Zitting van maandag 29 maart 2021

Van 21:00 uur

Locatie raadzaal, Verhoevenlei 11, 2930 Brasschaat

 

Aanwezig:

Tom Versompel - voorzitter

Philip Cools - waarnemend burgemeester

Adinda Van Gerven, Myriam Van Honste, Goele Fonteyn, Inez Ven, Carla Pantens, Karina Hans en Bruno Heirman - schepenen

Dirk de Kort, Dimitri Hoegaerts, Bart Brughmans, Jef Konings, André Van Mechelen, Jan Jambon, Niels de Kort, Luc Van der Schoepen, Rudi Pauwels, Karin Willemen-Beyers, Robrecht Eeman, Bart Thijs, Walter Vermeulen, Erwin Callens, Hedwig van Baarle, Joris Van Cauwelaert, Dieter Heughebaert, Ingeborg Hermans, Greet Verbert, Kasper Vanpoucke, Cathy Mallentjer, Anne Van Aperen en Johan Caluwé - raadsleden

Ward Schevernels - algemeen directeur

Afwezig:

Shana Claessens - raadslid

 

1 van 1

 

Overzicht punten

 

 

1 Ontslag raadslid Johan Caluwé uit het Bijzonder Comité Sociale Dienst. Kennisneming. - KENNISGENOMEN

 

 

Beslissing

 

 

 

Op 27 februari 2021 heeft Johan Caluwé zijn ontslag aangekondigd als lid van het Bijzonder Comité Sociale Dienst van Brasschaat.

 

Neemt kennis van het ontslag van Johan Caluwé als lid van het BCSD. Dit ontslag gaat in conform artikel 95 van het Decreet over het lokaal bestuur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/05/2021
Overzicht punten

 

 

2 Onderzoek geloofsbrieven en eedaflegging. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

De heer Hugo Dirks legt de eed af: “hij zweert de verplichtingen van zijn mandaat na te komen”.

 

Voorzitter Versompel feliciteert hem als nieuw lid van het bijzonder comité. 

 

Schepen Hans wil, als voorzitter van het bijzonder comité, Hugo van harte welkom heten.  Ze wil wel graag haar bezorgdheden uiten en hoopt dat hij een blijver is.  Hij is de derde kandidaat op 2 jaar en 4 maanden.  Een bijzonder comité behandeld zeer moeilijke dossiers met geheimhouding.  Het vraagt steeds veel inspanningen om iemand in te werken.

 

De heer Dirks licht toe dat het de bedoeling is om zijn mandaat uit te doen.  Hij geeft ook nog graag mee dat hij reeds 6 jaar ervaring heeft binnen het OCMW. 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Raadslid Johan Caluwé heeft ontslag genomen als lid in het Bijzonder Comité Sociale Dienst.

Hugo Dirks is de eerste opvolger die in aanmerking komt voor het mandaat van Johan Caluwé.

 

Op 2 maart 2021 werd Hugo Dirks opgeroepen om in de openbare zitting van de raad van maatschappelijk welzijn van 29 maart 2021 en na onderzoek van de geloofsbrieven, de eed af te leggen in de handen van de voorzitter.

 

Juridisch kader

Artikel 87 en volgende uit het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.-  Keurt, na onderzoek door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, de geloofsbrieven van Hugo Dirks goed.

 

Art.2.- Hugo Dirks legt in de openbare vergadering de volgende eed af in handen van Tom Versompel, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen".

 

 

Publicatiedatum: 20/05/2021
Overzicht punten

 

 

3 Goedkeuring notulen en zittingsverslag van de zitting van 22 februari 2021. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Hermans had tijdens de vorige gemeenteraad een heel aantal vragen gesteld rond de werking van de zorgboerderij.  Er werd toen beloofd om deze antwoorden op de commissie te geven, maar ze heeft die toen niet ontvangen.  Ze ontving de antwoorden een tijdje later.  Er werd aan deze antwoorden hard gewerkt door het hoofd van de sociale dienst en KINA zelf.  Ze kan zich voorstellen dat er nog enige raadsleden zijn die hier ook interesse in hebben.  Ze vraagt zich af of de antwoorden op deze vragen zijn doorgestuurd naar alle raadsleden? Ze wil ook graag weten waar dit document opgeslagen wordt.  In het verslag kan het niet opgenomen worden aangezien het niet besproken is.  Het moet volgens haar ergens beschikbaar zijn zodat het nog opgevraagd kan worden en een officïeel karakter heeft. 

 

Schepen Hans bevestigt dat deze vragen en antwoorden mee zullen opgenomen worden in het verslag van de gemeenteraad. 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Op 22 februari 2021 vond een zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn plaats. Aan de raad wordt verzocht het verslag goed te keuren.

 

Juridisch kader

Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur.

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- De notulen en het zittingsverslag van de zitting van 22 februari 2021 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 20/05/2021
Overzicht punten

 

 

4 Wijziging organogram. Goedkeuring. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Bart Brughmans vraagt om de opmerkingen over te nemen van het punt op de gemeenteraad. 

 

Raadslid Pauwels vraagt hetzelfde voor fractie Brasschaat 2012.

 

Schepen Heirman licht toe dat er geen plaats meer was op de agenda van de commissie in maart om dit item toe te lichten wegens een overvolle agenda.  Dit naar analogie met het punt van de basisbereikbaarheid dat in april zal besproken worden.  Er werd gekozen om dit punt te agenderen met vooraf een korte toelichting door beleidsmanager personeel & organisatie, Eshter De Groot. 

 

Mevrouw Esther De Groot geeft een presentatie met betrekking tot de wijzigingen in het organogram.  Deze presentie werd ook overgemaakt aan iedereen.

 

De eerste wijziging kan men terugvinden in het organogram van vrije tijd.  In het team van jeugd is één administratief medewerker C1-C3 toegevoegd.  Dit is het resultaat van de budgetbesprekingen die eind vorig plaats vonden.  Deze telling werd reeds meegenomen in de aanpassing van de meerjarenplanning. 

 

Voor het organogram persoonsgebonden zaken zijn er geen wijzigingen aangebracht.

