: Leegstandsregistratie

 

Artikel 2. Leegstandsregister

 

§1. De administratie houdt een leegstandsregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:

1° een lijst “leegstaande gebouwen”;

2° een lijst “leegstaande woningen”.  Hier zitten ook de kamers bij.

 

Een woning/gebouw die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.

 

Een woning/gebouw opgenomen in het leegstandsregister kan echter wel op een later tijdstip worden opgenomen in de inventaris voor ongeschikte / onbewoonbare woningen.

 

Een woning/gebouw opgenomen in het register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen kan eveneens worden opgenomen in het register van leegstaande woningen/gebouwen.

 

 

§2. In de inventarislijst worden  de volgende gegevens opgenomen:

1° het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

2° de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

3° de identiteit en het (de) adres(sen) van de zakelijk gerechtigde(n);

4° het nummer en de datum van de administratieve akte,

5° de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname.

 

Artikel 3. Registratie van leegstand

 

§1. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§2. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning/kamer wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij één of meerdere foto’s en een beschrijvend verslag (met vermelding van de indicaties die de leegstand staven) gevoegd worden.

 

§3. De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende lijst:

• het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;

• het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf;

• het ontbreken van een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning, hiermee wordt het ontbreken van een keuken, bad- en slaapgelegeheid bedoeld; bewijslast ligt bij de eigenaar;

• getuigenissen: verklaringen van omwonende(n), postbode, wijkagent;

• het vermoeden van een fictieve inschrijving als domiciliëringsadres;

• onafgewerkte nieuwbouw waarop geen geldige stedenbouwkundige/omgevingsvergunning (meer) rust;

• de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;

• aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of improductiviteit;

• een dermate laag verbruik van de nutsvoorziening dat een gebruik als woning of een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;

• het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;

• het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als “te huur” of “te koop”;

• de woning of het gebouw is niet bemeubeld;

• een uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus;

• een verwaarloosde tuin (onverzorgd, zwerfvuil, opgebroken verharding,…);

• rolluiken die langdurig neergelaten zijn;

• de onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden, bijvoorbeeld door een verzegeling of een geblokkeerde toegang;

• buitenschrijnwerk is ernstig vervuild, verweerd, beschadigd of dichtgemaakt;

• de woning/gebouw is niet meer waterdicht door zware infiltratie doorheen dak/gevel;

 

Artikel 4. Kennisgeving van registratie

 

De zakelijk gerechtigde(n) zoals gekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De kennisgeving bevat:

• De administratieve akte met inbegrip van het beschrijvend verslag.

• Informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister

• Informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister

• Informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister 

• Informatie over de vrijstellingen op de heffing

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijke gerechtigde(n). Is de woonplaats niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is deze verblijfplaats ook niet gekend dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de leegstaande woning.

 

Artikel 5. Beroep tegen registratie

 

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 4, kan een zakelijk gerechtigde bij de beroepsinstantie beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

• de identiteit en het adres van de indiener;

• de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;

• de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

Als  datum van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

 

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging. Tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. 

 

§2. Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.

 

§3. Elk inkomend beroepschrift wordt in het leegstandsregister geregistreerd en aan de indiener wordt een ontvangstbevestiging verstuurd. 

 

§4. Het beroepschrift is onontvankelijk:

• als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1, of;

• als het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde, of;

• als het beroepschrift niet is ondertekend.

 

§5. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt de beroepsinstantie dit meteen mee aan de indiener. 

Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

 

§6. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door het met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelslid. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

 

§7. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

§8. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand.

 

Artikel 6. Schrapping uit het leegstandsregister

 

§1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie, zoals omschreven in  art 1, 7°.

De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters. Deze zes opeenvolgende maanden bewoning moet door eenzelfde persoon zijn.

 

Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1, 6°, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden.

De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. De administratie stelt deze aanwending vast via administratieve data of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

 

§2. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

• de identiteit en het adres van de indiener;

• de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;

• de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister;

Als datum van het verzoek wordt de datum van de aangetekende verzending gehanteerd.

 

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van deze beslissing.

 

Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.

 

Hoofdstuk 2. De belasting

 

Artikel 7. Belasting op leegstaande woningen en gebouwen

 

§1 Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.

De definities van woningen, gebouwen, leegstaande woning, leegstaand gebouw en leegstandsregister zijn omschreven in artikel 1.

 

§2 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.

 

Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

 

Artikel 8. Belastingplichtige

 

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de leegstaande woning of gebouw op de verjaardag van de opnamedatum.

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

§3. De overdrager van het zakelijk recht moet via beveiligde zending de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

Tevens moet hij per beveiligd schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente binnen één maand na het verlijden van de notariële akte.

Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

          naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

          datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

          nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning, gebouw of terrein.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt aan de overdrager van een zakelijk recht een administratieve geldboete van 250 euro opgelegd.

 

 

Artikel 9. Tarief van de belasting

 

De belasting bedraagt:

          1.500 euro voor een leegstaand gebouw;

          1.500 euro voor een leegstaande woning.

          750 euro voor een leegstaande kamer

 

De belasting van de kamer wordt vermeerderd met 750 euro per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat de kamer in het leegstandsregister staat, tot een maximum van 3.750 euro.

 

De belasting van de woning of het gebouw wordt vermeerderd met 1.500 euro per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat de woning of het gebouw in het leegstandsregister staat, tot een maximum van 7.500 euro.

 

 

Artikel 10. Vrijstellingen van de heffing

 

§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij de administratie. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in §3 of §4, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§2.Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de beroepsinstantie overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 13.

 

§3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:

1° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;

 

2° de belastingplichtige die (mede)eigenaar is, wordt gedurende twee jaar volgend op de datum van de definitieve koopakte vrijgesteld;

 

3° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een erkende psychiatrische instelling, deze vrijstelling geldt slechts gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van start van verblijf in de ouderenvoorziening/ instelling;

 

§4. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning :

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

 

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

 

3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, deze vrijstelling geldt slechts gedurende een periode van twee jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 

4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, deze vrijstelling geldt slechts tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod;

 

5° gerenoveerd wordt met een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, deze vrijstelling geldt slechts gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning;

 

6° gerenoveerd wordt zonder vergunningsplichtige werken met een goedgekeurd renovatiedossier, deze vrijstelling geldt slechts gedurende een termijn van drie jaar volgend op de goedkeuring  door het college van burgemeester en schepenen;

 

7° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode;

 

8° ter beschikking wordt gesteld voor een periode van 3 jaar aan de gemeente en het OCMW om te gebruiken als noodwoning indien deze nood zich stelt bij gemeente of OCMW. Gemeente of OCMW beslissen of de woning hiervoor geschikt is, deze vrijstelling geldt slechts gedurende een termijn van drie jaar volgend op de startdatum van de inventarisatie;

 

9° tijdelijk wordt gebruikt zonder domiciliëring, mits voorlegging van een overeenkomst van precaire bewoning, deze vrijstelling geldt slechts gedurende een termijn van twee jaar volgend op de startdatum van de inventarisatie;

 

§5. De vrijstellingen vermeld onder artikel 10 (uitgezonderd  §4 8° en 9°) kunnen maar éénmalig aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend en zijn niet (uitgezonderd §3 2°) cumuleerbaar. De vrijstelling §3 2° kan slechts éénmaal worden gecumuleerd met vrijstelling §4 5° of vrijstelling §4 6°.

 

Artikel 11. Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 12. Betalingstermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 13. Bezwaar

 

§1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

§2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

 

Artikel 14

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot en met 9 bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing, voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

19 Belasting 2020-2025 op het ontbreken van parkeerruimten. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid N. de Kort vindt dat het voorstel goed is uitgewerkt en feliciteert het college hiermee.  Hij heeft evenwel nog een voorstel tot verbetering. Het bestuur werkt actueel een RUP uit voor het kernwinkelgebied en panden die buiten het kernwinkelgebied vallen zouden moeten kunnen genieten van een vrijstelling hierop indien een bestemmingswijziging wordt nagestreefd zodat een bijkomende belastingsfactuur voor ontbrekende parkeerplaatsen niet nog eens extra wordt aangerekend. 

 

Schepen Van Honste antwoordt dat dit een goed voorstel is, maar stelt voor om dit op te nemen in de globale zaken die BUUR voorstelt naar het kernwinkelgebied toe. Zo kan dit geïntegreerd worden in een totale visie en wordt voorkomen dat er nu per geval wordt beslist.

 

Raadslid N. de Kort bedankt de schepen voor dit voorstel en voor het engagement om dit mee op te nemen in de verdere uitwerking.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Ingevolge de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg moet bij bepaalde vergunningsplichtige werken een minimum aantal parkeerplaatsen aangelegd worden.

In de mate dit minimumaantal niet gerealiseerd kan worden, dient de vergunningaanvrager/ -houder de reden daarvan te motiveren zoals bepaald in de hogerbeschreven gemeentelijke stedenbouwkundige verordening en een compensatoire vergoeding (belasting) aan de gemeente te betalen na definitieve vaststelling van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen.

 

Het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2013 bepaalde de tarieven van de belasting op het ontbreken van parkeerruimten voor de aanslagjaren 2014-2019.

 

In navolging van het decreet basisbereikbaarheid van 26 april 2019, waarin wordt opgenomen dat ingezet dient te worden op combi- en deelmobiliteit, en rekening houdend met de Visienota van de vervoerregio Antwerpen waarin wordt vermeld dat een modal split van 50% auto - 50% andere vervoersmodi dient te worden nagestreefd, wenst de gemeente het gebruik van alternatieve en duurzame vervoersmodi te stimuleren.

 

Gelet op de veranderende maatschappelijke noden omtrent beschikbare ruimte, parkeerdruk en mobiliteit, stelt de gemeente dan ook een algehele verlaging van de parkeernorm in het vooruitzicht.

In afwachting van een herziening van de huidige gemeentelijke verordening op het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg, goedgekeurd op 22 december 2011 en latere wijzigingen, is het aangewezen het  belastingsreglement op het ontbreken van parkeerruimten om de aangehaalde redenen voor de aanslagjaren 2020-2025 aan te passen. Op die wijze kan nu reeds ingezet worden op een duurzamer mobiliteitsbeleid.

 

De financiële toestand van de gemeente maakt de heffing noodzakelijk van alle rendabele belastingen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.

Het gemeenteraadsbesluit van 22 december 2011 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van de stedenbouwkundige verordening op het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 75.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025  wordt een belasting geheven op het ontbreken van parkeerplaatsen:

 

          bij het optrekken van nieuwe gebouwen

          bij het uitvoeren van verbouwingswerken

          bij bestemmingswijzigingen aan bestaande gebouwen

          in het geval het gebruik van bestaande vergunde parkeerplaatsen onmogelijk wordt gemaakt of verhinderd.

 

De normen, de afmetingen en de ligging van parkeerplaatsen werden vastgelegd in de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 22 december 2011 en latere wijzigingen op het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg.

 

Art.2.- De belasting is verschuldigd door:

 

1) de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning

 

a) die, op grond van deze vergunning, ontheven wordt van de verplichting of in de onmogelijkheid verkeert één of meer van de in de stedenbouwkundige vergunning voorgeschreven parkeerplaatsen aan te leggen

b) die één of meer van de in de stedenbouwkundige vergunning verplicht aan te leggen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd

 

2) de eigenaar die de noodzakelijk aan te leggen parkeerplaatsen overeenkomstig de stedenbouwkundige vergunning heeft aangelegd maar die alsnog een andere bestemming geeft aan vergunde parkeerplaatsen

 

3) de (mede-) eigenaar die de in artikel 7 bedoelde alternatieve – en deelmobiliteit niet langer beschikbaar houdt.

 

Art.3.- De belasting is verschuldigd, na controle van uitvoering van de vergunning, bij de definitieve vaststelling van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen.

 

Art.4.- Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld volgens de tarieven, bepaald in de belastingverordening die van kracht was op het ogenblik van de aflevering van de stedenbouwkundige vergunning:

 

          voor de vergunningen, afgeleverd vóór 1 maart 2011, wordt het tarief per ontbrekende of niet behouden parkeerplaats vastgesteld op 2.500,00 euro

          voor de vergunningen, afgeleverd vanaf 1 maart 2011,  wordt het tarief vastgesteld op :

          2.500,00 euro indien er 1 parkeerplaats ontbreekt of niet behouden blijft

          3.000,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er twee parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

          3.500,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er drie parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

          4.000,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er vier parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

          5.000,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er vijf of meer parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

 

Art.5.- De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art.6.- De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet, tenzij tijdig en ontvankelijk een vrijstelling  gevraagd werd conform artikel 7.

 

Art.7.- Aanvraag van vrijstelling van betaling van de compensatoire vergoeding

 

In afwachting van de herziening en definitieve goedkeuring van de van toepassing zijnde gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 22 december 2011 en later wijzigingen, op het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg, kan de belastingplichtige onder bepaalde voorwaarden vrijstelling vragen van betaling van de compensatoire vergoeding.

 

De aanvraag moet op straffe van onontvankelijkheid per aangetekende brief binnen de 30 dagen na de verzending van het aanslagbiljet ingediend worden met onderbouwde verantwoording conform dit artikel.

 

Voor grotere woningbouwprojecten kan aangenomen worden dat het praktisch en economisch realistisch is dat wordt ingezet op alternatieve vervoersmodi.

De vrijstelling kan enkel gemotiveerd verleend worden voor zover cumulatief voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

 

          Het betreft gebouwen van minimaal 12 wooneenheden;

          Minimum 50% van de in de stedenbouwkundige verordening te voorziene parkeerplaatsen werd effectief gerealiseerd;

          Er werd cumulatief voorzien in volgende vormen van alternatieve- / deelmobiliteit die elkaar of een vergunde parkeerplaats niet overlappen

 

 

e-deelwagens (dw)+parkeerplaats

deelfietsen (df)+stalplaats

fietsstalplaatsen (fs)

auto- en fietslaadpunt (lp)

stalplaatsen voor cargobikes, moto's, bromfietsen

wooneenheden (WE) / slaapkamer (SK)

0,12 dw/WE

0,1 df/WE

1 fs/SK

0,2 lp/WE

0,05 pp/WE

 

 

          Getallen worden steeds naar boven afgerond naar het volgend geheel getal

          De deelwagens en -fietsen dienen dusdanig te zijn gelokaliseerd zodat ook personen van buiten de projectsite hiervan gebruik kunnen maken;

          Het blijvend voorzien in bovenstaande beschreven vormen van alternatieve- en deelmobiliteit moet met concrete engagementen worden aangetoond: bv. het afsluiten van langlopende contracten met partners inzake deelmobiliteit;

 

De gemeenteraad delegeert de bevoegdheid voor het toekennen van de vrijstelling aan het college dat over dergelijke aanvraag beslist binnen een ordetermijn van 4 maanden na ontvangst van de aanvraag, en zulks na advies van de omgevings- en mobiliteitsambtenaar.

 

De naleving van bovenstaande voorwaarden dient behouden te blijven zolang geen andersluidende omgevingsvergunning wordt verleend. In de mate de hierboven beschreven alternatieve- en deelmobiliteit niet langer beschikbaar wordt gehouden, is alsnog een compensatoire vergoeding verschuldigd door de (mede-)eigenaar, vastgesteld op:

          5.000 euro per deelwagen per periode van 3 maanden onbeschikbaarheid,

          750 euro per deelfiets per periode van 3 maanden onbeschikbaarheid,

          750 euro per auto- en of fietslaadpunt per periode van 3 maanden onbeschikbaarheid,

          2.000 euro per ontbrekende fietsstalplaats,

          3.500 euro per ontbrekend auto- en/of fietslaadpunt,

          25.000 euro per ontbrekende deelwagen.

 

Art.8.- De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamig decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

20 Belasting 2020-2025 op verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen. Reglement inventarisatie. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid D. de Kort wil aan de gemeenteraad voorstellen om, gelet op het feit dat er ook hier een vrijstelling kan worden bekomen in functie van een renovatiedossier, ook hier de verwijzing naar de renovatie-audit toe te voegen en verwijst naar zijn eerdere tussenkomst.  verwijst ook hier naar renovatie-audit bij dit belastingreglement omwille van dezelfde argumentatie als bij het punt over de belasting op de leegstand van woningen en gebouwen.

 

Schepen van Honste antwoordt dat dit inderdaad ook hier kan worden toegevoegd.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 26 juni 2017 houdende goedkeuring van het reglement inventarisatie en de belasting 2017-2019 op verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

Het decreet van 23 december 2016 waarmee het beleid rond de bestrijding van verwaarlozing volledig aan de gemeenten wordt toevertrouwd.

 

De verwaarlozing van woningen, gebouwen en terreinen op het grondgebied van de gemeente Brasschaat moet voorkomen en bestreden worden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan.

 

De strijd tegen verwaarloosde woningen en/of gebouwen onder meer een effect zal hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een inventarislijst ook daadwerkelijk zal belast worden.

 

Het woonbeleid van de gemeente Brasschaat er naar streeft om enerzijds de kwaliteit van de woningen én de woonomgeving te verhogen en anderzijds het aanbod van woningen en gebouwen wenst te verhogen met het oog op de betaalbaarheid hiervan en dit als doelstelling binnen het woonbeleid heeft vooropgesteld.

 

Het doel van de inventarisatie en belasting is om woningen en gebouwen van goede woonkwaliteit te hebben zodat de huur- en koopprijzen van het woonpatrimonium niet onder druk komen;

Het is wenselijk dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbare patrimonium voor wonen optimaal wordt benut.

De financiële toestand van de gemeente maakt de heffing noodzakelijk van alle rendabele belastingen. Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 22 december 1995 betreffende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996.

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten zijn afhankelijk van het aantal verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

 

BESLUIT eenparig:

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALING

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

 

1° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 

2° Bezwaarinstantie: het college van Burgemeester en Schepenen;

 

3° Gebouw: elk bebouwd goed, dat zowel het hoofdgebouw als bijgebouwen omvat;

 

4° Gewestelijke inventarislijst van verwaarloosde gebouwen en/of woningen: de inventarislijst, tot 31 december 2016 vermeld in artikel 28, §1, eerste lid, 1° van het Heffingsdecreet;

 

5° Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris, sinds 1 januari 2017 vermeld in artikel 26 van het Heffingsdecreet;

 

6° Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen: het register vermeld in artikel 3, §1 van dit reglement;

 

7° Heffingsdecreet: het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

 

8° Registerbeheerder: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen; Deze personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden van het decreet van 30 mei 2008;

 

9° Renovatiedossier: een dossier dat ingediend kan worden voor het verkrijgen van een vrijstelling op de heffing als er grote verbouwingswerken aan de woning lopende/gepland zijn.

Een vrijstelling op de heffing kan bekomen worden bij goedkeuring door college van Burgemeester en Schepenen van een renovatiedossier. Er dient aan minstens 3 van de volgende voorwaarden voldaan te worden:

          vernieuwing van het volledige buitenschrijnwerk

          vernieuwing van de volledige dakbedekking

          vernieuwing van de volledige elektrische installatie

          vernieuwing van de volledige sanitaire installatie (leidingen, toestellen…)

          vernieuwing van de volledige verwarmingsinstallatie (leidingen, ketel…)

          vernieuwing van 60% van de vloerafwerking (chape en vloerbekleding)

          vernieuwing van 60% van de binnenmuurafwerking (bepleistering, gyproc…)

          vernieuwing van 60% van de plafondafwerking (bepleistering, gyproc…)

De aanvraag dient per beveiligde zending bezorgd te worden aan de dienst huisvesting en bevat de volgende zaken:

          foto’s voor en tijdens de renovatiewerken

          grondplannen voor en na de renovatiewerken

          eventueel facturen en goedgekeurde offertes

          een motivatienota met planning van de werken

          indien van toepassing: akkoord van de mede-eigenaars

Het college doet binnen de 60 dagen uitspraak over de aanvraag tot vrijstelling van de heffing, ingaande de dag na deze van betekening van deze aanvraag;

 

Voor het uitvoeren van een energie-audit wordt door de gemeente een subsidie voorzien. De modaliteiten zijn raadpleegbaar op de website www.brasschaat.be.

 

10° Opnamedatum: de datum waarop het gebouw, woning of terrein voor de eerste maal in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen is opgenomen;

 

11° Terrein: elk bebouwd en onbebouwd perceel;

 

12° Verwaarloosde woningen of gebouwen: de gebouwen en in aanbouw zijnde gebouwen waar uiterlijke gebreken werden vastgesteld aan :

          daken (staat van de bedekking, het dakgebinte, de dakranden, de goten, regenwaterafvoerbuizen en schoorstenen),

          gevels (metselwerk, gevelbepleistering, gevelbekledingen, oneigenlijk gevelafwerkingen en diverse gevelelementen),

          buitenschrijnwerk,

          de toegang tot het gebouw;

 

13° Verwaarloosd terrein: terreinen die ofwel:

          overwoekerd zijn door begroeiing,

          waar afval aanwezig is,

          waar verhardingen opgebroken zijn;

 

14° Woning: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 5° van het Heffingsdecreet;

 

15° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

 

 

HOOFDSTUK 2. REGISTRATIE VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN, GEBOUWEN EN TERREINEN

 

Artikel 2. Vaststelling van de verwaarlozing

 

§1. De administratie stelt de verwaarlozing van een woning, gebouw of terrein vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Er worden één of meerdere foto’s toegevoegd die de verwaarlozing staven.

 

§2. De uiterlijke gebreken worden naar de ernst van het gebrek ingedeeld in vier categorieën:

          een gebrek van categorie I: één punt,

          een gebrek van categorie II:  drie punten,

          een gebrek van categorie III: negen punten

          een gebrek van categorie IV: achttien punten

 

Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal negen punten.

 

Artikel 3. Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen

 

§1. De gemeente houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen bij.

 

Een woning of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

 

Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

 

§2. In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:

 

1. het adres van de verwaarloosde woning, het verwaarloosde gebouw of het verwaarloosd terrein;

2. de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning, het verwaarloosde gebouw of het verwaarloosde terrein;

3. de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden;

4. het nummer en de datum van de administratieve akte;

5. de toestand van verwaarlozing van de woning, het gebouw of het terrein, inclusief het technisch verslag;

6. de eventuele ligging binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

7. de eventuele voorbereiding van een onteigeningsplan waarbinnen het verwaarloosd gebouw of terrein zich situeert.

 

Artikel 4. Registratie van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen

 

§1. De registerbeheerder neemt een woning, een gebouw of een terrein waarvan is vastgesteld dat het verwaarloosd is op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen op datum van de administratieve akte.

 

§2. De registerbeheerder neemt alle in de gemeente gelegen woningen en gebouwen die op 31 december 2016 waren opgenomen in de gewestelijke inventarislijst van verwaarloosde gebouwen en/of woningen, op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in artikel 6, §1, tweede lid, 4°, of, wanneer een ontvankelijk bezwaar is ingediend, de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is.

 

Artikel 5. Kennisgeving van de registratie

 

Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van het opnemen van de woning, het gebouw of het terrein in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

 

Deze kennisgeving bevat:

1° de genummerde administratieve akte;

2° het technisch verslag;

3° informatie over de gevolgen van de registratie, inclusief verwijzing naar dit reglement;

4° informatie over de bezwaarprocedure tegen de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen;

5° informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

 

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.

 

Artikel 6. Bezwaar tegen de registratie

 

§1. Tegen de registratie van een woning, een gebouw of een terrein in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen kan de zakelijk gerechtigde bezwaar indienen bij de bezwaarinstantie.

 

Op straffe van nietigheid moet het bezwaarschrift:

1° ondertekend en gemotiveerd zijn;

2° met een beveiligde zending worden ingediend;

3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

a) de identiteit en het adres van de indiener;

b) de vermelding van het nummer van de administratieve akte;

c) de vermelding van het adres van de woning, het gebouw of het terrein waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;

d) de bewijsstukken die aantonen dat de opname van de woning, gebouw of terrein in het gemeentelijke register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen ten onrechte gebeurt.

4° worden betekend binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de beveiligde zending.

 

§2. Een laattijdig ingediend bezwaar tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 7.

 

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het bezwaarschrift.

 

§3. De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

§4. Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§5. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van een bezwaarschrift een ontvangstbevestiging.

 

§6. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen belaste personeelsleden.

 

§7. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bezwaarschrift.

 

§8. Wordt het bezwaar ingewilligd dan wordt de woning, het gebouw of het terrein niet opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen. Wanneer het volgend kalenderjaar blijkt dat de woning nog steeds of opnieuw in aanmerking komt voor de inventarisatie van verwaarlozing, kan deze opnieuw worden opgenomen.

 

Artikel 7. Schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen

 

§1. De registerbeheerder schrapt een woning, een gebouw of een terrein uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning, het gebouw of het terrein geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 2, 9 punten of meer zouden opleveren. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de registerbeheerder.

 

Op straffe van nietigheid moet dit verzoek:

1° ondertekend en gemotiveerd zijn;

2° met een beveiligde zending worden ingediend;

3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

a) de identiteit en het adres van de indiener;

b) de vermelding van het adres van de woning, gebouw of terrein waarop het verzoek betrekking heeft;

c) de bewijsstukken die aantonen dat de woning, gebouw of terrein geschrapt mag worden uit het register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

 

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

 

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed. Bv. Foto’s.

 

§3. Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging. Tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§4. De registerbeheerder onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Er wordt steeds een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§5. De registerbeheerder doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek.

 

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van deze beslissing.

 

§6. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning, gebouw of terrein geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

 

Artikel 8. Beroep tegen weigering tot schrapping

 

§1. Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning, gebouw of terrein uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij de bezwaarinstantie.

 

Op straffe van nietigheid moet dit beroep:

1° ondertekend en gemotiveerd zijn;

2° met een beveiligde zending worden ingediend;

3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

a) de identiteit en het adres van de indiener;

b) de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft;

c) de weigeringsbeslissing;

4° worden betekend binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag na de betekening van de weigeringsbeslissing.

 

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

 

§3. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging. Tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§4. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van het beroep een ontvangstbevestiging.

 

§5. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepen. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§6. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van beroepschrift.

 

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

 

§7. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning, gebouw of terrein geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

 

HOOFDSTUK 3. BELASTING OP VERWAARLOOSDE WONINGEN, GEBOUWEN en TERREINEN

 

Artikel 9. Heffingstermijn en belastbare grondslag

 

§1. Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen, gebouwen en terreinen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

 

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning, gebouw of terrein gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

 

Zolang de woning, gebouw of terrein niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

 

Artikel 10. Belastingplichtige

 

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning, gebouw of terrein op de verjaardag van de registratiedatum.

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht, vruchtgebruik of gebruiksrecht bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht, van vruchtgebruik of gebruiksrecht op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

§3. De overdrager van het zakelijk recht moet via beveiligde zending de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.

Tevens moet hij per beveiligd schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente binnen één maand na het verlijden van de notariële akte.

Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

          naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

          datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

          nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning, gebouw of terrein.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt aan de overdrager van een zakelijk recht een administratieve geldboete van 250 euro opgelegd.

 

Artikel 11. Tarief van de belasting

 

§1. De belasting bedraagt:

          1.500 euro voor een woning;

          1.500 euro voor een gebouw;

          1.500 euro voor een terrein.

 

De belasting wordt vermeerderd met 1.500 euro per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden die de woning, het gebouw of het terrein in het register staat, tot een maximum van 7.500 euro.

 

Artikel 12. Vrijstelling van de belasting

 

§1. In enkele gevallen kan de houder van een zakelijk recht van de woning vrijgesteld worden van betaling van de heffing.

 

§2. Een vrijstelling van de heffing moet aangevraagd worden door de zakelijke gerechtigde. De heffing wordt niet automatisch toegekend door de administratie.

 

De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling dient hiervoor zelf de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§3. Tijdens de periode van vrijstelling van de belasting blijft de woning, gebouw of terrein wel geïnventariseerd.

Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, vervalt de vrijstelling en dient de heffing als nog betaald te worden.

 

§4. Van de heffing op verwaarlozing zijn vrijgesteld:

 

• de belastingplichtige die (mede)eigenaar is wordt gedurende twee jaar volgend op de datum van de definitieve koopakte vrijgesteld.

 

§5. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw, de woning of het terrein:

 

• gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

 

• geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning/omgevings-vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

 

• vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, deze vrijstelling geldt slechts tot twee jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 

• onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure,  deze vrijstelling geldt slechts tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod.

 

• gerenoveerd wordt. Een woning of een gebouw wordt gerenoveerd als:

o het gaat om handelingen die stedenbouwkundig gezien vergunningsplichtig zijn en een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden kan voorgelegd worden én de werken zijn relevant volgens het technisch verslag van verwaarlozing

o het niet gaat om vergunningsplichtige handelingen en er een renovatiedossier wordt voorgelegd, de werken zijn relevant volgens het technisch verslag van verwaarlozing

Deze vrijstelling geldt slechts gedurende een termijn van drie jaar volgend op datum toekenning van college voor stedenbouwkundige vergunning of renovatiedossier.

 

§6. De vrijstellingen vermeld onder artikel 12 kunnen maar éénmalig aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend en zijn niet cumuleerbaar.

 

Artikel 13. Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 14. Betalingstermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 15. Bezwaar

 

§1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

§2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 16. Toepasselijke regelgeving

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

21 Belasting 2020-2025 op dansgelegenheden. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de belasting 2014-2019 op de permanente en periodieke bals en danspartijen.

De financiële toestand van de gemeente maakt de heffing noodzakelijk van alle rendabele belastingen. Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen;

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 6.200 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt ten behoeve van de gemeente een belasting geheven op de dansgelegenheden.

 

Art.2.- De belasting is verschuldigd voor inrichtingen op het grondgebied van de gemeente Brasschaat waar regelmatig, d.w.z. quasi dagelijks of wekelijks, bals of danspartijen worden georganiseerd.

 

Art.3.- Belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de exploitant.

De eigenaar van het onroerend goed waarin de exploitatie is gevestigd is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Art.4.- Tarief en berekening

 

Het basistarief van de belasting bedraagt 0,50 euro per dag en per vierkante meter oppervlakte van de inrichting.

 

De belastingplichtige heeft evenwel de keuze tussen het basistarief ofwel een forfaitair tarief van 6.200 euro op jaarbasis voor inrichtingen waar het ganse jaar door iedere dag of tijdens de weekends wordt gedanst.

 

Deze forfaitaire belasting van 6.200 euro is voor een volledig jaar verschuldigd voor exploitaties die geopend zijn tijdens het eerste kwartaal van het aanslagjaar. Exploitaties die openen vanaf het tweede kwartaal van het aanslagjaar zijn 75 % van de forfaitaire belasting van 6.200 euro verschuldigd. Exploitaties die openen vanaf het derde kwartaal van het aanslagjaar zijn 50 % verschuldigd van de forfaitaire belasting van 6.200 euro en exploitaties die openen in het vierde kwartaal van het aanslagjaar zijn 25 % van de forfaitaire belasting van 6.200 euro verschuldigd.

 

Er wordt geen ontheffing noch vermindering van de forfaitaire belasting verleend wegens ontbinding, sluiting van de exploitatie, of afgelasting van de bals in de loop van het aanslagjaar.

 

Art.5.- Aangifteplicht

5.1 De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat volgens vermelde modaliteiten en vóór vermelde vervaldatum moet worden terugbezorgd.

5.2 De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen dient uiterlijk vijf werkdagen voor de aanvang van het bal of danspartij aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. De aangifte dient schriftelijk met nauwkeurige aanduiding van de verantwoordelijke persoon, plaats, dag, uur en aard ingediend worden.

 

De aangifte kan via een van de volgende kanalen worden ingediend:

          post: College van burgemeester en schepenen, Verhoevenlei 11, 2930 Brasschaat.

          e-mail: financiedienst@brasschaat.be

 

Art.6.- Meldingsplicht

 

De exploitant moet ingeval van stopzetting of overdracht dit onmiddellijk meedelen aan het gemeentebestuur, met in desbetreffend geval de gegevens van de overnemer (ondernemingsnummer, benaming en adresgegevens).

 

 

Art.7.- Procedure van ambtshalve vaststelling en bijhorende belastingverhoging.

 

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 gesteld termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met:

          10% bij een eerste overtreding;

          40%, 70% en 100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

          200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding.