 

Binnen het domein personeel & organisatie zijn er twee wijzigingen aangebracht.  De eerste wijziging heeft te maken met het gemeentelijk onderwijs, dit werd ook reeds meegenomen in de meerjarenplanning voor derest van de legislatuur.  Er werd beslist om voor onderwijs een zelfstandige afdeling te creëren.  Brasschaat fungeert voor onderwijs als centrumfunctie.  Dit zowel voor de eigen scholen als voor de andere scholen van de netten in Brasschaat.  Er is voor de dienst onderwijs een belangrijk takenpakket weggelegd.  Enerzijds fungeren zij als actor voor het eigen onderwijs en anderzijds in regie voor het andere aanbod.  Er werd vastgesteld dat er steeds meer thema’s overkoepelend worden behandeld waardoor de dienst een adviserende en beleidsvoorbereidende rol speelt.  In oorsprong was dit vooral een administratieve rol naar de personeelsadministratie, maar nu is dit een zelfstandige dienst die advies verleend en beleidsvoorbereiding doet.  Er is ook rechtstreeks overleg met de schepen van onderwijs. 

 

Als tweede wordt er een functie voorzien als beleidsadviseur HRM.  Deze functie wordt deels gecreëerd om te anticiperen op pensionering en overdracht van kennis.  Het huidige afdelingshoofd van HRM heeft nog een 2-tal jaar voor pensioen te gaan.  Er wordt een stijgende complexiteit van HRM-aanpak vastgesteld.  Men voelt de nood om de expertise nu al te consolideren.  Dit geeft de mogelijkheid om ondertussen een nieuw afdelingshoofd aan te stellen, dit weliswaar binnen een gelijk aantal personeelsaantallen.  De functie van beleidsadviseur komt te vervallen bij het pensioen van de functiehouder.  Op termijn zal deze functie terug uit het organogram geschrapt worden. 

 

Bij plaatsgebonden zaken is er een wijziging bij groen en natuur.  De functie van manager groen en natuur zal terug ingevuld worden na het vertrek van de functiehouder.  Inhoudelijk is hier een lijn naar de functie bij groen en begraafplaatsen.  Het is belangrijk om dit samen te voegen met de technische diensten waar mee samen gewerkt wordt.  De bedoeling is dat de facility manager alle operationele teams aanstuurt.  De manager groen en natuur zal bij afwezigheid van de facility manager zijn back up zijn voor de aansturing van het magazijn.  Beide diensten werken momenteel op dezelfde plek maar toch zijn er nog veel opties tot optimalisatie en integratie.  Op terrein verlenen zij vaak op dezelfde plekken dienstverlening. 

 

De laatste wijziging is een wijziging in het organogram van financiën en aankoop.  Origineel waren er 3 afdelingshoofden die hun rol zouden spelen naar de afdelingen eronder.  Op basis van gesprekken werd er toch voor gekozen om het organogram te optimaliseren zodat de inhoudelijke expertise van de mensen die nu aan boord zijn optimaal tot hun recht komt.  Ook hier gaat het om een functieverschuiving en is dit te realiseren binnen de huidige personeelsaantallen.  De functie van beleidsadviseur financiën komt niet te vervallen bij pensionering.  Esther De Groot geeft mee dat een organogram een dynamisch gegeven is dat tegemoet komt aan de context en de vragen waar ze voor staan.  Het is de bedoeling om met de competenties die in huis zijn op een zo goed mogelijke manier om te gaan. 

 

Esther De Groot geeft graag nog extra toelichting bij eventuele technische vragen.

Raadslid Brughmans dankt iedereen voor de toelichting.  Hij wil graag terugkomen op het ontbreken van de toelichting tijdens de commissie.  Hij vindt dit toch een belangrijk punt dat op voorhand goed  ingepland had moeten worden.  Het moet een goedkeuring zijn door de gemeenteraad en geen informatie aan de gemeenteraad.  Zijn fractie betreurt dat een goedkeuring van een wijziging van een organogram (en het is niet de eerste keer) overkomt als “kunst & vliegwerk”.  Hij heeft geen opmerkingen op de technische uitwerking, maar wel op de manier waarop dit geagendeerd wordt op de gemeenteraad.  Dit gaat over de belangrijkste uitgavenpost binnen het gemeentebudget en het creëert recurente uitgaven.  Hij vindt dat ze als oppositie hier mogen / moeten kunnen opzitten.  Hij geeft aan dat hij geen vermeldingen hoorde over de budgettering, nl.  wat zijn de meer- of minderuitgaven?  Dit zijn essentiële gegevens die duidelijk mee in een dossier moeten zitten.

 

Raadslid Brughmans vraagt zich af of de 2 functies als beleidsadviseurs de functies van de schepen gaan vervangen?  Op zich heeft zijn fractie niets tegen de oefening die gemaakt wordt rond het organogram maar ze betreuren wel elke keer weer de manier waarop zoiets geagendeerd wordt op de gemeenteraad.

 

Schepen Heirman noteert de opmerking van raadslid Brughmans.  Hij bevestigt dat dit normaal eerst op een commissie zou komen om daarna dan goed te keuren.  Het werd niet besproken omdat de agenda van de commissie in maart vol stond.  De organisatie kon ook niet wachten met dit punt omdat men hier mee verder moet. 

 

Raadslid Brughmans licht toe dat hij dit technisch geen probleem vindt, maar hij vraagt toch om dit beter te behandelen in de toekomst aangezien dit waarschijnlijk al langer gekend was. 

 

Schepen Heirman licht toe dat ze hier in december nog niet mee bezig waren.  Het past ook perfect in het budget van 2020 – 2021. 

 

Raadslid Brughmans komt nog eens terug op zijn vraag met betrekking tot de minder- en meer uitgaven.  Hij vindt dit hier essentieel.  Volgens hem is dit dossier niet beslissingsrijp. 

 

Schepen Heirman licht toe dat er in realiteit misschien 10 000 – 15 000 euro meer uitgaven zijn, maar er zijn elk jaar ruim budgetten over in het personeelsbudget. 

 

Raadslid Brughmans komt terug op de vorige wijziging.  Toen werd er door schepen Heirman aangehaald dat er een verschil was van 86 000 euro op zo’n groot budget.  Hij vindt dat dit punt niet zo moet gebracht worden dan.  Hij wil graag de effectieve cijfers kennen van de meer- en minderuitgaven.  Hij vindt het essentieel dat dit op de gemeenteraad vermeld wordt. 

 

Schepen Heirman licht toe dat dit +- 10 000 – 15 000 euro meer zal zijn in het budget.  In realiteit zal dit minder zijn omdat men elk jaar een paar honderd duizend euro over houdt.  Budgettair heeft dit volgens hem geen enkele weerslag. 

 

Raadslid Brughmans vindt niet dat iets dat in een budget voorzien wordt, moet uitgegeven worden.  Er moet een verantwoording zijn en deze ontbreekt hier duidelijk volgens hem.  Hij betreurt deze gang van zaken ten zeerste. 

 

Raadslid Pauwels bedankt Esther De Groot voor de uiteenzetting.  Zijn fractie deelt dezelfde bezorgdheid als die van fractie CD&V.  Hij wil graag nog weten of het totaal aantal FTE’s niet veranderd? 

 

Schepen Heirman bevestigt dit.  Het aantal personeelsleden blijft exact hetzelfde.  De vakbonden hebben dit ook bekeken en goed bevonden. 

 

Raadslid Jambon vindt het vreemd dat er geen uitbreiding is van het aantal FTE’s.  Hij heeft de presentatie van Esther niet goed begrepen dan.  Hij wil graag weten waar de +’en en de –‘en zitten.  Bij onderwijs is er +1, bij HRM gedurende 2 jaar een +1 en de functie binnen financiën vervangt een andere functie als hij het goed begrepen heeft?  Hij wil graag weten over wie dit specifiek gaat.  Hij wil ook graag weten of de beleidsadviseur financiën leiding zal moeten geven aan administratieve medewerkers?   Dit alles is voor hem niet helemaal duidelijk aan de hand van de presentatie. 

 

Esther De Groot geeft extra toelichting bij de vragen.  Bij personeel en organisatie zal er tijdelijk een medewerker uit het team niet vervangen worden door pensionering.  Op deze manier blijft de headcount gelijk.  Een medewerker C3 max zal vervangen worden door een medewerker op A-niveau.  Er wordt verwacht dat de invulling van het nieuwe diensthoofd HRM zal gebeuren door een jonge professional ergens in het begin van de A1 of A2-schaal.  De beleidsadviseur HRM staat ook voor 100% in het kader, maar ze werkt maar 80%.  De optelsom is moeilijk te maken omdat men nog niet weet wie er zal aangeworven worden.  Naar headcount zal er geen verschil zijn en op basis van het financiële maakt ze zich geen zorgen. 

 

Raadslid Jambon vindt het door deze uitleg nog complexer. 

 

Esther De Groot licht toe dat het huidig afdelingshoofd HRM, beleidsadviseur HRM wordt.  Een uitvoerend personeelslid zal niet vervangen worden na pensionering.  Voor het afdelingshoofd HRM komt er een nieuwe vacature.  Er gebeurd een -1 op het niveau van de medewerkers en het huidig afdelingshoofd HRM werkt ook maar 80% in een 100% contract.  De collega die op pensioen gaat zit momenteel in een hoge schaal, waardoor het financieel ongeveer gelijk zal uitkomen. 

 

Bij onderwijs werd er een functie C4-C5 (deskundige) geschrapt.  Deze wordt vervangen door een A-niveau. 

 

Esther De Groot licht toe dat er bij financiën gekozen is om de aansturingslijnen anders te laten lopen.  De beleidsadviseur financiën zal geen aansturing van de teams doen.  Er is geen extra afdelingshoofd gecreëerd maar de functies werden wel van plaats veranderd om beter te kunnen inspelen op de talenten die aanwezig zijn binnen het team. 

 

Raadslid Jambon bedankt Esther De Groot voor de extra toelichting. 

 

Raadslid Vanpoucke wil graag raadslid Brughmans bijtreden.  Hij stelt ook dat raadslid Jambon uitstekende kwaliteiten heeft als oppositie-raadslid.  Het punt van raadslid Brughmans werd geïllustreerd door de vragen van raadslid Jambon.  Er is volgens hem geen duidelijke informatie over de financiële impact.  Ondertussen is het duidelijk en hij dankt raadslid Jambon voor de bereidwillige medewerking. 

 

Raadslid Brughmans is blij dat hij niet de enige is die zo’n opmerkingen maakt.  Hij gaat hem echt niet om de technische uitwerking maar wel over de manier waarop zoiets belangrijk wordt aangebracht.  Hij zou dit punt graag willen uitstellen en hij zou ook graag een grondige verantwoordingsnota op papier ontvangen, ofwel wacht hij de uitgebreide versie van het verslag af. Hij wil graag uitstellen en anders onthoudt zijn fractie zich bij dit punt.  

 

Raadslid Jambon stelt dat hij perfect vragen kan stellen bij een punt op de gemeenteraad zonder dat hij in de oppositie zit.  Hij verwijst graag naar de verslagen van het moment dat hij oppositieleider was.  Dat ging harder dan een aantal informatieve vragen stellen om dan akkoord te gaan. 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

In zitting van 28 september 2020 werd de laatste wijziging aan het gemeenschappelijk organogram goedgekeurd.

 

Momenteel is het noodzakelijk het gemeenschappelijk organogram te actualiseren met de wijzigingen die werden besproken en weerhouden. Een overzicht van de wijzigingen wordt bijgevoegd als bijlage.

 

Juridisch kader

De wet van 19 december 1974 zoals gewijzigd, tot regeling van de betrekkingen tussen overheid en de vakbonden van haar personeel.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 161.

Het besluit van de Vlaamse regering van 12 november 2010, waarin de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en de rechtspositieregeling van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, vermeld zijn, zoals gewijzigd.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 oktober 2011, waardoor de rechtspositieregeling van het specifiek personeel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn werd goedgekeurd zoals gewijzigd.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 oktober 2011, waardoor de rechtspositieregeling van het bijzonder personeel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn werd goedgekeurd zoals gewijzigd.