 

Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

 

Art.8.- Wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art.9.- Procedure

 

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

22 Belasting 2020-2025 op de ontgravingen. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende vaststelling van de belasting 2014-2019 op de ontgraving van het stoffelijke overschot van personen.

 

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 5.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting geheven op het ontgraven van een stoffelijk overschot of een asurn en op het verplaatsen of uitnemen van een asurn uit een urnenkelder of uit een columbarium.

 

Art.2.- De belasting wordt vastgesteld op 250 euro voor het ontgraven van een stoffelijk overschot of een asurn en op het verplaatsen of uitnemen van een asurn uit een urnenkelder of uit het columbarium.

 

Art.3.- De belasting is verschuldigd door de persoon die de ontgraving, uitneming of verplaatsing aanvraagt.

 

Art.4.- De belasting is niet verschuldigd voor de ontgravingen:

          opgelegd door de rechterlijke overheden;

          van de voor het vaderland gestorven militairen en burgers

          die ambtshalve door de gemeente worden verricht noodzakelijk voor het overbrengen van het oude naar de nieuwe begraafplaats van het stoffelijk overschot van personen in een voor de duur van de begraafplaats in concessie gegeven begravingsperceel.

 

Art.5.- De belasting is verschuldigd vanaf het moment dat de aanvraag tot ontgraving is ingediend bij de bevoegde dienst.

Bij gebrek aan contantbetaling wordt de belasting ingekohierd.

 

Art.6.- De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeuren volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

23 Belasting 2020-2025 (inkomtaks) op de lijkbezorging. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende vaststelling van de belasting 2014-2019 op de lijkbezorging.

De financiële toestand van de gemeente maakt de heffing noodzakelijk van alle rendabele belastingen.

 

Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.

Het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 15.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting geheven voor elke lijkbezorging van personen die niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het wachtregister van de gemeente Brasschaat. De belasting treft zowel de begraving als de verstrooiing of het bijplaatsen in een columbarium/urnenveld, van de as van gecremeerde overledenen.

 

Art.2.- De belasting is verschuldigd door de aanvrager.

 

Art.3.- De belasting bedraagt 250,00 euro voor een persoon vanaf 10 jaar oud en 125,00 euro voor een kind beneden de 10 jaar oud.

 

Art.4.- Zijn van de belasting vrijgesteld:

          het opgraven en wederbegraven van de voor het vaderland gevallen militairen en burgers;

          personen die inwoner van de gemeente Brasschaat geweest zijn, doch verbleven in een rustoord voor bejaarden, een serviceflat, een zorgflat, een psychiatrische inrichting of enige andere instelling buiten de gemeente of als zorgbehoevende bij familieleden werden ondergebracht. Zij moeten gedurende een ononderbroken periode van 10 jaar ingeschreven geweest zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister van Brasschaat en mogen op het ogenblik van overlijden niet langer dan 10 jaar om voorgaande redenen uitgeschreven zijn uit de bevolkingsregister van Brasschaat.

 

Art.5.- De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebrek aan een contante betaling, wordt de belasting een kohierbelasting.

 

Art.6.- De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

24 Belasting 2020-2025 op ongeschikte en/of onbewoonbare woningen. Reglement Inventarisatie. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 26 juni 2017 houdende goedkeuring van de belasting 2017-2019 op ongeschikte en/of onbewoonbare woningen.

 

Op 23 december 2016 besliste het Vlaams parlement om de Vlaamse heffing op ongeschikt- en onbewoonbaarheid vanaf het aanslagjaar 2017 niet meer te heffen in gemeenten met een eigen heffing op de woningen opgenomen in de Vlaamse inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, voor zover die gemeentelijke heffing voldoet aan bepaalde voorwaarden.

 

Om het grondrecht op menswaardig wonen van de inwoners van de gemeente te vrijwaren moet de kwaliteit van de woningen op het grondgebied van de gemeente bewaakt worden. De fiscale handhaving voor ongeschikt- en onbewoonbaarheid is een essentieel element in het bewaken van dat grondrecht, aangezien het de eigenaar van een ongeschikte of onbewoonbare woning (dwingend) stimuleert om de opgelegde renovatiewerken uit te voeren.

 

De financiële toestand van de gemeente maakt de heffing noodzakelijk van alle rendabele belastingen. Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 22 december 1995 betreffende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996.

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.

Het decreet van 13 december 2013 betreffende de Vlaamse Codex Fiscaliteit, art. 2.5.1.0.1;

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengsten zijn afhankelijk van het aantal ongeschikte en onbewoonbare woningen.

 

BESLUIT eenparig:

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALING

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

 

1°Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 

2° Gewestelijke Inventaris van ongeschikte / onbewoonbare woningen: de inventaris vermeld in artikel 26 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

 

3° Inventarisatiedatum: de datum waarop een woning in de inventaris van ongeschikte / onbewoonbare woningen is opgenomen;

 

4° Kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt, zoals vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 10° bis, van de Vlaamse Wooncode;

 

5° Renovatiedossier: een dossier dat ingediend kan worden voor het verkrijgen van een vrijstelling op de heffing als er grote verbouwingswerken aan de woning lopende/gepland zijn.

Een vrijstelling op de heffing kan bekomen worden bij goedkeuring door college van Burgemeester en Schepenen van een renovatiedossier. Er dient aan minstens 3 van de volgende voorwaarden voldaan te worden:

          vernieuwing van het volledige buitenschrijnwerk

          vernieuwing van de volledige dakbedekking

          vernieuwing van de volledige elektrische installatie

          vernieuwing van de volledige sanitaire installatie (leidingen, toestellen…)

          vernieuwing van de volledige verwarmingsinstallatie (leidingen, ketel…)

          vernieuwing van 60% van de vloerafwerking (chape en vloerbekleding)

          vernieuwing van 60% van de binnenmuurafwerking (bepleistering, gyproc…)

          vernieuwing van 60% van de plafondafwerking (bepleistering, gyproc…)

De aanvraag dient per beveiligde zending bezorgd te worden aan de dienst huisvesting en bevat de volgende zaken:

          foto’s voor en tijdens de renovatiewerken

          grondplannen voor en na de renovatiewerken

          eventueel facturen en goedgekeurde offertes

          een motivatienota met planning van de werken

          indien van toepassing: akkoord van de mede-eigenaars

Het college doet binnen de 60 dagen uitspraak over de aanvraag tot vrijstelling van de heffing, ingaande de dag na deze van betekening van deze aanvraag;

 

6° Woning: het goed vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 31° van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. Een woning is een wooneenheid, wanneer het in een appartement meerdere eenheden betreft, wordt iedere wooneenheid apart geïnventariseerd als ongeschikt/onbewoonbare woning;

 

7° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

 

Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar kan daarna niet worden opgenomen in het leegstandsregister.

 

Een woning die opgenomen is in het leegstandsregister kan echter wel op later tijdstip worden opgenomen in de inventaris voor ongeschikte / onbewoonbare woningen en gebouwen.

 

Een woning die opgenomen is in register voor verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen kan ook worden opgenomen in de inventaris voor ongeschikte / onbewoonbare woningen en gebouwen.

 

HOOFDSTUK 2. BELASTING OP ONGESCHIKTE / ONBEWOONBARE WONINGEN

 

Artikel 2. Belastingstermijn en belastbare grondslag

 

§1. Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen die opgenomen zijn in de gewestelijke inventaris van ongeschikte / onbewoonbare woningen.

 

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in deze gewestelijke inventaris.

 

Zolang de woning niet is geschrapt uit deze gewestelijke inventaris, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

 

Artikel 3. Belastingplichtige

 

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de ongeschikte / onbewoonbare woning op de verjaardag van de inventarisatiedatum.

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht, vruchtgebruik of gebruiksrecht bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht, van vruchtgebruik of gebruiksrecht op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

Artikel 4. Tarief van de belasting

 

De belasting bedraagt :

          750 euro voor een kamer

          1.500 euro voor een woning

 

De belasting wordt vermeerderd met 750 euro per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat de kamer in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen staat, tot een maximum van 3.750 euro.

 

De belasting wordt vermeerderd met 1.500 euro per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat de woning in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen staat, tot een maximum van 7.500 euro.

 

Artikel 5. Vrijstelling van belasting

 

§1. In enkele gevallen kan de houder van een zakelijk recht  van de woning vrijgesteld worden van betaling van de heffing.

 

§2. Een vrijstelling van de heffing moet via beveiligde zending aangevraagd worden. De vrijstelling wordt niet automatisch door de administratie toegekend.

 

§3. Tijdens de periode van vrijstelling op de heffing blijft de woning wel geïnventariseerd.

Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, vervalt de vrijstelling en dient de heffing als nog betaald te worden.

 

§4. Van de heffing op verwaarlozing zijn vrijgesteld:

 

• de belastingplichtige die (mede)eigenaar is wordt gedurende twee jaar volgend op de datum van de definitieve koopakte vrijgesteld.

 

§5. Een vrijstelling wordt verleend als de woning:

 

• gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

 

• geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning/omgevings-vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

 

• vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, deze vrijstelling geldt slechts tot twee jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging. Onder ramp wordt verstaan elke gebeurtenis die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan de woning, waardoor de bewoning van de woning geheel of ten dele onmogelijk wordt;

 

• onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure,  deze vrijstelling geldt slechts tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod.

 

• gerenoveerd wordt. Een woning of een gebouw wordt gerenoveerd als:

o het gaat om handelingen die stedenbouwkundig gezien vergunningsplichtig zijn en een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden kan voorgelegd worden en de werken zijn relevant volgens het technisch verslag van de ongeschikt/onbewoonbaarheid

o het niet gaat om vergunningsplichtige handelingen en er een renovatiedossier wordt voorgelegd én de werken zijn relevant volgens het technisch verslag van de ongeschikt/onbewoonbaarheid

Deze vrijstelling geldt slechts gedurende een termijn van drie jaar volgend op de goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.

 

§6. De vrijstellingen vermeld onder artikel 5 kunnen maar éénmalig aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend en zijn niet cumuleerbaar.

 

Artikel 6. Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 7. Betalingstermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8. Bezwaar

 

§1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

§2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 9. Toepasselijke regelgeving

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

25 Sportaccommodaties. Vrijstelling van retributie. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van heden houdende vaststelling van de tarieven voor het gebruik van de sportaccommodaties vanaf 1 januari 2020 tot einde 2025.

 

Het voorstel van het college van burgemeester en schepenen om voor een aantal specifieke activiteiten vrijstelling van retributie te voorzien.

 

Juridisch kader

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de vrijstelling van retributie 2014-2019 voor de gemeentelijke sporthallen, turnzalen en Louis De Winterstadion.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Worden vrijgesteld van retributie voor het gebruik van de gemeentelijke sporthallen, turnzalen en het Louis De Winterstadion:

 

          activiteiten van de vzw Sport Plus

          activiteiten van de vzw Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve

          activiteiten van gemeentediensten en OCMW

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

26 Retributie 2020-2025 gebruik sportaccommodaties. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de gebruikstarieven 2014-2019 voor de gemeentelijke sporthallen, turnzalen en Louis De Winterstadion.

Na evaluatie worden de tarieven voor het gebruik van het Louis De Winterstadion opgesplitst in tarieven met en zonder verlichting. Voor een voetbaltraining worden afzonderlijke tarieven voorzien.

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de jaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 30 november 2007 betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau.

Ministeriële omzendbrief van 25 juli 1991, referte JURA/11/AOW, betreffende gezondheidstoezicht en sociale voordelen vanaf schooljaar 1991-1992, met latere wijzigingen.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Adviezen

Het advies van de sportraad van 9 september 2019.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 48.500 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt de retributie voor het gebruik van de gemeentelijke sporthallen, de turnzalen en het Louis De Winterstadion als volgt vastgesteld:

 

§1.-Gemeentelijke sporthal Mariaburg

20 euro/uur voor het gebruik van de volledige zaal; indien slechts een gedeelte van de zaal wordt gebruikt is niettemin het tarief voor de volledige zaal verschuldigd.

 

§2.-Gemeentelijke turnhal Driehoek

a.  10 euro/uur voor het gebruik van 1/3 van de zaal (voor beoefenen van boccia);

b.  20 euro/uur voor het gebruik van de volledige zaal (voor Brasschaatse turnverenigingen).

 

§3.-Gemeentelijke turnzaal G.I.B.

10 euro/uur voor het gebruik van de volledige zaal.

 

§4.-Gemeentelijke turnzaal Maria-ter-Heide

10 euro/uur voor het gebruik van de volledige zaal.

 

§5.-Gemeentelijke turnzaal Kaart

10 euro/uur voor het gebruik van de volledige zaal.

 

§6.-Louis De Winterstadion

 

§6.1-Gebruik atletiekpiste (inclusief atletiekonderdelen, kleedkamers en water)

atletiektraining: 25 euro/uur

atletiektraining met verlichting: 30 euro/uur

atletiekmeeting per dagdeel, inclusief tribune: 130,00 euro/dagdeel

(dagdeel = voormiddag, namiddag of avond = 4 uur)

 

§6.2-Gebruik voetbalveld (inclusief tribune, kleedkamers en water)

voetbaltraining: 25 euro/uur

voetbaltraining met verlichting: 30 euro/uur

voetbalwedstrijd: 130 euro per dagdeel (dagdeel = voormiddag, namiddag of avond = 4 uur)

 

§6.3-Sportevenementen en sportdagen (volledig stadion inclusief alle sportieve aanhorigheden en tribune)

          voor sportverenigingen,  niet-commerciële verenigingen of schoolsportdagen voor niet Brasschaatse scholen: 130 euro per dagdeel (dagdeel = voormiddag, namiddag of avond)

          opstellen of afbouwen tijdens de dag(en) vóór of na het sportevenement of sportdag: 20 euro/uur

 

§6.4-Het gebruik van het Louis De Winterstadion door atletiekclub AC Break is geregeld middels een aparte gebruiksovereenkomst met het gemeentebestuur (gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2012 en latere wijzigingen)

 

§6.5-De cafetaria in het Louis De Winterstadion wordt beheerd door atletiekclub AC Break middels een aparte concessieovereenkomst met het gemeentebestuur (gemeenteraadsbesluit van 27 september 2012 en latere wijzigingen).

 

Art.2.- Voor de Brasschaatse onderwijsinstellingen, voor zover het gaat om leerlingen die tijdens de lesuren in het kader van de gewone onderwijsactiviteiten en onder toezicht gebruik maken van de gemeentelijke sporthallen, turnzalen en het Louis De Winterstadion, wordt geen retributie geheven.

 

Art.3.- Vermindering van retributie

1) Voor de gemeentelijke sporthallen, turnzalen en het Louis De Winterstadion vermeld onder artikel 1 wordt een vermindering van 50% op de retributie toegestaan voor:

          Brasschaatse sportverenigingen met clubzetel te Brasschaat én aangesloten bij de Brasschaatse sportraad.

          Sportverenigingen voor personen met een handicap.

          Verenigingen die in het raam van de verbroedering van buitenlandse steden en gemeenten met de gemeente Brasschaat wedstrijden in de sportzalen of tornooien en evenementen in het Louis De Winterstadion organiseren.

          Schoolsportverenigingen voor het organiseren van buitenschoolse sport voor de onderwijsinstellingen.

          De Sportregio Antwerpse Kempen voor het organiseren van regionale sportactiviteiten voor de bevolking.

 

2) Sportverenigingen van de brandweerzone Rand - post Brasschaat en de politiezone Brasschaat hebben per week recht op een vrijstelling van 1,50 uren.

 

Deze verminderingen zijn niet cumulatief.

 

Art.4.- Voor bedrijven en commerciële sportaanbieders worden alle gebruikstarieven van het Louis De Winterstadion met 50 % vermeerderd.

 

Art.5.- Waarborg badge/sleutels

 

Voor sleutels die worden uitgeleend om toegang te verlenen tot de gemeentelijke sportaccommodatie, moet een waarborg van 50,00 euro overhandigd worden aan de sportdienst.

 

Indien de sportaccommodatie uitgerust is met een badgesysteem dienen de gebruikers 10 euro waarborg per badge in bewaring te geven.

 

De teruggave van de waarborg gebeurt na beëindiging van het gebruik.

 

Art.6.- De retributie voor het gebruik van de kleedkamers en/of douches in de gemeentelijke sporthallen en turnzalen en zonder dat daarbij andere lokalen of ruimten in hetzelfde gebouw gebruikt worden, wordt vastgesteld op 1,25 euro per persoon.

 

Art.7.- Betalen van de retributie

 

De retributie is verschuldigd door de gebruiker.

 

De gebruiker is verantwoordelijk voor de betaling van de retributies en van de onkosten in geval van schade aan de accommodatie en/of het materiaal en/of het niet proper achterlaten van de ter beschikking gestelde sportaccommodatie.

 

Art.8.-

 

De betaling moet gebeuren vóór het gebruik van de gereserveerde sportaccommodatie.

Op verzoek van de vereniging kan het verschuldigde bedrag verdeeld worden over twee facturen en dient de eerste helft betaald te worden voor het eerste gebruik en de tweede helft van het verschuldigde bedrag voor 15 december.

 

Indien de verenigingen, groepen of privé-personen om één of andere reden geen gebruik maken van de ter beschikking gestelde sportzaal of sportveld blijft de vergoeding nochtans verschuldigd.

 

Een uitzondering hierop wordt toegestaan voor de accommodatie in het openluchtstadion Louis de Winter. Omwille van uitzonderlijke weersomstandigheden kan het gebruik geannuleerd worden door een mail te sturen naar sport@brasschaat.be voor de aanvang van het gebruiksuur, met vermelding van de reden. Mits bevestiging van de sportdienst zal de aangerekende kost op het einde van de maand gecrediteerd worden.

 

Indien de gebruiker buiten zijn wil geen gebruik kan maken van één van de turnzalen en moet uitwijken naar één van de sporthallen blijft slechts de retributie van de gereserveerde turnzaal verschuldigd.

 

Art.9.-

 

Artikel 177 van het decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

27 Retributie 2020-2025 op de organisatie van jeugdactiviteiten. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Schepen van Gerven geeft aan dat er nog een kleine correctie dient te gebeuren voor de grote gezinnen in het reglement. Bij de meerdaagse kampprijs per dag wordt er nu 15 euro vermeld, dat maakt voor 5 dagen 75 euro. In analogie met de sportdienst worden ook hier 3 tarieven voorgesteld nl 1ste kind 75 euro, 2de kind 65 euro en het 3de kind 55 euro.

Schepen Van Gerven verzoekt de gemeenteraad in te stemmen met dit voorstel. 

 

Dit wordt éénparig goedgekeurd.

 

Raadslid Eeman vraagt of een Brasschaatse ouder wiens kind vanwege co-ouderschap niet gedomicilieerd is in Brasschaat ook aanspraak maken op de tarieven die worden gehanteerd voor Brasschatenaren. Uit het antwoordt van het secretariaat blijkt dat de facturatie en fiscale attesten worden bezorgd aan de Brasschaatse ouder die ingeschreven heeft en kan genieten van de Brasschaatse tarieven zonder dat het kind in Brasschaat is gedomicilieerd. Zijn fractie steunt dit ten volle.

 

Schepen Van Gerven bevestigt dat dit inderdaad kan en dat men zich kan opgeven in een register waar het tweede verblijfsadres te Brasschaat kan worden bijgehouden en geattesteerd zodat hierop inderdaad aanspraak kan worden gemaakt.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende goedkeuring van de retributie 2014-2019 op de organisatie van jeugdactiviteiten.

Vanaf het jaar 2020 worden gedifferentieerde tarieven voorzien voor Brasschaatse gedomicileerden en niet-inwoners van onze gemeente.

De inwoners van de gemeente hebben immers door het betalen van de aanvullende belastingen bijgedragen tot de algemene uitgaven van de jeugdwerking en het onderhoud van de jeugdinfrastructuur. Bijgevolg wordt het billijk geacht dat niet-inwoners iets meer betalen voor het deelnemen aan een activiteit.

Het is financieel aangewezen om voor de organisatie van deze jeugdactiviteiten voor de jaren 2020-2025 retributies vast te stellen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 19.500 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt de retributie voor het deelnemen aan jeugdactiviteiten als volgt vastgesteld:

 

a) inwoner Brasschaat:

 

          halve dagactiviteit - workshop: 5 euro

          dagactiviteit - uitstap met vervoer: 20 euro

          dagactiviteit - uitstap zonder vervoer: 7 euro

          meerdaagse activiteiten-kampprijs per dag:

1ste kind van het gezin: 15 euro

2de kind van hetzelfde gezin: 13 euro

3de en volgende kinderen van hetzelfde gezin: 11 euro

 

 

b) niet-inwoner Brasschaat:

 

          halve dagactiviteit - workshop: 6 euro

          dagactiviteit - uitstap met vervoer: 22 euro

          dagactiviteit - uitstap zonder vervoer: 8 euro

          meerdaagse activiteiten-kampprijs per dag:

1ste kind van het gezin: 17 euro

2de kind van hetzelfde gezin: 15 euro

3de en volgende kinderen van hetzelfde gezin: 13 euro

 

 

 

Art.2.- Reservatieregeling

 

Inschrijvingen voor activiteiten gebeuren online. De gemeente stelt computers en administratieve ondersteuning in het gemeentehuis ter beschikking. Wanneer de betaling heeft plaatsgevonden is de reservering definitief.

 

Art.3.- De retributie is verschuldigd door de persoon die aan de activiteit deelneemt.

 

Art.4.- Betaling

 

De betaling van de retributie dient te gebeuren bij inschrijving voor de aanvang van een activiteit via online betaling. De inschrijving is definitief na betaling.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

28 Retributie 2020-2025 inname openbaar domein voor evenementen en manifestaties. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid N. de Kort stelt dat het vorige reglement destijds werd besproken op de sportraad omdat sportverenigingen vaak activiteiten organiseren. Hij vraagt of dit reglement nu ook besproken werd. Mocht dit niet zo zijn, vindt hij het wel nuttig om dit alsnog informatief aan de sportverenigingen te bezorgen.

De fractie is verder tevreden dat de eerder gemaakte beleidskeuze aangehouden wordt om evenementen aan het kasteel of het parkgebied zoals gedefinieerd in het landschapsbeheerplan te ontraden. Dit was ook het geval in de vorige legislatuur.

Hij stelt wel voor om te voorzien in een periodieke evaluatie deze legislatuur om te bekijken of de belastingverhoging in verhouding staat met het aantal investeringen die de gemeente doet op deze locaties. Hij verzoekt het college om dit zo te willen opvolgen en te willen rapporteren aan de gemeenteraad zodat dit indien noodzakelijk ook bijgestuurd kan worden.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2016 houdende goedkeuring van de retributie 2020-2025 op de inname van het openbaar domein bij evenementen en manifestaties.

Naar aanleiding van een aantal evenementen met een eerder winstgevend karakter heeft het gemeentebestuur de intentie geuit om een commerciële vergoeding op basis van oppervlakte en aantal dagen (inclusief opbouw en afbraakperiode) als voorwaarde op te nemen in haar principiële beslissing. Eveneens wordt er een waarborg gevraagd in functie van het mogelijke risico op schade. Verder worden nutsvoorzieningen en logistieke ondersteuning al dan niet aangerekend.

Het retributiereglement streeft een zo breed mogelijk toepassingsgebied na.

Het is financieel aangewezen om het bestaande retributiereglement op inname van het openbaar domein voor evenementen en manifestaties voor de jaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet  van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst is afhankelijk van het aantal evenementen en wordt geraamd op 7.400 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Toepassingsgebied

 

Er wordt met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een retributie geheven op tijdelijke terbeschikkingstellingen en occasionele innamen van het openbaar domein en van gronden behorend tot het privaat domein van de gemeente Brasschaat voor het inrichten van evenementen en manifestaties.             

 

Art.2.- Definities

 

Het gedurende een bepaalde in tijd beperkte periode, voor minder dan drie maanden, ter beschikking stellen van openbaar domein voor het inrichten van festivals (beide met inname voor onder meer occasionele uitstallingen, occasionele terrassen, tapinstallaties, plaatsen van tenten), circussen, feestmarkten, braderijen, occasionele fastfoodkramen, barbecues, autoshows, reclame-evenementen, (muziek-)optredens, sportgebeurtenissen, beurzen, buurt- en straatfeesten, standplaatsen autobus of camionette voor marketingonderzoek of publicitaire doeleinden en tijdelijke plaatsen van winkelcontainers (uitgezonderd indien ze gebruikt worden tijdens verbouwingswerken of indien ze voor de eigen handelszaak worden geplaatst). Deze opsomming is niet beperkend.

 

Art.3.- Niet van toepassing

 

Dit reglement is niet van toepassing op de activiteiten die gereglementeerd zijn onder:

          het reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markt en op het openbaar domein.

          het reglement met betrekking tot activiteiten op openbare foren.

Hiervoor zijn andere retributiereglementen van toepassing.

 

Art.4.- Staat van bevinding

 

Voorafgaand aan de opbouw van het evenement wordt er een staat van bevinding ‘start opbouw’ opgesteld door de gemeente in bijzijn van de organisator.

Na de afbraak van het evenement wordt er eveneens een staat van bevinding ‘einde afbraak’ opgesteld door de gemeente in bijzijn van de organisator. De organisator neemt het initiatief om met de daartoe bevoegde/aangewezen persoon van de gemeente een afspraak te maken.

De opbouw van het evenement kan starten zoals voorzien in de toelatingsbrief en de staat van bevinding werd opgesteld en ondertekend door beide partijen (gemeente en organisator).

De afbraak van het evenement eindigt op het moment dat de organisator de daartoe bevoegde/aangewezen persoon van de gemeente inlicht en er een afspraak wordt gemaakt voor de staat van bevinding.

De staat van bevinding (eveneens gedocumenteerd met foto’s) vindt plaats voor de opbouw en nà de volledige afbraak/opruim.

 

Art.5.- Tarief

 

Voor de tijdelijke terbeschikkingstelling van het openbaar domein en van gronden behorend tot het privaat domein van de gemeente Brasschaat bedraagt de retributie:

 

Periode

                             Tarief volgens oppervlakte

 

 

Voor gedeelte van 1 tot 5000 m²

+ voor gedeelte boven 5000 m²

opbouw dag (x)-3 en volgende

10 euro/dag per evenement per 500 m²

10 euro/dag per evenement per 500 m²

opbouw dag (x)-2

5 euro/dag per evenement per 500 m²

5 euro/dag per evenement per 500 m²

opbouw dag (x)-1

2,5 euro/dag per evenement per 500 m²

2,5 euro/dag per evenement per 500 m²

1ste dag evenement t.e.m. 4de dag

50 euro/dag per evenement per 500 m²

10 euro/dag per evenement per 500 m²

vanaf 5de dag

10 euro/dag per evenement per 500 m²

5 euro/dag per evenement per 500 m²

afbraak dag (x)+1

2,50 euro/dag per evenement per 500 m²

2,50 euro/dag per evenement per 500 m²

afbraak dag (x)+2

5 euro/dag per evenement per 500 m²

5 euro/dag per evenement per 500 m²

afbraak dag (x)+3 en volgende

10 euro/dag per evenement per 500 m²

10 euro/dag per evenement per 500 m²

(x) is gelijk aan de evenementenperiode

 

De minimum aangerekende oppervlakte per evenement bedraagt 500m².

Een begonnen dag wordt aangerekend als een volledige dag.

De oppervlakte wordt bepaald in functie van de volledige inname van het openbaar domein en van gronden behorend tot het privaat domein van de gemeente Brasschaat (inclusief eventuele backstage, opslagruimte, parking) De innamen van openbare weg en van gronden naar aanleiding van begeleidende maatregelen opgelegd door het gemeentebestuur, worden niet aangerekend, zoals bijvoorbeeld parkings.

Voor de locaties gelegen in het Park van Brasschaat wordt de retributie verhoogd met 40%. Dit geldt voor de zone Kasteelparkgebied, zoals gedefinieerd in het landschapsbeheersplan.

 

Art.6.- Debiteur

 

De retributie en/of waarborg is verschuldigd door de organisator die gebruik maakt van de tijdelijke terbeschikkingstelling en occasionele innamen.

 

Art.7.- Betaling

De betaling van de retributie dient te gebeuren binnen 30 dagen na verzending van het verzoek tot betaling op rekeningnummer van het gemeentebestuur.

 

Art.8.- Vrijstelling

Van deze retributie zijn vrijgesteld:

 

          de eigen georganiseerde evenementen van de “groep” gemeente Brasschaat (onder andere gemeente Brasschaat, OCMW Brasschaat, EVA vzw programmering cultuur centrum Hemelhoeve, EVA vzw sportplus, AGB, toerisme Brasschaat vzw)

          evenementen georganiseerd door Brasschaatse handelaars- en horecaverenigingen ter promotie van het winkel- en horecagebied in Brasschaat;

          de Belgische staat, de Vlaamse gemeenschap/ Vlaamse gewest, de provincie Antwerpen, de gemeenten en de openbare instellingen;

          erkende onderwijsinstellingen, erkende adviesraden of culturele, sociale, sport-,senioren en jeugdverenigingen met een maatschappelijke zetel in de gemeente Brasschaat;

          aanvragers die een externe partner-organisator zijn, maar waarmee de gemeente Brasschaat op enigerlei wijze in functie van het betrokken evenement of manifestatie een partnerschap heeft afgesloten, zoals bijvoorbeeld voor evenement in co-organisatie, naamversterkende en samenlevingsversterkende evenementen (onder andere speelstraten, straat- en buurtfeesten, georganiseerd door ‘een vereniging van particulieren’). Het evenement dient steeds een meerwaarde voor de gemeente Brasschaat te betekenen. Het gemeentebestuur motiveert in haar beslissing het partnerschap.

Het gemeentebestuur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad het overzicht van aanvragers die als externe partner-organisator worden aangeduid met haar motivatie.

 

Art.9.- Waarborg

 

De gemeente kan een waarborg bepalen, indien de opstelling van het evenement een mogelijk risico op beschadiging van het openbaar domein inhoudt. Het bedrag voor de waarborg wordt, als volgt, vastgesteld:

          W = [tarief volgens art.5] x C

          W = waarborg

          C = coëfficiënt naar risico op beschadiging

C wordt gelijk gesteld aan 3. Naargelang het risico op beschadiging van het openbaar domein, de beschadiging bij vorige edities of vergelijkbare evenementen kan C vervangen worden door 2, 4 of 5. Het college van burgemeester en schepenen beslist gemotiveerd bij goedkeuring aanvraag van het evenement over de te gebruiken coëfficiënt, na advies van de bevoegde dienst.

Deze waarborg dient ten laatste 14 kalenderdagen voor het evenement gestort te worden, volgende de bepalingen vermeld in de toelatingsbrief. Wanneer de organisator het nalaat om dit bedrag tijdig te storten, wordt de toelating geschorst in afwachting van de betaling of begeleidende maatregelen door de burgemeester en/of college van burgemeester en schepenen.

De waarborg kan pas worden terugbetaald als de staat van bevinding ‘einde afbraak’ werd opgesteld en de vastgestelde beschadigingen werden hersteld.

Indien het openbaar domein niet wordt achtergelaten in de oorspronkelijke toestand, zullen de kosten voor het herstellen integraal doorgerekend worden aan de aanvrager of verrekend worden met de waarborg.

 

Art.10.-:

 

Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen.

Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.”

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

29 Belasting 2020-2025 op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerken en van gelijkgestelde producten. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Jambon vervoegt de zitting.

 

Raadslid N. de Kort heeft inzake dit voorstel van belastingverhoging twee vragen voor schepen Van Honste in het bijzonder. In de vorige legislatuur zat schepen Van Honste in de oppositie en maakte ze terecht de opmerking over de wijze waarop werd gebudgetteerd. Als voorbeeld verwijst hij naar de tussenkomst over de doelstelling inzake de daling van het restafval hoewel er geen overeenkomstige daling van de uitgaven voor de ophaling en verwerking van het restafval werd gebudgetteerd. Hij stelt vast dat deze redenering nu niet meer wordt aangehouden want ,hoewel dit een ontradende doelstelling is, wordt toch voorzien in een sterke stijging van de inkomsten van 130.000 euro. Indien het inderdaad de bedoeling is dit te ontraden is het vreemd dat toch wordt gerekend op meer inkomsten. Dit klopt volgens hem niet. Hij vraagt zich dus af wat hier de werkelijke bedoeling is, het ontraden of meer inkomsten.