 

 

 

Adviezen

Deze aangelegenheid werd voorgelegd aan de representatieve vakorganisaties hetgeen blijkt uit bijgevoegd protocol.

 

Financiële gevolgen

De wijzigingen aan het organogram worden opgenomen in de aanpassingen aan de meerjarenplanning 2021.

 

 

 

BESLUIT:

.

 

Art.1.- Goedkeuring wordt gehecht aan de wijzigingen van het organogram zoals vermeld als bijlage.

 

Art.2.- Deze aangelegenheid zal verzonden worden naar de hogere overheid binnen de vastgestelde termijnen.

 

 

Publicatiedatum: 20/05/2021
Overzicht punten

 

 

5 VIA6-akkoord.Eenmalige verhoging eindejaarstoelage. - GOEDGEKEURD

 

 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

Op 24 november 2020 sloten de Vlaamse regering, de vakbonden en de werkgeversfederaties in de publieke en private socialprofitsectoren een voorakkoord over een opwaardering van een aantal sectoren waaronder de zorgvoorzieningen.

 

In uitvoering van dit voorakkoord sloten de sociale partners en de Vlaamse regering op 22 december 2020 een VIA6-akkoord met koopkrachtmaatregelen voor de publieke sector af.

 

Een van de maatregelen in het akkoord is de verhoging van de eindejaarstoelage van het jaar 2020 als financiële waardering aan het personeel in de VIA-zorgsectoren.

 

Voor het OCMW van Brasschaat betekent dit concreet dat de personeelsleden van de erkende lokale dienstencentra een éénmalige verhoging van 1,1% van het variabel bedrag van de eindejaarstoelage van het jaar 2020 krijgen.

 

Juridisch kader

Decreet lokaal Bestuur, artikels 77 en 78

VIA6-voorakkoord van 24 november 2020 dat voor de private en publieke sociale profit sectoren werd afgesloten.

 

 

Adviezen

Op 23 december 2020 werd hierover onderhandeld in het comité C1 voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap.

 

Financiële gevolgen

Om de financiële gevolgen te dekken worden er extra VIA-middelen vrijgemaakt.

De financiële gevolgen worden geraamd op:

Kost

11.398,09 euro, btw inbegrepen (eenmalig)

Budgetsleutel

diverse van de dienstencentra

Budget/jaar

Exploitatie 2020

Krediet beschikbaar

Ja via de toegekende VIA-middelen

Visum financieel directeur

Aangevraagd

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- Aan de werknemers van het OCMW Brasschaat die tewerkgesteld zijn in de lokale dienstencentra wordt een éénmalige verhoging van de eindejaarstoelage 2020 toegekend door het variabel bedrag te verhogen met 1,1 %.

 

Art.2.- De afdeling HRM communiceert dit besluit aan de medewerkers die hiervoor in aanmerking komen.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/05/2021
Overzicht punten

 

 

6 Van Hemelrijcklei. Erfpacht De Voorkempen. Goedkeuring dadingsovereenkomst. - GOEDGEKEURD

 

 

Zittingsverslag

 

Raadslid Brughmans is op de commissievergadering al tussengekomen over dit punt.  Zijn fractie vindt dit een goede oplossing en wil de algemeen directeur en de juristen bedanken voor de oplossing die ze aanbieden in dit dossier en de juiste wending geven. 

 

Hij heeft nog een aantal vragen die hij gaat herhalen aangezien er tijdens een commissievergadering niets genoteerd wordt.  Hij vindt dit dossier belangrijk genoeg om dit ook formeel te laten notuleren in de gemeenteraad en daarom zal hij een aantal punten terug overlopen.  Op deze manier wordt het dossier in het politieke debat gebracht.

 

Hij heeft tijdens de commissie 3 punten aangehaald :

 

Regeling over de parkeerplaatsen aan de watertoren.  Hij verwacht hier vandaag geen antwoord op, maar hij wenst daar tijdens de volgende commissie of gemeenteraad nog wel een antwoord op.  Hij vraagt zich af waar dit zich precies situeert en of dit ter vervanging is van de parking op het Armand Reusensplein?  Hij stelt vast dat het OCMW nu de volle eigendom verwerft van de ondergrondse parkeerplaatsen.  De gemeente blijft buiten de overeenkomst maar zou via een zakelijk recht de parkeerplaatsen wel kunnen gebruiken voor het gemeentelijk parkeerbeleid.  Hij wil graag weten hoe de gemeente dit ziet en hij vraagt zich af of de gemeente niet beter partij had geweest in de dading? 

 

De volle eigendom die De Voorkempen verwerft op site van de Prins Kavellei (voormalige Van Peeldreef).  Hij vraagt zich af hoe het zit met de 60 sociale seniorenwoningen die ingepland waren op de Sint-Jozef site?  Hij vernam dat deze geschrapt zijn en wenst te weten of dit besproken werd op het lokaal woonoverleg, alsook of er een advies is van de VMSW? 

 

Toekomst van de zorgdriehoek.  Deze dadingsovereenkomst impliceert stilzwijgend 3 beslissingen.  Het Zorgbedrijf zou het Vesalius-gebouw verlaten, er zal een nieuw woonzorgcentrum gebouwd worden door Zorgbedrijf Brasschaat en dit zou dan komen op de Sint-Jozef campus.  Dit zijn 3 beslissingen die moeten genomen worden want op dat vlak staat men nog nergens.  Hij wenst het engagement te krijgen van het college om het politiek debat over deze 3 punten te voeren. 

 

Raadslid Callens licht toe dat er in april een extra raad van bestuur en een extra algemene vergadering zal plaatsvinden vanuit het Zorgbedrijf om de huidige stand van zaken toe te lichten.  De 3 punten die worden aangehaald door raadslid Brughmans zijn tot nader order nog niet beslist.  Er werd nog niets overeen gekomen en iedereen zal te gepaste tijden geïnformeerd worden.  Dit zal na de algemene vergadering en de raad van bestuur naar de OCMW-raad gaan. 