Ook stelt hij vast dat in het kader van de starterspremie er wordt voorzien in ondersteuning van reclame en dit ook in de gedrukte media zoals Brasschaatse Film en de Parkbode. Dit lijkt hem dan ook niet consequent te zijn.

 

Hij stelt verder vast dat het bestuursakkoord zeer uitdrukkelijk stelt dat elke beleidsbeslissing dient getoetst te worden aan de impact op de Brasschaatse ondernemer, de zogenaamde ondernemerstoets. Een doelstelling die hij kan ondersteunen maar uit niets blijkt dat dit in dit dossier is toegepast en dit in tegenstelling tot andere beslissingen waar hij dit wel heeft gezien. Hier is geen sprake van de ondernemerstoets, een advies van de centrummanager of van het forum lokale economie. Hij vraagt zich af of deze belastingsverhoging op één of andere manier besproken is geweest met de lokale ondernemers of met een representatief orgaan. Immers gaat het hem niet over de grotere winkelketens maar wel over de impact op de lokale ondernemers die voor een feestperiode staan en een hogere factuur zullen krijgen door deze maatregel en dit met dank aan dit college.

Zijn voorstel is daarom om een echte ondernemingstoets in te voeren en het voorstel van Unizo te integreren in het reglement. Unizo heeft bij de gemeenteraadsverkiezingen en bij de federale en Vlaamse verkiezingen een memorandum voorgesteld. Unizo heeft een verschillende voorstellen opgemaakt op het gebied van lokale financiën en dit is hier van toepassing. Het reglement moet ondernemingsvriendelijk gemaakt worden door het voorstel van Unizo in te voeren, bijvoorbeeld door het invoeren van een vrijstelling van deze belasting bij wegenwerken. Er zijn een aantal wegenwerken gepland waar de zelfstandigen hinder zullen van ondervinden en het voorstel is daarom om bij wegenwerken de getroffen lokale ondernemers vrij te stellen van deze belasting zodat ze juist extra reclame kunnen maken tijdens deze moeilijke periode.

 

Schepen Van Honste antwoordt dat het reglement wordt doorgevoerd vanwege het duurzaamheidsprincipe om zo weinig mogelijk reclamedrukwerk in de brievenbus te krijgen die vaak onmiddellijk wordt weggegooid.

Het effect zal misschien niet meteen zichtbaar zijn, maar het bestuur hoopt dit op termijn wel te zien. Het is dan inderdaad mogelijk dat het bestuur zich vergist heeft in de opbrengst, maar dan is de opzet van het bestuur wel geslaagd.

Wat betreft de ondernemerstoets is dit dossier niet expliciet besproken met andere organen, maar er werden wel verschillende tarieven berekend en volumes vastgesteld op basis waarvan de geschatte impact in kaart kon worden gebracht en dit is ook in overweging genomen zodat de impact minimaal is.

 

Wat betreft het voorstel om vrijstelling te geven bij wegenwerken stelt schepen Van Honste voor om dit eerder te bekijken per wegenwerk. Immers is de periode en de impact niet steeds gelijk en is het eerder de bedoeling om een zo doelgericht mogelijk pakket van maatregelen te voorzien ter ondersteuning. Een eventuele vrijstelling kan hiervan een onderdeel zijn. 

 

Schepen Fonteyn vult aan dat bijvoorbeeld de hinderpremie ook een maatregel is die de ondernemers in voorkomend geval ondersteunt.

 

Raadslid N. de Kort vindt het antwoord teleurstellend. Hij blijft het niet consequent vinden dat o.a. de starterspremie hier niet mee op wordt aangepast als het inderdaad de bedoeling is om ontradend te zijn.  Hij concludeert dat de ondernemerstoets niet is uitgevoerd en roept de fractieleider van Open VLD op om dit in de toekomst wel mee te bewaken. Hij vraagt om toch rekening te houden met het voorstel van Unizo en stelt voor de vrijstelling toe te voegen in geval van een wegenwerk voor een periode langer dan 1 maand.

Schepen Van Honste antwoordt dat het haar toch beter lijkt om te voorzien in een pakket maatregelen op maat in functie van het wegenwerk dat bestaat uit meerdere maatregelen in plaats van enkel deze, maar dat dit er wel een onderdeel van kan zijn.  Dit is niet eenvoudig te definiëren voor een algemene situatie omdat elk wegenwerk en de impact hiervan anders is. 

 

Raadslid Van der Schoepen stelt dat zijn fractie ook bezorgd is over het feit dat de lokale handelaars beperkt worden in hun slagkracht om handel te voeren in zijn gemeente. Vaak is geadresseerd reclame- en drukwerk te duur voor een kleine zelfstandige. Zijn fractie zal dit punt daarom niet goedkeuren.

 

Raadslid N. de Kort stelt dat dit voorstel van Unizo een kernaanbeveling is voor de lokale belastingen op het verspreiden van drukwerk. De link tussen wegenwerken, inkomstenverlies en promotie is duidelijk aanwezig en de gemeente kan hier iets aan doen. De verhoging is immers een beleidskeuze. Vandaar zijn voorstel om te voorzien in een een vrijstelling op deze belasting voor de handelaars die getroffen worden door wegenwerken langer dan één maand.

 

Schepen Cools antwoordt dat in de voorbereiding van dit reglement alle facetten werden meegenomen. Er is een vergelijking gemaakt met de omliggende gemeenten en de tarieven werden op een gelijke hoogte gebracht. Hij zegt bereid te zijn om dit mee te nemen naar het forum Lokale Economie om dit te bespreken of de ondernemers vragende partij zijn. Want door de maatregel die nu wordt genomen zijn slechts een beperkt aantal ondernemers getroffen. Velen onder hen zullen eerder minder moeten betalen.

De tarieven werden uitvoering bekeken en uitgewerkt door te kijken welke handelaar wat zou moeten betalen. Het is en blijft de bedoeling om nog zo weinig mogelijk papier te genereren binnen de gemeente. Als de volledige telling werd doorgerekend dan was het bedrag nog hoger geweest. Er werd nu al rekening gehouden met een beperkte afname van papier. Het bestuur hoopt dat dit in de toekomst afradend werkt en het papier naar nul zal evolueren.

Hij stelt voor om dit in het forum te bespreken en hierover aan het college terug te koppelen. 

 

Raadslid Vanpoucke stelt dat zijn fractie positief staat tegenover het voorstel om papier en ongevraagde reclame te beperken, maar staat ook positief tegenover het voorstel van CD&V om te voorzien in een vrijstelling voor wegenwerken van meer dan één maand, zoals bijvoorbeeld de werken aan de Kapelsesteenweg, die zullen plaatsvinden deze legislatuur.

Hij vindt het jammer dat er geen ondernemerstoets is gebeurd of geen advies werd gevraagd aan het forum Lokale Economie zoals werd geopperd want dan kon er over dit punt wel beslist worden zoals het hoort.

 

Raadslid Thomas bedankt raadslid N. de Kort voor zijn pleidooi voor de lokale ondernemers. Hij zegt dat het bewaken van de ondernemerstoets door hem misschien niet de juiste oplossing is, maar dat het zinvoller is om toelichting te krijgen van de bevoegde schepen op een commissie over de manier waarop de ondernemerstoets in praktijk zal toegepast worden.

 

Raadslid N. de Kort vraagt om te stemmen over het amendement of het punt een maand uit te stellen. Het reglement gaat pas in op 1 januari 2020, dus hier kan nog over gestemd worden in de zitting van de gemeenteraad van 16 december 2019. Zo heeft het bestuur één maand de tijd om dit nog te bespreken met de nodige organen.

 

Schepen Cools antwoordt dat de agenda van de gemeenteraad van 16 december 2019 volgende week vrijdag al wordt verzonden naar de raadsleden. Het is niet mogelijk om in die periode het forum nog bij elkaar te krijgen.

 

Raadslid Jambon merkt op dat een algemene maatregel verankeren in het reglement niet de juiste oplossing is maar vindt wel dat het voorstel goede argumenten omvat.  Hij pleit dan ook voor een degelijke aanpak van een pakket maatregelen op maat gemaakt ter ondersteuning van de lokale handelaars in geval van wegenwerken en vraagt zich af of dit op deze werkwijze wel kan worden vastgelegd. 

 

Waarnemend burgemeester Cools stelt voor om dit mee op te nemen in het reglement door het college de bevoegdheid te geven om in geval van wegenwerken te mogen afwijken van dit reglement zodat dit mee onderdeel kan zijn in het pakket van maatregelen dat per wegenwerk zal worden gedefinieerd. Zo moet niet steeds een vrijstelling gevraagd te worden aan de gemeenteraad maar kan er wel flexibel en op maat gewerkt worden.

 

Raadslid N. de Kort bedankt raadslid Jambon en waarnemend burgemeester Cools voor de constructieve dialoog en vindt dit een perfecte oplossing. Hij zegt ook vertrouwen te hebben in het college om dit op een correcte manier toe te passen.

 

Raadslid Vanpoucke geeft aan dit voorstel ook te volgen, maar dat het wel van belang is om iedereen goed te informeren zodat de handelaars ook hun klanten kunnen informeren. In Mariaburg-Ekeren waren er nog niet zo lang geleden chaotische werken, waar handelaars het slachtoffer van zijn geworden. Hoewel Brasschaat hier niet als enige verantwoordelijk was wil hij wel zeker het goede voorbeeld geven.

Hij vraagt verder nog op welke basis de belasting wordt vastgesteld.

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat er per wijk een aantal controlepunten zijn waar reclame wordt verzameld en die wordt geturfd zodat men weet welke reclamefolders er in welke wijk wordt verdeeld. Dit is een zeer omslachtig werk, daarom ook zijn de 4 categorieën herleid naar 2 categorieën om de administratieve verwerking te optimaliseren.. Zodanig wordt het administratief ook minder rompslomp.

 

Het voorstel om het reglement zoals geagendeerd met de toevoeging van de delegatie aan het college van burgemeester en schepen om te mogen afwijken van onderhavig reglement in geval van wegenwerken als onderdeel van een op maat gemaakt pakket van maatregelen ter ondersteuning van de getroffen handelaars wordt éénparig goedgekeurd.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende goedkeuring van de belasting 2014-2019 op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten.

 

Het ongevraagd en systematisch verspreiden van ongeadresseerd reclamedrukwerk en gelijkgestelde producten in alle brievenbussen is nadelig voor het milieu, het volume papierafval verhoogt en brengt bijkomende kosten van onder meer afhaling en verwerking met zich mee.

 

Om het ontradend effect te vergroten wordt vanaf het aanslagjaar 2020 de vier bestaande categorieën omgevormd tot twee en worden de tarieven verhoogd.

De financiële toestand van de gemeente maakt de heffing noodzakelijk van alle rendabele belastingen.

 

Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Tijdens de uitvoering van wegenwerken zal het college van burgemeester en schepenen de getroffen handelaars alternatief ondersteunen.

 

Juridisch kader

Het decreet van  30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.

Het decreet van 23 december 2011 betreffende  het duurzaam beheer van  materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet), met latere wijzigingen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen;

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 320.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten op het grondgebied van de gemeente.

 

Art.2.- Definities

 

Reclamedrukwerk: elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, en die erop gericht is een potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.

 

Huis-aan-huis verspreiding:  het systematisch achterlaten van drukwerk zonder adressering in de brievenbussen van woningen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond.

 

Niet-geadresseerd: het ontbreken van een individuele adressering, waarbij ook de collectieve adresaanduiding per straat, of een gedeeltelijke adresvermelding, wordt beschouwd als niet-geadresseerd.

 

Gelijkgestelde producten: onder meer alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die willen aanzetten tot het gebruik of verbruik van diensten, producten of transacties.

De opsomming is niet limitatief.

 

Art.3.- Belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die geldt als de verantwoordelijke uitgever van het betreffende reclamedrukwerk.

 

Indien deze niet gekend is, degene onder wiens handelsnaam, logo of embleem de reclame wordt gevoerd, hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot de betaling van de belasting.

 

Art.4.- Berekeningsgrondslag en tarief

 

De belasting is verschuldigd telkens er een huis-aan-huis verspreiding van reclamedrukwerk of daarmee gelijkgesteld product plaatsvindt en wordt onderverdeeld in twee categorieën, naargelang de grootte, volume of aard:

 

          1ste categorie: 0,005 euro per bedeeld exemplaar met een minimum van 25 euro per bedeling voor reclamedrukwerk (of gelijkgesteld) kleiner of gelijk aan A4 met maximum 1 blad (= 2 bladzijden);

          2de categorie: 0,02 euro per bedeeld exemplaar met een minimum van 100 euro per bedeling voor alle reclamedrukwerk of gelijkgestelde producten die niet tot categorie 1 behoren

 

Het al dan niet volledig bedrukt zijn van de bladzijden geeft geen aanleiding tot een belastingvermindering.

 

Art.5.- Vrijstellingen

 

Zijn van de belasting vrijgesteld:

 

          publicaties van publiekrechtelijke personen

          publicaties van socio-culturele, politieke- en sportverenigingen

 

Art.6.- Aangifteplicht

 

De belastingplichtige moet uiterlijk op de laatste werkdag voor elke verspreiding een aangifte indienen bij het gemeentebestuur. Deze aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag van het verspreide drukwerk of het gelijkgestelde product.

 

De aangifte kan digitaal ingediend worden via het e-loket van de gemeente Brasschaat (www.brasschaat.be / e-loket).

 

Op eenvoudig verzoek kan een aangifteformulier bekomen worden. Het aangifteformulier kan via één van volgende kanalen terug bezorgd worden:

          e-mail: reclamefolders@brasschaat.be

          post: Gemeentehuis dienst financiën, Verhoevenlei 11, 2930 Brasschaat

          afgifte: Gemeentehuis onthaal, Verhoevenlei 11, 2930 Brasschaat 

 

Art.7.- Procedure van ambtshalve vaststelling en bijhorende belastingverhoging

 

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008

 

Indien een verspreiding van reclamedrukwerk in de brievenbussen ambtshalve wordt vastgesteld wordt het aantal verspreide exemplaren als volgt vastgesteld:

 

- zone Driehoek:2.447 exemplaren

- zone Centrum:2.772 exemplaren

- zone Kaart:2.000 exemplaren

- zone Mariaburg-Vriesdonk:2.189 exemplaren

- zone Bethanië-Maria-ter-Heide2.399 exemplaren

 

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100% van de ontdoken belasting. De belastingverhoging  wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Art.8.- Wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art.9.- Slotvermelding

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot 9bis  van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

30 Retributie 2020-2025 inzake materiële steun (uitleendienst audio-visuele en spelmaterialen). - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende goedkeuring van de retributie 2014-2019 inzake materiële steun (uitleendienst).

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende goedkeuring van het gemeentelijk reglement uitleendienst.

De gemeente stelt diverse materialen voor jongeren en verenigingen ter beschikking. De praktische uitvoering van de uitleendienst verloopt via het magazijn De Mortel. De modaliteiten inzake het ter beschikking stellen van materialen wordt vanaf het jaar 2020 mee opgenomen in het retributiereglement. Het is financieel aangewezen voor het ter beschikking stellen van deze materialen (uitleendienst) een retributie vast te stellen. Het voormeld besluit wordt voor de jaren 2020-2025  gewijzigd en vernieuwd.

 

Juridisch kader

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 1.300 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie geheven op materiële steun volgens de modaliteiten van het uitleenreglement.

 

Art.2.- De retributie en de waarborg zijn verschuldigd door de aanvrager van het materiaal en wordt bij het afhalen van de materialen in bewaring gegeven bij het gemeentebestuur. Bij het terugbrengen van de ontleende materialen worden de materialen in ontvangst genomen en na controle door de bevoegde diensten wordt de waarborg terugbetaald en eventuele bijkomende retributie of boete in rekening gebracht.

 

Art.3.- Modaliteiten uitleenreglement

 

A. De Doelgroep

 

De uitleendienst stelt voor iedereen materiaal ter beschikking, aan verenigingen en individuele jongeren tot 25 jaar. Commerciële ondernemingen kunnen geen materiaal ontlenen.

 

De huurders worden ingedeeld in:

 

Categorie 1: verenigingen en jongeren uit Brasschaat

jeugdverenigingen (incl. speelstraatorganisaties)

socio Culturele verenigingen (incl. buurtcomités)

sportverenigingen

scholen

-25 jarigen voor activiteiten met een openbaar karakter of in kader van hun opleiding

 

Categorie 2: verenigingen en jongeren niet uit Brasschaat

= Categorie 1, maar niet uit Brasschaat

 

Categorie 3:

Alle anderen

 

De gemeente Brasschaat kan ten allen tijde bijkomende info opvragen omtrent het doel van de vereniging en de aard van de activiteit waarvoor materiaal wordt uitgeleend om zo de van toepassing zijnde categorie te kunnen bepalen.

 

B. Aanvragen

 

De vastlegging is slechts definitief na het invullen van het onlineformulier en ontvangst van bevestigingsmail.

Door het ontlenen van het materiaal verklaart de gebruiker zich akkoord met de bepalingen van dit reglement en waarborgt de stipte naleving ervan.

 

C. Kostprijs en waarborg

Volgende materialen kunnen ontleend worden en de kostprijs is afhankelijk van de vastgesteld categorie:

 

- categorie 1:

audiovisueel materiaal

° DJ-installatie (img Stage Line) - dagprijs 15 euro, waarborg 75 euro

° DJ-installatie (JBSystems) - dagprijs 15 euro, waarborg 75 euro

° muziekinstallatie (PA-set Yamaha)

° mengpaneel (Yamaha) - dagprijs 10 euro, waarborg 75 euro

° dubbele CD-speler (JBSystems) - dagprijs 4 euro, waarborg 75 euro

° 2 luidsprekers + kabels (Yamaha) - dagprijs 4 euro, waarborg 75 euro

° 2 luidsprekerstatieven (JBSystems) - dagprijs 1 euro, geen waarborg

° microfoon met kabel (Shure) - dagprijs 1,50 euro, geen waarborg

° microfoonstatief (K&M) - dagprijs 1,50 euro, geen waarborg

° draadloze microfoon (Shure) -dagprijs 5 euro, waarborg 75 euro

° hoofdtelefoon (Sennheiser) - dagprijs 1,50 euro, geen waarborg

° draagbaar PA geluidssysteem (Mac Mah) - dagprijs 15 euro, waarborg 75 euro

° draagbaar PA geluidssysteem (LD Roadboy) - dagprijs 15 euro, waarborg 75 euro

° decibelmeter (Amptec 10Eazy) - dagprijs 10 euro, waarborg 75 euro

° beamer (Sony VPL-DX120) - dagprijs 10 euro, waarborg 75 euro

° beamer (Sony VPL-DX221) - dagprijs 10 euro, waarborg 75 euro

° beamer (NEC NP210) - dagprijs 10 euro, waarborg 75 euro

° projectiescherm (Oray 120 x 160 cm) - dagprijs 2,50 euro, geen waarborg

° projectiescherm (Oray 150 x 200 cm) - dagprijs 2,50 euro, geen waarborg

° megafoon (Velleman) - dagprijs 1,50 euro, waarborg 75,00 euro

° 2 portofoons/walkie talkies (Kenwood) - dagprijs 10 euro, waarborg 75 euro

° lichtinstallatie (GigBAR 2) -dagprijs 15 euro, waarborg 75 euro

 

koffers

° speelkoffer - dagprijs 2,50 euro, waarborg 25 euro

° circuskoffer - dagprijs 2,50 euro, waarborg 25 euro

° muziekkoffer - dagprijs 2,50 euro, waarborg 25 euro

° poppenkastkoffer - dagprijs 2,50 euro, waarborg 25 euro

° verkeerskoffer - dagprijs 2,50 euro, waarborg 25 euro

° schminkkoffer - dagprijs 2,50 euro, waarborg 25 euro

 

spel- en sportmateriaal (zonder waarborg)

° reuzenbal Ø 65 cm - dagprijs 1,50 euro

° reuzenbal Ø 85 cm - dagprijs 1,50 euro

° reuzenbal Ø 95 cm - dagprijs 1,50 euro

° reuzenbal Ø 120 cm - dagprijs 1,50 euro

° play parachute 3,60 m - dagprijs 1,50 euro

° play parachute 5 m - dagprijs 1,50 euro

° play parachute 6 m - dagprijs 1,50 euro

° play parachute 7,30 m - dagprijs 1,50 euro

° kruiptunnel  - dagprijs 1,50 euro

° hoelahoep - dagprijs 0,50 euro

° reuze mikado - dagprijs 1,50 euro

° paar stelten  - dagprijs 0,50 euro

° trekkoord - dagprijs 0,50 euro

° kubb - dagprijs 1,50 euro

° hockeyset - dagprijs 2,50 euro

° bowlingset/kegelspel - dagprijs 1,50 euro

° elektrische ballenpomp - dagprijs 2,50 euro

 

 

Voor de ontleners van categorieën 2 en 3 gelden volgende dagprijzen (waarborg blijft hetzelfde)

          categorie 2:  2  x  dagprijs categorie 1 

          categorie 3:  3  x  dagprijs categorie 1 

 

De materialen worden meegegeven na het ondertekenen van het uitleendocument.

De huur en waarborg worden betaald bij het afhalen.

 

Vanaf een huurtermijn van 5 kalenderdagen (kamptarief) ontvangt de ontlener een korting van 50 %.

 

D. Uitleentermijn

De termijn bedraagt maximaal 14 dagen met een huurprijs per dag.

 

E. Afhalen en terugbrengen

Alle materialen dienen tijdig afgehaald en teruggebracht te worden, dit op eigen kosten en met eigen mankracht.

De ontlener verbindt er zich toe het ontleende materiaal in geen geval aan derden te ontlenen of te verhuren.

Bij gegronde twijfels, betreffende vorig punt, kan de  de gemeente Brasschaat het ontleende materiaal ieder ogenblik terugvragen en wordt uitsluiting toegepast.

 

Beschadiging, verlies of diefstal moeten onmiddellijk gemeld worden.

Eventuele herstellingen zullen, indien mogelijk, uitgevoerd worden door de bevoegde diensten en in rekening gebracht worden aan de ontlener, hiervoor wordt de waarborg ingehouden. Ook bij diefstal, verlies of beschadiging zal een rekening opgemaakt worden ten laste van de ontlener. Indien de kosten van herstelling of verlies het bedrag van de waarborg overstijgen worden de bijkomende kosten eveneens aangerekend aan de ontlener.

 

Bij verlies of beschadiging wordt volgende bijkomende retributie geheven:

          herstellingskost/onderhoudskost: indien herstellingskost mogelijk is door gemeentepersoneel wordt het retributiereglement op de uurlonen van het gemeentepersoneel toegepast;

          herstellingskost: indien herstelling door gemeentepersoneel niet mogelijk is wordt de herstellingskost doorgerekend

          bij verlies of diefstal wordt de vervangingswaarde (de volledige kostprijs van het materiaal) aangerekend

 

Bij herhaalde beschadiging wordt de ontlener uitgesloten.

Bij het binnenkomen van het materiaal wordt alles indien mogelijk nagekeken. Als er geen tijd is voor het nakijken van het materiaal in het bijzijn van de huurder dan wordt dit later gedaan en wordt de waarborg gestort. Indien er herstellingen dienen te gebeuren wordt de waarborg ingehouden en bijkomende kosten zijn voor rekening van de laatste ontlener.

De ontlener verklaart bij de ontlening het materiaal in goede staat te hebben ontvangen. Dit gebeurt automatisch bij het handtekenen van het uitleenformulier.

 

F. Gebruik van het materiaal

Bij gebruik dienen alle schriftelijke en/of mondeling verstrekte richtlijnen aangaande gebruik en behandeling strikt nageleefd te worden. De persoon die het materiaal reserveert, is verantwoordelijk voor het ontleende materiaal. Het bedienen van het materiaal dient te gebeuren volgens de handleidingen. De materialen moeten ordelijk, proper en volledig teruggebracht worden.

 

G. Boetes

Indien de periode van terugbrenging wordt overschreden, dient een bijzondere vergoeding betaald te worden van 5 euro per stuk, per dag. Indien materiaal niet ordelijk of proper wordt teruggebracht wordt een boete van 10 euro aangerekend.

 

Bij wanbetaling kan de vereniging uitgesloten worden voor ontlening tot de rechtzetting is gebeurd van deze ontbrekende betaling.

 

H. Annulatie aanvragen

Een eventuele annulatie van gereserveerde materialen dient zo spoedig mogelijk te gebeuren en ten laatste 4 werkdagen voor de afgesproken afhaaldatum.

 

I. Aansprakelijkheid

De gemeente Brasschaat kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen en/of andere schadelijke gevolgen die zouden voortvloeien uit het gebruik van het ontleende materiaal.

 

Gereserveerde materialen die op de dag van afhalen niet aanwezig zijn worden niet verrekend. De gemeente Brasschaat kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

31 Retributie 2020-2025 voor het afhalen van huishoudelijke afvalstoffen van groter formaat. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Pauwels stelt voor om de burgers minder te laten betalen als het afval correct gesorteerd is. Nu lijkt het alsof een vrachtwagen voor de deur komt te staan die alles zomaar meeneemt zonder dat het gesorteerd is.

 

Schepen Van Honste antwoordt dat dit niet gemakkelijk is. Het vuil moet voor de deur staan en zou dan nog eens gesorteerd moeten worden. In die situatie is het niet zoals op het containerpark waar alles duidelijk gescheiden staat. Waar trekt men dan ook de lijn, wat is goed gesorteerd en wat niet. Dit is een moeilijk gegeven om te controleren.

 

Waarnemend burgemeester Cools beaamt dat dit moeilijk is om toe te passen. De vrachtwagen doet vaak ook verschillende adressen aan en moet het geheel trachten te vervoeren zonder telkens fracties te gaan lossen. Voor zover mogelijk wordt dit wel door de diensten gesorteerd geladen.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de retributie 2014-2019 voor het afhalen van huishoudelijke afvalstoffen van groter formaat.

 

Brasschaatse gedomicilieerden kunnen mits betaling huishoudelijke afvalstoffen van groter formaat eigenhandig binnenbrengen op het containerpark. Op verzoek kunnen diegenen die niet over deze mogelijkheid beschikken gebruik maken van georganiseerde ophalingen van huishoudelijke afvalstoffen van groter formaat.

 

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet), met latere wijzigingen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen.

Het Uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dat het beleid in Vlaanderen vaststelt rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst is afhankelijk van de gebruiksfrequentie en wordt geraamd op 13.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt de retributie voor het op verzoek ophalen met speciale ophaalbeurten van huishoudelijke afvalstoffen van groter formaat vastgesteld als volgt:

          65,00 euro indien het volume van de afgehaalde afvalstoffen minder is dan een halfvol geladen vrachtwagen;

          130,00 euro voor een halfvol geladen vrachtwagen;

          260,00 euro voor een volledig volgeladen vrachtwagen.

Deze bedragen omvatten zowel de vergoeding voor personeel als het gebruik van een gemeentelijk voertuig.

 

Art.2.- De retributie is verschuldigd door de aanvrager en na de geleverde prestatie.

 

Art.3.- De betaling van de retributie dient te gebeuren binnen de 30 dagen vanaf het verzoek tot betaling op rekeningnummer van het gemeentebestuur.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

32 Retributie 2020-2025 voor het afhalen van tuinafval. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de retributie 2014-2019 voor het afhalen van tuinafval.

 

Brasschaatse inwoners kunnen tuinafval eigenhandig binnenbrengen op het containerpark. Op verzoek kunnen diegenen die niet over deze mogelijkheid beschikken gebruik maken van georganiseerde ophalingen van tuinafval.

 

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet), met latere wijzigingen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen.

Het Uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dat het beleid in Vlaanderen vaststelt rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst is afhankelijk van de gebruiksfrequentie en wordt geraamd op 17.500 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt de retributie voor het op verzoek ophalen met speciale ophaalbeurten van tuinafval vastgesteld als volgt:

          30,00 euro indien het volume van de afgehaalde tuinafval minder is dan een halfvol geladen vrachtwagen;

          60,00 euro voor een halfvol geladen vrachtwagen;

          120,00 euro voor een volledig volgeladen vrachtwagen.

Deze bedragen omvatten zowel de vergoeding voor personeel als het gebruik van een gemeentelijke voertuig.

 

Art.2.- De retributie is verschuldigd door de aanvrager en na de geleverde prestatie.

 

Art.3.- De betaling van de retributie dient te gebeuren binnen de 30 dagen vanaf het verzoek tot betaling op rekeningnummer van het gemeentebestuur.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

33 Retributie 2020-2025 op de aflevering van containers en compostbakken. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid N. de Kort vraagt waarom de blauwe bak eveneens wordt verhoogd met 10 euro.

 

Schepen Van Honste antwoordt dat dit enkel een correctie is aangezien de prijs van de bakken hetzelfde is, ongeacht welke kleur.

 

Waarnemend burgemeester Cools vult aan dat het hier een bak van 120 liter betreft en niet 140 liter zoals foutief is vermeld. Dit zal nog aangepast worden.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 26 maart 2018 houdende goedkeuring van de retributie 2018-2019 op de aflevering van containers voor het afhalen van huishoudelijk afval of daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval, containers voor het afhalen van groenafval, containers voor het afhalen van GF-afval, containers voor het afhalen van papier en karton, compostvaten en compostbakken voor thuiscompostering.

 

Het huishoudelijk afval en/of vergelijkbaar bedrijfsafval dient in containers van 40, 60, 120 of 240 liter, het groenafval in containers van 40, 120 of 240 liter en het papier en karton in containers van 120 en 140 liter aan de ophaaldiensten aangeboden te worden.

 

Het composteren van groenafval wordt gestimuleerd. Mits het volgen van een thuiscomposteringscursus wordt een gratis compostvat ter beschikking gesteld.

 

Het voorstel van het college van burgemeester en schepenen om de verkoopprijzen van de containers op basis van het volume beter op elkaar af te stemmen. Het is financieel aangewezen om voormeld besluit voor de jaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen

 

Juridisch kader

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst is afhankelijk van het aantal verkochte containers en compostvaten-bakken.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt de retributie voor het afleveren van containers,  compostvaten en -bakken vastgesteld als volgt:

 

1. nieuwe containers:

          30 euro per grijze huisvuilcontainer van 40 liter inhoud;

          30 euro per grijze huisvuilcontainer van 60 liter inhoud;

          40 euro per grijze huisvuilcontainer van 120 liter inhoud;

          50 euro per grijze huisvuilcontainer van 240 liter inhoud;

          30 euro per groene groenafvalcontainer  van 40 liter inhoud;

          40 euro per groene groenafvalcontainer van 120 liter inhoud;

          50 euro per groene groenafvalcontainer van 240 liter inhoud;

          40 euro per blauwe papiercontainer van 120/140 liter inhoud;

 

2. nieuwe compostvaten en -bakken:

       gratis compostvat van 300 liter inhoud per adres, mits het volgen van een     thuiscomposteringscursus;

          35 euro per compostvat van 300 liter inhoud, inclusief beluchtingsstok;

          60 euro per compostbak van 1.300 liter inhoud;

          50 euro per aanbouwmodule van 1.300 liter inhoud voor compostbak;

          20 euro per dakje voor compostbak;

          5 euro per beluchtingsstok;

 

3. tweedehands containers:

          5 euro per grijze huisvuilcontainer van 40 liter inhoud;

          5 euro per grijze huisvuilcontainer van 60 liter inhoud;

          10 euro per grijze huisvuilcontainer van 120 liter inhoud;

          15 euro per grijze huisvuilcontainer van 240 liter inhoud;

          5 euro per groene groenafvalcontainer van 40 liter inhoud;

          10 euro per groene groenafvalcontainer van 120 liter inhoud;

          15 euro per groene groenafvalcontainer van 240 liter inhoud;

          10 euro per blauwe papiercontainer van 120/140 liter inhoud;

 

Art.2.- Er is geen retributie verschuldigd voor de vervanging van een container indien deze werd vernield door de ophaler van de betrokken afvalfractie.

 

Art.3.- De retributie is verschuldigd door de aanvrager en wordt geïnd op het ogenblik waarop de container, het compostvat of toebehoren wordt afgeleverd.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

34 Retributie 2020-2025 op de aflevering van PMD-zakken. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de retributie 2014-2019 op de aflevering van PMD-zakken.