 

Raadslid Brughmans bedankt raadslid Callens voor de toelichting.  Hij wil graag vermijden dat de gemeenteraad enkel ingelicht wordt, hij wil hierover graag een politiek debat.  Dit is de bedoeling van zijn tussenkomst over de zorgdriehoek.  Dit is niet om oppositie te voeren maar om mee na te denken in dit belangrijk dossier. 

 

Raadslid Callens licht toe dat het eerste politiek debat zal gevoerd worden in de algemene vergadering van het Zorgbedrijf. Daar is fractie CD&V ook vertegenwoordigt en daar kunnen zij ook hun zeg doen.  De beslissing zal daar genomen worden om vervolgens door te gaan naar de OCMW-raad.  De instanties zullen gevolgd worden zoals het moet. 

 

Raadslid Brughmans bevestigt dit, maar geeft ook mee dat de uiteindelijke beslissing bij de gemeenteraad en de OCMW-raad ligt. 

 

Raadslid Callens geeft nog mee dat de OCMW-raad lid is van de beheerraad dus dat ze inderdaad hun zeggenschap hebben.  Het debat zal wel vooreerst gevoerd worden in de raad van bestuur en de algemene vergadering. 

 

Raadslid Brughmans vraagt of zijn tweede vraag schriftelijk kan beantwoord worden en zijn vraag met betrekking van de parkeerplaatsen zou hij graag bespreken op een volgende commissie. 

 

Voorzitter Versompel geeft mee dat de algemeen directeur al een deel schriftelijk zal beantwoorden. 

 

Raadslid Brughmans voegt nog toe dat hij heel graag de beleidsvisie wil hebben. 

 

De algemeen directeur licht toe dat hij niet zal antwoorden op het beleidsmatige maar hij zal schriftelijk antwoorden op zijn vraag over de 60 woningen en het advies van de VMSW. 

 

Schepen Fonteyn komt graag terug op de parkeerplaatsen en licht toe dat de parkeerstudie gewoon doorgaat in het kader van het mobiliteitsplan.  De parkeerstudie is nu mee opgenomen in het traject van de parkeerverordening die ondertussen opgestart is.  Die studie zal uitmaken of er nood is aan bijkomende parkeerplaatsen, al dan niet onder de grond.  Het eventueel wegvallen van de parkeerplaatsen van het Armand Reusensplein zullen in rekening gebracht worden.  Sowieso kunnen de parkeerplaatsen in de Aerdenlei wel ingezet worden, dit omdat ze aansluiten bij het kernwinkelgebied.  Of dit publiek of privé zal gebeuren is nog niet uitspreekbaar.  Dit wordt nog verder onderzocht. 

 

Raadslid Brughmans geeft nog mee dat hij dat bedoelt met “visie”, dat die nog moet komen. 

 

Raadslid Pauwels heeft nog een kleine bijkomende vraag.  De Voorkempen geeft en ze krijgen.  Hij vraagt zich af of het statuut van de huisjes van Prins Kavelhof hetzelfde blijft? 

 

Schepen Hans licht toe dat er bij de huisjes voorlopig niets zal veranderen. 

Beslissing

 

 

Feiten en motivering

 

Sociale huisvestingsmaatschappij De Voorkempen beschikt middels notariële overeenkomst verleden op 24 juni 2011 over een recht van erfpacht op het perceel gelegen aan de Van Hemelrijcklei 90, met een oppervlakte van 3.857,50 m² (actueel 3.183,68m²), eigendom van OCMW Brasschaat. Dit recht van erfpacht werd verleend voor een duur van 60 jaar, met ingang van 1 juli 2011 en aldus eindigend op 30 juni 2077.

 

Oorspronkelijk werd door het OCMW Brasschaat bij notariële akte dd. 21 december 2007 een recht van erfpacht toegekend aan de Voorkempen op twee andere percelen te Brasschaat, te weten:

•Een perceel gelegen te Brasschaat, Prins Kavelhof 35 – 37 (3.857,54 m²)

•Een perceel gelegen te Brasschaat, Miksebaan 190 (445 m²)

Deze erfpacht werd afgesloten voor de duur van 66 jaar en vond ingang per 1 januari 2008.

 

Middels de notariële akte van 24 juni 2011 werd de bestaande erfpachtovereenkomst tussen Partijen in die zin aangepast dat :

•de erfpacht met betrekking tot het perceel Prins Kavelhof 35 – 37 werd beëindigd

•de erfpacht met betrekking tot de Miksebaan 190 werd verlengd met een periode van 3 en een half jaar om te eindigen op 30 juni 2077

•een recht van erfpacht werd verleend op hogergenoemd perceel aan de Van Hemelrijcklei

Er werd overeengekomen dat de in het kader van de erfpachtovereenkomst op 29 mei 2009 reeds upfront betaalde canon van 92.400 EUR  de totale erfpachtcanon omvatte tot 30 juni 2077.

 

Probleemstelling:

 

Bedoeling van de Voorkempen was om op het perceel aan de Van Hemelrijcklei 60 sociale woningen voor senioren te bouwen. Naar aanleiding daarvan zou de Voorkempen parkeerplaatsen (60 plus 19 extra) hebben gerealiseerd in een nabijgelegen project aan de Aerdenlei.

 

De vergunningsaanvraag voor realisatie van de 60 sociale woningen werd echter geweigerd door de gemeente Brasschaat bij besluit van 5 maart 2018.

De Voorkempen heeft tegen voormeld besluit administratief beroep ingesteld bij de deputatie van de

provincie Antwerpen.

De deputatie besliste in zitting van 5 juli 2018 het beroep niet in te willigen en stedenbouwkundige vergunning te weigeren.

Volgens de deputatie is de aanvraag noch in overeenstemming met de planologische bestemming van het gewestplan Antwerpen noch met de bestemmingsvoorschriften van het geldende bijzonder plan van aanleg nr. 34 ‘Kliniek’ dd. 25 augustus 1993, aangezien de 60 appartementen niet zijn voorzien van diensten- en zorgfuncties.

Volgens de deputatie is daarenboven de link met de omringende diensten niet zijn aangetoond zodat het luik ‘gemeenschapsvoorziening’ niet kan gegarandeerd worden en enkel het aspect ‘wonen’

overblijft.