 

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 27.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt de retributie voor het afhalen van PMD-zakken vastgesteld als volgt:

          0,125 euro per zak, te verkopen in rollen van 20 voor zakken met een inhoud van 60 liter;

          0,25 euro per zak, te verkopen in rollen van 10 voor zakken met een inhoud van 120 liter.

 

Art.2.- De retributie is verschuldigd door de aanvrager en wordt geïnd op het ogenblik van de afgifte van de PMD-zakken.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

35 Retributie 2020-2025 op de aflevering van compost. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Eeman merkt op dat bedrijven en zelfstandigen compost aankopen tegen €2,5 per ton met tot een maximum van 150 ton per maand en hierboven €1,25 per ton. Vroeger verkocht de gemeente deze compost aan zelfstandigen voor een prijs die gelijk van aan de prijs van Igean behoudens een verschil voor het laden. 

Nu mag de mechanische verwerker de compost eigenhandig verkopen aan zelfstandigen en aan bedrijven. Hij vraagt of deze de prijs zelf mag bepalen of dat hij hiervoor de goedkeuring van de gemeente dient te krijgen. 

 

Schepen Van Honste antwoordt dat de verwerker inderdaad de prijs zelf mag bepalen.

 

Waarnemend burgemeester Cools vult aan dat dit deel heeft uitgemaakt van een aanbesteding. De gemeente voorziet in een zeker volume aan compost maar het kan voorvallen dat de voorraad te sterk stijgt. In dit geval is de verwerken gehouden te zorgen voor een afvoer en staat hier tegenover dat hij de voorwaarden hiervoor zelf mag bepalen. Dit gaat dus enkel over het teveel aan compost waar de verwerker de afvoer dient te garanderen.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 26 september 2016 houdende goedkeuring van de retributie 2016-2019 op de aflevering van compost.

 

Brasschaatse inwoners kunnen op het containerpark gratis compost in bulk afhalen.

IGEAN heeft de verkoopprijs van compost in bulk voor particulieren buiten Brasschaat vastgesteld op 5 euro per m³.

 

In het kader van de gunningsprocedure 'verwerking en compostering' zal de mechanische verwerker compost aan bedrijven en zelfstandigen eigenhandig verkopen.

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2016 houdende uitvoering van het Mestdecreet van 22 december 2006.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst is afhankelijk van de hoeveelheid verkochte compost.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt de retributie voor de aflevering van compost als volgt vastgesteld:

 

Brasschaatse gezinnen:

          compost in bulk wordt gratis ter beschikking gesteld;

          gevulde 40-liter compostzak: 3,00 euro;

          voor de levering van compost bij de inwoners van Brasschaat dient 25,00 euro per lading betaald te worden.

 

Particulieren die niet in Brasschaat wonen:

          gevulde 40-liter compostzak: 3,00 euro;

          compost in bulk: 5,00 euro per m³.

 

Art.2.- De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Art.3.- Betaling

 

De compost in bulk en de gevulde compostzakken dienen ter plaatse betaald te worden aan de betaalterminal.

 

De betaling van de retributie voor de levering van compost dient te gebeuren binnen 30 dagen vanaf het verzoek tot betaling op rekeningnummer van het gemeentebestuur.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

36 Retributie 2020-2025 op het gebruik van het recyclagepark. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Van Mechelen geeft aan dat hij bij de voorbereiding van dit punt meteen dacht aan jongeren die een woning willen aankopen. Dit is niet eenvoudig en prijzen tussen 200.000 en 300.000 euro komen veel voor. Vaak zijn er nog werken noodzakelijk en is de afvoer van bijvoorbeeld steenpuin na de werken noodzakelijk. Hij stelt vast dat de kostprijs voor steenpuin maar ook andere fracties niet beperkt stijgt maar maal vier wordt gedaan. Zo kost een afvoer van 100 kg 40 euro in plaats van 10 euro en dit is voor veel mensen zwaar. Hij voorspelt dan ook meer sluikstort.  Zijn fractie kan hiermee dan ook niet instemmen.

 

Raadslid Eeman beaamt dit en stelt ook vast dat de kostprijs stijgt met 25% tot 400%. De motivatie van Igean betreft de stijgende transport -en verwerkingskosten. Igean is echter geen private onderneming maar een intercommunale in dienst van de lokale besturen. Dit zal volgens hem ook leiden tot meer sluikstort en het storten van kleine hoeveelheden in de huisvuilcontainers. De verhoging voor de kmo’s en zelfstandigen zullen vervolgens doorgerekend worden aan hun klanten.

Het gaat over de kleine werken die de particulier drijft om met zijn aanhangwagen naar het containerpark te rijden. Het gaat hier niet over mensen die eenmalig een zolder leegmaken en zonder verpinken 30 euro kunnen betalen omdat ze eindelijk die uitgestelde taak hebben volbracht. Het gaat over mensen waarbij hun portefeuille op het einde van de maand leeg is. Het gaat over de mensen die het warm krijgen bij het zien het ticket aan de slagboom in het containerpark.

Dat kan misschien niet iedereen zich voorstellen, maar de gemeenteraad heeft de verplichting om zich ook in de plaats van die mensen te stellen. De verantwoording op de vorige commissie van waarnemend burgemeester Cools was dat het bestuur niet anders kan omdat de andere omliggende parken ook hun prijzen al naar boven brachten. De prijzen naar boven brengen om een soort van toerisme te vermijden en omdat de andere parken het doen, is geen voldoende argumentatie volgens hem. Het standpunt van de gemeente zou besproken moeten zijn en dit zou verdedigd moeten zijn op de intercommunale. Daarom zal zijn fractie dit reglement dan ook volmondig afkeuren.

 

Raadslid Van der Schoepen zegt dat zij na de toelichting op de algemene commissie begrepen hadden dat IGEAN het wenselijk acht om in de recyclageparken die zij beheren dezelfde tarieven aan te rekenen. Een middel om hun transport en verwerkingskosten te kunnen dekken want die zijn duurder geworden. De gemeentelijke bijdrage aan IGEAN is bij navraag behouden en zijn de index en project specifieke budgetten niet verhoogd en dit vindt hij goed. Het principe van de vervuiler betaalt is juist, maar roept hier toch enige vragen op. Zonder kennis te hebben van wat het stadsbestuur van Antwerpen bijvoorbeeld betaalt aan IGEAN, schat hij in dat het volume aan vervuilers daar veel groter is dan in Brasschaat en dat de verwerkingskosten van het afval en het transporteren ervan ook veel duurder is. En toch zouden de prijzen overal gelijk worden opgetrokken. De fractie zegt dit niet te geloven en stemmen daarom tegen deze oneerlijke vorm van belastingverhoging. Naast de gelijkschakeling van de tarieven omvat het voorstel van Igean ook de mogelijkheid om dit jaarlijks aan te passen zodoende dat de de gemeente geen meester meer is van de bepaling van de tarieven.

 

Raadslid Vanpoucke geeft aan dat ook zijn fractie dit niet zal goedkeuren.  De fractie vindt het belangrijk stil te staan bij de vele modale gezinnen voor wie het wel een groot verschil kan maken. De fractie volgt deze redenering en zal het reglement daarom niet goedkeuren.

 

Raadslid Pauwels vult aan dat men mensen juist naar het recyclagepark moet lokken en hen hierin zin te doen krijgen. Verder op de agenda staat nog een punt over sluikstorten, maar als men de tarieven gaat verhogen, zal men het risico lopen dat sluikstorten ook zal verhogen.

 

Raadslid Van Mechelen zegt dat zijn fractie wel akkoord gaat met meer kosten, maar dan een verdubbeling in plaats van een verviervoudiging. Bij een verdubbeling worden ook al heel wat kosten gedekt. Hij vraagt de hoofdelijke stemming over dit voorstel.

 

Raadslid Eeman is verwonderd over deze tussenkomst en over het voorstel.  Hij stelt vast dat het voorstel van verdubbeling niet onderbouwd is en wenst dan ook niet te stemmen over een voorstel dat onvoldoende onderbouwd is. 

 

Schepen Van Honste zegt dat het recyclagepark wordt geëxploiteerd door IGEAN. IGEAN heeft die werkingskosten geëvalueerd waaruit blijkt dat de huidige tarieven onvoldoende zijn om de kosten te dekken. Het voorstel van IGEAN was om elk jaar volgens een bepaald percentage automatische verhogingen door te voeren, maar dit heeft het bestuur kunnen tegenhouden.

Vandaag is het de bedoeling dat alle containerparken in het noorden allemaal dezelfde tarieven hanteren. Zij zegt dit logisch te vinden, anders zullen mensen beginnen “shoppen” en gaat men uiteindelijk van andere gemeentes naar Brasschaat komen. Wat het bestuur wel heeft kunnen bekomen is dat het groenafval gratis blijft.

 

Raadslid N. de Kort zegt dat de uitspraak over het afvaltoerisme niet klopt. IGEAN wil vanuit een bedrijfsmatige werking een schaalvoordeel realiseren en zo veel mogelijk gelijkaardig werken. Maar dit gaat over een beleidskeuze en de gemeente is steeds volhardend geweest over het gratis karakter van het groenafval en heeft dit principe onvoorwaardelijk aangehouden, een principe dat ook niet voor elke gemeente van toepassing is.

 

Schepen Fonteyn antwoordt dat er hier over onderhandeld werd en het daarom nog gratis is en blijft.

 

N. de Kort stelt dus vast dat één afwijkend tarief blijkbaar toch mogelijk is in een gemeente en dit wordt gecontroleerd door de identiteitskaart die wordt afgegeven als men het containerpark binnenrijdt. Als het containerpark in Brasschaat gesloten is kan men bijvoorbeeld naar Brecht rijden. Als men daar dan zijn of haar identiteitskaart aanbiedt zal ook daar voor een Brasschatenaar het groenafval gratis zijn. Dit is iets wat Brasschaat verworven heeft en ook zo hebben opgelegd aan IGEAN. IGEAN mag dan nog allerlei bedrijfsmatige en economische argumenten hebben waarom dit niet economisch rendabel is, maar als het lokaal bestuur Brasschaat het als gemeente belangrijk vindt dat jonge gezinnen moeten kunnen renoveren aan een redelijke prijs kan de gemeente dit vragen. Het bestuur verschuilt zich achter een bedrijfsmatig proces, maar hier gaat hier over een politieke en beleidsmatige beslissing. De gemeente kan, als zij dit wil, de tarieven lager houden.

 

Raadslid Van der Schoepen stelt dat dit voorstel leidt tot een verhoging van belastingen en retributies en hier staan ze niet achter. Ze steunen dan enkel ook een voorstel over het behoud van de huidige tarieven.

 

De voorzitter besluit tot de hoofdelijke stemming over het amendement van CD&V aangaande het verdubbelen van de tarieven in plaats van de verviervoudiging.

Tegen: PC, AVG, MVH, GF, IV, CP, BH, KH, JJ, LVDS, KB, CT, BT, WV, EC, HVB, JVC, DH, GV, TV (20)

Voor: DDK, BB, JK, AVM, NK, RP, LB, RE, IH, KVP (10)

 

Raadslid Eeman wenst te verduidelijken dat hij dit voorstel enkel heeft gesteund omdat de impact kleiner zou zijn dan het geagendeerde voorstel maar dat hij uiteraard voorstander is van geen enkele verhoging door te voeren.

 

Raadslid Van der Schoepen benadrukt dat de fractie heeft tegen gestemd omdat ze tegen elke vorm van verhoging zijn.

 

De voorzitter besluit over te gaan tot de stemming van het geagendeerde voorstel.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 29 juni 2015 houdende goedkeuring van de retributie 2015-2019 op het gebruik van het containerpark.

 

Door de gemeentediensten wordt normaal huisvuil en/of daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval opgehaald en verwerkt. Hiervoor is een retributie verschuldigd.

 

Door particuliere huishoudens, KMO’s en zelfstandige ondernemers worden eveneens afvalstoffen in het recyclagepark aangeboden.

 

Op het recyclagepark wordt diftar met weging toegepast, waarbij de betalende fracties worden gewogen en onmiddellijk afgerekend volgens het aangeleverde gewicht. Een goede verhouding tussen de retributies voor de verschillende fracties, gratis of betalend, is noodzakelijk om een correcte sortering te stimuleren. Dankzij de invoering van diftar werd een sterke reductie van de hoeveelheden ongesorteerd afval (grofvuil en gemengd bouw- en sloopafval) bekomen.

 

IGEAN exploiteert het recyclagepark en heeft de verwerkingskosten geëvalueerd. De huidige tarieven van de betalende fracties zijn onvoldoende om de transport- en verwerkingskosten te dekken.

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

De gemeente Brasschaat is lid van IGEAN milieu & veiligheid en heeft beheersoverdracht aan IGEAN milieu & veiligheid gedaan voor de exploitatie van het recyclagepark.

 

Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2016-2022 stelt het beleid in Vlaanderen vast rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, en dus ook voor de werking en exploitatie van een recyclagepark.

 

Het Materialendecreet implementeert de Europese kaderrichtlijn (EG) 2008/98 voor het beheer van afvalstoffen in Vlaanderen.

Artikel 26 van het Materialendecreet geeft aan de gemeenten de opdracht om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.

Artikel 10 van hetzelfde decreet bepaalt dat de gemeenten de kosten van het beheer van huishoudelijk afval moeten verhalen op de afvalproducenten.

 

Het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, VLAREMA, bevat o.a. voorschriften voor de selectieve inzameling van afvalstoffen.

Artikel 5.1.1 van het VLAREMA bepaalt dat de gemeenten het principe “de vervuiler betaalt” moeten toepassen bij de berekening van de bijdrage in de kosten die door de burger moet worden betaald.

Bijlage 5.1.4 van het VLAREMA legt de minima en maxima tarieven vast voor de inzameling van een aantal afvalstoffen op het recyclagepark.

Artikel 4.3.2 van het VLAREMA bepaalt dat bedrijven en zelfstandigen verplicht zijn om hun afval gesorteerd aan te bieden.

 

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 53.000 euro.

 

BESLUIT:

Met 18 ja-stemmen (Philip Cools, Adinda Van Gerven, Myriam Van Honste, Goele Fonteyn, Inez Ven, Carla Pantens, Bruno Heirman, Karina Hans, Jan Jambon, Karin Willemen-Beyers, Christophe Thomas, Bart Thijs, Walter Vermeulen, Erwin Callens, Hedwig van Baarle, Joris Van Cauwelaert, Dieter Heughebaert en Tom Versompel), 12 neen-stemmen (Dirk de Kort, Bart Brughmans, Jef Konings, André Van Mechelen, Niels de Kort, Luc Van der Schoepen, Rudi Pauwels, Lisa Buysse, Robrecht Eeman, Ingeborg Hermans, Greet Verbert en Kasper Vanpoucke).

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd op de aanvoer van volgende afvalstoffen op het recyclagepark:

          grofvuil

          gemengd bouw- en sloopafval

          asbesthoudend afval (cementgebonden)

          kalkplaten en cellenbeton

          grond

          vlak glas

          zuiver steenpuin

          houtafval

          groenafval (gratis voor Brasschaatse inwoners)

          piepschuim (gratis voor Brasschaatse inwoners)

          zuivere plastic folie (gratis voor Brasschaatse inwoners)

 

Art.2.-

§1. Het bedrag van de retributie dat is verschuldigd door eenieder (behalve bedrijven, KMO’s, zelfstandige ondernemers) die gebruikt maakt van het recyclagepark voor de aanvoer van de in artikel 1 genoemde afvalstoffen, wordt als volgt vastgesteld:

-  grofvuil0,25 euro/kg

-  gemengd bouw- en sloopafval0,25 euro/kg

-  asbesthoudend afval (cementgebonden)0,25 euro/kg

-  kalkplaten en cellenbeton0,04 euro/kg

-  grond0,04 euro/kg

-  vlak glas0,04 euro/kg

-  zuiver steenpuin0,04 euro/kg

-  houtafval0,04 euro/kg

-  groenafval0,04 euro/kg

-  groenafval Brasschaatse inwoners0,00 euro/kg

 

§2. Elk gezin krijgt jaarlijks een vrijstelling van 1.000 kg voor asbesthoudend afval. Vrijstellingen kunnen niet opgebouwd worden. Op het einde van het jaar vervalt de resterende vrijstelling. Een gezin bestaat uit alle personen die in het bevolkingsregister aan elkaar gekoppeld zijn via het ‘gezinshoofd’.

 

Art.3.-

§1. Het bedrag van de retributie voor bedrijven, KMO's en zelfstandige ondernemers wordt als volgt vastgesteld:

-  grofvuil0,25 euro/kg

-  gemengd bouw- en sloopafval0,25 euro/kg

-  asbesthoudend afval (cementgebonden)0,25 euro/kg

-  kalkplaten en cellenbeton0,08 euro/kg

-  grond0,08 euro/kg

-  vlak glas0,08 euro/kg

-  zuiver steenpuin0,08 euro/kg

-  houtafval0,08 euro/kg

-  groenafval 0,08 euro/kg

-  piepschuim 5 euro/zak

-  zuivere plastic folie 4 euro/zak

 

§2. Er wordt maximaal 1.000 kg per dag per bedrijf, KMO en zelfstandige ondernemer aanvaard. De afvalstoffen moeten gesorteerd naar het recyclagepark gebracht worden. Alleen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden aanvaard. Vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen zijn afvalstoffen die ontstaan zijn ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als van deze van de normale werking van een particuliere huishouding, en die omwille van de aard, de samenstelling en de hoeveelheid vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen.

 

Art.4.- De gemeentelijke diensten en de diensten van andere lokale openbare instellingen gevestigd op het grondgebied worden vrijgesteld van de retributie.

 

Art.5.- De betaling gebeurt ter plaatse aan de betaalterminal met betaalkaarten. Bedrijven, KMO's en zelfstandige ondernemers krijgen regelmatig een factuur voor de retributies die ze in de voorafgaande periode betaald hebben.

 

Bij ontstentenis van betaling kan de toegang tot het recyclagepark geweigerd worden.

 

Art.6.- Toegangskaarten

§1. De toegelaten gebruikers die niet beschikken over een elektronische identiteitskaart dienen zich te registreren op het recyclagepark en verwerven maximaal twee toegangskaarten per gezin om het recyclagepark te betreden. Voor elke toegangskaart wordt een retributie gevraagd van 5 euro met uitzondering van een defect van de toegangskaart dat niet te wijten is aan het verlies of misbruik door de gebruiker op voorwaarde dat de defecte kaart overhandigd wordt aan het recyclagepark.

 

§2. De gemeentelijke diensten en de diensten van andere lokale openbare instellingen gevestigd op het grondgebied worden vrijgesteld van de retributie.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

37 Retributie 2020-2025 gebruik ondergrondse containers (sorteerstraatje). - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Pauwels stelt dat zijn fractie eerder had voorgesteld op ook te voorzien in een regeling in verband met de pampers en vraagt of hiermee rekening is gehouden.  Hij vraagt zich ook af hoe te tarieven voor de PMD met volume van 40 liter werden berekend gezien andere mensen zakken van 60 liter hebben.

 

Schepen Van Honste antwoordt dat de bewoner een volume van 40 liter kan storten aan een bepaald bedrag en dat hij meer kan storten voor die prijs indien hij dit voldoende verkleint. 

 

Schepen Fonteyn geeft aan dat de vergoeding van de pampers nog moet worden bekeken.

 

Raadslid Van der Schoepen leest dat het gebruik van de ondergrondse container verplicht voor de bewoners die werden aangeduid door de gemeente. Personen uit de buurt lijken dit niet te begrijpen, of zijn niet voldoende geïnformeerd. Nu denken de bewoners dat er een kaart aangekocht moet worden van 30 euro, ze een melding krijgen wanneer er nog 12 euro op de kaart staat en dat ze opnieuw een kaart ter waarde van 30 euro dienen aan te kopen.

 

Schepen Van Honste antwoordt dat zij die kaart terug kunnen opladen en geen nieuwe moeten aankopen.

 

Raadslid Van der Schoepen zegt dat de buurtbewoners hiervan onvoldoende van op de hoogte zijn en dat ze ook meer naar het containerpark gaan.

 

Schepen Van Honste zegt dat dit ieder zijn keuze is om naar het containerpark te gaan. De bewoners kunnen geen vuil in containers of vuilzakken meer op straat zetten, zij moeten verplicht gebruik maken van het sorteerstraatje. Het staat hen wel steeds vrij om nog naar het containerpark te rijden.

 

Raadslid Van der Schoepen stelt voor om nog eens te voorzien in een extra communicatie hierover.

 

Schepen Van Honste antwoordt dat er een infovergadering was in HobNob bij de opening waar heel veel buurtbewoners aanwezig waren. In januari 2019 zal er een evaluatie plaatsvinden en zal iedereen nog eens gecontacteerd worden.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2019 houdende goedkeuring van het retributiereglement 2019 op het gebruik van ondergrondse containers.

 

Het aanbieden van het afval voor de huis-aan-huisinzameling op locaties met dichte bewoning zorgt voor hinder door het groot aantal containers en zakken die samen aangeboden worden.

 

Op bepaalde adressen, aangeduid door de gemeente, zal gewerkt worden met ondergrondse containers om huishoudelijk afval en/of vergelijkbaar bedrijfsafval, gft, pmd, papier/karton en glas in te zamelen.

 

De ondergrondse containers voor huisvuil, gft, pmd en papier en karton kunnen enkel gebruikt worden door inwoners die hiervoor werden aangeduid door de gemeente. De ondergrondse container voor glas mag door iedereen gebruikt worden

 

Het gebruik van de ondergrondse containers (sorteerstraat) is verplicht voor de bewoners die hiervoor werden aangeduid door de gemeente.

 

De vulopeningen van volgende ondergrondse containers hebben een welbepaald volume. Deze volumes zijn voor huisvuil 40 liter, gft 30 liter, pmd 40 liter en papier en karton 60 liter

 

De aangeduide inwoners bepalen zelf wanneer zij, tijdens de toegelaten uren, het afval in de ondergrondse container deponeren. Zij gebruiken hiervoor een toegangskaart, behalve voor glas.

Er wordt per gezin één toegangskaart voorzien die gebruikt kan worden door alle gezinsleden.

 

Het onderhoud en de lediging van de containers, de verwerking van de afvalstoffen en de nazorg brengen kosten met zich mee.

 

Voor het gebruik van de ondergrondse containers wordt een retributie aangerekend en wordt betaald met voorschotten. De retributie is afhankelijk van het type afval en het maximum volume dat per keer wordt aangeboden.

 

Gebruikers van de ondergrondse containers dienen in vergelijk met de klassieke huis-aan-huis ophaling géén recipiënten aan te kopen maar betalen een maandelijkse servicekost.

 

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de jaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet), met latere wijzigingen.

Artikel 26 van het Materialendecreet dat aan de gemeenten de opdracht geeft om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen;

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het  Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen.

Het Uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dat het beleid in Vlaanderen vaststelt rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval;

De gemeenten kunnen deze bevoegdheid  overdragen aan een intergemeentelijke vereniging overeenkomstig het decreet op de intergemeentelijke samenwerking;

Het lidmaatschap van de gemeente bij IGEAN milieu & veiligheid.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst is afhankelijk van het aantal betalende stortingen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt voor het storten van pmd,  huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval in een ondergrondse container een retributie gevorderd.

Prijs per storting:

          huisvuil: 1,00 euro per storting van max. 40 liter

          pmd: 0,10 euro per storting van max. 40 liter

          gft: gratis

          papier/karton: gratis

          glas: gratis

Voor het ter beschikking stellen van de toegangskaart wordt een retributie gevestigd van 0,75 euro per maand.

Voor de vervanging van een toegangskaart, wegens verlies, beschadiging of vernietiging, wordt een retributie aangerekend van 7,00 euro.

 

Art.2.-

De retributie is hoofdelijk verschuldigd door volgende personen of instanties die deel uitmaken van eenzelfde aansluitpunt:

          de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister,

          de referentiepersoon van elk gezin die op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft, hetzij tijdelijk, hetzij als tweede verblijf of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister en die beroep doet op de dienstverlening,

          iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die als hoofd- en of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent  en die beroep doet op de dienstverlening,

          verenigingen, gemeenschapshuizen, kerkfabrieken, openbare en semi-openbare instellingen, enz. die beroep doen op de dienstverlening,

 

Art.3.-

Voorschotten

De retributie wordt betaald met voorschotten. In opdracht van de gemeente wordt er een uitnodiging tot betaling van een voorschot verstuurd. Elk betaald voorschot blijft verbonden aan het betrokken aansluitpunt dat beroep wenst te doen op de dienstverlening. Telkens een aansluitpunt gebruik maakt van de ondergrondse containers, wordt het daarmee samenhangend bedrag van de retributies van het voorschot afgehouden.

Het initiële voorschotbedrag is 30 euro. Latere voorschotten worden berekend op basis van de effectieve aanbiedingen van het aansluitpunt.

 

Drempelbedrag

Wanneer het voorschot daalt onder het drempelbedrag, ontvangt het aansluitpunt een nieuwe uitnodiging tot betaling van een voorschot. Bij deze betalingsuitnodiging wordt een overzicht gevoegd van het reëel gebruik van de dienstverlening tijdens de afgelopen periode.

Het drempelbedrag is 12 euro.

 

Minimum bedrag

Als het voorschot onder het minimum bedrag daalt, zal er geen toegang meer zijn tot de ondergrondse containers voor betalende afvalfracties meer zijn totdat er opnieuw een voldoende voorschot betaald werd.

Het minimumbedrag is 3 euro.

 

Stopzetting

Bij het beëindigen van de dienstverlening ontvangt het aansluitpunt een eindafrekening en wordt het eventueel overblijvend saldo van het voorschot terugbetaald.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

38 Retributie 2020-2025 op het ophalen huishoudelijk afval en/of vergelijkbaar bedrijfsafval. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Pauwels vraagt of de afvalstickers die bijvoorbeeld in supermarkten worden aangeboden een dienst is of deze bedrijven er een vergoeding voor krijgen.

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat dit nagekeken moet worden of er al dan niet een kleine tussenkomst is.

 

Raadslid Van Mechelen zegt dat dit een service is naar de Brasschatenaar toe en hier niets voor vragen.

 

Raadslid Vanpoucke zegt dat postpunten weldegelijk een vergoeding krijgen, maar dit de laatste jaren reeds flink is verlaagd.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 26 maart 2018 houdende goedkeuring van de retributie 2018-2019 op het ophalen van huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval door middel van huisvuilcontainers van 40, 60, 120 of 240 liter of huisvuilzakken van 30 of 60 liter.

 

Het huisvuil wordt in containers van 40, 60, 120 of 240 liter aan de ophaaldiensten aangeboden.

Uitzonderlijk en naar behoefte kunnen plastic huisvuilzakken van 30 of 60 liter aangeboden worden. Het gebruik van vervuilende plastic huisvuilzakken wordt ontraden.

 

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te vernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet), met latere wijzigingen.

Artikel 26 van het Materialendecreet dat aan de gemeenten de opdracht geeft om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen;

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het  Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen.

Het Uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dat het beleid in Vlaanderen vaststelt rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval;

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 1.150.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020  en eindigend op 31 december 2025 wordt voor het ophalen van huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dat aan de huisvuilophaaldienst wordt aangeboden in de grijze huisvuilcontainers van 40, 60, 120 of 240 liter inhoud of in huisvuilzakken van 30 of 60 liter, een gemeentelijke retributie gevorderd.

 

Art.2.-

a) De retributie per sticker die bij iedere ophaalbeurt per grijze huisvuilcontainer moet worden gekleefd bedraagt:

          1,00 euro per huisvuilcontainer van 40 liter;

          1,50 euro per huisvuilcontainer van 60 liter;

          3,00 euro per huisvuilcontainer van 120 liter;

          6,00 euro per huisvuilcontainer van 240 liter;

 

b) Voor de huisvuilzakken bedraagt de retributie:

          1,00 euro voor een zak van 30 liter;

          2,00 euro voor een zak van 60 liter.

 

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de wijze van de distributie van de stickers en de huisvuilzakken.

 

Art.3.- De retributie is verschuldigd door de aanvrager en wordt geïnd op het ogenblik van de afgifte van de stickers en van de plastic zakken.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

39 Retributie 2020-2025 voor het opruimen van sluikstorten. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de belasting 2014-2019 op het ambtshalve opruimen van sluikstort en zwervuil door of in opdracht van de gemeente.

 

In opvolging van de fiscale omzendbrief KB/ABB 2019/2 dient de vergoeding voor het opruimen van afvalstoffen louter kostendekkend te zijn. Het toepassen van een minimum vergoeding en forfaitaire administratieve kosten zijn uitgesloten. Het bestaande belastingreglement wordt omgevormd tot een retributiereglement. De retributie dekt de kost voor het ruimen van het afval, inclusief de kosten voor het ingezette materieel en personeel.

 

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hervormen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Artikel 16.6.3 §2 van het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM).

Artikel 12 §1 van het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet).

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst is afhankelijk van het aantal opdrachten.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie geheven voor het opruimen van sluikstorten.

 

Art.2.- De retributie is verschuldigd door de persoon die de afvalstoffen heeft achtergelaten.

 

Art.3.- Onder sluikstorten wordt verstaan: het achterlaten van afvalstoffen:

          op niet-reglementaire plaatsen en/of

          op niet-reglementaire tijdstippen en/of

          in niet-reglementaire recipiënten

 

Art.4.- De retributie voor het opruimen van sluikstort wordt als volgt bepaald:

 

1) door eigen personeel

          loonkost werklieden: 20 euro per half uur te rekenen vanaf ieder begonnen half uur

          loonkost toezichter: 22,50 euro per half uur te rekenen vanaf ieder begonnen half uur

          gebruik vrachtwagen met kraanuitrusting (zonder chauffeur): 20euro per half uur te rekenen vanaf ieder begonnen half uur

          kilometervergoeding: 1,25 euro per km

          het verwerken en storten van afval: 0,25 euro per kg afval

 

2) door derden

Bij het opruimen van sluikstort door derden in opdracht van de gemeente wordt het factuurbedrag doorgerekend aan de in artikel 2 vermelde retributieplichtige.

 

 

Art.5.- De betaling van de retributie dient te gebeuren binnen de 30 dagen vanaf het verzoek tot betaling op rekeningnummer van het gemeentebestuur.

 

Art.6.- Artikel 177 van het decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

40 Retributie 2020-2025 op de inschrijvingsgelden in het deeltijds kunstonderwijs (DKO). - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Eeman leest dat 2% van de leerlingen een vrijstelling verkreeg op het inschrijvingsgeld indien zij in 2 verschillende academies waren ingeschreven. Het bestuur schaft deze heffing af vanwege een te grote administratieve impact die wordt aangegeven door beide directies. Bij navraag gaat het over 40 leerlingen. Hij zegt dat die vrijstelling er vroeger toch niet zomaar gekomen is. Hij vraagt of de impact zodanig groot is op administratief vlak gelet op de geringe aantallen.

 

Schepen Inez Ven antwoordt dat er weinig naar werd gevraagd. Mensen vergaten dat ze de juiste papieren moesten binnenbrengen. Het bestuur heeft nagekeken wie er beroep op deed en op basis van deze gegevens besloten om dit opnieuw gelijk te maken voor iedereen. Mensen die het financieel echt moeilijk hebben, kunnen nog altijd steun aanvragen.

 

Raadslid Eeman vraagt of de mensen dan wel voldoende op de hoogte waren dat ze recht hadden op deze heffing.

 

Schepen Ven geeft aan dat dit wel is bekend gemaakt en dat de mogelijkheid bestond maar dat er weinig gebruik van gemaakt werd.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het  besluit van de gemeenteraad van 30 mei 2016 houdende goedkeuring van de retributie 2016-2019 op de inschrijvingsgelden in het deeltijds kunstonderwijs (DKO).

 

In de academie voor muziek en woord bieden zich jaarlijks leerlingen aan die voor de Vlaamse overheid als niet-financierbaar gelden, de zogenaamde vrije leerlingen.

De gemeente promoot initiatieven die de kunstontwikkeling ondersteunen.

 

De inschrijvingsgelden worden vastgesteld door de Vlaamse overheid (met jaarlijks indexatie).

De bestaande vrijstelling wordt geannuleerd. De administratieve uitwerking van deze vrijstelling is zeer arbeidsintensief en heeft slechts toepassing op een klein aantal leerlingen.

Het is financieel aangewezen om het voormeld besluit voor de jaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet betreffende het onderwijs-II van 31 juli 1990

De ministeriële omzendbrief DKO/2011/02 van 26 juni 2011 en latere wijzigingen betreffende de jaarlijkse inlichtingen voor het schoolbeheer deeltijds kunstonderwijs.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 18.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt de retributie op de inschrijvingsgelden als volgt vastgesteld:

 

- jongeren, volwassenen, jongeren en volwassenen met verminderd tarief:

eerste lid van het gezin: 7 euro gemeentelijke retributie verhoogd met de inschrijvingsgelden aangerekend door de Vlaamse overheid,

volgende lid van hetzelfde gezin: 5 euro gemeentelijke retributie verhoogd met de inschrijvingsgelden aangerekend door de Vlaamse overheid;

 

- vrije leerling en vrije leerling verminderd tarief:

De gemeentelijke tarieven voor de vrije leerling en de vrije leerling verminderd tarief worden gekoppeld aan de tarieven Vlaamse overheid van de jongeren en de jongeren met verminderd tarief en verhoogd met:

7 euro voor het eerste lid van het gezin

5 euro voor het volgende lid van hetzelfde gezin.

 

De inschrijvingsgelden van de Vlaamse overheid worden jaarlijks aangepast aan de tarieven die het Ministerie van Onderwijs vastlegt voor het DKO.

 

Art.2.- Definities

 

-Vrije leerlingen zijn niet-financierbare leerlingen die mits toestemming van de directie les volgen in het gemeentelijk deeltijds kunstonderwijs.

 

-Leerlingen met verminderd tarief zijn conform het Onderwijsdecreet-II uitkeringsgerechtigde werklozen, leefloners, personen met een handicap, residenten in een gezinsvervangend tehuis of MPI, politieke vluchtelingen, volwassenen tussen 18 en 24 jaar, jongeren van eenzelfde leefeenheid en jongeren in een bijkomende studierichting. Artikel 100quater van het Onderwijsdecreet-II bevat de rechtsgrond voor de attestering. Alle verminderde tarieven worden gestaafd met een attest of document dat de geldigheid voor de korting bewijst in de maand september van het schooljaar waarvoor de korting wordt aangevraagd.

 

Art.3.- De leerling of de ouders betalen het inschrijvingsgeld met bancontact bij inschrijving op het secretariaat van de academie van het deeltijds kunstonderwijs.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

41 Retributie 2020-2025 voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende vaststelling van de retributie 2014-2019 voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg.

 

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 16 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeertekens.

Het koninklijk besluit van 1 december 1975 en latere wijzigingen betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (Wegcode).

Het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap.

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gecoördineerde onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 100.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg.

Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is én waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is.

 

Art.2.- De retributie wordt als volgt vastgesteld:

1.   gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden;

2.   een forfaitair bedrag van 25,00 euro per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is.

 

De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van maximaal 1 parkeerschijf, overeenkomstig het koninklijk besluit van 1 december 1975 en latere wijzigingen.

 

Voertuigen die geparkeerd staan voor de inrij van eigendommen waarvan het inschrijvingsteken leesbaar op die inrij is aangebracht, zijn vrijgesteld van het plaatsen van de parkeerschijf en dus van de retributie.

 

Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis.

Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999.

 

Art.3.- De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig.

De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden.

 

Art.4.- Als de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig is geplaatst of meer dan één parkeerschijf is geplaatst of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het tijdstip van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief.

 

De retributie wordt betaald binnen de 5 dagen door storting of overschrijving overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het parkeerbiljet dat op verzoek wordt overhandigd of door de aangestelde op het voertuig wordt aangebracht.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

42 Retributie 2020-2025 op invorderingskosten van fiscale en niet-fiscale ontvangsten. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de retributie 2014-2019 op de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en de vaststelling van de factuurvoorwaarden.

De wet van 20 februari 2017 tot wijziging van artikel 298 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat betreft de herinneringsbrieven voor onbetaalde inkomstenbelastingen heeft ook gevolgen voor de invordering van gemeentelijke belastingen.

Het is noodzakelijk om de bepalingen die zijn opgenomen in het bestaande retributiereglement op de invordering van niet-fiscale ontvangsten, ook van toepassing te maken op de invordering van fiscale ontvangsten.

De invordering van de retributie of belasting gaat gepaard met kosten welke gemaakt worden voor het verzenden van betalingsherinneringen en aangetekende zendingen.

Het is billijk om deze kosten op de nalatige debiteuren te verhalen.

Het voorstel om vanaf  de tweede aangetekende aanmaning een algemene kost vast te stellen van 20 euro. De retributie omvat zowel administratie- als verzendkosten.

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 19.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Heffingstermijn

 

Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie geheven voor de kosten verbonden aan de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvordering.

 

Art.2.- Definities

 

1. Fiscale schuldvordering: de ontvangsten uit belastingen, inclusief belastingverhogingen.

 

2. Niet-fiscale schuldvordering: de ontvangsten uit retributies, GAS-boetes, huurgelden, schadevergoedingen en terugvorderingen van ten onrechte betaalde bedragen.

 

3. Niet-betwiste schuld: een schuld wordt aangezien als niet betwist als ze onbetaald blijft

zonder dat de schuldenaar ze op gemotiveerde wijze heeft betwist.

 

4. Betwiste schuld: een schuld wordt aangezien als rechtsgeldig betwist onder volgende

voorwaarde

 

- In het geval van een fiscale schuldvordering:

(artikel 9 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen)

 

a) Het bezwaar tegen een belastingaanslag of een belastingverhoging moet door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen, Verhoevenlei 11 te 2930 Brasschaat.

 

b) Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of kennisgeving van de aanslag. Het moet per brief of per e-mail worden ingediend (Verhoevenlei 11 te 2930 Brasschaat; financiedienst@brasschaat.be.

 

c) Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden op de hoorzitting waarop het bezwaarschrift zal behandeld worden, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift.

 

- In het geval van een niet-fiscale schuldvordering:

 

a) De betwisting moet grondig gemotiveerd zijn; een betwisting die gericht is op vertraging of uitstel van betaling wordt niet als een betwiste schuld aangezien.

 

b) De betwisting moet gebeurd zijn binnen de vijftien kalenderdagen volgend op de factuurdatum.

 

c) De betwisting moet per brief of per e-mail gebeuren bij het college van burgemeester en schepenen, Verhoevenlei 11 te 2930 Brasschaat of financiedienst@brasschaat.be.

 

Art.3.- Procedure en tarieven

 

In dit reglement wordt voor de invordering van zowel fiscale als niet-fiscale ontvangsten vrijwel dezelfde procedure gevolgd en wordt hetzelfde tarief aangerekend voor de kosten van de tweede-aangetekende-laatste aanmaning:

 

          procedure fiscale schuldvordering:

          aanslagbiljet te betalen binnen twee maanden;

          eerste aanmaning tot betalen binnen 14 dagen;

          tweede-aangetekende-laatste aanmaning tot betalen binnen 7 dagen, in dit laatste geval worden kosten aangerekend;

          dwangbevel bij deurwaardersexploot.

 

          procedure niet-fiscale schuldvordering:

          factuur te betalen binnen 30 dagen

          eerste aanmaning tot betalen binnen 14 dagen;

          tweede-aangetekende-laatste aanmaning tot betalen binnen 7 dagen, in dit laatste geval worden kosten aangerekend;

          dwangbevel bij deurwaardersexploot.

 

          tarieven:

          gratis voor het opmaken en verzenden van het aanslagbiljet/de factuur en de eerste aanmaning;

          20 euro voor het opmaken en verzenden van de tweede-aangetekende-laatste aanmaning (= incl. kosten aangetekende zending).

 

Art.4.- Diverse bepalingen

 

Bij betaling worden eerst de volgens dit retributiereglement aangerekende kosten aangezuiverd en vervolgens de openstaande fiscale of niet-fiscale schuld (hoofdsom).

 

Bij vastgestelde wanbetaling, in het bijzonder als er sprake is van onwil, herhaling of nalatigheid, kan het college van burgemeester en schepenen beslissen op advies van de bevoegde dienst de gemeentelijke dienstverlening te schorsen of helemaal stop te zetten, zonder dat dit enig recht geeft op schadevergoeding in hoofde van de schuldenaar.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

43 Retributie 2020-2025 voor afgifte van omgevingsvergunningen en het uitvoeren van opzoekwerk. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 27 november 2017 houdende goedkeuring van de retributie 2018-2019 voor de afgifte van administratieve stukken.

Het digitaal aanleveren van gegevens met betrekking tot de omgevingsvergunning wordt gepromoot. De digitale manier van werken draagt bij tot een vereenvoudiging en een versnelling, en een werklast- en papierbesparing voor de behandelde diensten. Het verwerken van analoge gegevens tot een digitale versie vergt voor de administratie bijkomende werklast.

De tarieven voor de afgifte van de omgevingsvergunningen worden gedifferentieerd op basis van de dossiersamenstelling. Voor eenvoudige aanvragen zoals het rooien van bomen worden afzonderlijke tarieven voorzien.

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de dienstjaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).

Het besluit van de Vlaams Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 142.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 worden voor het administratief verwerken van omgevingsvergunningen, het afleveren van conformiteitsattesten en diverse administratieve stukken en voor het uitvoeren van opzoekwerk volgende retributies geheven:

 

1. het administratief verwerken van een digitaal meldingsdossier binnen de omgevingsvergunning: 25 euro per aanvraag;

 

2. het administratief verwerken en digitaliseren van een analoog meldingsdossier binnen de omgevingsvergunning: 50 euro per aanvraag;

 

3. het administratief verwerken van een digitale omgevingsvergunning voor het rooien van bomen: 50 euro per aanvraag;

 

4. het administratief verwerken en digitaliseren van een analoge omgevingsvergunning voor het rooien van bomen: 75 euro per aanvraag;

 

5. het administratief verwerken van een digitaal stedenbouwkundig attest of van een digitale omgevingsvergunning binnen de vereenvoudigde procedure (zonder openbaar onderzoek): 50 euro per aanvraag;

 

6. het administratief verwerken en digitalisaren van een analoog stedenbouwkundig attest of van een analoge omgevingsvergunning binnen de vereenvoudigde procedure (zonder openbaar onderzoek): 150 euro per aanvraag;

 

7. het administratief verwerken van een digitale omgevingsvergunning binnen de gewone procedure met openbaar onderzoek: 75 euro per aanvraag;

 

8. het administratief verwerken en digitaliseren van een analoge omgevingsvergunning binnen de gewone procedure met openbaar onderzoek: 300 euro per aanvraag;

 

9. het organiseren van een projectvergadering: 50 euro per vergadering;

 

10. het administratief verwerken van een digitale omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning: 75 per aanvraag;

 

11. het administratief verwerken en digitaliseren van een analoge omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning: 300 euro per aanvraag;

 

12. het administratief verwerken van een digitale bijstelling van de voorwaarden van de omgevingsvergunning: 50 euro per aanvraag;

 

13. het administratief verwerken en digitaliseren van een analoge bijstelling van de voorwaarden van de omgevingsvergunning: 200 euro per aanvraag;

 

14. aflevering van een kopie van het bestemmingsplan van een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan: 200 euro per volledig gekleurd exemplaar en 5 euro per ongekleurd exemplaar;

 

15. aflevering van een kopie van de brochure met stedenbouwkundige voorschriften: 12,5 euro per exemplaar;

 

16. aflevering van een digitale kopie van een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan: 5 euro per dossier;

17. aflevering van een digitale kopie van een  vergund bouwplan of van een milieuvergunning: 5 euro per dossier;

 

18. aflevering van een analoge kopie van een  vergund bouwplan of van een milieuvergunning: 5 euro per exemplaar;

 

19. aflevering van een uittreksel uit het plannenregister: 10 euro per exemplaar;

 

20. aflevering van een uittreksel uit het vergunningenregister: 20 euro per exemplaar;

 

21. inlichtingen voor notarissen, vastgoedmakelaars en andere professionelen met ruim opzoekingswerk: 92 euro per kadastraal perceel;             

 

20. afgifte van een conformiteitsattesten:

          62,50 euro voor een huurwoning

          62,50 euro voor een kamerwoning, verhoogd met 12,50 euro per kamer vanaf de zesde kamer, met een maximum van 1.250 euro per gebouw.             

 

21. externe adviezen en de onkosten voor aangetekende zendingen worden tegen kostprijs teruggevorderd.             

 

Art.2.- De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Art.3.- De retributie wordt betaald bij de aanvraag en/of bij de aflevering van het gevraagde.

 

Art.4.- Vrijstellingen

 

Deze retributies worden niet toegepast voor aanvragen uitgaande van openbare besturen, openbare instellingen, rechterlijke overheden en intercommunales.

 

Sociale verhuurkantoren (SVK) zijn vrijgesteld van de retributie voor de afgifte van een conformiteitsattest wegens het afsprakenkader inhuurname van nieuwe SVK woningen.

 

Art.5.-

 

De particulieren en de private instellingen die wensen dat de gevraagde administratieve stukken hun per post worden toegezonden, dienen het bedrag van de verzendingskosten vooraf aan de betrokken dienst over te maken, zelfs indien de afgifte van de stukken kosteloos is.

 

Art.6.- Artikel 177 van het decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

44 Belasting 2020-2025 op het bouwen, herbouwen en verbouwen van woningen en gebouwen. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de belasting 2014-2019 op bouwen en verbouwen.

Deze contantbelasting wordt vanaf het aanslagjaar 2020 omgevormd tot een kohierbelasting.

De belasting is verschuldigd bij het ontstaan van het belastbare feit.

Het verwerven van inkomsten via belastingen is noodzakelijk om de algemene uitgaven van de gemeente te financieren. Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst is afhankelijk van het aantal beëindigde bouwwerken en wordt geraamd op 110.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Het belastbaar voorwerp

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een belasting geheven op het bouwen, herbouwen en verbouwen van woningen en gebouwen.

 

Dit belastingreglement is van toepassing op:

 

          elke omgevingsvergunning/stedenbouwkundige vergunning waarvan de datum van het einde der werken plaatsvindt na inwerkingtreding van dit reglement.

          elke regularisatievergunning zonder bijkomend uit te voeren werken, genomen na de inwerkingtreding van dit reglement.

 

De belastingschuld ontstaat op het ogenblik dat de vergunde werken beëindigd zijn. De werken worden als beëindigd beschouwd als de bouwwerken winddicht zijn.

 

Bij een regularisatievergunning zonder bijkomend uit te voeren werken ontstaat de belastingschuld op het ogenblik dat de regularisatievergunning wordt afgeleverd.

 

Art.2.- Tarief en berekening

 

De belasting wordt als volgt vastgesteld voor de gebouwde, herbouwde en verbouwde gedeelten:

 

          0,30 euro per m³ tot 650 m³ inhoud;

          0,80 euro per m³ vanaf 650 m³ tot 1.000 m³ inhoud

          1,50 euro per m³ vanaf 1.000 m³ inhoud.

 

De minimumbelasting bedraagt 30 euro.

 

Art.3.- Belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de titularis van de omgevingsvergunning.

 

De eigenaar van het gebouw, op het moment van het beëindigen van de werken, is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling. In geval van onverdeeldheid zijn de onverdeelde eigenaars van het gebouw aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Art.4.- Vrijstellingen

 

Zijn van de belasting vrijgesteld:

 

          het bouwen, herbouwen of verbouwen van onroerende goederen die eigendom zijn van een openbaar bestuur;

          het bouwen, herbouwen of verbouwen van woningen of gebouwen door de autonome gemeentebedrijven van Brasschaat;

          het bouwen, herbouwen of verbouwen van schoolgebouwen, bestemd voor gesubsidieerde onderwijsinrichtingen;

          het bouwen, herbouwen of verbouwen van woningen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de door haar erkende sociale huisvestingsmaaschappijen

 

Art.5.- Wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Art.6.- Aangifteplicht

De belastingplichtige moet ten laatste binnen de termijn van 1 maand na beëindigen van de werken aangifte doen bij het gemeentebestuur van het volume dat werd gerealiseerd bij het bouwen, herbouwen of verbouwen.

 

De aangifte kan via één van de volgende kanalen worden ingediend:

 

          website: www.brasschaat.be; e-loket

          e-mail: ruimtelijkeordening@brasschaat.be

          post: Gemeente Brasschaat - Ruimtelijke ordening, Verhoevenlei 11 te 2930 Brasschaat.

 

Indien de belastingplichtige van mening is dat hij in aanmerking komt voor een vrijstelling, dient hij deze vrijstelling aan te vragen en te staven met de nodige bewijsstukken bij het indienen van de aangifte.

 

Art.7.- Procedure van ambtshalve vaststelling en bijhorende belastingverhoging

 

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 10 %.

 

Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

 

Art.8.- Procedure

 

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

45 Retributie 2020-2025 op de tijdelijke inname van de openbare ruimte voor het uitvoeren van bouw-, verbouw- en opruimingswerken. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid N. de Kort vraagt de waarnemend burgemeester om extra aandacht te geven aan de controle hierop door o.a. de gemeenschapswachten. Aannemers nemen nog te gemakkelijk en te lang voet -en fietspaden in hoewel dit niet steeds vergund zijn.

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat niet enkel de gemeenschapswachten dit controleren, maar ook politie controleert hierop. Als zij zien dat er geen vergunning is, zal er opgetreden worden. Ook in het geval dat er teveel ruimte of de ruimte niet correct is ingenomen. Dit wordt kort opgevolgd maar zal dit zeker nogmaals onder de aandacht brengen.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2018 houdende goedkeuring van de belasting 2014-2019 op het plaatsen en in stand houden van schutsels op of palende aan het openbaar domein en inname openbaar domein bij bouw- en verbouwingswerken.

 

Het aanvragen van vergunningen voor het innemen van het openbaar domein verloopt digitaal. Het proces voorziet een online betaalmogelijkheid.

 

Het college wenst een uniforme tarief voor het tijdelijk gebruik van het openbaar domein voor het uitvoeren van werken in te voeren.

 

Het aanvragen van vergunningen dient volgens opgelegde modaliteiten te gebeuren. Spoedprocedures dienen voorkomen te worden, vergen een extra inspanning en verhogen de werklast voor de administratie.

 

Voor niet vergunde innames zal een vaststellingsdocument opgemaakt en bezorgd worden aan de gebruiker van het openbaar domein. Een administratieve kost zal hiervoor aangerekend worden.

Het is financieel aangewezen om het voormelde besluit voor de jaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst is afhankelijk van het aantal innames en wordt geraamd op 150.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Er wordt met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een retributie geheven op de tijdelijke inname van de openbare ruimte voor het uitvoeren van bouwwerken zoals het bouwen, verbouwen, slopen, herstellen, herinrichten, schilderen en zandstralen van gebouwen, grondwerken, opruimingswerken,.... (dit is een niet limitatieve opsomming).

 

Dit reglement handelt louter over het vestigen van een retributie voor inname van de openbare ruimte. Het betalen van de retributie op de inname van de openbare ruimte houdt geen toestemming in om de openbare ruimte privatief te gebruiken. Deze inname is pas toegelaten na toestemming van de bevoegde instanties.

 

Het aanvragen van een toelating/vergunning om het openbaar domein in te nemen verloopt digitaal via de website www.brasschaat.be. Alle modaliteiten, zoals aanvraagtermijnen worden op het digitale platform vermeld. Na goedkeuring door de bevoegde instantie ontvangt de aanvrager een betalingsverzoek die via het digitale platform online wordt betaald. Na ontvangst van betaling wordt de vergunning/toelating bezorgd.

 

Art.2.- Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

- openbare ruimte: de publiek toegankelijke ruimte in het bezit of het beheer van een overheid (openbare rijwegen, voet-en fietspaden, groenbermen, plantsoenen, ....)

- de inname openbare ruimte voor het uitvoeren van bouwwerken: elk privatief gebruik van de openbare ruimte ongeacht of dit gebruik onderworpen is aan een toelating of een vergunning en ongeacht wat de oorzaak is van het gebruik of de wijze van het gebruik, zoals (dit is een niet limitatieve opsomming):

- opstellen op de openbare weg van stellingen en werfinrichtingen zoals bouwketens, bouwkranen, bouwliften, hoogwerkers, werfafsluitingen (schutsels), werfketens;

- tijdelijke opslag van materiaal en materieel;

- het plaatsen van containers, betonmolens, - bakken en -silo's, WC-boxen.

 

Art.3.- Tarief

 

Het bedrag van de retributie op het innemen van de openbare ruimte wordt vastgesteld op 1 euro per vierkante meter per dag (1  euro/m²/dag).

 

De totale oppervlakte wordt naar boven afgerond tot een volle vierkante meter. Een begonnen dag wordt aangerekend als een volledige dag.

 

Art.4.-  Retributieplichtige

 

De retributieplichtige is de aanvrager van de machtiging tot inname van de openbare ruimte.

Indien geen aanvraag werd ingediend zal de retributie ambtshalve gevestigd worden lastens de rechtspersoon of natuurlijke persoon die de openbare ruimte inneemt en als deze niet gekend is lastens de eigenaar(s) van het perceel waar de werken worden uitgevoerd. Allen zijn hoofdelijk gehouden tot het betalen van de retributie.

 

Art.5.-  Spoedprocedure

 

Indien wordt afgeweken van de standaard aanvraagtermijnen, zoals vermeld op het digitale platform zal de spoedprocedure opgestart worden. Voor spoedaanvragen zal een bijkomende administratieve kost van 25 euro per aanvraag worden aangerekend.

 

Art.6.- Ambtshalve vaststelling (zonder vergunning)

 

Voor elke inname waarvoor geen aanvraag werd ingediend zal een vaststellingsdocument worden opgemaakt en bezorgd worden aan de retributieplichtige. Voor de opmaak van het vaststellingsdocument zal een vaste bijkomende administratieve kost van 25 euro worden aangerekend.

 

Art.7.- Betaling

 

De betaling van de retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de aanvraag tot inname van het openbaar domein door de bevoegde dienst werd goedgekeurd.

 

Op het ogenblik van ontvangst van betaling door de gemeente, via online betaling of via overschrijving, wordt de vergunning/toelating bezorgd (per mail).

 

De betaling van de retributie in geval van ambtshalve vaststellingen (het ontbreken van een vergunning/toelating en het gebruik van digitale platform) dient te gebeuren binnen 30 dagen na verzending van het verzoek tot betaling op rekeningnummer van het gemeentebestuur.

 

Art.8.- Terugbetaling

 

Integrale terugbetaling vindt plaats in geval van intrekking van de toelating omwille van bestuurlijke redenen.

 

Terugbetaling in geval van annulatie door de aanvrager vóór de aanvangsdatum van de aangevraagde inname.

 

Indien het openbaar domein wordt vrijgemaakt voor de einddatum van de toegekende vergunning/toelating wordt de ontvangen retributie in functie van het aantal vrijgemaakte kalenderdagen terugbetaald.

 

De dag volgende op het vrijmaken van het openbaar domein wordt aanzien als de eerste niet gebruikte dag.

 

De retributieplichtige dient het bewijs (foto met datum) te leveren dat het openbaar domein vroegtijdig werd vrijgemaakt. Dit bewijs dient uiterlijk de dag volgend op het vrijmaken van het openbaar domein bezorgd te worden.

 

Art.9.- Vrijstelling

 

Er wordt vrijstelling van retributie verleend voor de ingenomen oppervlakten bij het bouwen of bij werken door of voor rekening van openbare instellingen, sociale huisvestingsmaatschappijen, scholen, zieken- en rusthuizen.

 

Art.10.- Invordering

 

Artikel 177 2° van het decreet Lokaal bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen.

Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

46 Retributie 2020-2025 plaatsrecht op de lokale kermis. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende vaststelling van de plaatsrechten 2014-2019 voor kermissen en foorinstellingen op de openbare weg.

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de jaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd.

Het besluit van de gemeenteraad van 20 december 2007 houdende goedkeuring van het politiereglement betreffende de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal bestuur.

Het advies van het Agentschap Ondernemen zoals bepaald wordt in artikel 10§2 van de wet van 25 juni 1993.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 13.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente onder navolgende voorwaarden een plaatsrecht geheven op de lokale kermissen.

 

Art.2.- De plaatsrechten worden vastgesteld per lopende meter per kermisattractie en per kermis:

 

          september kermis: 23 euro/lopende meter

          overige kermissen: 11,50 euro/lopende meter

 

De uitbaters van de kermisattracties die hiervoor gemachtigd worden om tijdens de Paasfoor gedurende een bijkomende week gebruik te maken van hun plaatsrecht zullen hiervoor een aanvullende vergoeding  van 25 % aangerekend worden.

 

Er wordt rekening gehouden met de grootste lengte. De kermisattracties die voorzien van een cikelvormig of veelhoekig grondvlak wordt de lengte vastgesteld op basis van de diameter of de grootste diagonaal.

 

Art.3.- Het plaatsrecht is verschuldigd door de uitbater van de kermisattractie.

 

Art.4.- Het plaatsrecht is eisbaar, zodra de plaats op het openbaar domein wordt ingenomen. De betaling van het plaatsrecht dient te gebeuren binnen de 30 dagen na ontvangst van het verzoek tot betaling op rekeningnummer van het gemeentebestuur.

 

Art.5.- Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de inning van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen.  Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

47 Retributie 2020-2025 voor de standplaatsen openbare markt en standplaatsen ambulante handel op het openbaar domein. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Hermans wijst erop dat artikel vier stelt dat een vrijstelling op de vergeoding kan worden bekomen mits het schriftelijk indienen van een verzoek tenminste één maand op voorhand bij het college van burgemeester en schepenen.  Er zijn situaties waarbij dit niet steeds mogelijk is.  Ze vraagt ook of mini-ondernemingen van scholen een vergoeding moeten betalen. 

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat de miniondernemingen van de scholen vrijgesteld zijn en het college kan bij hoogdringendheid altijd een goedkeuring geven voor de aangehaalde zaken.

Hij stelt voor om de bevoegdheid om hiervan gemotiveerd af te wijken ook expliciet te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.  Zodoende kan er in deze situaties snel en correct worden gereageerd.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de plaatsgelden 2014-2019 op de wekelijkse openbare markt en retributie voor afname elektriciteit door markthandelaars.

 

Het besluit van de gemeenteraad van 24 april 2017 houdende goedkeuring van het retributiereglement 2017-2019 voor de standplaatsen ambulante handel op het openbaar domein buiten de openbare markten.

 

Het is financieel aangewezen om voormelde besluiten voor de jaren 2020-2025 te hernieuwen en om te vormen tot één besluit.

 

Juridisch kader

De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd.

Het Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten, zoals gewijzigd.

Het decreet van 24 februari 2017 tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten.

De gemeenteraadsbesluiten van 24 april 2017 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van het marktreglement en het reglement op ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

Het advies van het Agentschap Ondernemen zoals bepaald wordt in artikel 10§2 van de wet van 25 juni 1993.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 55.000 euro.

 

BESLUIT:

Met 28 ja-stemmen (Philip Cools, Adinda Van Gerven, Myriam Van Honste, Goele Fonteyn, Inez Ven, Carla Pantens, Bruno Heirman, Karina Hans, Dirk de Kort, Bart Brughmans, Jef Konings, André Van Mechelen, Jan Jambon, Niels de Kort, Rudi Pauwels, Lisa Buysse, Karin Willemen-Beyers, Christophe Thomas, Robrecht Eeman, Bart Thijs, Walter Vermeulen, Erwin Callens, Hedwig van Baarle, Joris Van Cauwelaert, Dieter Heughebaert, Ingeborg Hermans, Kasper Vanpoucke en Tom Versompel), 2 neen-stemmen (Luc Van der Schoepen en Greet Verbert).

 

Art.1.- Algemene bepaling

 

Met ingang vanaf 1 januari 2020 en voor en termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd op het plaatsnemen op het openbaar domein op de door de gemeente Brasschaat ingerichte markt en op standplaatsen ambulante handel buiten de openbare markt.

 

Art.2.- Retributie standplaatsen wekelijkse openbare markt en standplaatsen ambulante handel op de openbare weg.

 

De retributie is verschuldigd per standplaats, op basis van gevellengte en de duur van het gebruik. De retributie bedraagt 1,50 euro per strekkende meter of onderdeel van een strekkende meter, per dag en per standplaats.

 

Art.3.- Retributie aansluiting elektriciteitsnet en verbruik bij standplaatsen openbare markt

 

Voor de standplaatsen op de wekelijkse openbare markt wordt de retributie onderverdeeld in jaarabonnementen (voor marktkramers met een vaste standplaats) en in dagprijzen (voor losse standplaatsen).

 

- jaarabonnement : 62,50 euro per aansluiting

- dagprijs: 5 euro per aansluiting

 

Art.4.-  Verenigingen met humanitair doel en miniondernemingen van scholen die occasioneel een standplaats op de markt innemen dienen geen plaatsgeld te betalen mits voorafgaande goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art.5.- Betaling en invordering retributie standplaats wekelijkse markt en vergoeding verbruik elektriciteit

 

Voor de standplaatsen op openbare markten is de retributie verschuldigd door de onderneming aan wie de standplaats is toegewezen.

 

De retributie voor standplaatsen op openbare markten wordt betaald als volgt:

 

- per overschrijving op rekening van de financieel directeur na ontvangst van een zesmaandelijkse factuur voor de abonnementhouders van de wekelijkse markt en voor aanvang van elke periode;

- op de marktdag ter plaatse bij de marktleider voor de onderneming die op de openbare markt een losse standplaats krijgt toegekend.

 

Art.6.- Betaling en invordering retributie standplaats ambulante handel

 

Voor de standplaatsen ambulante handel is de retributie verschuldigd door de onderneming die de machtiging voor de standplaats ambulante handel op het openbaar domein verkregen heeft.

 

De retributie voor een abonnement dient betaald te zijn vóór de inname van de standplaats. Indien dit niet het geval is, mag de standplaats niet ingenomen worden. Een nieuwe of losse standplaats wordt gefactureerd bij beslissing van de toelating. De retributie wordt betaald per overschrijving op rekening van de financieel directeur na ontvangst van de factuur.

 

Een nieuwe aanvraag kan geweigerd worden wanneer reeds gefactureerde standplaatsen niet betaald werden.

 

Art.7.- Artikel 177 van het decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

48 Retributie 2020-2025 voor afgifte van identiteitsdocumenten en het uitvoeren van opzoekwerk. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Van der Schoepen vraagt of dit ook geldt voor erfgoedverenigingen zoals Breesgata of dit enkel voor particulieren is.

 

Schepen Ven antwoordt dat dit voor iedereen van toepassing is en dat dit een wettelijke vereiste is.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de belasting 2014-2019 op de administratieve stukken.

Het besluit van de gemeenteraad van 28 augustus 2017 houdende goedkeuring van de retributie 2017-2019 voor het vernieuwen, verlengen of vervangen van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister-tijdelijk verblijf (elektronische  A-kaart).

De onderrichtingen van de omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

De vergoeding voor het afleveren van een identiteitsbewijs voor een kind minder dan 12 jaar van vreemde nationaliteit wordt verhoogd naar 2 euro en hiermee gelijkgesteld aan de gemeentelijke retributie voor een Belgische kids-ID.

De vergoeding voor uitgebreid opzoekwerk wordt vastgesteld op 22,50 euro per half uur.

Het is financieel aangewezen voormelde besluiten voor de dienstjaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het ministerieel besluit van 15 maart 2013 en latere wijzigingen tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen.

Het koninklijk besluit van 23 maart 1998 en latere wijzigingen betreffende het rijbewijs.

Het koninklijk besluit van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot ophefing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 52.500 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 worden voor het afleveren van identiteitsdocumenten en voor het uitvoeren van opzoekwerk volgende retributies geheven:

 

1.  op de afgifte van elektronische identiteitskaarten, elektronische vreemdelingenkaarten en elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (kids-ID): 2,00 euro  verhoogd met de kostprijs aangerekend door de federale overheid.