Volgens het deputatiebesluit kan er tevens niet worden afgeweken van de bestemmingsvoorschriften

van het BPA ‘Kliniek’ conform artikel 4.4.9/1 VCRO op grond waarvan afgeweken kan worden van

specifieke bestemmingsvoorschriften van een BPA ouder dan 15 jaar, waardoor de vergunning

uiteindelijk geweigerd werd.  

 

De Voorkempen heeft tegen het besluit van de deputatie vervolgens een verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De procedure is thans hangende.

 

OCMW Brasschaat van haar zijde is vragende partij de erfpacht op het hogerbeschreven perceel aan de Van Hemelrijcklei 90 te beëindigen, dit met het oog op het algemeen belang: de verdere strategische ontwikkeling van 'de zorgdriehoek' en de mogelijke bouw van een nieuw woonzorgcentrum op de actuele site van Sint-Jozef, dan wel de ontwikkeling van andere zorggerelateerde infrastructuur.

 

Om uit de patstelling te geraken waarin Partijen verkeren en verdere discussie en eventuele gerechtelijke procedures tussen hen te  vermijden, wensen Partijen een voor elk van beiden aanvaardbare oplossing te bewerkstelligen door wederzijds toegevingen te doen.

Te dien einde wensen partijen een dading af te sluiten zoals bedoeld in de artikelen 2044 t.e.m.

2058 van het Burgerlijk Wetboek volgens de hierna bepaalde modaliteiten.

 

De in de dading voorziene onroerende transacties worden nadien ook effectief notarieel verleden. Naar het oordeel van de notaris kunnen zowel het OCMW Brasschaat als DE VOORKEMPEN genieten van de vrijstelling van registratierechten voorzien in art 161 2° Wetboek Registratierechten, mits we in de akte voorzien dat deze transacties gebeuren ‘ten algemene nutte’.

 

 

Juridisch kader

Artikel 78 van het decreet Lokaal Bestuur betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn;

De artikelen 2044 t.e.m. 2058 van het Burgerlijk Wetboek;

 

Adviezen

Nvt.

 

Financiële gevolgen

De in de dading opgenomen transacties moeten notarieel worden verleden, de erelonen en kosten van de notaris moeten worden vergoed. De exacte kostprijs is thans niet gekend.

 

Budgetsleutel

0114/61310010 Erelonen en vergoedingen notarissen, deurwaarders, advocaten

Budget/jaar

Exploitatie

Krediet beschikbaar

Ja

Visum financieel directeur

Niet van toepassing

 

BESLUIT eenparig:

 

Art.1.- De raad voor maatschappelijk welzijn verleent goedkeuring aan de in de dading die zal worden afgesloten met de sociale huisvestingsmaatschappij De Voorkempen met tekst als volgt:

 

"DADINGSOVEREENKOMST

 

TUSSEN:

 

De CVBA DE VOORKEMPEN, met maatschappelijke zetel te 2960 Brecht, Nijverheidsstraat 3, gekend

in de KBO onder het nummer 0426.798.911, hier vertegenwoordigd door het wettelijk orgaan conform

de statuten;

vertegenwoordigd door de heer Peter Vanhoffelen, directeur en de heer Jef Wouters, voorzitter van de raad van bestuur

Hierna “Partij enerzijds” genoemd;

 

EN:

 

Het OCMW BRASSCHAAT, met zetel te 2930 Brasschaat, Verhoevenlei 11, vertegenwoordigd door de heer Philip Cools, waarnemend burgemeester en de heer Ward Schevernels, algemeen directeur, in uitvoering van de beslissing de Raad voor Maatschappelijk Welzijn dd. 29 maart 2021 waarbij goedkeuring werd verleend aan de tekst van onderhavige dading ;

Hierna “Partij anderzijds” genoemd;

 

Samen genoemd “Partijen”

 

Voorafgaandelijke uiteenzetting

 

Partij enerzijds beschikt middels notariële overeenkomst verleden op 24 juni 2011 over een recht van erfpacht op het perceel gelegen te 2930 Brasschaat, Van Hemelrijcklei 90, kadastraal gekend afdeling 4, sectie D, nr. 763 T voor een oppervlakte van 3.857,50 m² (actueel 3.183,66 m²), eigendom van partij anderzijds. Dit recht van erfpacht  werd verleend voor een duur van 66 jaar, met ingang van 1 juli 2011 en aldus eindigend op 30 juni 2077.

 

Oorspronkelijk werd door partij anderzijds bij notariële akte dd. 21 december 2007 een recht van erfpacht toegekend aan Partij enerzijds op twee andere percelen te Brasschaat, te weten:

-Een perceel gelegen te Brasschaat, Prins Kavelhof 35 – 37 (3.857,54 m²)

-Een perceel gelegen te Brasschaat, Miksebaan 190 (445 m²)

Deze erfpacht werd afgesloten voor de duur van 66 jaar en vond ingang per 1 januari 2008.

 

Middels de notariële akte van 24 juni 2011 werd de bestaande erfpachtovereenkomst tussen Partijen in die zin aangepast dat :

-de erfpacht met betrekking tot het perceel Prins Kavelhof 35 – 37 werd beëindigd

-de erfpacht met betrekking tot de Miksebaan 190 werd verlengd met een periode van 3 en een half jaar om te eindigen op 30 juni 2077

-een recht van erfpacht werd verleend op hogergenoemd perceel aan de Van Hemelrijcklei

Er werd overeengekomen dat de in het kader van de erfpachtovereenkomst op 29 mei 2009 reeds upfront betaalde canon van 92.400 EUR  de totale erfpachtcanon omvatte tot 30 juni 2077.

 

Probleemstelling:

 

Bedoeling van Partij enerzijds was om op het perceel aan de Van Hemelrijcklei 60 sociale woningen voor senioren te bouwen. Naar aanleiding daarvan heeft Partij enerzijds parkeerplaatsen (60 plus 19 extra) gerealiseerd in een nabijgelegen project ‘Aerdenlei’.