 

2.  op de afgifte van elektronische identiteitskaarten, elektronische vreemdelingenkaarten en elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (kids-ID) volgens een spoedprocedure: 2,00 euro  verhoogd met de kostprijs aangerekend door de federale overheid volgens de gekozen spoedprocedure

 

3.  op de afgifte van nieuwe certificaatcodes voor bestaande elektronische identiteitskaarten, elektronische vreemdelingenkaarten en elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (kids-ID): 2,00 euro

 

4. op de afgifte van verblijfsvergunningen voor vreemdelingen:

          attesten van immatriculatie: 3,00 euro

          andere verblijfsbewijzen of verblijfsvergunningen voor vreemdelingen: 3,00 euro

 

5. het vernieuwen, verlengen of vervangen van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister - tijdelijk verblijf, de zogenaamde elektronische A-kaart:

          50 euro voor personen ouder dan 18 jaar

          gratis voor personen jonger dan 18 jaar

          gratis ter vervanging omwille van een technisch defect dat niet het gevolg is van oneigenlijk gebruik

 

6. op de afgifte van een identiteitsbewijs voor een kind van minder dan 12 jaar van vreemde nationaliteit: 2,00 euro;

 

7. op de afgifte van paspoorten en reisdocumenten voor niet Belgen:

8,00 euro voor een nieuw paspoort of reisdocument voor niet Belgen, verhoogd met de kosten aangerekend door de federale overheid;

Geen gemeentelijke retributie voor kinderen onder de 18 jaar.

 

8. op de afgifte van elektronische rijbewijzen (bankkaartmodel):

5,00 euro verhoogd met de kostprijs aangerekend door de federale overheid

 

9. op de afgifte van internationale rijbewijzen:

4,00 euro verhoogd met de kostprijs aangerekend door de federale overheid

 

10. afgifte van statistische gegevens opgemaakt aan de hand van de bevolkingsregisters en/of het vreemdelingenregister, de registers van de burgerlijke stand: 22,50 euro per 30 minuten, te rekenen vanaf ieder begonnen half uur.

 

11. genealogische opzoekingen in het bevolkingsregister: 22,50 euro per 30 minuten, te rekenen vanaf ieder begonnen half uur.

 

Art.2.- De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Art.3.- De retributie wordt betaald bij de aanvraag en/of bij de aflevering van het gevraagde.

 

Art.4.- Zijn van de retributie vrijgesteld:

 

1. de stukken afgeleverd aan openbare besturen, openbare instellingen en rechterlijke overheden, voor zover het gaat om bestuurlijke doeleinden

 

2. de ingevolge wetsbepalingen kosteloos te verstrekken stukken

 

3. de afgifte van stukken welke krachtens een wet, een KB of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van paspoorten en reisdocumenten voor niet-Belgen belaste gemeenten ambtshalve toekomen en waarvan sprake is in de tarieven, gevoegd bij de wet op de consulaire- en kanselarijrechten

 

4. de geldigverklaring van aanvraagformulieren voor vermindering op biljetten van de NMBS, De Lijn en de openbare autobusdiensten

 

5. stukken afgeleverd aan eenieder die deze nodig heeft om een tewerkstelling te bekomen, te kunnen solliciteren of om deel te nemen aan examens of proeven met het oog op eventuele aanwerving

 

Art.5.-

 

De particulieren en de private instellingen die wensen dat de gevraagde administratieve bescheiden hun per post zouden toegezonden worden, dienen het bedrag van de verzendingskosten vooraf aan de betrokken dienst over te maken, zelfs indien de afgifte van de te verstrekken stukken kosteloos is.

 

Art.6.- Artikel 177 van het decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

49 Retributie 2020-2025 op het voltrekken van huwelijken. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de retributie 2014-2019 op de luister bij huwelijksplechtigheden.

De tijdstippen van de huwelijksplechtigheden worden vastgesteld van maandag tot en met zaterdag, uitgezonderd feestdagen. Op vrijwillig verzoek kan een trouwboekje afgeleverd worden.

Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025  te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het artikel 165/1 van het Burgerlijk Wetboek.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst is afhankelijk van het aantal huwelijken en wordt geraamd op 14.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie geheven op het voltrekken van huwelijken op dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag en op het afleveren van een trouwboekje.

 

Art.2.- Het tarief van de retributie voor het voltrekken van huwelijken bedraagt 75 euro per huwelijk op dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag.

 

Het voltrekken van huwelijken op maandag is gratis.

 

Op feestdagen worden geen huwelijken voltrokken.

 

Art.3.- Het tarief voor het afleveren van een trouwboekje bedraagt 25 euro per stuk.

 

Art.4.- De retributie is verschuldigd door één van de aanvragers van het huwelijk.

 

Art.5.- De retributie moet voorafgaandelijk betaald worden door één van de aanvragers van het huwelijk op het ogenblik van het opstellen van de akte van aangifte van het huwelijk op het gemeentehuis. Deze betaling gebeurt tegen ontvangstbewijs. Wanneer de retributie niet betaald is, is de gemeente Brasschaat niet verplicht de dienst te leveren, die de aanvrager vrijwillig aangevraagd heeft.

 

Art.6.- Indien deze dienst, aangeboden door de gemeente Brasschaat, om welke reden dan ook niet kan plaatsvinden, dan zal de vergoeding door de gemeente terugbetaald worden aan de aanvrager van het huwelijk die de vergoeding vooraf betaald heeft.

 

Art.7.- Artikel 177 van het decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

50 Retributie 2020-2025 voor de begraafplaatsen. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende vaststelling van de tarieven 2014-2019 inzake de concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen.

 

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende vaststelling van de tarieven 2014-2019 voor de vervaardiging van afdekplaten voor de columbaria.

 

Het besluit van de gemeenteraad van 29 januari 2018 houdende vaststelling van de tarieven 2018-2019 voor het vervaardigen van herdenkingsplaatjes voor herdenkingszuilen.

 

Zoals vorige jaren blijft het evenwicht tussen de verschillende tariefstructuren voor concessies evenals het evenwicht tussen de tarieven voor inwoners en niet-inwoners van onze gemeente behouden. Het is gebruikelijk en wenselijk dat de overledene ter aarde wordt besteld op de begraafplaats van hun woonplaats. De inwoners van de gemeente hebben immers door het betalen van de aanvullende belastingen bijgedragen tot de aanleg en het onderhoud van de algemene infrastructuur van de gemeente. Bijgevolg wordt het billijk geacht dat niet-inwoners meer betalen voor het verkrijgen van een concessie.

 

Het is financieel aangewezen voormelde besluiten voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen en om te vormen tot één reglement.

 

Juridisch kader

Het decreet van 16 januari 2004 en latere wijzigingen betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 65.000 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd voor het verlenen van concessies en voor het vervaardigen van afdekplaten en herdenkingsplaatsjes op de begraafplaatsen.

 

Art.2.- De retributies voor de concessies worden als volgt vastgesteld:

1. grondconcessies voor gewone begravingen:

a) voor inwoners van Brasschaat:   330,00 euro

b) voor niet-inwoners van Brasschaat:1.320,00 euro

 

2. concessie voor begraving in een bovengrondse nis:

a) voor inwoners van Brasschaat:  350,00 euro

b) voor niet-inwoners van Brasschaat:  690,00 euro

 

3. concessie voor begraving in een ondergrondse nis:

a) voor inwoners van Brasschaat: 350,00 euro

b) voor niet-inwoners van Brasschaat: 810,00 euro

 

4. grondcessies met kelder:

a) voor inwoners van Brasschaat: 660,00 euro

b) voor niet-inwoners van Brasschaat:  2.640,00 euro

 

5. kindergraven:

a) voor inwoners van Brasschaat:   90,00 euro

b) voor niet-inwoners van Brasschaat: 330,00 euro

 

6. concessies voor begraving van urnen in vrijgekomen concessiegrond:

a) inwoners van Brasschaat:   660,00 euro

b) niet-inwoners van Brasschaat:            1.760,00 euro

 

Art.3.- De retributies voor het vervaardigen van afdekplaten voor de columbaria worden als volgt vastgesteld:

 

1. oude columbaria Kaart en Maria-ter-Heide

          50,00 euro voor de vervaardiging van messing plaatje met naam voor bevestiging op afdekplaat;

 

2. nieuwe columbaria zowel ondergronds als bovengronds

          175,00 euro voor beitelen tekst in afdekplaat;

          175,00 euro voor beitelen tekstwijziging;

          250,00 euro voor nieuwe plaat met ingebeitelde tekst.

 

Art.4.- De retributies voor het vervaardigen, leveren en aanbrengen van herdenkingsplaatjes worden als volgt vastgesteld:

 

          15 euro per stuk voor de herdenkingsmonumenten (paddenstoelen) op de kinderbegraafplaatsen

          70 euro per stuk voor de overige herdenkingszuilen

 

Art.5.- De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Art.6.- De betaling van de retributie dient te gebeuren binnen de 30 dagen vanaf het verzoek tot betaling op rekeningnummer van het gemeentebestuur.

 

Art.7.- Artikel 177 van het decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

51 Retributie 2020-2022 op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Pauwels vraagt waarom deze retributie slechts voor een periode van twee jaar geldt en niet gedurende de gehele legislatuur.

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat dit overeenkomstig het voorstel van Fluvius is die zelf haar tarieven tweejaarlijks vaststelt. Dit zal dus voor 2023-2024 opnieuw moeten worden vastgesteld en goedgekeurd.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied. Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein. De goedkeuring door de gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken lans gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden. Deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten. Het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.

 

Naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...werd de code geactualiseerd.

Het besluit van de gemeenteraad van 28 november 2016 houdende vaststelling van de retributie 2017-2019 op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein. Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2022 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 113.311,92 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Algemeen

 

Er wordt met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2022 aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

Permanente nutsvoorzieningen zijn:

          alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, …), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, en andere kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, en andere putten …) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;

          telecommunicatie

          radiodistributie en kabeltelevisie;

          de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op dieinstallaties kan aangesloten worden;

          alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Art.2.- Retributie naar aanleiding van sleufwerken

 

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter open-     liggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 0,78 euro, voor werken in voetpaden 0,60 euro en voor werken in aardewegen 0,36 euro. 

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

 

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

 

Art.3.- Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

 

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

 

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

 

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

 

Art.4.- Inning

 

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.

 

Art.5.- Definitief karakter

 

Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.

Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

52 Gemeentelijk basisonderwijs. Vaststelling remgeld 2020-2025 voor middagtoezicht en avondstudie. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Eeman geeft aan dat dit geen nieuw reglement is maar dat hij als nieuwe fractie hier wel wenst tussen te komen.

Betalen om de eigen boterhammen op te eten op school, wordt ook wel eens de “boterhammentaks” genoemd. Zolang de boterhamtaks niet gekoppeld wordt aan de maximumfactuur van 80 euro per jaar in het basisonderwijs, zal de fractie dit principieel niet goedkeuren. De middagpauze buiten de officiële onderwijstijd plaatsen is een ouderwetse manier van denken. Het weerspiegelt een tijd waarin vrouwen niet konden of mochten werken en tijdens de middagpauze de kinderen van school ging halen. Hij weet dat er ook van de opvang gebruik wordt gemaakt door mensen die hun kinderen wel kunnen ophalen tijdens de middag en dit bedrag gemakkelijk kunnen betalen, maar hier heeft hij het niet over. Hij zegt dat het gaat over gezinnen die verplicht zijn om met 2 te gaan werken om rond te komen. Het gaat hier over de alleenstaande moeder die niet aan de schoolpoort kan geraken tussen de middag en die op jaarbasis meer dan 200 euro moet betalen om haar 2 kinderen hun boterhammen te laten opeten. Hij stelt voor om eens te praten met de directies en zij zullen getuigen dat men aan de vulling van de brooddozen van sommige kinderen al kan zien dat zij het moeilijk hebben. Directies weten ook dat sommige mensen het moeilijk hebben om de gewone schoolrekeningen te betalen. Daarom is de boterhamtaks voor de fractie een asociale taks die gezinnen nog meer in armoede zal duwen en die het aantal onbetaalde schoolfacturen zal doen toenemen. Om die reden zal de fractie dan ook tegen stemmen.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

In de gemeentelijke instituten voor basisonderwijs wordt middagtoezicht en avondstudie georganiseerd. Het is aangewezen om het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 inzake de goedkeuring van de vaststelling van het remgeld 2014-2019 voor middagbewaking en avondstudie voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 30 november 2007 betreffende het flankerend onderwijsbeleid.

Ministeriële omzendbrief van 25 juli 1991, referte JURA/11/AOW, betreffende gezondheidstoezicht en sociale voordelen vanaf schooljaar 1991-1992, met latere wijzigingen.

Het besluit van de gemeenteraad van 26 april 2012 inzake vaststelling van de normen en de vergoeding voor de toezichters voor middagbewaking en avondstudie, en latere wijzigingen.

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 164.500 euro.

 

BESLUIT:

Met 27 ja-stemmen (Philip Cools, Adinda Van Gerven, Myriam Van Honste, Goele Fonteyn, Inez Ven, Carla Pantens, Bruno Heirman, Karina Hans, Dirk de Kort, Bart Brughmans, Jef Konings, André Van Mechelen, Jan Jambon, Niels de Kort, Rudi Pauwels, Lisa Buysse, Karin Willemen-Beyers, Christophe Thomas, Bart Thijs, Walter Vermeulen, Erwin Callens, Hedwig van Baarle, Joris Van Cauwelaert, Dieter Heughebaert, Ingeborg Hermans, Kasper Vanpoucke en Tom Versompel), 3 neen-stemmen (Luc Van der Schoepen, Robrecht Eeman en Greet Verbert).

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt, voor iedere leerling die een beroep doet op het middagtoezicht in het gemeentelijk kleuter- en lager onderwijs, het remgeld vastgesteld op 0,80 euro per leerling per dag.

 

Art.2.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt, voor iedere leerling die een beroep doet op de avondstudie in het gemeentelijk kleuter- en lager onderwijs, het remgeld vastgesteld op 0,80 euro per leerling per dag.

 

Art.3.- Het remgeld wordt geïnd bij de aanvang van elke toezichtperiode.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

53 Activeringsheffing 2020-2025 op onbebouwde bouwgronden en kavels. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de activeringsheffing 2014-2019 op onbebouwde bouwgronden en kavels.

 

Om potentiële woonlocaties vrij te maken en om grondspeculatie tegen te gaan is het wenselijk om realiseerbare onbebouwde gronden en onbebouwde kavels te activeren in de gemeente. Het toepassen van een activeringsheffing laat de gemeente toe om de eigenaars van die gronden en kavels daartoe aan te sporen.

 

Het is aangewezen ter vrijwaring van het groene karakter van de gemeente de weekendzones (Grote Heide en Mikseheide) in de mate van het mogelijke onbebouwd te laten. Daarentegen geeft de activeringsheffing op de onbebouwde gronden en kavels een stimulans om voormelde percelen te bebouwen voor tweede verblijf. Voor de realisatie van haar ruimtelijke doelstellingen kunnen aanvullende ontheffingen voorzien worden bovenop de wettelijk vastgestelde.

 

De financiële toestand van de gemeente maakt de heffing noodzakelijk van alle rendabele belastingen. Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, met latere wijzigingen;

Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen;

Het decreet van 27 maart 2009 en latere wijzigingen betreffende het grond- en pandendecreet;

De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening;

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 186.672 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 jaarlijks een activeringsheffing op onbebouwde bouwgronden en kavels geheven.

 

Art.2.- Definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

- Bouwgrond: een perceel grond, met uitsluiting van kavels, dat paalt aan een voldoende uitgeruste   weg, gelegen in een woongebied of in een woonuitbreidingsgebied dat reeds voor bebouwing in aanmerking komt overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening.

 

- Voldoende uitgeruste weg: een weg met duurzame materialen verhard en voorzien van een water- en elektriciteitsnet.

 

- Kavel: het in een verkavelingsvergunning / omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden van een niet vervallen verkaveling afgebakend perceel.

 

- Bebouwd: een kavel of een bouwgrond wordt als bebouwd aanzien wanneer de oprichting van een woning erop is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning, mits deze bouwwerken ook in de loop van het aanslagjaar een normale afwerking kennen.

Een bouwgrond of kavel die niet aan deze omschrijving beantwoordt, wordt als onbebouwd beschouwd.

 

Art.3.- Belastingplichtige

 

De activeringsheffing is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van de onbebouwde bouwgrond of kavel.

Indien er recht van opstal of erfpacht bestaat, is de activeringsheffing verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder.

 

In geval van mede-eigendom, wordt de belasting gevestigd ten aanzien van elk van de niet-vrijgestelde belastingplichtigen in verhouding tot hun eigendomsaandeel.

 

Art.4.- Tarief en berekening

 

Het bedrag van de activeringsheffing wordt als volgt vastgesteld:

 

          1ste onbebouwde bouwgrond of kavel: 14,43 euro per strekkende meter van de onbebouwde bouwgrond of kavel grenzend aan een openbare weg, met een minimumaanslag van 150,00 euro;

          2de onbebouwde bouwgrond of kavel: 16,65 euro per strekkende meter van de onbebouwde bouwgrond of kavel grenzend aan een openbare weg, met een minimumaanslag van 175,00 euro;

          3de onbebouwde bouwgrond of kavel: 24,41 euro per strekkende meter van de onbebouwde bouwgrond of kavel grenzend aan een openbare weg, met een minimumaanslag van 250,00 euro;

          elke volgende onbebouwde bouwgrond of kavel: 24,41 euro per strekkende meter van de onbebouwde bouwgrond of kavel grenzend aan de openbare weg, met een minimumaanslag van 250,00 euro.

 

De belastingtarieven per lopende meter worden jaarlijks op 1  januari van het aanslagjaar aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat. Het geldende ABEX-indexcijfer van december 2018 wordt als basisindexcijfer beschouwd.

Als 1ste onbebouwde bouwgrond of kavel wordt beschouwd de grond met de kleinste perceelsbreedte, als tweede onbebouwde bouwgrond of kavel, de grond met de tweede kleinste perceelsbreedte, als derde onbebouwde bouwgrond of kavel, de grond met de derde kleinste perceelsbreedte, enz

 

Indien een onbebouwde bouwgrond of kavel paalt aan twee of meer straten zal de grootste perceellengte langsheen één van die straten als berekeningsgrondslag in aanmerking komen. Indien het een hoekperceel betreft, wordt de langste perceellengte evenwijdig met de openbare weg in aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek.

 

Art.5.- Vrijstellingen

Enkel de vrijstellingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

 

Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld:

 

1. De eigenaar van de onbebouwde bouwgrond of kavel, op voorwaarde dat deze geen ander

onroerend goed, bebouwd of onbebouwd in eigendom heeft.

2. De ouders met kinderen ten laste. Deze vrijstelling is beperkt tot één onbebouwde bouwgrond of kavel per kind ten laste. Indien de belastingplichtige méér onbebouwde bouwgronden of kavels in eigendom bezit dan hij kinderen ten laste heeft, zal de vrijstelling gelden voor de onbebouwde bouwgronden of kavels met de kleinste belastingsaanslag.

Op de vrijstellingen 1 en 2 kan men zich beroepen gedurende maximaal 5 aanslagjaren volgend op de verwerving van het betrokken onroerend goed.

 

3. De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de erkende sociale woonorganisaties, het Vlaams Woningfonds en de sociale verhuurkantoren.

4. De onbebouwde bouwgrond of kavel die tijdens het aanslagjaar niet voor bebouwing kan worden

bestemd ingevolge de Pachtwet van 4 november 1969, waarbij het bewijs van de pacht met alle

middelen van recht mag worden geleverd.

5. De onbebouwde bouwgrond of kavel die tijdens het aanslagjaar niet voor bebouwing kan worden

bestemd ingevolge de werkelijke en volledige aanwending voor land- of tuinbouw gedurende het

hele jaar.

6. De onbebouwde bouwgrond of kavel die tijdens het aanslagjaar niet voor bebouwing kan worden

bestemd ingevolge een bouwverbod of een erfdienstbaarheid van openbaar nut die woningbouw

onmogelijk maakt.

7. De onbebouwde bouwgrond of kavel die gelegen is in een weekendzone.

 

8. De onbebouwde kavels, indien een verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het

verkavelen van gronden werd afgeleverd:

 

8.1. indien de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van

gronden geen werken - verbonden aan de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning zelf

- omvat, geldt de vrijstelling gedurende het aanslagjaar volgend op het jaar waarin de

verkavelingsvergunning/ omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd

afgeleverd.

 

8.2. indien de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van

gronden werken - verbonden aan de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning zelf -

omvat:

a) Indien deze werken niet door de verkavelaar zelf worden uitgevoerd, geldt de vrijstelling

gedurende het aanslagjaar dat volgt op het jaar waarin het attest, bedoeld in artikel 4.2.16

van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, werd toegekend. Bedoeld wordt: het attest van

het college van burgemeester en schepenen waaruit blijkt dat alle in de

verkavelingsvergunning opgelegde voorwaarden en lasten zijn uitgevoerd of dat voor de

uitvoering van de lasten een afdoende financiële waarborg is gestort in de handen van de

financieel beheerder of in zijn voordeel op onherroepelijke wijze door een bankinstelling is

verleend.

b) Indien deze werken door de verkavelaar zelf worden uitgevoerd, geldt de vrijstelling

gedurende maximaal drie aanslagjaren vanaf het jaar volgend op de afgifte van de

verkavelingsvergunning.

Wanneer de verwezenlijking in fasen wordt vergund, zijn de bepalingen van artikel 8.2. op de delen

van elke fase van toepassing.

 

Art.6.- Aangifte

 

6.1 De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat volgens vermelde modaliteiten en vóór vermelde vervaldatum moet worden terugbezorgd.

6.2 De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

 

Art.7.- Meldingsplicht

 

De verkoper van een onbebouwde bouwgrond of kavel is verplicht binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte, bij aangetekende brief, per brief afgegeven tegen ontvangstbewijs of per e-mail met leesbevestiging aan de administratie-financiën een kopie over te maken van de volledige verkoopakte, uitgezonderd de prijsaanduiding.

 

Art.8.- Procedure van ambtshalve vaststelling en bijhorende belastingverhoging

 

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 gesteld termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met:

          10% bij een eerste overtreding;

          40%, 70% en 100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

          200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding.

 

Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

 

Art.9.- Wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

De activeringsheffing moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art.10.- Procedure

 

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

54 Opname reclame in Parkbode. Vaststelling tarieven 2020-2025. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de modaliteiten en tarieven 2014-2019 voor de opname van reclame in de Parkbode.

 

Het voorstel van het college van burgemeester en schepenen om vanaf het jaar 2020 het maximum aantal pagina's uit te breiden van 2 naar 3 per uitgave.

 

Het is aangewezen voormeld besluit voor de aanslagjaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden geraamd op 7.500 euro.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 kunnen in het gemeentelijk informatieblad "De Parkbode" en eventuele bijlagen volgens de modaliteiten en tarieven zoals vastgesteld in onderhavig reglement, commerciële reclameboodschappen opgenomen worden.

 

Art.2.- Het gemeentelijk tijdschrift “De Parkbode” verschijnt maandelijks; op jaarbasis verschijnen 10 nummers. Het wordt in alle postbussen van de gemeente bedeeld.

 

Art.3.- De formaten van de reclame worden als volgt vastgelegd: 1/1 (A4 staand), 1/2 bladzijde (liggend), 1/4 bladzijde (staand). Alle advertenties worden uitgevoerd in vierkleurendruk.

 

Art.4.- De plaats voor de reclame is beperkt tot maximum 3 pagina’s per uitgave. De reclame wordt uitsluitend geplaatst op de tweede pagina (=binnenzijde van de cover),  de voorlaatste en de laatste pagina of op een andere pagina als het om grafische redenen niet anders kan. Geen reclame wordt opgenomen op de cover.

 

Art.5.- In geval er meer reclame wordt aangeboden dan er plaats is voorzien, wordt reclame aangenomen volgens het tijdstip van aanmelden bij de gemeentelijke communicatiedienst en de tijdige betaling van de vergoeding bij de dienst financiën tot de beschikbare ruimte volzet is.

 

Art.6.- De vergoeding is verschuldigd door de persoon of het bedrijf dat reclame maakt; de tarieven worden vastgesteld als volgt:

          voor 1/4 bladzijde: 150,00 euro

          voor 1/2 bladzijde: 280,00 euro

          voor 1/1 bladzijde: 540,00 euro

 

Art.7.- De vergoeding wordt betaald door storting op rekeningnummer van het gemeentebestuur. De overschrijving met vermelding van ‘Parkbode’ en volgnummer van de betreffende editie gebeurt ten laatste 14 kalenderdagen voor de bedeling van de Parkbode waarin de advertentie zal verschijnen. Later overschrijven, tot ten laatste 7 kalenderdagen voor de bedeling is mogelijk op voorwaarde dat een bewijs van overschrijving wordt doorgemaild naar ontvangerij@brasschaat.be.

Bij  niet-betaling voor de gestelde termijn wordt de publicatie niet opgenomen.

 

Art.8.- Vorm en aanlevering van de advertentie:

De zorg en de kosten voor het maken van de advertentie zijn voor rekening van de adverteerder. De communicatiedienst creëert geen reclame en behandelt, verbetert of vult het geleverde materiaal niet aan.

 

De advertentie wordt drukklaar aangeleverd in PDF-formaat, per mail naar communicatie@brasschaat.be.

 

De advertenties kunnen op twee mogelijke manieren aangeleverd worden: met of zonder afloop.

Met afloop betekent dat uw advertentie tot tegen de bladrand kan gedrukt worden (het afloopgedeelte wordt bij de productie weggesneden).

Zonder afloop betekent dat er rond de advertentie een witte rand behouden blijft.

exacte afmetingen (B x H) van de aangeleverde advertenties zonder afloop

1/4 =   97,50 x 141,00 mm

1/2 = 200,00 x 141,00 mm

1/1 = 200,00 x 287,00 mm

exacte afmetingen (B x H) van de aangeleverde advertenties met afloop

1/4 = 102,50 x 146,00 mm + minimaal 3 mm afloop

1/2 = 210,00 x 146,00 mm + minimaal 3 mm afloop

1/1 = 210,00 x 297,00 mm + minimaal 3 mm afloop

 

Het aanleveren van de advertenties bij de communicatiedienst kan tot ten laatste 7 kalenderdagen vóór de bedeling van de parkbode.

 

Art.9.- Voor 10 advertenties van dezelfde grootte die binnen het jaar worden opgenomen en die correct betaald worden, wordt een korting toegekend in de vorm van een gratis 10de advertentie (korting van 5 %). De 10 advertenties worden op voorhand vastgelegd in samenspraak met de communicatiedienst.

 

Art.10.- De reclame moet voldoen aan de goede zeden. Reclame die smakeloos, verwarrend, aanstootgevend, lasterlijk of ongepast is, wordt geweerd. De gemeentelijke communicatiedienst bepaalt in samenspraak met de betrokkene of de reclame voldoet of niet, waarbij in het laatste geval naar mogelijke aanpassingen kan worden gezocht. Bij onmogelijkheid hiervan of bij betwisting beslist het college van burgemeester en schepenen.

 

Art.11.- De reclame bevat uitsluitend commerciële boodschappen. In geen geval wordt politieke reclame aanvaard. Ook standpunten en commentaren over welke onderwerpen, instellingen, bewegingen, ideeën of personen dan ook worden niet aanvaard. De gemeentelijke communicatiedienst oordeelt of een reclameboodschap al of niet aanvaardbaar is. Bij betwisting van dit oordeel beslist het college van burgemeester en schepenen.

 

Art.12.- Er worden geen reclameboodschappen aanvaard voor alcoholische dranken en tabaksproducten.

 

Art.13.- De gemeentelijke communicatiedienst oordeelt over alle niet vermelde elementen met betrekking tot het al of niet plaatsen van een advertentie en overlegt hierover met de betrokkenen. Bij betwisting van het oordeel beslist het college van burgemeester en schepenen.

 

Art.14.- Noch de burgemeester, noch het college van burgemeester en schepenen, noch het gemeentebestuur, noch de betrokken gemeentelijke diensten dragen enige verantwoordelijkheid voor wat betreft de inhoud van de reclameboodschap, de juistheid van de erin opgenomen gegevens, de mogelijke gevolgen ervan, de afwerking indien niet perfect aangeleverd zoals in dit reglement beschreven, of het niet of onvolledig uitvoeren om technische of andere redenen van de reclameboodschap. In dit laatste geval kan de advertentie wel in de eerstvolgende uitgave zonder bijkomende kosten geplaatst worden.

 

Art.15.- De persoon, of het bedrijf, die reclame maakt, is in orde met wetgeving en voorschriften met betrekking tot reclame en heeft alle rechten verworven op het gebruik van elementen, teksten, vormen, foto’s of andere elementen die in de reclameboodschap worden gebruikt. Misbruiken zijn verboden.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

55 Vaststelling uurlonen 2020-2025  voor werken uit te voeren voor rekening van derden. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de vaststelling van de uurlonen gemeentepersoneel en gebruik vrachtwagen voor werken uit te voeren voor rekening van derden.

Om diverse redenen wordt er door het gemeentepersoneel werken voor derden uitgevoerd.

De uurlonen voor het personeel werden geëvalueerd en aangepast aan de huidige loonkosten. Voor de verschillende graden van personeel worden uurlonen voorzien.

Het is financieel aangewezen om voormeld besluit voor de jaren 2020-2025 te wijzigen en te hernieuwen.

 

Juridisch kader

Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst is afhankelijk van het aantal opdrachten.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt het uurloon dat zal aangerekend worden voor werken die door het gemeentepersoneel voor rekening van derden uitgevoerd worden als volgt vastgesteld (te rekenen vanaf ieder begonnen half uur):

 

          werklieden:  20,00 euro per half uur

          ploegbazen: 22,50 euro per half uur

          administratief medewerker: 22,50 euro per half uur

          specialisten: 25 euro per half uur

          diensthoofden: 30 euro per half uur

 

          gebruik vrachtwagen (zonder chauffeur): 20 euro per half uur

          gebruik verreiker (zonder chauffeur): 20 euro per half uur

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

56 Toelage jeugdinitiatieven en projecten 2019-2024. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid N. de Kort stelt de voorgestelde aanpassingen zoals bijvoorbeeld de security goed te vinden, zijn fractie steunt dan ook dit punt. Hij vraagt of het verslag van de jeugdraad, waarnaar verwezen wordt en waar deze toelage ook besproken zou zijn, ook nog bezorgd kan worden.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De gemeente verleent sinds vele jaren toelagen voor de samenwerking tussen verschillende jeugdorganisaties. Om de organisatie van experimentele, uitzonderlijke, vernieuwende of creatieve projecten te stimuleren is de toelage in 2016 aangepast om ook toelagen te kunnen uitkeren voor initiatieven van één jeugdorganisatie of van niet georganiseerde personen.

 

Om ook initiatiefname voor de organisatie van een evenement of fuif te bevorderen, waarvoor de kosten voor security hoog kunnen oplopen, is het aangewezen om hierin een gedeeltelijke tussenkomst in deze onkosten te voorzien.

 

Juridisch kader

Gemeenteraadsbesluit van 25 april 2016 inzake de toelage 2016-2018 voor ondersteuning van jeugdinitiatieven en jongerenprojecten.

 

Adviezen

De werkgroep van de jeugdraad formuleerde bedenkingen omtrent de formulering van “een activiteit zonder winstoogmerk” anders te omschrijven

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen worden geraamd op:

Kost

1.188,00 euro,(jaarlijks)

Budgetsleutel

075001/64930110 Toelage jeugdinitiatieven en -pojecten.

Budget/jaar

Exploitatiebudget 2019

Krediet beschikbaar

Ja

Visum financieel directeur

Niet van toepassing.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- De gemeente verleent voor de dienstjaren 2019-2024, onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad van het vereiste krediet in het budget of het (aangepaste) meerjarenplan, toelagen voor de organisatie van jongerenprojecten- of initiatieven.

 

Art.2.- Elke plaatselijke jeugdorganisatie die in de gemeente Brasschaat een samenwerkingsactiviteit opzet met verschillende jeugdorganisaties komt in aanmerking voor subsidie. Een samenwerkingsactiviteit gaat om een samenwerkingsverband tussen minstens drie verschillende jongerenorganisaties, gericht op de doelgroep kinderen en jongeren tussen 3 en de 30 jaar.

Elk plaatselijke jeugdorganisatie die of individu dat in de gemeente Brasschaat een initiatief neemt of jongerenproject opzet komt in aanmerking voor subsidie. Het jongerenproject moet creatief, experimenteel, origineel, educatief of vernieuwend zijn, gericht op de doelgroep kinderen en jongeren tussen 3 en de 30 jaar.

Elke plaatselijke jeugdorganisatie die een evenement of fuif organiseert, en waarvoor erkende professionele security vereist wordt, komt in aanmerking voor gedeeltelijke terugbetaling van de security onkosten.

 

Art.3.- De in artikel 2 vermelde activiteit dient te voldoen aan volgende voorwaarden:

          het betreft een activiteit zonder commercieel doel of winstoogmerk; in die zin dat het geen doel op zich mag zijn om geld te verdienen voor persoonlijke winstuitkering; eventuele winsten mogen wel ten goede komen aan de werking van de jeugdvereniging.

          bij verenigingen valt de activiteit duidelijk buiten hun normale reguliere werking

          de activiteit heeft een open karakter waardoor alle jongeren (vallende binnen de door de organisatie vooropgestelde leeftijdsgrens) kunnen deelnemen

          alle deelnemers aan de activiteit zijn verzekerd ofwel via een aparte verzekering, ofwel via de algemene polis van de verschillende verenigingen;

          de jeugdraad dient advies uit te brengen over de goedkeuring van het project en het toelagebedrag aan het college van burgemeester en schepenen;

          de gevraagde inlichtingen moeten tijdig en volledig worden doorgegeven aan het gemeentebestuur;

          de facturen of betalingsbewijzen worden na de activiteit binnengebracht.

 

Art.4.- De aanvraag dient te gebeuren minimum zes weken vóór de activiteit op de daarvoor bestemde formulieren en dient te bevatten:

          naam en zetel van de aanvragende organisatie of naam en adres van de aanvragende persoon;

          datum van de activiteit;

          plaats van de activiteit;

          omschrijving van de activiteit met de nadruk op de samenwerking die ontstaat OF een omschrijving van het creatief, experimenteel, origineel, educatief of vernieuwend karakter van de activiteit

OF een omschrijving van het event waarvoor erkende professionele security wordt vereist en ingezet wordt, evenals de naam, adres van de erkende securityfirma en de kopie van het contract met deze bewakingsfima

          naam en adres van de verantwoordelijke die de aanvraag indient;

          naam en adres van de verantwoordelijke die gemachtigd is gelden te ontvangen;

          bank- en of postrekeningnummer;

          bewijs van de verzekering die werd afgesloten of van de bestaande verzekering van de verenigingen;

          een gedetailleerde raming van inkomsten en uitgaven, met vermelding van andere gevraagde subsidies.

 

Art.5.- Het college van burgemeester en schepenen beslist over het al dan niet toekennen van de subsidies per initiatief na advies van de jeugdraad inzake toepasselijkheid en bedrag, neemt hierbij het aantal reeds toegekende betoelagingen in beschouwing en geeft indien nodig voorrang aan initiatiefnemers die in het jaar van toekenning nog geen subsidies ontvangen hebben.

 

Art.6.- Indien het ingediende project/initiatief wordt goedgekeurd op basis van de beoordelingscriteria wordt een basissubsidie van minimum 200 euro en maximum 500 euro uitbetaald. Deze basissubsidie kan verhoogd worden op basis van de evaluatie na kostenanalyse. Het bedrag van de verhoging wordt op voorhand vastgelegd. De toegekende subsidie kan nooit meer dan de totale kostprijs van het project bedragen en kan nooit hoger zijn dan 500 euro.

De subsidie voor tussenkomst in securitykosten wordt berekend op basis van de eindfactuur betaald aan de securityfirma en bedraagt maximum 40% van de betaalde kost met een maximum van 500 euro per event of fuif.

 

Art.7.- Uitgaven die niet in aanmerking komen voor subsidiëring:

          kosten die voortkomen uit het aanbieden van voedsel, drank, logies zowel aan organisatoren, artiesten e.d. als aan bezoekers.

          boetes of kosten die voortkomen uit schade aangebracht door artiesten, organisatoren, sprekers enzovoort.

 

Art.8.- Deze toelage is niet cumuleerbaar met enige andere vorm van gemeentelijke subsidie.

 

Art.9.- De basissubsidie wordt zo snel mogelijk na goedkeuring uitbetaald op de rekening van de organisatie. De eventuele verhoging van de basissubsidie wordt uitbetaald door storting op de rekening van de organiserende vereniging of particulier en dit ten laatste 3 maanden na realisatie van het project en na voorlegging van een duidelijke evaluatie en kostenanalyse met de nodige facturen en documenten.

De subsidie voor tussenkomst in securitykosten wordt uitbetaald na voorlegging van facturen.

 

Art.10.- Indien de activiteit niet kan doorgaan of indien het opzet grondig wordt gewijzigd, geeft de organisator daarvan bericht aan het college van burgemeester en schepenen met een duidelijke motivering. Het college van burgemeester en schepenen kan zich bijgevolg genoodzaakt zien de toegekende subsidie terug in te trekken of de reeds uitgekeerde subsidie terug te vorderen.

De terugbetaling van ten onrechte uitgekeerde subsidie dient binnen de 30 dagen na ontvangst van het aangetekend schrijven van het college van burgemeester en schepenen te gebeuren."

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

57 Toekenning noodhulp slachtoffers overstromingen en aardverschuivingen in Indië. VERDAAGD. - UITGESTELD

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

58 NV Mansion of Dragons. Intrekking besluit. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Jambon vraagt aan het college wat haar verdere intenties zijn in dit dossier.

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat het punt opnieuw zal voorgelegd worden aan de gemeenteraad.

 

Raadslid Jambon stelt vast dat de gemeenteraad na deze hele procedure gevoerd te hebben enkel heeft bekomen dat dit dossier enorme vertraging oploopt op basis van het feit dat iemand procedureel de zitting niet heeft verlaten maar dat het uiteindelijke einderesultaat hetzelfde zal zijn.  Objectief is het inderdaad zo dat er een fout is gebeurd maar hier had ook anders mee kunnen omgegaan worden.  Het eindresultaat zou ongewijzigd zijn en nu leidt dit enkel tot het feit dat een vereniging nog langer dient te wachten op een rechtsgeldig besluit en vindt dit een regelneverij van een ongeziene orde.

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat er inderdaad een klacht is ingediend bij het Agentschap Binnenlands Bestuur en dat op basis hiervan het college heeft besloten het besluit in te trekken en opnieuw voor te leggen en dat de gouverneur hierin is gevolgd. 

 

Raadslid N. de Kort geeft aan dat hij niet de intentie had om nog tussen te komen op dit punt maar de gegeven tussenkomsten nopen hem hiertoe.  Hij geeft aan dat dit een zwaarwichtig dossier is waar verschillende raadsleden inhoudelijke argumenten naar voor hebben gebracht.  Het gaat hier niet om een vereniging maar om een naamloze vennootschap met aandeelhouders die bovendien ook een vergoeding krijgt en waar de gemeente borg staat voor een lening om een lagere financieringskost te kunnen bekomen.  Belfius vraagt deze borgstelling niet zomaar en ook de financieel directeur geeft niet zomaar geen advies.   De gemeente zorgt ervoor dat er meer aandeelhouderswaarde wordt gecreëerd door haar borgstelling aan een private onderneming. Hij vraagt zich af welke criteria de gemeente hierbij hanteert en of alle private ondernemingen dan een borgstelling mogen vragen aan de gemeente. Het gaat hier over een private onderneming die patrimonium exploiteert. Vanuit dit inhoudelijke argument werd er inderdaad gezocht naar procedurefouten om dit besluit tegen te gaan en die werd dan ook aangekaart.

 

Raadslid Vanpoucke stelt dat de fractie de intrekking zal steunen omdat men niet achter dit besluit staat en als dit besluit opnieuw zal worden voorgelegd zal zijn fractie haar stemgedrag niet wijzigen. 

Hij geeft ook aan te zijn geschrokken van de tussenkomst van raadslid Jambon die blijkbaar zijn eigen administratie als Vlaams Minister-President niet volgt en waar procedures blijkbaar niet belangrijk zijn voor hem.  Procedures geven rechtszekerheid, zorgen voor orde en dienen te worden gehandhaafd.  Als de procedures dus niet gevolgd worden, lijkt hem dat een vrij gevaarlijke situatie te zijn.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

In zitting van de gemeenteraad van 30 september 2019 werd ingestemd met een borgstelling voor de lening van NV Mansion of the Dragons.

 

Op 21 oktober 2019 ontving het bestuur een klacht van het Agentschap Binnenlands Bestuur. In zitting van het college van burgemeester en schepenen van 28 oktober 2019 werd een antwoordbrief goedgekeurd. De antwoordbrief en bijhorende stukken werden op 30 oktober 2019 overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.

 

Naar aanleiding van deze klacht is het aangewezen het besluit van 30 september 2019 in te trekken en de vraag opnieuw te agenderen.

 

Hockey Club Mansion of Dragons NV (MOD) vraagt voor een "generatie-overgang" financiering een borgstelling voor een lening aan.

 

MOD bezorgde de gevraagde informatie: jaarrekeningen, documenten bestaande hypotheekmandaat, meerjarenplanning op kasbasis, voorwaarden met aflossingstabel.

 

De huidige financiering van MOD is gebaseerd op enkele pijlers (rekening 1 juli 2017 – 1 juli 2018):

a) eigen vermogen 197.984 euro

b)vreemd vermogen met schulden op méér dan één jaar; 918.377 euro

          b1) waarvan 438.377 euro aan kredietinstellingen met intrest en kapitaal aflossingen

          b2) waarvan 480.000 euro aan leden met jaarlijkse intrestvergoeding maar geen kapitaal aflossingen (vervalt in 2021)

c) leningen / aandelen aandeelhouders: 270.000 euro: de bijgeschreven rente en kapitaal aflossingen worden in overleg met betrokkenen terugbetaald. Naargelang de afspraken en opeisbaarheid, welke de club in overleg met de belanghebbenden afspreekt, kan dit een risico inhouden. Tot hiertoe gaf dit geen problemen.

 

Er ligt een hypothecair mandaat van 550.000euro op de activa van 1.572.272 euro.

 

In zitting van 24 april 2017 werd geen waarborg verleend op een Fortis lening (285.000 euro -looptijd 10 jaar) omdat er nog geen oplossing was voor de terugbetaling van de lopende lening "obligatie Club 20 - clubhuis" (480.000 euro tot 2021).

 

Omwille van een generatiewissel wil NV MOD een oplossing zoeken om de lening "Obligatie Club 20 -Clubhuis") terug te betalen aan de "leden-investeerders" en om te zetten in lening op 10 jaar. Op deze manier wordt de financiering in een formele structuur omgezet.

 

De meerjarige cash planning (opgegeven tot 2027) is positief.

 

Adviezen

De financieel directeur wijst op het volgende:

          gezien de groei van de club en de continuïteit hiervan de voorbije jaren is het financieel risico voor de gemeente voor de borgstelling beperkt. De club dient wel de nodige voorzichtigheid te hanteren voor bijkomende investeringen.

          volgens de opgestelde cashplanning is een snellere terugbetaling van de leningen of gedeeltelijke terugbetaling zonder bijkomende financiering mogelijk. NV MOD wil echter een risicoreserve in de hand houden.

          adviseert om gedurende de looptijd van een mogelijke borgstelling, de jaarrekeningen NV MOD op te vragen met extra info over openstaande kapitalen en bijgeschreven renten.

          neemt geen standpunt in over de opportuniteit om bij een generatiewissel aan een NV een borg toe te staan.

 

Financiële gevolgen

De borgstelling heeft geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- het besluit van de zitting van 30 september 2019 over de aanvraag tot borgstelling wordt ingetrokken.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

59 Gecoro-samenstelling. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De Gemeentelijke Ruimtelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (Gecoro) heeft onder andere als

opdracht de gemeenteraad te adviseren bij het opmaken van ruimtelijke instrumenten en het

behandelen van bezwaren tijdens deze procedures. De Gecoro wordt samengesteld na de installatie

van de nieuwe gemeenteraad. De nieuwe commissie treedt aan nadat de gemeenteraad de nieuwe

leden heeft benoemd. De Gecoro blijft tot dan in de oude samenstelling functioneren.

 

Op de gemeenteraadszitting van 29 april 2019 werd de gecoro-samenstelling als volgt vastgelegd:

13 leden met 1 vertegenwoordiger van elk van volgende 7 maatschappelijke geledingen: defensie, duurzaamheid, handelaars, werkgevers, cultuur, sport en jeugd en 6 deskundigen op het vlak van ruimtelijke ordening. Daarnaast zijn de vertegenwoordigers en plaatsvervangers van de politieke fracties aangesteld.

 

Op de gemeenteraadszitting van 26 augustus 2019 werd de gecoro samengesteld.

 

De PVDA-fractie vraagt om een vervanging van het effectief lid.

 

Juridisch kader

Volgens artikel 1.3.3 en 1.3.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Volgens het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Worden aangeduid als vertegenwoordigers van de politieke fracties in de Gecoro:

 

Politieke fractie

Effectief lid

Plaatsvervangend

N-VA

Hedwig van Baarle

Goele Fonteyn

Brasschaat 2012

Hugo Dirks

Herman Lauwers

Vlaams Belang

Luc Van der Schoepen

Greet Verbert

Open VLD

Barbara Ophoff

Anne Van Aperen

CD&V

Dirk de Kort

Niels de Kort

PVDA

Hedwig Van Roost

Rob Eeman

 

Art. 2. - Deze vertegenwoordigers mogen enkel deelnemen aan de bespreking van de onderwerpen voor advies aan de Gecoro worden voorgelegd. Zij mogen niet aanwezig zijn bij de beraadslaging en de stemming over het advies.

 

Art.3.- De geselecteerde kandidaten voor de Gecoro worden goedgekeurd en vast benoemd voor een termijn van 6 jaar als volgt:

 

Voorzitter

 

John Mooens

Architect

 

Deskundigen

 

Effectief lid

 

Plaatsvervangend

 

1) Myriam Martens

Advocaat

Willy Hof

Vastgoed opleiding

2) Johan Rijckaert

Architect

Peter Geeraerts

Notaris

3) Levin Vesweyver

Teamleader omgevingsberoepen Provincie Antwerpen

Ria Van Ranst

Directeur milieu en ruimtelijke ordening Alfaport

4) Geert Peeters

Ontwikkelaar

Frederik Looten

Directeur externe relaties en new business De Watergroep

5) Peggy Vandesande

Igenieur

Herman Van Miegem

Ontwikkelaar

6) Anne Stuer

Medewerker landschap en erfgoed bij Regionaal Landschap de

Voorkempen en Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED)

Erfgoed Voorkempen

 

Maria Matheeusen

IFANG

 

Maatschappelijke geledingen

 

Vereniging

Effectief lid

Plaatsvervangend

Cultuurraad

1) Francis Denys

Jef Valenbeghs

Natuurpunt VZW

2) Johannes Neegers

Cornelius Ibens

Forum Lokale Economie

3) Erik Lejeune

 

Jeugdraad

4) Eli Verheyen

Jens Van 't Slot

Sportraad

5) Mieke Verschaeren

Noëlla Runsch

UNIZO

6) Hans De Beenhouwer

Gui Boven

Pl. Militaire Overheid

7) Ruth Moors

Kris Van Echelpoel

 

Het Forum Lokale Economie stelt zijn plaatsvervanger voor nadat het Forum is samengesteld.

 

Art.4 - Martine Kenis, afdelingshoofd Ruimte en Wonen van de gemeente Brasschaat wordt aangeduid als niet-stemgerechtigde vaste secretaris.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

60 Hemelakkers 40. Politie. Vernieuwen celdeuren. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Hermans merkt op dat net zoals bij de vorige gemeenteraad raadslid Jef Konings nog steeds wordt vermeld als voorzitter van de gemeenteraad wat uiteraard niet correct is. 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

In het kader van de opdracht “Hemelakkers 40. Politie. Vernieuwen celdeuren.” werd een bestek met nummer 2019-134 opgesteld door Politiezone Brasschaat.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 30.000,00 euro btw niet inbegrepen, hetzij 36.300,00 euro btw inbegrepen.

 

De raming, btw niet inbegrepen, bereikt de limiet van 144.000,00 euro voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking niet.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Juridisch kader

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave btw niet inbegrepen bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

 

Adviezen

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 18 november principiële goedkeuring gehecht aan de overheidsopdracht: Hemelakkers 40. Politie. Vernieuwen celdeuren.

 

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in de politiebegroting 2019 buitengewone dienst artikel 330/724-60 buitengewoon onderhoud gebouwen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Het bestek met nummer 2019-134 en de raming voor de opdracht “Hemelakkers 40. Politie. Vernieuwen celdeuren.”, opgesteld door Politiezone Brasschaat worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 30.000,00 euro btw niet inbegrepen, hetzij 36.300,00 euro btw inbegrepen.

 

Art.2.- Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Art.3.- De uitgave voor deze opdracht is voorzien in in de politiebegroting van 2019 buitengewone dienst artikel 330/724-60 buitengewoon onderhoud gebouwen.

 

Art.4.- Het college van burgemeester en schepenen kan de opdracht toewijzen met overschrijding van het voorziene budget, indien de overschrijding niet meer dan 20 % bedraagt van het voorziene budget en mits het college beslist de noodzakelijke verhoging van het betrokken krediet voor goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen bij de eerstvolgende budgetwijziging.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

61 Ruiterweg Kasteelbrug heropbouw. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid N. de Kort vindt het goed dat de brug hersteld wordt en vindt dit ook nodig. Zijn vraag is echter of het college geen goedkoper of bescheidener alternatief heeft overwogen. Een gewone herstelling van het metselwerk lijkt hem voldoende en zou ook kosten uitsparen. Het is een gezellig, maar beschut plekje waardoor het een vandalisme-gevoelige plek is. Nu worden er in deze gunning veel details voorzien en dit heeft zijn kostprijs.

Ten tweede ziet hij in de motivering dat er geen Vlaamse subsidies voorzien zijn via Erfgoed. Hij vraagt of dit verduidelijkt kan worden.

 

Schepen Goele Fonteyn antwoordt alles grondig werd onderzocht en dat de brug in erbarmelijke staat is.

Er zou ook water in de brugconstructie ingedrongen zijn en de piste om te renoveren of opnieuw her op te bouwen zijn uiteraard overwogen.  Gezien het geldelijk verschil beperkt was heeft men geopteerd voor een heropbouw met behoud van de historische accenten van de brug juist omdat de brug zich in erbarmelijke staat bevindt.  Ze stelt wel dat omtrent de vandalismegevoeligheid zal bekeken worden wat mogelijk hiervoor kan gebeuren. 

 

Raadslid Van Cauwelaert merkt op dat ook hier raadslid Jef Konings nog vermeldt staat als voorzitter.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De ontwerpopdracht voor de opdracht “Ruiterweg Kasteelbrug heropbouw” werd gegund aan Architectenbureau Delta, Driehoek 90 te 2940 Stabroek.

 

In het kader van de opdracht “Ruiterweg Kasteelbrug heropbouw” werd een bestek met nummer 2019-118 opgesteld door de ontwerper, de heer Ward Van Bouwel van Architectenbureau Delta, Driehoek 90 te 2940 Stabroek.

 

De werken hebben vooral betrekking op:

          algemene afbraak van de bestaande brug tot op de funderingsmassieven;

          metselwerk booggewelf;

          betonconstructies;

          natuursteenwerken, speklagen en balusters in kalksteen;

          waterdichtingswerken;

          reconstructie oevers;

          omgevingsaanleg.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 237.762,11 euro btw niet inbegrepen, hetzij 287.692,15 euro btw inbegrepen.

 

Er wordt voor 3 posten, via verplichte optie, prijs gevraagd voor het renoveren en herplaatsen van materiaal in de plaats van het gebruik van nieuw materiaal.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

 

Juridisch kader

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Adviezen

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 4 november 2019 principiële goedkeuring gehecht aan de lastvoorwaarden en de gunningswijze van deze overheidsopdracht.

 

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget voor 2020, sleutel 068003/22000007, renovatie stenen brug. Er is een budget van 245.000 euro opgenomen in het ontwerp meerjarenplan 2020-2025.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Het bestek met nummer 2019-118 en de raming voor de opdracht “Ruiterweg Kasteelbrug heropbouw”, opgesteld door de ontwerper, de heer Ward Van Bouwel van Architectenbureau Delta, Driehoek 90 te 2940 Stabroek worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 237.762,11 euro btw niet inbegrepen, hetzij 287.692,15 euro btw inbegrepen.

 

Art.2.- Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.

 

Art.3.- De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

 

Art.4.- De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget voor 2020, sleutel 068003/22000007, renovatie stenen brug. Er is een budget van 245.000 euro opgenomen in het ontwerp meerjarenplan 2020-2025

 

Art.5.- Het college van burgemeester en schepenen kan de opdracht toewijzen met overschrijding van het voorziene budget, indien de overschrijding niet meer dan 20 % bedraagt van het voorziene budget en mits het college beslist de noodzakelijke verhoging van het betrokken krediet voor goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen bij de eerstvolgende budgetwijziging.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

62 Groenonderhoud in de gemeente Brasschaat voorbehouden aan sociale werkplaatsen. Kennisneming lastvoorwaarden en gunningswijze. - KENNISGENOMEN

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid D. de Kort vraagt zich af of er van deze gelegenheid geen gebruikt gemaakt kan worden om, in plaats van bij het groenonderhoud frequenties als maatstaf voorop te stellen, naar een kwalitatieve definitie te gaan van de beeldkwaliteit die moet worden gegarandeerd.  Deze moderne vorm van meten van de doelstellingen wordt meer en meer toegepast en dit kan naar zijn ervaring ook leiden tot een gevoelige kostenbesparing.  Bovendien wordt er bijvoorbeeld gemaaid wanneer het nodig is en niet omdat er elke twee weken moet worden gemaaid, iets waar een burger zich vragen bij stelt.  Er kan ook gewerkt worden met zones die een verschillende kwaliteitsniveau kunnen hebben en waar de mate van maaien, onderhouden, onkruidbestrijding kan worden vastgelegd in functie van wat een zone aan eindresultaat moet hebben.  Niet elke zone dient even intensief te worden onderhouden.  Hij stelt voor om dit punt nog te verdagen en dit voorstel in overweging te nemen.

 

Schepen Fonteyn antwoordt dat dit werd onderzocht maar dat dit veel intensiever dient te worden gecontroleerd en dat dit extra inzet van mensen vraagt waardoor de kostenbesparing teniet wordt gedaan.  Voor een gemeente van deze omvang is dit niet haalbaar.

 

Raadslid D. de Kort heeft dit elders wel al toegepast gezien en heeft vastgesteld dat dit wel een kostenbesparing heeft opgeleverd.  Mogelijks heeft dit niet dezelfde orde van grootte maar het zal volgens hem toch de moeite lonen om dit zo te organiseren.  Het gaat hem over het ontwikkelen van een beeldkwaliteitsplan voor de gemeente met verschil van kwaliteit in de verschillende zones en dat dit inderdaad een éénmalige grote inspanning vraagt om dit te definiëren maar dat dit zijn vruchten bij de uitvoering en opvolging zal afwerpen.  Met het vrijgekomen budget kunnen dan weer andere doelstellingen worden gerealiseerd. 

 

Schepen Fonteyn antwoordt dat het werken volgens het duurzaam principe “het gras mag wat langer zijn en wat onkruid mag” juist de reden is waarom de gemeente zoveel meldingen krijgt. Achteraf blijkt dat de gemeente alsnog moet gaan maaien, dit zal vervolgens een extra impact of kost hebben. Ze is er van overtuigd dat dit niet leidt tot een meer ecologisch beheer.

 

Raadslid D. de Kort geeft aan dat duurzaam groenbeheer juist wel gaat over het omschrijven van de kwaliteit die men verwacht en afstemt op wat nodig is en niet louter op basis van een frequentie parameter onderhoud verricht.  Hij vraagt de gemeenteraad te willen stemmen over zijn voorstel van aanpassing.

Beslissing

 

 

Neemt kennis van de opstart van de overheidsopdracht “Groenonderhoud in de gemeente Brasschaat voorbehouden aan sociale werkplaatsen” en van de lastvoorwaarden met bijhorende raming en gunningswijze.

 

Tot op heden werd voor een groot deel van het groenonderhoud op openbaar domein gewerkt op basis van een overeenkomst afgesloten tussen de gemeente en de vzw Aralea en die door de gemeente Brasschaat werd goedgekeurd op 3 januari 1985. Deze overeenkomst werd stilzwijgend verlengd en uitgebreid in de loop van de jaren.

 

Voor deze diensten worden jaarlijks kredieten ingeschreven in het exploitatiebudget van de gemeente Brasschaat.

 

In het kader van de opdracht “Groenonderhoud in de gemeente Brasschaat voorbehouden aan sociale werkplaatsen” werd een bestek met nummer 2019-128 opgesteld door de dienst groen en natuur.

 

De raming voor deze opdracht is als volgt opgedeeld:

          De uitgave voor de basisopdracht wordt geraamd op 1.090.000,00 euro btw niet inbegrepen, hetzij 1.318.900,00 euro btw inbegrepen (228.900,00 euro btw medecontractant).

          De 3 verlengingen worden elk geraamd op 1.090.000,00 euro btw niet inbegrepen, hetzij 1.318.900,00 euro btw inbegrepen (228.900,00 euro btw medecontractant).

          De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 4.360.000,00 euro btw niet inbegrepen, hetzij 5.275.600,00 euro btw inbegrepen (915.600,00 euro btw medecontractant)

 

Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure met gunningscriteria.

 

Adviezen

Gezien de omvang van de opdracht en het feit dat deze voorbehouden wordt voor sociale tewerkstelling, werd het bestek bezorgd aan Wim Rasschaert, advocatenkantoor te Aalst voor juridisch advies. Het administratief en contractueel gedeelte werden aangepast op basis van de voorstellen opgenomen in het advies van het advocatenkantoor.

In zitting van 4 november 2019 heeft het college van burgemeester en schepenen goedkeuring aan "Groenonderhoud in de gemeente Brasschaat voorbehouden aan sociale werkplaatsen.”

 

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget 2020 en volgende jaren AR 61506020 op verschillende beleidsvelden.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

63 zwerfvuiltoelage - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

In 2017 werd de zwerfvuiltoelage goedgekeurd om vrijwilligers te belonen voor hun inzet. Het is aangewezen deze toelage te vernieuwen voor de periode 2019-2025.

 

Vrijwilligers die zwerfvuil ruimer krijgen een vergoeding per ingezamelde zak van 60 liter.

De intake en opvolging van deze zwerfvuilvrijwilligers wordt verzorgd door de dienst Integrale. veiligheid.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen worden geraamd op:

Kost

3000 euro, btw inbegrepen (jaarlijks)

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- De gemeente verleent in 2019-2025 toelagen aan Brasschaatse verenigingen en vrijwilligers die opruimacties van zwerfvuil uitvoeren op het grondgebied van de gemeente Brasschaat.

Onder zwerfvuil wordt verstaan het afval dat men aantreft in wegbermen, langs voetwegen en waterlopen en in bossen, uitgezonderd groente-, fruit- en tuinafval.

 

Art.2.- Verenigingen en vrijwilligers die opruimacties van zwerfvuil willen organiseren melden zich vooraf aan bij de gemeente via de gemeentelijke website en worden daarop uitgenodigd voor een korte toelichting over de wederzijdse rechten en plichten. Verenigingen staan zelf in voor de verzekering van hun deelnemende leden en niet-leden. Vrijwilligers worden na het persoonlijke gesprek verzekerd via de polis van de gemeente.

 

Art.3.- Binnen 24 uur na het einde van de actie maakt de vereniging of vrijwilliger een melding “einde zwerfvuilactie” via de website van de gemeente, met volgende gegevens:

          gegevens van de aanvrager (+ gegevens vereniging indien vereniging);

          indien geen vereniging, de namen van de vrijwilligers;

          foto van de vuilzakken met het ingezamelde zwerfvuil, hun locatie + aantal vuilzakken;

          een beschrijving van locatie of traject  waar het zwerfvuil effectief werd verwijderd;

          het bankrekeningnummer waarop de toelage kan worden gestort (enkel voor vereniging);

          het erkende goede doel (met bankrekeningnummer) waarnaar de toelage mag gestort worden (verplicht voor vrijwilliger, optioneel voor vereniging).

 

Art.4.- De toelage bedraagt voor vrijwilligers 1,00 euro en voor verenigingen 3,00 euro voor elke volle zak zwerfvuil verzameld op het (openbaar) domein van de gemeente Brasschaat.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

64 Subsidiereglement natuur/milieu/wijkverenigingen. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Schepen Van Honste vraagt om het reglement nog aan te passen. Er werd gekeken naar de bedragen van de natuurverenigingen vorig jaar en om het toch voor iedereen gelijk te houden, wilt het bestuur een basisbedrag van 350 euro voorzien in plaats van 250 euro die voorzien is. Dit bedrag zou dan vermeerderen met eventueel 100 euro wanneer zij circulaire economie voorzien. Dit ligt meer in de lijn met wat de verenigingen vandaag krijgen.

 

Raadslid Pauwels zegt dat dit reglement een nieuw gegeven is voor de verenigingen en 31 december er vlug zal zijn. Daarom vraagt hij hoe de communicatie hier rond zal verlopen.

 

Schepen Fonteyn antwoordt dat dit per mail zal gecommuniceerd worden aan de verenigingen.

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

In januari 2019 werd de milieuraad omgevormd tot een duurzaamheidsraad. Om deze reden dringt zich de noodzaak van een nieuw subsidiereglement voor natuur/milieu/wijkverenigingen op.

 

Een voorwaarde voor het verkrijgen van subsidies was het zetelen in een adviesraad. Vanaf heden is dit geen voorwaarde meer. Ook de administratieve opvolging van de subsidies was te omslachtig. Door de voorwaarden en administratie te vereenvoudigen wensen we de procedure voor de verenigingen eenvormiger, sneller en eerlijker te maken.

 

Juridisch kader

SDG's
Gemeenteraadsbesluit van 26 januari 1984 inzake de toepassing van de wet van 14 november inzake de controle op toekenning en aanwending van gemeentelijke toelagen

 

Adviezen

Positief advies schepen duurzaamheid

Positief advies schepen milieu

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen worden geraamd op:

Kost

2500euro (jaarlijks)

Budgetsleutel

0381/64930800 Toelage natuurverenigingen

 

BESLUIT eenparig:

 

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen:

Art.1 Aan de plaatselijke milieu- en natuurverenigingen worden forfaitaire subsidies verleend volgens de regeling en de voorwaarden die hierna worden vastgelegd. Indien het voorziene budget ontoereikend is zal dit het voorwerp zijn van een voorstel tot budgetaanpassing.

Art.2 De subsidies worden jaarlijks uitbetaald na digitale aanvraag van de vereniging, met de officiële statuten van de vzw en de toevoeging van het bewijs dat de rechtspersonenbelasting van het voorgaande jaar werd betaald.

Art.3 Het reglement is van toepassing voor de dienstjaren 2019-2024

Art. 4 De effectieve toekenning van de subsidie gebeurt door een besluit van het college van burgemeester en schepenen op basis van een onderzoek van de ingediende kandidaturen.

Hoofdstuk 2: De verenigingen:

Art.5 Voor subsidiëring op grond van dit besluit komen in aanmerking de verenigingen die zijn gevestigd in Brasschaat, waarvan de activiteiten zijn gericht op de Brasschaatse bevolking en waarvan de werkingsdoelstellingen in hoofdzaak bestaan uit:

§1. de bevolking laten kennismaken met de inheemse, natuurlijke fauna en flora (natuurbeleving en- educatie) en/of

§2. trachten een inzicht te krijgen in de inheemse fauna en flora (natuurstudie) en/of

§3. ijveren voor natuur en -milieubescherming, werken aan natuurbeheer en – ontwikkeling en/of

§4. Het verwerven van ecologische en duurzame accenten in de dagdagelijkse leefwereld

Art.6 Om subsidies te verwerven moet de vereniging tevens voldoen aan volgende voorwaarden:

§1. Sedert minstens één jaar een werking ontwikkeld hebben (die voldoet aan de eisen in art.5)

§2. Een actieve werking kunnen aantonen aan de hand van een digitaal medium (bvb publiek toegankelijke website, blog, facebook, instagram, …) hebben die o.a. rapporteert over de laatst afgelopen activiteiten van de vzw met beeldmateriaal, alsook de geplande activiteiten van de vzw kenbaar maakt aan het brede publiek. Op basis hiervan wordt de actieve werking van de vereniging beoordeeld.