 

De vergunningsaanvraag voor realisatie van de 60 sociale woningen werd geweigerd door de gemeente Brasschaat bij besluit dd. 5 maart 2018.

Partij enerzijds heeft tegen voormeld besluit administratief beroep ingesteld bij de deputatie van de

provincie Antwerpen.

De deputatie besliste in zitting van 5 juli 2018 het beroep niet in te willigen en stedenbouwkundige vergunning te weigeren.

Volgens de deputatie is de aanvraag noch in overeenstemming met de planologische bestemming van het gewestplan Antwerpen noch met de bestemmingsvoorschriften van het geldende bijzonder plan van aanleg nr. 34 ‘Kliniek’ dd. 25 augustus 1993, aangezien de 60 appartementen niet zijn voorzien van diensten- en zorgfuncties.

Volgens de deputatie is daarenboven de link met de omringende diensten niet aangetoond zodat het luik ‘gemeenschapsvoorziening’ niet kan gegarandeerd worden en enkel het aspect ‘wonen’

overblijft.

Volgens het deputatiebesluit kan er tevens niet worden afgeweken van de bestemmingsvoorschriften

van het BPA ‘Kliniek’ conform artikel 4.4.9/1 VCRO op grond waarvan afgeweken kan worden van

specifieke bestemmingsvoorschriften van een BPA ouder dan 15 jaar, waardoor de vergunning

uiteindelijk geweigerd werd.  

 

Partij enerzijds heeft tegen het besluit van de deputatie vervolgens een verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De procedure is thans hangende.

 

Partij anderzijds van haar zijde is vragende partij de erfpacht op het hogerbeschreven perceel aan de Van Hemelrijcklei 90 te beëindigen, dit met het oog op het algemeen belang: de verdere strategische ontwikkeling van de zorgdriehoek en de mogelijke bouw van een nieuw woonzorgcentrum op de actuele site van Sint-Jozef, dan wel de ontwikkeling van andere zorggerelateerde infrastructuur. 

 

Om uit de patstelling te geraken waarin Partijen verkeren en verdere discussie en eventuele gerechtelijke procedures tussen hen te  vermijden, wensen Partijen een voor elk van beiden aanvaardbare oplossing te bewerkstelligen door wederzijds toegevingen te doen.

Te dien einde wensen partijen een dading af te sluiten zoals bedoeld in de artikelen 2044 t.e.m.

2058 van het Burgerlijk Wetboek volgens de hierna bepaalde modaliteiten.

 

PARTIJ ENERZIJDS EN PARTIJ ANDERZIJDS KOMEN ALDUS OVEREEN ALS VOLGT:

 

Partij enerzijds kan ermee instemmen dat de erfpachtovereenkomst dd. 24 juni 2011 wordt beëindigd zodat de volle eigendom opnieuw in handen van partij anderzijds komt zonder dat deze laatste de reeds up front betaalde canon van 96.400 euro geheel of gedeeltelijk aan Partij enerzijds dient terug te betalen.

In compensatie daarvoor verkrijgt Partij enerzijds vanwege partij anderzijds de “tréfond” en aldus de volle eigendom van  het perceel gelegen aan de Miksebaan 190. (445 m²)

Bovendien verkrijgt Partij enerzijds ook de “tréfond” en aldus de volle eigendom van de percelen gelegen aan de Prins Kavellei / Prins Kavelhof ( oorspronkelijk 13.993 m², actueel 6.451m²). Op deze gronden heeft Partij anderzijds een recht van erfpacht verleend aan partij enerzijds ingevolge erfpachtovereenkomst dd. 14 april 1983.

Aldus komt zowel de erfpacht rustende op het eigendom Miksebaan 190 als de erfpacht rustende op het eigendom Prins Kavellei / Prins Kavelhof  ten einde door vermenging in hoofde van partij enerzijds van de hoedanigheden van erfverpachter en erfpachter.

Partij enerzijds geeft uitdrukkelijk te kennen op de hoogte te zijn van de planologische bestemming van het eigendom Prins Kavellei / Prins Kavelhof, met name dat het volgens het gewestplan Antwerpen gelegen is in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, waarop artikel 17.6.2 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen van toepassing is.

 

Tot slot verwerft Partij anderzijds in compensatie van het voorgaande nog het volle eigendomsrecht van 79 parkeerplaatsen gelegen in de ondergrondse parkeergarage van het complex genaamd ‘Watertoren’, eigendom van partij enerzijds en gelegen te Brasschaat aan de Aerdenlei en Van Hemelrijklei te Brasschaat, zoals aangeduid op het grondplan dat aan deze dading wordt gehecht.

Middels toekenning van een zakelijk recht aan de gemeente Brasschaat kunnen deze parkeerplaatsen worden ingezet in het gemeentelijk parkeerbeleid.

Aangezien de ondergrondse garage momenteel kampt met een waterinsijpelings-problematiek die het voorwerp is van een gerechtelijke procedure waarbij de gerechtsexpertise nog lopende is, komen Partijen overeen dat geheel deze problematiek en de gerechtelijke procedure verder uitsluitend ten laste blijven van partij enerzijds, die partij anderzijds hiervoor volledig vrijwaart en verder het ongestoord en nuttig  beschikkings-, genots- en gebruiksrecht van de parkeerplaatsen waarborgt aan partij anderzijds.

 

Al deze transacties samen vormen de tussen partijen afgesloten dading en gebeuren “met gesloten beurs”, dus zonder geldelijke opleg van de éne aan de andere partij.

 

Beide partijen beroepen zich, wat de registratie van de latere notariële akte betreft waarin onderhavige dading zal worden gerealiseerd, op artikel 161 2° Wetboek Registratierechten dat voorziet in een kosteloze registratie voor overdrachten in der minne van onroerende goederen ten algemene nutte aan openbare instellingen (partij anderzijds) en aan alle andere tot onteigening gerechtigde organismen (partij enerzijds), zodat een waardering van de, als gevolg van de dading over te dragen zakelijke rechten, niet vereist is.

 

Partijen verbinden er zich daarenboven toe om de bij deze overeenkomst aangegane verbintenissen uitdrukkelijk notarieel te laten verlijden, uiterlijk binnen de 3 maanden na ondertekening van onderhavige onderhandse akte.