Art.7 Een vereniging komt in aanmerking voor een extra jaarlijkse toelage als zij circulaire economie en/of deeleconomie stimuleert en voldoet aan volgende voorwaarden:

§1. Een website online hebben waar de gedeelde goederen getoond worden met de huurprijs, alsook gereserveerd kunnen worden en/of

§2. Een website online hebben waar de verschillende hersteldiensten, terugnamediensten toegelicht worden met locatie en/of afspraakmogelijkheid

Hoofdstuk 3: Subsidie

Art.8 Een forfaitair bedrag van 350 euro zal worden uitgekeerd na goedkeuring eventueel vermeerderd met een bijkomend bedrag van 100 euro voor het stimuleren van circulaire economie en/of deeleconomie

Hoofdstuk 4: Het aanvragen van de subsidie

Art.9 De aanvraag tot subsidie moet uiterlijk voor 31 december van elk kalenderjaar ingediend zijn via het digitale aanvraagformulier. De subsidie wordt verstrekt in februari van het werkjaar +1.

Art.10 Overgangsbepaling: voor het werkjaar 2019 zullen alle verenigingen die waren aangesloten bij de vroegere milieuraad en nog steeds een actieve werking hebben beroep kunnen doen op de forfaitaire subsidies zoals bepaald in onderhavig reglement.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

65 Goedkeuring evaluatieverslag en verderzetting werking van de EVA v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Het decreet lokaal bestuur artikel 227 voorziet in de bepaling dat EVA-vzw’s na afloop van elke legislatuur in het eerste jaar van de nieuwe legislatuur een evaluatieverslag moeten voorleggen aan de gemeenteraad over de uitvoering van de beheers- of samenwerkingsovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan.

 

In 2013 werd een motiveringsverslag geschreven waaruit bleek dat een vzw-structuur voor het Cultuurcentrum (programmatie en verhuur infrastructuur) aangewezen was en waarbij het primaat van de politiek van door middel van een meerderheid in de algemene vergadering gegarandeerd wordt. Dit verslag bevat ook een evaluatie van de verzelfstandiging waarover de gemeenteraad zich binnen de drie maanden dient uit te spreken.

 

Dit evaluatieverslag werd:

          besproken en goedgekeurd in de raad van bestuur van de v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve in zitting van 3 oktober 2019.De raad van bestuur volgt de aanbeveling om tijdens volgende legislatuur 2019-2025 de werking van de EVA v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve verder te zetten.

          toegelicht en besproken in de themacommissie vrije tijd in zitting van 15 oktober 2019.

          toegelicht en besproken in de algemene commissie in zitting van 12 november 2019.

 

Juridisch kader

Decreet lokaal bestuur, artikel 227.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Hecht goedkeuring aan het evaluatieverslag van de EVA v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve.

 

Art.2.- Stemt in met de aanbeveling om tijdens volgende legislatuur 2019-2025 de werking van de EVA v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve verder te zetten.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

66 Goedkeuring ontwerp samenwerkingsovereenkomst EVA v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Tussen de gemeente Brasschaat en de EVA v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve wordt in het eerste jaar van de nieuwe legislatuur een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor de uitvoering van de toevertrouwde taken van gemeentelijk belang

 

Deze samenwerkingsovereenkomst regelt ingevolge de bepalingen van het decreet lokaal bestuur volgende aangelegenheden:

1)      in voorkomend geval de aanwending van de aan het agentschap ter beschikking gestelde personeelsleden, middelen en infrastructuur;

2)      de wijze waarop het gemeentelijke extern verzelfstandigd agentschap zal voorzien in een systeem van organisatiebeheersing

3)      de toekenning aan een of meerdere commissarissen van de controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid van de verrichtingen weer te geven in de jaarrekening van het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap. Die commissarissen zijn erkende bedrijfsrevisoren.

 

Deze tekst wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad van 25 november 2019 en aan de algemene vergadering van de vzw programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve in zitting van 19 december 2019.

 

Juridisch kader

Decreet lokaal bestuur, artikel 247

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn.

Kost

budget 2019: 119.740 euro, 2020: 229.040 euro, 2021-2025: 216.540 euro, btw inbegrepen

Budgetsleutel

64930000/010701/Toelage vzw Hemelhoeve (cultuur)

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Hecht goedkeuring aan het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst 2019-2025 tussen de gemeente Brasschaat en de v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve.

 

Art.2.- Het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst 2019-2025 tussen de gemeente Brasschaat en de v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve zal ter goedkeuring aan de algemene vergadering van de v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve van 19 december 2019 worden voorgelegd.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

67 EVA vzw Cultuurcentrum. Agenda algemene vergadering van 19 december 2019. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Pauwels merkt op heel wat documenten te hebben gekregen, maar is bezorgd over het document van de begroting. Er zijn toch nog een aantal onzekere factoren in het document zoals de geraamde ticketverkoop en zaalverhuur. Hij vraagt of er een plan B is om dit op te vangen indien dit toch zou tegenvallen.

 

Schepen Pantens antwoordt dat dit kort wordt opgevolgd en dat er wordt bijgestuurd indien nodig.  Indien er een tegenvallende inkomst wordt vastgesteld zal worden bekeken hoe dit kan worden opgevangen. 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De gemeente is lid van het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap "Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve" v.z.w.

 

Het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de afgevaardigde in de algemene vergadering van v.z.w. "Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve" handelt overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad.

Dit betekent dat de gemeenteraad kennis moet nemen van de agenda van deze algemene vergadering en aan de afgevaardigde steminstructies moet geven.

 

In zitting van 29 april 2019 werd mevrouw Carla Pantens aangeduid als afgevaardigde namens de gemeente Brasschaat in de algemene vergadering.

 

Voorstel van agenda voor de algemene vergadering 19 december 2019:

          goedkeuring van het verslag van 27 juni 2019

          benoeming bestuurders

          aanvaarding deskundigen in de algemene vergadering

          goedkeuring evaluatieverslag EVA v.z.w. "programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve" afgelopen legislatuur

          goedkeuring samenwerkingsovereenkomst 2019-2025 tussen de gemeente Brasschaat en de v.z.w. programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve

          goedkeuring begroting 2020

          kennisneming resultaten Gebruikersonderzoek 2018 cultuur- en gemeenschapscentra in Vlaanderen (Universiteit Antwerpen)

 

Juridisch kader

Artikel 246 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering handelen overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Neemt kennis van het verslag van de algemene vergadering van 27 juni 2019 van de v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve.

 

Art.2.- Neemt kennis van de agendapunten voor de algemene vergadering van de v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve van 19 december 2019:

          goedkeuring van het verslag van 27 juni 2019

          benoeming bestuurders

          aanvaarding deskundigen in de algemene vergadering

          goedkeuring evaluatieverslag EVA v.z.w. "programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve" afgelopen legislatuur

          goedkeuring samenwerkingsovereenkomst 2019-2025 tussen de gemeente Brasschaat en de v.z.w. programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve

          goedkeuring begroting v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve 2020

          kennisneming resultaten Gebruikersonderzoek 2018 cultuur- en gemeenschapscentra in Vlaanderen (Universiteit Antwerpen)

          varia

 

Art.3.- Geeft opdracht aan zijn afgevaardigde, mevrouw Carla Pantens, schepen van cultuur en voorzitter van de vzw Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve om deze vergadering van 19 december 2019 namens de gemeente met stemrecht bij te wonen. De gemeente beschikt over 18 stemmen, waardoor zij steeds over de meerderheid van de stemmen beschikt in de algemene vergadering. De andere vertegenwoordigers van de gemeenteraad kunnen de algemene vergadering zonder stemrecht bijwonen.

 

Art.4.- Geeft opdracht aan de afgevaardigde van de gemeente om alle agendapunten op de algemene vergadering van de v.z.w. Programmering Cultuurcentrum Hemelhoeve goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

68 Wijziging afvaardiging in de EVA vzw Sport Plus. - UITGESTELD

 

Dit punt werd uitgesteld naar een volgende zitting.

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

69 Gemeentelijke adviesraden. Wijziging afgevaardigden voor de gemeentelijke jeugdraad. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Volgens het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van lokaal jeugdbeleid, worden de gemeenten verplicht om voor het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de uitvoering van het jeugdbeleid een jeugdraad op te richten of een bestaande jeugdraad te erkennen.

Volgens de gewijzigde statuten, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 27 juni 2016, bestaat de algemene vergadering van de jeugdraad ook uit niet-stemgerechtigde leden, waaronder een afgevaardigde van elke in de gemeenteraad vertegenwoordigde fractie.

 

In zitting van 25 februari 2019 werden de afgevaardigden per politieke fractie aangeduid.

 

De CD&V-fractie vraagt haar afgevaardigden te wijzigen.

 

Juridisch kader

Artikel 304,§3 van het decreet over het Lokaal Bestuur

Artikel 5 van het Decreet houdende de ondersteuning en stimulering van lokaal jeugdbeleid.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Volgende vertegenwoordigers van de politieke fracties van de gemeenteraad worden aangeduid als niet-stemgerechtigde leden, in de gemeentelijke jeugdraad:

• namens N-VA: Bart Thijs

• namens Open VLD: Oona Geeraerts

• namens CD&V: Niels de Kort

• namens Brasschaat2012: Lisa Buysse

• namens Vlaams Belang: Berry Van Kasteren

• namens PvdA: Sarah De Wit

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

70 Wijziging statuten GROS. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

De statuten van de gemeentelijke adviesraad voor ontwikkelingssamenwerking (GROS) werden gewijzigd.

 

Tijdens de algemene vergadering van de gemeentelijke adviesraad voor ontwikkelingssamenwerking (GROS) op 19 september 2019 werd er goedkeuring gegeven aan een wijziging van de statuten.

 

Juridisch kader

Het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt twee voorwaarden:

          ten hoogste twee derde van de leden van de adviesraad mag van hetzelfde geslacht zijn, anders kan de raad niet op rechtsgeldige wijze advies uitbrengen;

          gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen mogen geen stemgerechtigd lid zijn van de adviesraden.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Er wordt principiële goedkeuring verleend aan de statuten als volgt:

 

Art. 1)Definitie

De Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking ( GROS) is een gemeentelijke adviesraad voor internationale samenwerking en solidariteit met de 17 SDG’s als leidraad en met focus op de minst ontwikkelde landen in de wereld.

(SDG’s als bijlage bij te voegen.)

 

Art. 2)Functies en doelstellingen

De GROS heeft 2 functies: een adviserende en een coördinerende. Daaruit volgen 4 doelstellingen:

          Advies geven aan het gemeentebestuur i.v.m. de uitvoering van alle aspecten van het lokaal mondiaal beleid.

          Meewerken aan de uitvoering van dit beleid op het vlak van educatie en bewustmaking t.a.v. verschillende doelgroepen, met speciale aandacht voor jongeren.

          Initiatieven nemen om overleg en samenwerking te stimuleren tussen partners die werken rond internationale samenwerking en solidariteit.

          Activiteiten organiseren die bijdragen tot het bereiken van bovenstaande doelstellingen.

 

Art. 3)Bevoegdheden Algemene Vergadering

          Moties en adviezen opstellen t.a.v. het College van Burgemeester en Schepenen en aan de gemeenteraad.

          Het organiseren van de jaarlijkse 11.11.11-actie door de 11.11.11-werkgroep.

          Beslissen over de toetreding of verwijdering van leden.

          Het oprichten en afschaffen van werkgroepen.

          Het aanduiden van de voorzitter en de leden van het Dagelijks Bestuur.

          Een persoon aanduiden die als afgevaardigde de GROS vertegenwoordigt in diverse werkgroepen, raden, commissies, etc. voor zover dat als nodig en wenselijk wordt beschouwd door de AV of het Gemeentebestuur.

          Het opstellen en aanpassen van een intern reglement.

          Elk lid heeft het recht om een agendapunt toe te voegen aan de agenda van de volgende AV, mits tijdig en schriftelijk gemeld (uiterlijk 14 kalenderdagen voor de betreffende AV).

 

Art. 4)Samenstelling

a)De AV is samengesteld uit:

          Lidorganisaties: elke lid-organisatie wijst zijn vertegenwoordiger en diens eventuele vervangers aan.

          Waarnemende lid-organisaties: iedere lid-organisatie die gedurende het werkjaar niet aanwezig is geweest op een AV, of die zelf dit statuut heeft gevraagd.

          Aangesloten individuele burgers.

          De Schepen voor Lokaal Mondiaal Beleid of diens vervanger, aan te duiden door het College van Burgemeester en Schepenen.

          Eén vertegenwoordiger van elke politieke fractie van de Gemeenteraad.

          De gemeentelijke medewerker, belast met de ondersteuning van de GROS.

 

b)Maximum 2/3 van de stemgerechtigde vertegenwoordigers mogen van hetzelfde geslacht                 zijn.

c)Bij het begin van elke nieuwe legislatuur moeten de bestaande leden hun lidmaatschap opnieuw bevestigen en wordt een brede oproep gelanceerd voor nieuwe kandidaat-leden. Er wordt eveneens een nieuw Dagelijks Bestuur en een voorzitter verkozen.

 

Art. 5)Voorwaarden tot toetreding

Lid-organisaties:

          Als plaatselijke vereniging en/of plaatselijke afgevaardigde van een organisatie in de gemeente al minstens 1 jaar een werking hebben rond hogervermelde problematiek.

          De statuten en het intern reglement onderschrijven.

          De aanvraag moet schriftelijk gedaan worden. Er wordt in onderling overleg een datum afgesproken waarop de aanvraag tot toetreding wordt toegelicht aan de AV, waarna die een beslissing neemt.

          Na 1 jaar niet aanwezig te zijn geweest op de AV krijgt de vereniging automatisch het statuut van waarnemende lid-organisatie, waarbij het stemrecht vervalt. Is de organisatie in het daaropvolgende jaar opnieuw vertegenwoordigd in de AV, dan beslist de AV of ze opnieuw stemgerechtigd lid wordt. Na een 2e opeenvolgend jaar niet aan de AV te hebben deelgenomen, vervalt automatisch het lidmaatschap.

          De vaste vertegenwoordiger in de GROS moet zijn/haar domicilie in Brasschaat hebben.

 

Aangesloten individuele burgers:

          De aanvraag moet schriftelijk gedaan worden. Er wordt in onderling overleg een datum afgesproken waarop de aanvraag tot toetreding wordt toegelicht aan de AV, waarna die een beslissing neemt.

          De statuten en het intern reglement onderschrijven.

          Moet zijn/haar domicilie in Brasschaat hebben.

          Leden van de gemeenteraad zijn uitgesloten.

Art. 6)Stemrecht:

De GROS probeert in zijn beraadslagingen en beslissingen consensus na te streven. Als die niet wordt bereikt geldt het volgende:

          Elke lidorganisatie, uitgezonderd de waarnemende, beschikt over 1 stem in de AV.  Stemmen met volmacht is niet toegestaan.

          De verantwoordelijke van elke werkgroep beschikt eveneens over 1 stem in de AV, tenzij die al stemrecht heeft als vertegenwoordiger van een lid-organisatie. 1 Persoon kan dus slechts 1 stem hebben.

          Afgevaardigden van politieke partijen kunnen geen stemgerechtigde verantwoordelijke zijn van een werkgroep.

          De waarnemende leden en de aangesloten individuele burgers hebben geen stemrecht in de AV. Er wordt evenwel gestreefd naar een harmonische besluitvorming.

          Alle andere aanwezigen hebben eveneens geen stemrecht in de AV.

          Voor het stemrecht in het Dagelijks Bestuur geldt hetzelfde als voor de AV.

          Bij staking van stemmen wordt de discussie opnieuw geopend. Komt het bij een nieuwe stemming opnieuw tot een staking van stemmen, dan telt de stem van de voorzitter dubbel.

 

Art. 7)Beslissingen

          De helft van de stemgerechtigde leden moeten aanwezig zijn om geldig te kunnen beslissen.

          De beslissingen van de AV worden genomen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige stemgerechtigde leden.

          Voor een wijziging van de statuten van de GROS moeten 2/3 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Een tweederdemeerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden is vereist. De voorgestelde wijzigingen moeten vooraf op de agenda van de vergadering aangekondigd worden. Wijzigingen aan de statuten van de GROS worden van kracht vanaf de goedkeuring door de Gemeenteraad.

          Waar nuttig kan de GROS zich laten bijstaan door externe experten.

 

Art. 8)Dagelijks Bestuur

          De AV kiest de voorzitter en de leden van het Dagelijks Bestuur uit de stemgerechtigde leden. Ze worden verkozen voor een periode van 3 jaar.

          Worden er door de AV in de loop van die 3 jaar extra leden aangeduid, dan eindigt hun mandaat toch samen met dat van de andere verkozen leden.

          Het DB kan tijdelijk versterkt worden door leden van de AV die rond een bepaald thema of probleem een inbreng willen hebben in de voorbereiding van de AV of van een GROS-activiteit. Deze hebben geen stemrecht in het DB.

          Bij afwezigheid van de voorzitter, worden diens taken opgenomen door de andere leden van het Dagelijks Bestuur.

          We streven voor het Dagelijks Bestuur naar minstens 3 stemgerechtigde leden + de voorzitter.

 

Art. 9)Bevoegdheden van de voorzitter

          De agenda van de AV en het DB opstellen.

          De AV en het DB bijeenroepen en leiden.

          De GROS vertegenwoordigen, tenzij daar voor specifieke gevallen anders over werd beslist door de AV.

          Ervoor zorgen dat een getrouwe verslaggeving van de AV wordt opgesteld en doorgestuurd naar de leden.

 

Art. 10) Werkgroepen

De werkgroepen brengen op de AV verslag uit over hun werking.

 

Art. 11) Vergaderingen

          De Algemene Vergaderingen van de GROS worden in de oneven maanden gehouden behalve in juli, tenzij anders beslist.

          Tijdstip, plaats en agenda van de AV moeten minstens 1 week vooraf aan de leden bekend gemaakt zijn.

          Alle verslagen van de AV moeten worden bezorgd aan de leden van de GROS en aan het College van Burgemeester en Schepenen.

          Het DB komt normaliter maandelijks bijeen. Tijdstip en plaats worden bepaald in onderling overleg.

 

Art. 12) Financiering en ondersteuning

          De werkingskosten worden gedragen door het Gemeentebestuur.

          De gemeente stelt een vergaderlokaal ter beschikking van de GROS en zijn werkgroepen.

          Een gemeentelijke medewerker, bevoegd voor lokaal mondiaal beleid, ondersteunt de GROS in zijn brede werking.

          De GROS brengt advies uit over de beschikbare middelen die worden toegekend aan de hand van subsidiereglementen. Deze reglementen worden opgesteld in samenwerking met het Gemeentebestuur en worden van kracht na goedkeuring in de Gemeenteraad.

 

Art. 13) Werkjaar

Het werkjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

 

Art. 14) Contactadres

Het contactadres/correspondentieadres is dat van de Dienst Lokaal Mondiaal Beleid.

Verhoevenlei 11, 2930 Brasschaat

 

Art. 15) Slotbepaling

In alle gevallen die niet in hoger vermelde artikels worden behandeld, treedt de GROS op als stimulator van het Noord/Zuidgebeuren in de gemeente en als stimulator van de samenwerking tussen de verschillende actoren. De GROS kan daartoe de initiatieven nemen die hij nodig acht.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

71 Mondelinge vragen Luc Van der Schoepen, namens Vlaams Belang over de afschakeling straatverlichting in Maria-ter-Heide en de procedure bij aangifte van geweldpleging. - KENNISGENOMEN

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Van der Schoepen licht toe dat een moeder uit Brasschaat zich samen met haar dochter op vrijdag 8 november 2019 heeft aangeboden op het politiekantoor om aangifte te doen van geweldpleging op haar dochter na schooltijd en ook buiten de school. Terwijl de feiten zich voordeden in Merksem heeft de moeder door samenloop van omstandigheden er voor gekozen om zich te willen beroepen op het politiekantoor van Brasschaat. Daar werd haar geadviseerd om haar dochter eerst in Klina te laten onderzoeken om daarna, maandag 11 november 2019, opnieuw aangifte te doen. Volgens de moeder werd er die vrijdag geen meldingsfiche gemaakt en weet zij ook niet wie haar te woord heeft gestaan. Tijdens het weekend zorgden de beelden van de geweldpleging voor heel wat opschudding. De reguliere mediakanalen en kranten hebben over dit voorval uitvoerig bericht.

Maandag 11 november 2019 boden de moeder en haar dochter zich opnieuw aan op het politiekantoor samen met het medisch verslag van de opgelopen verwondingen. Er werd een proces verbaal opgesteld en het parket heeft gevolg gegeven aan de feiten.

Hij stelt, zonder afbreuk te willen doen aan het anders uitstekende werk van het politiekorps, volgende vragen:

          Wat is de procedure als aangifte gebeurt van fysiek geweld?

          Is in deze zaak, in Brasschaat, de procedure van aangifte correct gevolgd?

          Is hen uitgelegd welke mogelijkheden ze hebben bij aangifte? Zoals daar is de gewone aangifte, zich registreren als benadeelde persoon of zich burgerlijke partij stellen bij de onderzoeksrechter

Raadslid Van der Schoepen vraagt of de korpschef hen hierover verder kan inlichten.

 

De korpschef geeft aan de vraag pas deze middag te hebben ontvangen. Om in te gaan op het eerste deel van de vraag, wat de procedure is bij aangifte van fysiek geweld, zegt ze dat de wet op het politieambt en de wet op strafvordering glashelder is. Dat wil zeggen dat wanneer een politieambtenaar kennis krijgt van een strafbaar feit die verplicht is om proces verbaal op te stellen. Wanneer er dus iemand naar het politiekantoor komt en aangifte doet van zo’n feiten dan moet er iemand dit acteren in een melding en in proces verbaal.

De korpschef zegt het moeilijk te vinden om nu al in te gaan op deze concrete casus. In eerste instantie omdat men nog de tijd moet hebben om die te bekijken. In tweede instantie omdat, als er zich zoiets zou voorgedaan hebben, er passend op moet gereageerd worden. Dan is het ook logisch dat dit eerst wordt besproken met de burgemeester omdat hij ook de tuchtoverheid is. In die optiek lijkt het haar aangewezen om daar nu niet verder over te spreken, maar dit eerst verder te onderzoeken en te bespreken met de burgemeester.

 

Raadslid Van der Schoepen geeft aan dat als zijn tussenkomst zal resulteren in een betere procedureopvolging en dienstverlening de fractie dan met het antwoord tevreden is. De fractie hoopt ook dat er genoeg aandacht aan wordt geschonken. Indien de informatie die de fractie heeft ontvangen van de betrokken personen waarheid is, is dit jammer, maar zij geven uiteraard alle kansen om dit verder te onderzoeken.

 

De korpschef merkt nog op dat er vorige gemeenteraad gevraagd was om een bezoek te brengen aan het politiecommissariaat. Bij deze nodigt de korpschef iedereen uit op 1 februari 2020 om 9.00 uur op het politiecommissariaat.

 

 

Straatverlichting

Raadslid Van der Schoepen heeft vastgesteld dat de straatverlichting op de Bredabaan te Maria-ter-Heide reeds geruime tijd gedoofd is. De Bredabaan telt daar enkele drukke oversteekplaatsen zoals de Eikendreef, de kerk, Gilo-Heide en de Sint-Jobsesteenweg. Het roept bij de fractie bedenkingen op waarom de verlichting in deze donkere dagen wordt uitgeschakeld in de bebouwde kom en niet erbuiten. Dit laat te wensen over qua veiligheid. Zo werd aan de oversteekplaats van de Eikendreef op 13 november 2019 te 19 uur nipt een ongeluk vermeden.

Hij voegt daar nog aan toe dat zijn vraag ondertussen mogelijks achterhaald is. Hij zegt ondertussen te hebben vernomen dat het hier niet ging over een besparingsmaatregel, maar over een technisch defect. Het is wel jammer dat dit 7 dagen heeft geduurd. De fractie betreurt het feit dat er weinig tot niets werd gecommuniceerd, niet van Fluvius naar de gemeente, maar ook niet van de gemeente naar de burgers toe.

 

Schepen Fonteyn antwoordt dat het hier niet over Fluvius ging, maar over het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) die hier bevoegd voor is. De Bredabaan is een gewestweg, dus er werden heel veel vragen gesteld en meldingen gedaan over de verlichting. Dit werd onmiddellijk doorgegeven aan AWV, die zouden het op hun beurt dan moeten doorgeven aan de aannemer, maar dat heeft op zich laten wachten tot vorige week donderdag. Zij hebben het defect verholpen op een voorlopige manier. De effectieve en permanente oplossing moet nog volgen.

 

Raadslid Van der Schoepen zegt dat dit zorgde voor hele ongemakkelijke en gevaarlijke situaties. Een suggestie van hem naar het bestuur toe is om over dit soort ongemakken te communiceren via de verschillende kanalen waarover de gemeente beschikt zoals Park FM, Hoplr,… om de mensen te informeren. Mensen gaan anders speculeren en blijven in het ongewisse.

 

Schepen Fonteyn zegt dat de suggestie opgenomen zal worden om meer te communiceren in dit soort situaties op de mogelijk kanalen van de gemeente.

Beslissing

 

 

Neemt kennis van de vragen van Luc Van der Schoepen, namens Vlaams Belang.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020
Overzicht punten

 

 

72 Mondelinge vraag van Rudi Pauwels over de briefschrijfactie van Amnesty International voor de gemeenteraad. - KENNISGENOMEN

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Pauwels geeft aan dat de fractie heeft opgemerkt dat in de notulen van het college van 14 oktober 2019 de schrijfmarathon niet werd goedgekeurd door het college en zij hier niet aan wensen deel te nemen.

Het is de fractie niet duidelijk welke actie er niet wordt goedgekeurd. Hij vraagt of het gaat over de actie omtrent het schrijven van een brief op 2 december 2019 tussen 10 en 20 uur of dat het een “neen” is op alle vragen die tot de ondersteuning van de briefactie behoren.

 

Waarnemend burgemeester Cools antwoordt dat er “neen” is gezegd op alle vragen tot ondersteuning van de briefschrijfactie. Het bestuur wenst niet deel te nemen aan de actie ‘schrijf ze vrij’ van Amnesty International aangezien die zelf de ogen sluit voor mensen in Europa, meer bepaald in Catalonië, die reeds jaren worden vastgehouden of in ballingschap verkeren wegens hun politieke ideeën. Twee jaar geleden werd de vraag ook al gesteld aan Amnesty International om deze personen mee op te nemen in de briefschrijfactie, maar zij hebben dit niet gedaan. Vanwege deze reden is het bestuur niet ingegaan op de vraag van Amnesty International.

Uiteraard is het bestuur wel begaan met de rechten, het gaat hier ook over kinderrechten. Vorige week woensdag bij het inhuldigen van de Golem is er uitdrukkelijk verklaard door het bestuur dat zij achter het kinderrechtenverdrag (dat 30 jaar bestaat) blijft staan, maar het bestuur kan niet achter de actie van Amnesty International staan.

 

Raadslid Pauwels zegt dit te betreuren. De actie van Amnesty International geniet ruime bekendheid, zo zijn er in Vlaanderen vorig jaar 140.000 brieven geschreven en wereldwijd worden er 6 miljoen reacties verzonden, hetzij per brief of per mail en dit heeft zijn resultaten. Het gaat hier telkens om ondersteuning van mensen die van hun vrijheid beroofd worden bij de uitoefening van hun mensenrechten en dus niets hebben gedaan dat als niet legitiem kan worden aanschouwd. Als er gediscussieerd zou worden over de Catalaanse kwestie zou hij zich in veel punten kunnen vinden, maar toch is er een klein verschil. Amnesty International heeft geen rechten om de uitspraken van het Spaanse gerecht aan te vechten. Daarom kan men de Spaanse functionarissen niet klasseren onder deze gevangen.

Het is de beslissing van het bestuur en dit jaar kan dit niet worden teruggedraaid, maar de fractie vraagt om hier de komende jaren terug toestemming voor te verlenen wanneer er naar gevraagd wordt. Reageren tegen de schending van de mensenrechten moet een aandachtspunt blijven, ook in Brasschaat.

Het bestuur kan ook beide zaken doen, namelijk ingaan op ‘schrijf ze vrij’-actie en het is iedereen zijn vrijheid om ook te schrijven voor de Catalanen in Spanje.

 

Raadslid Jambon zegt dat Amnesty International brieven gestuurd heeft voor de vrijlating van Aung San Suu Kyi die gevangen werd gezet in Myanmar en daarna minister-president geworden is. Zij is volgens het recht van de staat in de gevangenis geplaatst omwille van haar opinie.

Hij zegt zelf ook nog een briefschrijfactie te hebben gedaan voor Amnesty International tegen Pinochet en voor zijn slachtoffers. Volgens het Chileens recht waren de slachtoffers compleet terecht in de gevangenis geplaatst, maar absoluut niet vanuit humaan recht.

Achter het juridisch stelsel van een land zich verschuilen om te zeggen ‘dat is altijd en in alle omstandigheden volgens de mensenrechten’ is absoluut niet het geval. Wat in Spanje en Catalonië gebeurt is een lidstaat van Europa onwaardig. Het is onwaardig dat mensen omwille van hun politieke mening, die niet zou stroken met de rechtsregels van het land, dan maar in de gevangenis belanden. Dat Amnesty International hier doof voor is, kan hij niet plaatsen.

 

Raadslid Pauwels benadrukt nogmaals dat zij elkaar wel op vele vlakken zullen vinden, maar Amnesty International gaat een andere kant op wat betreft Spanje omdat de Spaanse wetgeving dit oplegt. De strafmaat van het Spaanse gerecht vindt hij dan weer overdreven, maar de Catalanen wisten ook dat ze het risico liepen om de wet te overtreden.

 

Raadslid Jambon antwoordt dat de kinderen die gaan betogen voor het klimaat ook weten dat zij het risico lopen voor spijbelgedrag. Hij vraagt of die kinderen dan ook veroordeeld moeten worden voor spijbelgedrag.

Het is altijd zo dat een oppositie tegen een regime in het verweer komt. Het is dan ook vaak zo dat volgens het recht van dat land of regime dat de oppositie de wet zou overtreden. Maar mogelijks is het de wetgeving niet voldoende. Amnesty International heeft dit argument omtrent de wetgeving ook al heel vaak als criterium gebruikt. Hij verwijst opnieuw naar Pinochet en Aung San Suu Kyi. Dit waren twee concrete gevallen waar het recht van het land waarbij de rechtsprocedure gevolgd werd om deze mensen in de gevangenis te plaatsen. Niettegenstaande dat de rechtsprocedure op niets trok. Hier heeft Amnesty International het terecht opgenomen voor de veroordeling. Zich hier verschuilen achter het Spaans recht om te zeggen dat Amnesty International niets kan doen, zijn 2 maten en gewichten.

 

Raadslid Eeman zegt dat er nog heel lang over gediscussieerd kan worden, maar het antwoord van de waarnemend burgemeester is dat het bestuur niet zal deelnemen aan de actie omdat er een aanvraag gebeurde door het bestuur om een actie te houden voor de Catalanen en hier niet werd op ingegaan door Amnesty International. Dat er fouten gebeuren, kan hij begrijpen, maar wanneer politieke partijen de agenda gaat bepalen van Amnesty International is dit volledig fout.

 

Raadslid Vanpoucke zegt zich te kunnen vinden in enkele van de argumenten van de tussenkomst van raadslid Jambon, maar zegt ook geen probleem te zien om beide te organiseren. De actie van Amnesty International dus laten doorgaan, zoals vele andere besturen dit doen en een actie te organiseren voor de Catalaanse kwestie.

 

Raadslid Pauwels vult nog aan dat er vorig jaar ook 2 acties naast elkaar hebben plaatsgevonden.

 

Raadslid Van der Schoepen zegt dat de politiek de agenda van Amnesty International niet wil bepalen, maar het is een reactie op het feit dat Amnesty International geen actie wenst te organiseren voor de Catalaanse kwestie omwille van de rechtsgang in Spanje. Een politiek bestuur mag en moet daar zelfs tegenin gaan.

Beslissing

 

 

Neemt kennis van de vraag van Rudi Pauwels, raadslid namens Brasschaat2012.

 

 

Publicatiedatum: 06/01/2020