Partijen beschouwen deze dading overigens als een ‘plechtig contract’ waarbij de erin voorziene vastgoedtransacties pas tot stand komen door en op het ogenblik van het verlijden van die notariële akte en mits voorafgaande controle door de betrokken notaris van alle stukken en informatie die het rechtsgeldig tot stand komen van die transacties zal vereisen, notariële akte tot het verlijden waarvan zij zich bij deze onherroepelijk verbinden.

 

Partij enerzijds verbindt zich ertoe om op haar beurt toe om afstand te doen van de bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen hangende vordering tot nietigverklaring, gekend onder rolnummer 1819-RvVb-0039-A. 

 

Partijen erkennen uitdrukkelijk middels integrale uitvoering van onderhavige dadingsovereenkomst wederzijds toegevingen gedaan te hebben in de zin van de artikelen 2244 en volgende Burgerlijk Wetboek.

 

De dadingsovereenkomst en de hierin geformuleerde voorwaarden kunnen niet eenzijdig

gewijzigd worden. Wijzigingen kunnen enkel aangebracht worden middels wederzijdse toestemming

van partijen die schriftelijk bevestigd wordt.

 

Bijgevolg zal geen amendement dat deze dading wijzigt, er iets aan toevoegt of weglaat, aan de Partijen kunnen worden tegengeworpen tenzij het schriftelijk is opgemaakt en door of in naam van alle Partijen is ondertekend, onder uitdrukkelijke verwijzing naar deze dading. 

 

Partijen erkennen uitdrukkelijk dat de eventuele ongeldigheid, nietigheid of niet-afdwingbaarheid van één of meerdere bepalingen van onderhavige dadingsovereenkomst de rechtsgeldigheid en de afdwingbaarheid van de overige bepalingen niet in het gedrang brengen, met dien verstande dat partijen in dat geval te goeder trouw één of meerdere nieuwe bepalingen uitwerken tot verwezenlijking van de doelstelling van onderhavige dadingsovereenkomst naar de geest van de overeenkomst.

 

Deze dading houdt geen erkenning van schuld of aansprakelijkheid in door één van de partijen.

 

Partijen verklaren en erkennen dat zij met volledige kennis van zaken en uit vrije wil hebben ingestemd met deze dading, zonder enige vorm van dwaling, benadeling, bedrog of geweld. Elke partij verzaakt dan ook aan het recht zich te beroepen op dwaling zowel in rechte als in feite,  benadeling, bedrog of geweld, en iedere vergetelheid met betrekking tot het bestaan en de omvang van haar rechten.

 

Partijen verbinden er zich toe en aanvaarden het strikt vertrouwelijk karakter van het bestaan

en de inhoud van onderhavige dading te eerbiedigen en dus niet te onthullen, hetgeen onder meer

inhoudt dat daarvan geen melding mag gemaakt worden ten aanzien van derden, behoudens in de

mate dat dit strikt noodzakelijk zou zijn in het kader van een gerechtelijke procedure tussen partijen

of in geval van wettelijke verplichting. 

 

Partijen zullen alle mogelijke middelen aanwenden opdat elke (rechts)persoon die, al dan niet in

dienstverband, werkzaamheden verricht of diensten levert ten behoeve van, of namens één van de

Partijen, deze verbintenis te goeder trouw zou nakomen.

 

Huidige dadingsovereenkomst maakt het volledige akkoord uit tussen partijen omtrent het

hierin behandelde onderwerp, en vernietigt en vervangt bijgevolg elke vroegere mondelinge en/of

schriftelijke overeenkomst of verbintenis dienaangaande.

 

De rechten en verplichtingen uit deze dadingsovereenkomst gelden tevens voor enige

juridische dan wel feitelijke opvolgers van (een van) de partijen. Partijen verbinden zich ertoe hun

respectieve opvolgers op rechtsgeldige en afdwingbare wijze aan deze gehele overeenkomst te

onderwerpen.

 

De dadingsovereenkomst is onderworpen aan het Belgisch recht onder de bevoegdheid van

de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, in geval van betwisting omtrent de

geldigheid, de interpretatie en de uitvoering van de dadingsovereenkomst.

 

Indien een partij of beide partijen in gebreke blijven de huidige overeenkomst correct uit te

voeren kan de andere partij de uitvoering van de overeenkomst vorderen onverminderd haar recht

schadevergoeding te vorderen.

 

Elke Partij draagt zijn eigen kosten voor de totstandkoming van huidige overeenkomst.

 

Elke Partij zal haar eigen respectieve kosten dragen met betrekking tot de voorbereiding,

onderhandeling, totstandkoming, ondertekening en uitvoering van deze dading en de transacties die

in deze dading worden voorgenomen, met inbegrip van alle vergoedingen en kosten van haar

vertegenwoordigers.

 

Partijen erkennen dat de bijlagen bij onderhavige dadingsovereenkomst integraal en

onlosmakelijk deel uitmaken van de dading en daar niet los van kunnen gekoppeld worden.

 

De huidige dading treedt in werking na ondertekening door de Partijen.

 

Partijen erkennen uitdrukkelijk op het ogenblik van het ondertekenen van de

dadingsovereenkomst dat de overeenkomst is opgesteld in twee originele exemplaren waarvan iedere

partij erkent het zijne, inclusief de bijhorende bijlage, te hebben ontvangen.

 

 

 

Aldus opgemaakt te Brasschaat op *** 2021,

 

Ondertekenen deze dading voor akkoord,

 

Voor Partij enerzijds:

 

De CVBA DE VOORKEMPEN, met maatschappelijke zetel te 2960 Brecht, Nijverheidsstraat 3, gekend

in de KBO onder het nummer 0426.798.911, hier vertegenwoordigd door het wettelijk orgaan conform

de statuten;

 

Voor Partij anderzijds:

 

OCMW Brasschaat, met zetel te 2930 Brasschaat, Verhoevenlei 11, vertegenwoordigd door de heer Philip Cools, waarnemend burgemeester, en de heer Ward Schevernels, algemeen directeur; "

 

 

Publicatiedatum: 20/05/2021